DE ZIN EN ONZIN VAN 5 BEKENDE IT-MODELLEN TOEKOMSTVISIE: ‘DE GEBRUIKER BEPAALT DE KWALITEITSEISEN’ ‘ER ZIT MEER IT IN EEN TUNNEL DAN IN EEN BOEING 747’ IT-KWALITEIT VOLGENS FOKKER, ICEMOBILE EN KNAB SEPTEMBER 2014 - NR. 02 - JRG. 02 Manag IT Van de makers van Management Team, in samenwerking met Sogeti UITEINDELIJK BEPAALT DE GEBRUIKER De businesswaarde van IT-kwaliteit Tekst Mariska Habets # Facts & Figures BORGING VAN IT-KWALITEIT Hoofdredactie Jolanda Peek HELFT VAN DE ORGANISATIES SCHAKELT QA TE LAAT IN. TIJDENS: 20% ■ Projectplanningsfase ■ Fase van definiëren requirements ■ High level ontwerpfase ■ Low level ontwerpfase ■ Realisatie- of systeemontwikkelingsfase ■ Implementatiefase ■ Productiefase Marc Valkier Uitgever Berend Jan Veldkamp Redactionele leiding Ewald Smits Projectleider Petra Behm Coördinatie Mariska Habets Teksten Peter Boerman, Menno van Doorn, Mariska Habets, Teus Molenaar, Djaja Ottenhof, Heleen van Roon Beeld Jaap van den Beukel, Getty Images, Thomas Fasting, Maarten Kools, Shutterstock, Thinkstock Vormgeving en beeldredactie Marjolein Rams Prepress Djeeks Druk RotoSmeets Redactieadres Sogeti Nederland B.V., Postbus 76, 4130 EB Vianen Cloudverwachtingen: hooggespannen De cloud biedt volop mogelijkheden voor kwaliteitsborging en softwaretesten. Tegelijkertijd worden die opties nog nauwelijks omarmd. In 2013 werd 20 procent van alle applicaties gehost in de cloud en 24 procent van het testen gebeurde in een cloud-omgeving. Dat is in beide gevallen een daling ten opzichte van 2012. Mogelijke verklaring is dat organisaties het testen in de cloud op een laag pitje hebben gezet om de resultaten te kunnen beoordelen en om noodzakelijke aanpassingen te kunnen maken. Dat verklaart de verwachting dat in 2015 26 procent van alle applicaties naar de cloud is gemigreerd en dat 32 procent van alle software testen op cloud-basis wordt uitgevoerd. APPLICATIES GEHOST IN DE CLOUD 22% 2012 20% 2013 26% 2015 TESTEN IN DE CLOUD 28% 2012 24% 2013 32% 2015 26% 6% 34% 6% 2012 2013 23% 10% Redactieraad Dave van Herpen, Hans Kapteijns, Els Reinders, Realisatie MT MediaGroep TCOE (TESTING CENTER OF EXCELLENCE) BESCHIKBAAR OF PLANNEN DAARTOE Geen plannenvoor TCOE QA-BUDGETTEN GROEIEN WERELDWIJD Management Team in samenwerking met Sogeti 20% 22% 24% Manag’IT is een magazine van de makers van 15% Overweegt interne TCOE op te zetten 2012 Bedrijven onderkennen het belang van functionaliteit, gebruiksgemak, performance en beveiliging van mobiele applicaties en apparaten. Toch valt er op dit vlak nog een wereld te winnen. Want hoewel 55 procent stelt mobiele applicaties wel te testen (tegenover 31% in 2012), ontbreekt het aan methodologie (56%), kennis van diversiteit aan mobiele technologie (52%), geschikte experts (48%), een geëigende testomgeving (38%) en voldoende tijd (33%) om dit goed te kunnen. Niet gek dus dat op dit vlak massaal externe testexperts worden aangetrokken. Zo kunnen organisaties zich blijven richten op hun eigen kernactiviteiten, en tegelijkertijd concurrerend blijven op mobiel gebied. 19% 18% Colofon Mobiel testen kan beter 21% 2013 55% Overweegt externe partij in te schakelen voor TCOE 23% Jolanda Peek 31% 13% 2015 JA 2013 15% 28% Organisaties richten zich steeds meer op het borgen van de kwaliteit van IT. Logisch, want de afhankelijkheid en complexiteit n emen drastisch toe. O ns land loopt hierin zelfs voorop: van het ITbudget voor 2013 is in Nederland 27 procent beschikbaar voor QA. Voor de Benelux is dat 26 procent (was: 16% in 2012). Wereldwijd gaat 23 procent van het IT-budget richting QA. 2012 Bijna de helft van de bedrijven (45%) betrekt het QA- en testteam pas bij de ontwikkelfase of nog later. Dat is veelal te laat in het proces om nog echt invloed te kunnen uitoefenen op de kwaliteit. Het enige dat het team dan nog kan doen, is defecten vinden en oplossen. Van de IT-ondervraagden zegt 61 procent dat ze geen plannen hebben om QA eerder in het proces te laten meepraten. Intern TCOE in ontwikkeling Investeringen nemen toe QA: mosterd na de maaltijd MOBIEL TESTEN STIJGT SNEL 19% IT draait allang niet meer louter om het ontwikkelen en beheren van infrastructuur en applicaties. Testen en kwaliteitsborging (QA) krijgen een steeds groter aandeel in het budget. Hoe groot? Het jaarlijkse World Quality Report laat het zien. QA wordt volwassen De houding van bedrijven ten aanzien van QA wordt steeds strategischer en zakelijker. Meer dan een kwart van de ondervraagden heeft in 2013 een QA-functie opgenomen in projecten (8% in 2012). En bijna 1 op de 5 organisaties heeft de beschikking over een volledig operationeel Testing Center of Excellence (tegenover 1 op de 16 in 2012). Hiermee streven organisaties naar het centraliseren en consolideren van kwaliteitsborging. Dat QA een meer volwassen status krijgt, blijkt ook uit de manier van testen van IT. Het aantal projecten waarbij getest wordt met externe partners is gestegen van 13 naar 20 procent, terwijl intern testen van IT van 51 naar 41 procent is gedaald. Bedrijven en instellingen gaan dus op zoek naar professionele leveranciers die alle testoplossingen, expertise, tools en methodes in huis hebben. 6% Wanneer is een product of dienst goed genoeg? Als het testteam alle specificaties heeft afgevinkt? De baas zijn goedkeuring heeft gegeven? Of zodra de klant enthousiast is? De graadmeter van een afgevinkte lijst met functies is inmiddels ingeruild voor het vervullen van klantbehoeften. Dat maakt het begrip kwaliteit meer dan ooit subjectief en flexibel. Wat vandaag goed is aan een stuk software, kan morgen alweer achterhaald zijn. Bovendien gaan gebruikers multiscreen. Van smartphone, tablet naar laptop of andersom. Logisch, maar dat brengt voor organisaties nogal wat uitdagingen teweeg. Zo vertellen ook de managers van Fokker, IceMobile en Knab. Zelfs bij de bouw van een tunnel speelt de kwaliteit van IT een cruciale rol. IT-professionals zo vroeg mogelijk in het project betrekken is een belangrijke les van het mislukte A73-tunnelproject, leest u vanaf pagina 13. Ook Sogeti leert elke dag weer. Daarom lanceert de IT-dienstverlener in het najaar een nieuwe versie van de kwaliteits- en testaanpak TMap waar zo’n 20.000 Nederlanders een beroep op doen. We lichten alvast een tipje van de sluier over het nieuwe TMap. Kortom, genoeg inspiratie in deze Manag’IT om duizenden criticasters tevreden te stellen met de kwaliteit van uw IT. Intern TCOE in werking # Van 1 naar 100.000 criticasters Over het rapport Het jaarlijkse World Quality Report is gebaseerd op meer dan 1.500 telefonische interviews met directieleden van grootzakelijke organisaties uit overheid en bedrijfsleven in 25 landen. Dit onderzoek wordt jaarlijks uitgevoerd in opdracht van HP, Capgemini en Sogeti. Het gehele rapport is beschikbaar op: www.sogeti.com/wqr2013-14 Tel.: 088 6606600, [email protected] 02 Manag’IT Manag’IT 03 Tekst Djaja Ottenhof Fotografie Maarten Kools # De toekomst van IT Tijden veranderen, ook binnen de IT. De vraag wanneer een product of dienst kwalitatief goed genoeg is, is momenteel voer voor veel discussie. Wie bepaalt (straks) de kwaliteit van IT? “Alles draait nu om het snel neerzetten van een eenvoudig product om te kijken of het voldoet aan wat de klant nodig heeft.” K waliteit is een ongrijpbaar begrip. Het is makkelijk te zeggen als een product niet meer werkt. Denk aan een wasmachine die er na zes jaar mee ophoudt. Zeggen wat twee vergelijkbare producten die goed werken kwalitatief van elkaar onderscheidt, is lastiger. In de IT wordt toch altijd geprobeerd om kwaliteit meetbaar te maken. Als een lijst met functies kan worden afgevinkt, is aan de eisen voldaan. Nu de consument steeds hogere eisen stelt aan producten, is dat niet meer genoeg. Kwaliteit wordt nu bepaald door de vraag of IT organisaties gaat helpen hun klantbehoeftes te vervullen. Daardoor komen software-ontwikkelaars niet meer weg met het leveren van producten die deze toets niet doorstaan. Rini van Solingen, hoogleraar Global ‘Meer dan ooit bepaalt de gebruiker de kwaliteitseisen’ 04 Manag’IT consumenten steeds hogere eisen gaan stellen aan de producten die bedrijven leveren, inclusief de IT-producten. Onderdeel van hoge kwaliteit is snelheid. Dit betekent in de praktijk dat software veel vaker dan vroeger moet worden vernieuwd, tot het punt dat bijna continu updates worden gelanceerd. Van Solingen: “Je moet je veel eerder dan vroeger afvragen wat een klant nodig heeft, of hij bereid is voor een product te betalen en zo ja, of hij jou daarvoor wil (blijven) betalen. Alles draait nu om het snel neerzetten van een eenvoudig product om te kijken of het voldoet aan werkelijke klantbehoeften. Dit is ook een veel effectievere werkmethode dan vroeger toen vaak pas na anderhalf jaar bleek dat een klant een product of functie niet of nauwelijks gebruikt.” REVOLUTIE IN IT-ONTWIKKELING projectteam in korte ontwikkeltijden, meestal een aantal weken, een product oplevert. Dit kan een nieuw stuk software zijn of aanpassingen in bestaande software. Eén van de belangrijkste verschillen met de ‘ouderwetse’ ontwikkelmethodes is de samenstelling van het projectteam bij scrum. Het team is compact, de communicatielijnen zijn kort en het belangrijkste voor de klant is dat hij direct vertegenwoordigd is in het team door de productowner. “De productowner bepaalt wat er gebouwd moet worden en stelt de kwaliteitseisen vast. Dat is totaal anders dan vroeger. Dertig jaar geleden bepaalde de programmeur wat kwaliteit was. Gebruikers werden weinig betrokken bij het testen van software”, legt Leo van der Aalst, lector Software Quality and Testing aan de Fontys Hogeschool uit. Dit leidt ertoe dat de opgeleverde resultaten tegenwoordig veel dichter bij de wensen van de klant liggen. Van der Aalst: “In het verleden gebeurde het vaak dat bij een project 100 functionaliteiten werden opgesteld, er 50 werden gebouwd en gebruikers uiteindelijk slechts 25 functionaliteiten gebruikten. Dat zou in scrum niet mogen gebeuren, omdat de opdrachtgever erbij zit als iets wordt gemaakt. Hij kan aangeven wat hij niet nodig heeft, maar ook melden wat hij mist.” Tegelijkertijd met dit veranderende denken over kwaliteit heeft zich een kleine revolutie voltrokken in de IT-ontwikkeling. Centraal daarin staat de opkomst van de zogenoemde agile-ontwikkelmethodes, in het bijzonder scrum. Het idee achter scrum is dat een Dit klinkt allemaal goed. De gebruikers worden vertegenwoordigd in het ontwikkelteam, de productowner voorkomt dat het team uit de band springt en bedrijven kunnen snel inspelen op veran- » Leo van der Aalst ‘Uiteindelijk worden slechts 25 functionaliteiten gebruikt van de 100 die werden vereist’ Software Engineering aan de TU Delft, ziet dan ook een radicale verandering in het denken over de kwaliteit van IT. “Kwaliteit is niet meer dat er nul fouten in de software zitten. Het gaat nu veel meer om fitness for use.” Hij ziet dit als het gevolg van de opkomst van internet, smartphones en apps. Hierdoor zijn PRAKTIJK IS WEERBARSTIG Manag’IT 05 # De toekomst van IT deringen in de markt. Maar volgens Van der Aalst is de praktijk nog niet zo rooskleurig. In de 300 projecten die hij de afgelopen vijf jaar van nabij heeft gezien, ging het in zeker de helft van de gevallen nog niet goed. “In hiërarchische organisaties krijgt de productowner niet de macht om zelf besluiten te nemen. Dat er een productowner is, wil bovendien ook lang niet altijd zeggen dat die vrijgespeeld wordt om zich aan het project te wijden. Als je vraagt waar problemen zitten, wordt de beschikbaarheid van de productowner vaak genoemd. Als een opdrachtgever niet bereid is die randvoorwaarden te scheppen, hou je dezelfde problemen die je altijd had.” Hij geeft een voorbeeld van twee projecten bij de Europese Centrale Bank waarbij scrum werd geprobeerd. “De procedures en processen waren te ingewikkeld. Er werd van buitenaf gestuurd door mensen uit één van de eurolanden die niet wilden dat dingen op een bepaalde manier gebeuren. Daar is uiteindelijk teruggevallen op de watervalmethode.” Dit is een meer traditionele, sequentiële manier van werken waarbij een projectmanager een projectteam aanstuurt. Ook Van Solingen herkent het beeld dat organisaties vooral op papier volgens agile werken en scrum toepassen. Tegelijkertijd bekijkt hij het van de positieve kant. “Iedere stap is er één in de goede richting. Het gaat om het zetten van de eerste stap, dan ontdek je vanzelf wat de volgende stap is.” Hij maakt een vergelijking met iemand die zichzelf heeft voorgenomen om vanaf 1 januari naar de sportschool te gaan om af te vallen. “Een personal trainer geeft je dan een schema van acht weken, maar dat is pas het begin. Na de acht weken moet er wel weer een nieuw schema komen.” DE VOLGENDE STAP Van Solingen denkt dat organisaties uiteindelijk niet ontkomen aan het toekennen van beslissingsbevoegdheid aan de projectteams. Dus daar waar de 06 Manag’IT ziet, interesseert de consument niet. “De business en IT zullen veel dichter bij elkaar komen. De omslag zal zijn dat mensen die verstand hebben van verschillende disciplines bij elkaar in een team gaan zitten”, constateert Van Solingen. Van der Aalst denkt dat de eerstvolgende stap nu is dat naast de gebruikers van software ook de beheerders onderdeel worden van ontwikkelteams. “Het is nu nog zo dat software wordt overgedragen aan degene die het beheer moet doen. Die beheerders moeten het vervolgens maar verder uitzoeken. Als de beheerder te weinig handvatten krijgt om het onderhoud te doen, gaat dat ten koste van de kwaliteit. Zo krijg je diensten die moeilijk te onderhouden zijn. De volgende stap is dat ook die specialisten bij het ontwikkelproces betrokken worden en daarmee ook hun inbreng kunnen geven. Dat is nog een gemis in scrum.” ORGANISCH PROCES Rini van Solingen ‘Kwaliteit is niet meer dat er nul fouten in software zitten. Het gaat om fitness for use’ kennis zit. “Door vaker ‘live’ te gaan, moet je iteratief werken, automatisch testen en ontkom je niet aan zichzelf organiserende teams. Die dingen komen samen onder scrum, omdat daar een combinatie van snelheid en kwaliteit zit ingebakken. Het is een andere manier van een proces organiseren.” Een logische volgende stap is dat de teams die werken aan software-ontwik- keling breder worden. Volgens Van Solingen maakt de consument geen onderscheid tussen de business aan de ene kant en IT aan de andere kant, zoals veel bedrijven dat nu nog wel doen. Internetbankieren en de mobiele app zijn in de ogen van de consument ‘de bank’. Dat daarachter een hele organisatie schuilgaat die de digitale kanalen als losstaande onderdelen van de bank Deze laatste stap wordt wel gezet in DevOps. De kern van deze ontwikkelmethode is dat software bijna continu, bij voorkeur tijdens de dagelijkse productie, wordt aangepast. Het is dan onvermijdelijk dat het implementeren van wijzigingen en het testen van die wijzigingen geautomatiseerd worden. “Als een programmeur een stukje software heeft geschreven, wordt dat automatisch geïntegreerd. Als uit de automatische test blijkt dat er iets fout gaat, weet je dat maar een klein stukje van de software fout is. En je weet precies welk stukje dat is. Dat is ook een manier om de kwaliteit te kunnen beheersen naarmate software verder wordt doorontwikkeld”, zegt Van der Aalst. Zo ontstaat een beeld van software- ontwikkeling als een organisch proces. Een product is niet meer kwalitatief goed als een lijst met functies wordt afgevinkt. Dat is pas het geval als alles (inclusief de testsoftware) en iedereen die erbij betrokken is, zegt dat het goed is. 4 X HOE HET NIET MOET De gebruiker bepaalt steeds vaker de kwaliteit van een IT-project. En als daar niet naar geluisterd wordt? Leer van onderstaande voorbeelden. 01. Erasmus MC kiest gebruiksonvriendelijk systeem Het Rotterdamse Erasmus MC kwam vorig jaar in het nieuws met berichten over een IT-chaos na de implementatie van een nieuw administratiesysteem. De financiële administratie zou een puinhoop zijn waardoor het ziekenhuis grote sommen geld dreigde te verliezen door frauderisico. Een intern rapport fileerde de manier waarop de implementatie was aangepakt. Conclusie was onder meer dat er veel te weinig capaciteit en kennis was om het project goed uit te voeren. Opvallend in het rapport was de beschuldigende vinger naar het personeel. Dat zou moeite hebben om veranderingen te accepteren, terwijl het geen andere keuze had dan leren omgaan met het ‘gebruiksonvriendelijke’ systeem. 02. Fyra is gevalletje ezel en steen De Fyra ging uiteindelijk ten onder door mechanische problemen die aan het licht kwamen toen het sneeuwde. De trein kampte echter ook met grote softwareproblemen. Eén daarvan was het beveiligingssysteem dat vaak ten onrechte automatisch de remmen activeerde. Het verrassende is dat deze problemen al bekend waren uit ervaringen met de Thalys. Het oudere broertje van de Fyra kampte een aantal jaar eerder ook regelmatig met storingen door hetzelfde beveiligingssysteem. In de Thalyssoftware werden de fouten hersteld. Des ondanks kreeg de Fyra dezelfde software aan boord waarin de noodzakelijke aanpassingen niet waren gemaakt. 03. The Virtual Fence houdt niet van slecht weer Als de klant iets wil, moet het ook functioneren in de omstandigheden waar het voor bedoeld is. Dat ontdekte Boeing toen het gevraagd werd de Amerikaanse grens te versterken met een netwerk van radars, satellieten, sensoren en communicatielinks. In 2005 werd gestart met The Virtual Fence. Zes jaar later en een miljard dollar lichter is de stekker uit het project getrokken. Reden: het project voldeed niet aan de huidige standaarden en de kosten wegen niet op tegen de baten. Een topje van de ijsberg: de radar was gevoelig voor regen, de camera’s functioneerden slecht over een bepaalde afstand en het systeem conflicteerde met de WiFi-netwerken van buurtbewoners. Overigens is de Amerikaanse grens al die tijd niet onbewaakt gebleven. Sterker nog, in die ontwikkelperiode is nieuwe technologie ingezet, zoals mobiele surveillance en drones. Die zijn niet alleen goedkoper te ontwikkelen, maar ook vele malen flexibeler en daarmee geschikt voor de verschillende terreinen die beschermd moeten worden tegen illegalen en drugsrunners. 04. Free Record Shop bewijst dat de klant niet altijd gelijk heeft Helaas blijkt dat de wens van de klant vervullen niet altijd de kwaliteit ten goede komt. Zoals bij de inmiddels ter ziele zijnde Free Record Shop. De winkelketen werkte samen met Ctac aan de implementatie van nieuwe SAP-software. Ondanks waarschuwingen van de IT-dienstverlener wilde eigenaar Hans Breukhoven in 2007 vlak voor de feestdagen overschakelen op dit essentiële systeem. Een paar problemen zorgden ervoor dat inkoop, voorraadbeheer en distributie niet meer op elkaar aansloten. Met als gevolg dat vlak voor de feestdagen – normaal gesproken een piek in de verkoopresultaten – de winkelschappen half leeg waren en het magazijn overvol. # Manag’IT 07 Tekst Mariska Habets Beeld Getty Images # Kwaliteit bewaken DE ZIN EN ONZIN van 5 bekende IT-verbetermodellen Er bestaan verschillende methodieken, theorieën en standaarden binnen de IT-sector. Hoe wordt kwaliteit gemeten, bepaald en vastgehouden? De zin en onzin van de vijf bekendste termen. 01. AGILE 03. LEAN 04. DEVOPS 05. CMMI Wat is het? Wat is het? Wat is het? Wat is het? Agile (letterlijk wendbaar) is een denkwijze waarbij klant en IT-leverancier de specificaties van de gewenste softwarefunctionaliteit vooraf slechts in hoofdlijnen doornemen. Gaandeweg het project worden de details steeds v erder gespecificeerd aan de hand van tussenopleveringen. Methodieken als Scrum en XP vallen onder agile. Lean is een managementmethode gericht op procesverbetering, oorspronkelijk afkomstig uit de auto-industrie. Lean schrijft onder andere voor om fouten zo dicht mogelijk bij de bron op te lossen, zodat de loop zo kort mogelijk wordt gehouden. Als bijvoorbeeld een verkeerde eis is opgesteld, moet dat direct aangepast kunnen worden om te voorkomen dat foute softwarecodes worden aangemaakt. De DevOps-filosofie is een reactie op de agile-aanpak. In plaats van eerst te ontwikkelen (development) en het resultaat vervolgens door te geven aan beheer (operations), worden deze beide expertises samengevoegd. Vandaar de naam DevOps. CMMI (capability maturity model integration) drukt de volwassenheid van een IT-organisatie uit in levels tussen 1 en 5. Hoe hoger het toegekende level, hoe meer gestandaardiseerd gewerkt wordt. Wat is het voordeel? Een klant krijgt vooraf meer zekerheid over de kwaliteit van de processen en organisatie bij de IT-leverancier. In theorie staat meer standaardisatie voor meer kwaliteit. Dat uit zich in het op tijd opleveren van projecten tegen de laagst mogelijke kosten, productiviteitsverhogingen en een hogere klanttevredenheid. ' Wat is het voordeel? Door niet alles vooraf dicht te timmeren kunnen zowel klant als IT-bedrijf snel op veranderingen en nieuwe inzichten inspringen. Wat is het voordeel? Door het meten van de cycletime (hoe lang duurt het voordat de wens van de klant is gerealiseerd?) worden doorlooptijden voorspelbaarder én wordt inzichtelijk waar winst valt te behalen. Is er bijvoorbeeld 6 dagen nodig om wijzigingen door te voeren en vervolgens 4 dagen om goedkeuring te krijgen, dan valt in dat laatste traject exponentieel veel tijd te winnen. Wat is het risico? Kwaliteit gedijt het beste bij een goede verhouding tussen tijd, functionaliteit en geld en middelen. Verandert er iets in één van deze drie elementen, dan brengt dat de kwaliteit veelal in gevaar. Het is bij agile-ontwikkelen belangrijk niet te veel te focussen op realisatie van álle vooraf gedefinieerde functionaliteiten, maar telkens af te wegen of een wijziging in de scope van het project werkelijk waarde toevoegt. Ander risico is het misverstand dat bij agile- ontwikkelen niets gedocumenteerd hoeft te worden. Gevolg is dat er geen kennisoverdracht mogelijk is en beheerders en andere betrokkenen in het proces dan al snel tegen problemen aanlopen. 08 Manag’IT 02. SIX SIGMA Wat is het? Wat is het risico? Six Sigma is een wiskundige verbetermethodiek met het achterliggende idee processen zoveel mogelijk te standaardiseren. De procesvariatie neemt hierdoor af; en de kwaliteit van het opgeleverde product neemt toe. Een Six Sigma-benadering leent zich doorgaans minder voor de IT-branche omdat het verloop van IT-projecten te variabel is. Factoren als budget, tijds bestek, gewenste functionaliteit en gebruiksgemak veranderen zelfs nog tijdens het project, zodat standaardisatie lastig is. Bovendien verdwijnt met te grote standaardisatie de voor de IT noodzakelijke wendbaarheid. Wat is het voordeel? Six Sigma maakt het mogelijk binnen bepaalde kaders prestaties te voorspellen. Zo kunnen signalen die wijzen op veranderingen vroegtijdig worden opgepikt. En daarmee worden verbeteringen sneller gerealiseerd. Wat is het risico? Lean kent veel overeenkomsten met agile. De risico’s komen daarmee ook aardig overeen. Extra risico is overfocus op waste. Te veel aandacht op het identificeren en weghalen van overbodige componenten, schakels, resources of stappen gaat ten koste van de wendbaarheid. Als bijvoorbeeld belangrijke resources worden geschrapt omdat ze op een bepaald moment weinig waarde toe voegen, kunnen ze niet snel worden ingezet als de vraag weer toeneemt. Wat is het voordeel? Er wordt niet gedacht in silo’s en afdelingen, maar de hele lifecycle wordt betrokken. Zo wordt voorkomen dat iets wat relatief goedkoop is ontwikkeld, vervolgens in beheer lastig en duur is. Bovendien voorkom je dat iets wat in korte tijd is ontwikkeld, veel tijd vraagt voor werkelijke implementatie. Door vooraf gezamenlijk alle kwaliteitseisen vast te stellen en die tijdens het traject te controleren en waar nodig direct bij te sturen, komt een product tot stand dat voldoet aan ieders maatstaf. Verregaande automatisering (tests, integratie, deployments) helpt bovendien de kwaliteit te optimaliseren. Wat is het risico? Succesvolle invoering van de DevOpsfilosofie vergt een cultuuromslag. De silo’s moeten doorbroken worden, en KPI’s moeten bijvoorbeeld niet meer per afdeling, maar per team worden vastgesteld. Ook aansturing moet op dat niveau plaatsvinden. Gebeurt dat niet, dan blijven afdelingen naast elkaar werken, in plaats van met elkaar. Wat is het risico? De meeste organisaties blijven steken op level 1 of 2. Het spaarzaam aantal organisaties dat zegt dat ze level 5 hebben, voldoet vaak alleen op papier aan de geldende criteria. Hooggespannen klantverwachtingen worden daardoor niet waargemaakt. Het hoogste level is overigens ook niet altijd het beste voor een klant. Bedrijven die ad hoc werken, last-minute beslissingen nemen en voortdurend wensen wijzigen, komen van een koude kermis thuis bij een level 5-leverancier die heel procesmatig, of zelfs bureaucratisch werkt. Gevolg is een mismatch en ontevredenheid bij beide partijen. Wie de kwaliteit van zijn gading wil, kiest een IT-leverancier die # levelt met zijn eigen werkwijze. Manag’IT 09 Tekst Heleen van Roon en Djaja Ottenhof Honderdduizenden automobilisten rijden dagelijks op hoge snelheid door de vele verkeerstunnels in ons land. Het lijkt eenvoudig: aan de ene kant erin en aan de andere kant er weer uit. De werkelijkheid is een stuk weerbarstiger. GETTY IMAGES # Tunnelvisie: zonder IT staat alles stil P as wanneer je als automobilist de rode kruizen boven de weg ziet opdoemen, realiseer je je dat een tunnel meer is dan een buis in de grond. Het succes van een verkeerstunnel is afhankelijk van complexe IT-systemen die precies op elkaar afgestemd moeten zijn. De aannemer die een tunnel bouwt, krijgt te maken met technische uitdagingen en steeds strengere veiligheidseisen. Is er ergens ook maar een storing of klein mankement, dan moet de tunnel gesloten worden. Zodra de aannemer echt kan aantonen dat de tunnel die hij gebouwd heeft aan alle regels voldoet, mogen de automobilisten er gebruik van maken. Dat is niet eenvoudig: technische problemen leidden meer dan eens tot vertraging en hoog oplopende kosten. Bovendien stelt de Nederlandse overheid strenge veiligheidseisen aan een tunnel. Nadat een vrachtwagen in 1999 vlam vatte in de Mont Blanctunnel waarbij 39 automobilisten het leven lieten, werden die eisen nog eens flink aangescherpt. REGELGEVING IS ‘KNAP MOEILIJK’ ‘Er zit meer IT in een tunnel dan in een Boeing 747’ 10 Manag’IT Ook de aannemer die in 2004 begon met de Roertunnel en de Swalmentunnel op de Rijksweg A73 kreeg daarmee te maken. Wanneer bijvoorbeeld brand in de tunnel ontstaat, komt het IT-systeem in actie: de verlichting gaat feller branden, de seinen gaan op rood, het ventilatiesysteem gaat aan en het vluchtkanaal tussen de tunnelbuizen moet onder overdruk worden gebracht om te voorkomen dat er rook in komt te staan. Die systemen moeten perfect op elkaar afgestemd zijn. Voormalig tunnelregisseur Hans Ruijter was nauw betrokken bij de planning van het bouwproject. Hij werd tijdens de bouw aangesteld om de samenwerking tussen Rijkswaterstaat en aannemer VolkerWesselsTunnelTechniek te verbeteren. Tijdens een hoorzitting in opdracht van de Tweede Kamer vertelt Ruijter dat de twee partijen “worstelden met de vraag hoe zij de tunnel definitief open konden krijgen.” Er waren geen goede planningen en het werk lag stil. Volgens de tunnelregisseur waren er diverse problemen die onder andere te maken hadden met nieuwe tunnelwetgeving die in 2006 in het leven geroepen was. Het aantonen dat de IT betrouwbaar was, bleek een probleem. Bovendien was het volgens Ruijter de eerste keer dat Rijkswaterstaat en de betrokken marktpartijen op die manier geconfronteerd werden met de nieuwe regelgeving. “Daar hadden ze het knap moeilijk mee”, vat hij samen. Daar kwam bij dat de rol van de technische systemen in de loop der jaren ingewikkelder geworden was. Ze moesten meer kunnen en meer mogelijk maken. Dat maakt dat er veel computerprogramma’s nodig zijn: volgens de tunnelregisseur bevat een tunnel meer software dan een Boeing 747. De ontwikkeling van die software verliep moeizaam. De ontwikkelaar was al aan het werk, maar kreeg keer op keer te maken met aanpassingen doordat er nog discussie was over wat de technische systemen precies moesten kunnen. Ondertussen voerde het lokale bestuur de druk op om de tunnel zo snel mogelijk te openen. PROBLEMEN BLIJKEN LEERSCHOOL De aannemers haalden de geplande openingsdatum van 1 januari 2008 niet. ‘Wie een tunnel bouwt zou als eerste moeten kijken naar het moeilijkste onderdeel: de software’ » Manag’IT 11 # Tunnelvisie: zonder IT staat alles stil 12 Manag’IT Leidsche Rijn-tunnel (A2): Begonnen in: 2007 Geplande opening: eind 2010 Uiteindelijke opening: juni 2012 BERT KAUFMANN Om verkeersdrukte zoveel mogelijk te vermijden, ging de 2.450 meter lange Roertunnel daarom gedeeltelijk open: automobilisten konden in beide richtingen met beperkte snelheid één rijstrook gebruiken. De aannemers werkten door aan het IT-systeem van de tunnel. Dat bleek niet eenvoudig: de slagbomen van de tunnel gingen zonder enige aanleiding dicht en de verkeerslichten sprongen onverwachts op rood. Binnen tien dagen werd de tunnel elf keer gesloten voor verkeer. Ook de nabijgelegen Swalmentunnel kreeg te maken met onverwachte sluitingen. Het verkeer moest omgeleid worden en automobilisten stonden urenlang in de file. Met twee jaar vertraging waren de tunneltechnische installaties eind 2009 volledig getest en konden de Roertunnel en de Swalmentunnel definitief open voor het verkeer. Voor het realiseren van de tunneltechnische installaties was oorspronkelijk 151 miljoen euro ingepland. Dit bedrag werd met 66 miljoen euro opgehoogd door de IT-problemen. De tijdelijke commissie ICT die de Tweede Kamer in het leven geroepen heeft, stelt dat het goedkoper geweest was de tunnel later te openen en meer tijd te nemen de ITsystemen te testen. Hoewel het besluit de tunnel tijdelijk open te stellen niet alleen genomen is op basis van technische aspecten, vindt ook Ruijter dat het “beter en gemakkelijker” is om te testen in een geheel afgesloten tunnel dan één waar al verkeer doorheen rijdt. Op aandringen van de commissie ICT geeft hij toe dat het hele proces “een grote, lange les” geweest is. Wie een tunnel bouwt, zou als eerste moeten kijken naar het moeilijkste onderdeel: de software. Ruijter: “Begin met de functionaliteit en vraag je af welke eisen aan de techniek gesteld worden. Vervolgens kom je bij de installaties terecht en pas aan het eind kijk je naar het betonnen omhulsel. Dat is de belangrijkste les uit dit project.” Roertunnel en Swalmentunnel (A73) Begonnen in: 2004 Geplande opening: begin 2008 Uiteindelijke opening: eind 2009 Sluiskiltunnel Begonnen in: 2010 Geplande opening: mei 2015 TESTEN, TESTEN EN NOG MEER TESTEN De bouw van de Roertunnel en de Swalmentunnel zijn niet het enige bouwproject waarbij het misging. Ook bij de openstelling van andere tunnels kon vaak niet gegarandeerd worden dat de veiligheidssystemen goed functioneerden. Niet alleen de filerijdende automobilist baalt van een gesloten tunnel, vertelt testmanager Daniël van der Gaag: “Het veroorzaakt ook enorme imagoschade voor de aannemers van het bouwproject en de beheerder van de tunnel.” Van der Gaag, die onder andere voor de provincie Noord-Holland betrokken was bij de bouw van diverse verkeerstunnels, stelt dat er maar één manier is om ervoor te zorgen, dat alle IT-systemen aantoonbaar goed werken: goed testen. Daarmee moet in een vroeg stadium begonnen worden. “De technische systemen vormen binnen de tunnel de kern van het geheel”, legt ze uit. “Omdat het zo complex is, moet dat goed getest worden. Alleen dan kun je ervoor zorgen, dat het project op tijd wordt opgeleverd.” Ook de oud-tunnelregisseur benadrukt het belang van de technologie. Ruijter stelt dat alle partijen eerst de tijd moeten nemen om de IT te doorgronden. “Dat is een heel andere benadering dan tot voor kort gehanteerd werd”, zegt hij. “Je moet elkaar begrijpen.” De aannemer die aan de slag ging met de bouw van de Leid- sche Rijn-tunnel op de A2 bij Utrecht had geleerd van de tunnels op de A73. Anders dan bij de Roertunnel ligt de tunnel bij Vinexwijk Leidsche Rijn boven de grond. De A2 heeft op die plek een overkapping gekregen. Bovenop is ruimte voor bebouwing. De technische installaties in de 1.650 meter lange tunnel behoren volgens Rijkswaterstaat tot de modernste ter wereld. Om de samenwerking tussen alle betrokken partijen soepel te laten verlopen, werden nieuwe afspraken gemaakt waarbij duidelijk werd vastgelegd aan welke eisen de technische installaties moeten voldoen. Hoewel extra tijd en geld moest worden uitgetrokken om bestaande contracten aan te passen, bleven de budgetoverschrijdingen binnen de perken. MINDER VERTRAGINGEN EN KOSTEN In tegenstelling tot de extra kosten bij de Roer- en de Swalmentunnel, waren de budgetoverschrijdingen bij het Utrechtse bouwproject van tevoren in de projectbegroting meegenomen als onvoorziene kosten. Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu toont zich tevreden over de nieuwe manier van samenwerken. “Zo kunnen veel hogere kosten en vertraging aan het eind van het project voorkomen worden”, schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer. Een ander positief punt is dat de Leidsche Rijn-tunnel na oplevering slechts één keer hoefde te sluiten door een ‘Bij veel projecten loopt het achteraf testen uit de hand. Wij hebben een masterplan voor het testen’ technische storing. Alle andere dagen is de verkeerstunnel sinds de oplevering in juni 2012 toegankelijk voor verkeer. Uitgezonderd de momenten dat de tunnels verplicht gesloten worden voor onderhoudswerkzaamheden. Die betrouwbaarheid is belangrijk, omdat een sluiting grote verkeersinfarcten veroorzaakt. Volgens Schultz staat het Utrechtse wegennet er stukken beter voor met de nieuwe tunnels. “De landtunnel is het sluitstuk van de verbreding van de A2. Een project dat goed is voor de bereikbaarheid en voor de leefbaarheid in de regio”, aldus de minister. “Dankzij de inpassing van de weg en het stadspark dat bovenop de tunnel komt, is de A2 geen hinderlijke onderbreking meer van de stad.” IN ÉÉN KEER GOED? In Zeeland lijken de tunnelbouwers inmiddels door te hebben hoe het moet. Na de bouw van de Westerscheldetunnel, die alom geldt als voorbeeldcase, ligt ook de Sluiskiltunnel op koers om op tijd en binnen budget te worden opgeleverd. De manier waarop de IT in het project is aangepakt, speelt daarbij een grote rol. De belangrijkste stap werd meteen in het begin bij de aanbesteding al gezet. Op dat moment werd besloten dat de technische installaties onderdeel zijn van de aanbesteding. “Vaak wordt de IT pas midden in het project aangehaakt. Dat zou bij ons anderhalf jaar te laat zijn geweest. Wij wilden dat de leverancier van technische installaties onderdeel zou zijn van de bouwcombinatie”, vertelt Wim van de Linde, manager techniek bij BV KKS, het bedrijf dat namens de overheid de opdrachtgever voor de bouw is. De aanbesteding werd gedaan volgens een zogenaamde concurrentiegerichte dialoog. Dit betekent dat de bedrijven die meedingen naar de opdracht een volledig plan opstellen hoe ze de bouw gaan aanpakken. Daarbij is er ook volop ruimte voor samenwerking tussen opdrachtgever en potentiële opdrachtnemers. Een belangrijke zet in deze fase was dat BV KKS eigen IT-expertise aan boord haalde. “We waren met drie partijen tegelijkertijd in gesprek. Je moet op dat moment al inhoudelijk toetsen of de ontwerpen voldoen aan de eisen. Wij zagen in 2009 al dat we een IT-deskundige nodig hadden.” De IT-expertise is daarna tijdens de hele planningsfase en nu tijdens de bouw aan boord gebleven. In dit stadium is de belangrijkste rol die BV KKS als opdrachtgever speelt om te zorgen dat de aannemer het werk volgens de gemaakte afspraken uitvoert. GOEDE VOORBEREIDING Medio vorig jaar is begonnen met de afbouw van de tunnel, inclusief de technische installaties. Volgens planning zal dit werk begin 2015 worden afgerond. Dat betekent echter niet dat de systemen daarna pas aan testen worden ontworpen. Dat is volgens Van de Linde een ander punt waarop de Sluiskiltunnel zich onderscheidt. “Bij een heleboel projecten loopt het achteraf testen volledig uit de hand. Wij hebben een masterplan voor het testen. Het proces van verificatie en validatie van systemen is al lang geleden gestart en draait op volle toeren”, zegt Van de Linde. De uitgebreide voorbereiding werpt hierbij ook zijn vruchten af. Veel van de eisen waaraan de installaties moeten voldoen, zijn in de aanbesteding al uitgebreid doorgenomen. De toestemming voor openstelling van de tunnel wordt uiteindelijk gegeven door de gemeente Terneuzen nadat de brandweer en andere hulpdiensten hebben vastgesteld dat de tunnel veilig is. # Manag’IT 13 Tekst Teus Molenaar Fotografie Jaap van den Beukel # De opvolger van TMap Waar het bedrijfsleven werkt met geïntegreerde teams, de mens meer centraal stelt en het besef is doorgedrongen dat kwaliteit de kosten drukt, zou het vreemd zijn als die ontwikkelingen aan de testmethode voor software voorbij gaan. Daarom werkt IT-dienstverlener Sogeti aan een opvolger van zijn vermaarde TMap-methode; op 28 o ktober dit jaar voor iedereen beschikbaar. Marco van den Brink, directeur Testing & Quality Control bij Sogeti: ‘Je test niet meer alleen of het programma technisch goed in elkaar steekt, maar vooral of het voldoet aan de gebruikerswensen’ Wat is TMap H et lijkt een beetje op de naamgeving van de Hollandse dakpan en de verbeterde dakpan. Maar hoe noem je een aanvullende variant op de testmethodes TMap en TMap NEXT die ook volop in gebruik blijven? Marco van den Brink er is nog niet uit. Hij is Directeur Testing & Quality Control bij Sogeti en stuurt het team aan dat op dit moment werkt aan de vernieuwing. Tijdens de jaarlijkse TMap dag op 28 oktober in het Spant! te Bussum houdt Van den Brink de jongste testmethode ten doop. Dan weten we hoe de boreling heet. GEÏNTEGREERD HET NIEUWE TESTEN KAN BEGINNEN 14 Manag’IT We zien het in de bouwsector waar het Bouw Informatie Model (BIM) furore maakt: alle betrokkenen werken tegelijkertijd aan een bouwproject om de faalkosten terug te dringen. De productie van een softwareprogramma is vergelijkbaar met de constructie van een gebouw. Alleen heet het hier agile-ontwikkelen. “Geen aparte opdracht meer voor een groepje codekrassers – om het oneerbiedig te zeggen – dat zich terugtrekt om pas maanden later met een product te komen. Maar toekomstige gebruikers, de codeschrijvers, de eigenaar, de testers; alle betrokkenen komen bij elkaar om in korte perioden van twee of vier weken (sprints genaamd) werkende software op te leveren. Een applicatie die vervolgens iedereen uitprobeert waarna de bevindingen teruggaan naar het ontwikkelteam. Eventuele fouten worden onmiddellijk verbeterd”, legt Van den Brink uit. Die geïntegreerde aanpak is aanzienlijk anders dan de gebruikelijke watervalmethode. Daarbij werkt iedereen min of meer langs elkaar heen. Overigens wel volgens een nauw De doopnaam is Test Management Approach, maar iedereen spreekt van TMap. Uitvinder Sogeti lanceerde TMap in 1995. Sindsdien is deze aanpak een wereldwijde marktstandaard voor het testen van software. In 2006 ziet TMap NEXT het licht; eveneens geschreven door medewerkers van Sogeti. De vernieuwing was ingegeven door de wens een meer procesgedreven methode te hanteren. En voorgeschreven activiteiten vast te leggen. Inmiddels maken meer dan 20.000 Nederlanders gebruik van TMap. omschreven proces met alle controlestappen en toetsingen die erbij horen. “TMap hoort bij de watervalmethode. In gevallen waarbij het bedrijfsrisico voor nieuwe software laag is, voldoet dat nog uitstekend. Maar bij agile-ontwikkeling, waarbij de mens centraal staat en niet het proces, is een andere testmethodiek nodig.” Die andere manier van werken houdt tevens in dat er andere softwarespecialisten nodig zijn. Het volstaat volgens Van den Brink niet meer om alleen het naadje van de kous te weten van bijvoorbeeld ontwikkeltaal Java of .NET. “Je moet snappen welk bedrijfsdoel de programmatuur gaat dienen. En je moet sociale vaardigheden hebben om in een team met andersgestemden samen te werken. Je test niet meer alleen of het programma technisch goed in elkaar steekt. Nog belangrijker is of de software tegemoetkomt aan de wensen van de gebruikers. Ook dit aspect nemen we mee in de nieuwe testmethode.” Hij had het al gezegd: TMap NEXT is gemaakt in de tijd dat processturing in elke titel van een managementboek voorkomt. Die aanpak vergt een nauwkeurige, tijdvolgelijke beschrijving van het proces en alle controlestappen daarin. Het is een dik boek. “Ons digitale plat- form wordt straks leidend. Geen statische informatie op papier maar interactie via de website”, vertelt Van den Brink. “Bij het nieuwe TMap staan samenwerking en het bereiken van doelstellingen centraal. Zoals de borging dat een project op tijd en binnen budget klaar is. En bovendien het gewenste resultaat oplevert. Dat doe je onder meer door testers eerder te betrekken bij het ontwikkel- en bouwproces.” KWALITEIT “We leven in een periode waarin de waarde van software exponentieel is toegenomen”, zegt Van den Brink. “Je kunt je nauwelijks nog een bedrijfsproces voorstellen waarin software geen rol speelt. Dat legt een grote verantwoordelijkheid op de schouders van degenen die software schrijven, ontwikkelen en testen. In het verleden kon je je nog wel veroorloven dat een boekhouder een paar uur niet verder kon, omdat de software een fout telde. Tegenwoordig ligt dan de hele organisatie plat. Of sterker nog, komen klanten van de organisatie massaal in opstand.” De tester moet eveneens meer letten op de reikwijdte van software. Nieuwe programmatuur dient vaak samen te werken met bestaande software. Programmeurs plukken al voorgecodeerde elementen van internet en verwerken die in hun eigen werk. “Werkt dat allemaal wel goed? Hoe verloopt de integratie? Die vraagstukken moet de tester helder op zijn netvlies hebben.” # TMap Dag Het nieuwe TMap wordt gelanceerd op de jaarlijkse TMap Dag op 28 oktober 2014 in het Spant! in Bussum. Naar verwachting komen zo’n 1000 IT-professionals bijeen om ervaringen met vakgenoten in software testen te delen. Meer informatie en registratie op www.tmapdag.nl. Manag’IT 15 Tekst Djaja Ottenhof # Balans tussen waarde en risico IT-kwaliteit De tijd dat IT-kwaliteit werd uitgedrukt in het aantal foutmeldingen of het aantal minuten per maand dat een applicatie niet werkt, is voorbij. Maar wat bepaalt dan of IT voldoende kwaliteit heeft? Drie managers van bedrijven uit verschillende branches vertellen hoe zij denken over kwaliteit, waarde en risico’s van IT. 16 Manag’IT F OKK ER ‘Wij kunnen met software intelligentie toevoegen aan ons productieproces’ D e laatste Fokker 50 rolde in 1997 uit de fabriek. Toch is Fokker nog steeds een belangrijke speler in de wereldwijde luchtvaartindustrie. Vleugels, rompen, landingsgestellen en elektrische systemen. In 75 verschillende vliegtuigtypes zitten onderdelen van het roemruchte concern. Maar als de IT ermee ophoudt, gaat er bij Fokker geen onderdeel de deur uit, vertelt Chief Information Officer Henk Smit. “Onze productiesystemen zijn volledig afhankelijk van IT. Van de planning en het bestellen van onderdelen en halffabricaten, tot het op een goede manier leiden van producten langs machines en de uiteindelijke aflevering. Als de IT niet functioneert, valt de productie na verloop van tijd stil. Het kan één tot twee uur duren, maar dan is het klaar.” Naast de grote rol in de productieketen, is software ook cruciaal voor certificering, vertelt Smit. Fokker doet bijvoorbeeld mee aan militaire programma’s waarvoor de Amerikaanse overheid zware en strikte eisen oplegt met betrekking tot de productie. “Voor ons kwaliteitssysteem is IT echt cruciaal. Zonder het kwaliteitssysteem kunnen wij niet certificeren en krijgen we onze producten de fabriek niet uit.” De financiële gevolgen zijn daardoor groot als er een IT-storing optreedt. Als Fokker hierdoor te laat levert en een vliegtuig pas later in bedrijf kan gaan, leidt dat tot gemiste omzet. Die veelal grote schade wordt verhaald op het concern. “IT is als water uit de kraan, je mist het pas als het er niet is”, concludeert Smit daarom. Naast IT als nutsvoorziening, is het voor Fokker ook een instrument om een VOLGENS FOKKER, ICEMOBILE EN KNAB concurrentievoordeel te pakken. “Met IT-applicaties kunnen wij het verschil maken. Wij kunnen met software intelligentie toevoegen aan ons productieproces. We kunnen bijvoorbeeld nieuwe inzichten over productiemethoden of samenwerking binnen de fabriek toepassen waardoor we net iets handiger of efficiënter kunnen werken dan onze concurrenten. Het resultaat is dat we goedkoper of sneller zijn, of op een andere manier dingen doen die concurrenten niet kunnen.” Ook voor dit soort software is de betrouwbaarheid natuurlijk cruciaal. Maar er zijn volgens Smit ook andere aspecten die de kwaliteit bepalen. “Het is wel meer dan dat de applicatie goed werkt. Het gaat ook om het gemak en om de vraag of de gebruiker er op een eenvoudige manier mee overweg kan. Daar- ‘VOOR ONS KWALITEITSSYSTEEM IS IT ECHT CRUCIAAL’ naast moeten gebruikers het op elk type apparaat overal ter wereld op een veilige en transparante manier kunnen gebruiken.” B ICEMO I ILE ‘In de praktijk worden vastgelegde afspraken vaak ingehaald door nieuwe ontwikkelingen’ ceMobile is één van de grootste en meest succesvolle appmakers van Nederland. Het heeft daarmee een naam hoog te houden als het gaat om kwaliteit. Dit betekent dat op tijd leveren en binnen budget blijven, bij de meeste IT-projecten al een flinke kluif, niet genoeg is. Oprichter en directeur Ralph Cohen ziet dat veel bedrijven een vrij nauwe definitie hebben van de risico’s bij IT-projecten. “Voor klanten zijn deadline en budget vaak extreem belangrijk. Maar uitloop is niet het enige risico. Er zijn genoeg projecten waar alles wordt afgeraffeld om het binnen deadline en budget te halen. Wij staan voor een bepaalde kwaliteit en zullen nooit onder dat niveau opleveren. Als ik dat doe, lopen mijn mensen weg. Zij werken namelijk bij mij om een bepaalde kwaliteit te leveren.” IceMobile heeft zijn projecten flexibel ingericht. Het enige waarover aan het begin van een project harde afspraken worden gemaakt, is de eerder genoemde ondergrens waar het bedrijf niet onder wil zakken. “Daarvan weten we zeker dat het gaat lukken. Daarna kijken we in een project met z’n allen wat de manier is om de meeste waarde toe te voegen.” Cohen wijst erop, dat het bij de traditionele werkmethodes vaak enorm veel tijd en moeite kost om alle afspraken vooraf vast te leggen. In de praktijk worden die afspraken vervolgens bijna altijd ingehaald door nieuwe ontwikkelingen. Hij heeft nog nooit meegemaakt dat het concept dat een klant op de eerste dag in gedachten had tijdens het project niet is veranderd. “Als je in een ouderwets bouwproces een jaar hebt om te bouwen, dan wordt het eerste halfjaar vaak alleen besteed aan documenten en contracten opstellen en het maken van tekeningen. Daardoor is er weinig tijd aan het eind en komt er een enorme druk op het project. Mensen raken ‘WIJ BEGINNEN METEEN MET ONTWIKKELEN VAN CODE EN HET TESTEN VAN DIE CODE’ gedemotiveerd en het testen wordt er in een paar dagen doorheen gejaagd. Wij beginnen meteen met ontwikkelen van code en het testen van die code. Daarmee winnen we ongelooflijk veel tijd.” De IT-ondernemer denkt dan ook dat de werkwijze van IceMobile uiteindelijk voor elk bedrijf de manier is om risico’s te beheersen bij complexe ITprojecten. “Het mooie van software is dat er ruimte is om flexibel te zijn. Heel veel bedrijven maken bij softwareontwikkeling nu geen gebruik van de mogelijkheden die dat geeft.” Manag’IT 17 » Fotografie Thomas Fasting # Balans tussen waarde en risico KNAB A ‘Wij kijken continu hoe processen eruit zien en waar de risico’s zitten’ ls er een sector kwetsbaar is voor falende IT, dan is het wel de financiële sector. Natuurlijk door de veiligheidsrisico’s, maar ook door het gevaar op reputatieschade als de klant even zijn saldo niet kan checken. Volgens Rene Frijters van Knab is inmiddels het punt benaderd dat de betrouwbaarheid richting de 99,999 procent moet gaan. Dit betekent dat een bank, zeker een jonge bank die alleen maar online actief is, heel veel aandacht geeft aan IT.“Mensen komen met hun mobiel veel vaker bij de bank dan vroeger”, zegt de directeur en oprichter van Knab. “Ze kijken nu even snel hoe ze er financieel voor staan. De gevolgen zijn dan enorm als je niet beschikbaar bent. Als internetbankieren niet beschikbaar is zoals we bij ING en Rabobank hebben gezien, staat dat in no-time op Facebook.” Het controleren of de processen van de bank goed draaien, is daarom cruciaal. “Wij kijken continu hoe processen eruit zien en waar de risico’s zitten. We monitoren daarbij het liefst door het hele proces heen.” Dit betekent dat niet zozeer wordt gekeken of individuele schakels in het proces werken, maar of het proces als geheel blijft werken. Daarbij merkt Frijters dat partijen waaraan Knab IT heeft uitbesteed dit nog niet altijd begrijpen. “Zij denken in computers en servers, wij denken in processen. Een betaalproces draait op wel tien compu- 18 Manag’IT ters. Het gaat er niet om of een server uitvalt of niet, maar of dat proces door kan gaan.” Beschikbaarheid van IT is bij een bank dus een grote hygiënefactor als het gaat over IT-kwaliteit. Dat geldt eigenlijk ook voor veiligheid en gebruiksgemak. Volgens Frijters moet bij elk IT-project een afweging tussen die twee dingen worden gemaakt. Dat deze afweging soms verrassende uitkomsten geeft, blijkt uit de beveiliging van de mobiele app. Intuïtief voelt bankieren op een mobiel minder veilig dan via internetbankieren op een computer thuis. Toch is de app volgens Frijters veiliger. “Bij de app ‘HET GAAT ER NIET OM OF EEN SERVER UITVALT OF NIET, MAAR OF DAT HET PROCES DOOR KAN GAAN’ is elke rekening gekoppeld aan een telefoon, terwijl je met internetbankieren via elke computer kunt inloggen.” De grote banken komen regelmatig negatief in de publiciteit door storingen met internetbankieren. Maar volgens Frijters betekent dit niet dat zij hun IT minder goed op orde hebben dan Knab. “In de financiële sector wordt veel nagedacht over procesmanagement. Daar zijn wij als Knab niet uniek in.” # Column CONCLUSIES 01. Even niet beschikbaar zijn, is geen optie meer Falende IT is funest. Sterker nog, IT is meer dan ooit van cruciaal belang voor het voortbestaan van organisaties. Waar beschikbaarheid voorheen een makkelijk meetbare kwali teitseis was, is dat nu een ‘conditio sine qua non’. Een hygiënefactor waar je dus niet meer het verschil mee kan maken. Als IT toch even niet beschikbaar is, leidt dat tot enorme reputatieschade, verlies van klanten of in de luchtvaartindustrie tot hoge boetes. Dat hou je dus niet lang vol. ‘De hanen bespringen de dames te pas en te onpas. In principe is dat een goede zaak’ Menno van Doorn 02. Het vinden van de balans tussen waarde en risico is een continue proces IT is steeds vaker hèt product van een bedrijf. Denk aan de apps van Ice Mobile of het internetbankieren van Knab. IT is dus de kernwaarde van een orga nisatie. En dat bepaalt ook de afweging van risico’s. De grootte van een risico wordt gezien als de optelsom van faalkans en potentiële schade. Faalkans gaat over intensiteit van het gebruik. Materiële en immateriële schade wordt geleden als een product faalt. Bij Fokker kan het falen van een product in het ergste geval leiden tot het neerstorten van een vliegtuig. Dan is uiteraard de bereidheid om risico’s te accepteren nihil. De aandacht voor kwaliteit zal vanaf dag 1 optimaal zijn. In een wereld waar snelheid soms belangrijker lijkt dan zorgvuldigheid is dat een andere situatie. Als een bedrijf als eerste met een nieuwe app op de markt komt, worden kinderziektes makkelijker geaccepteerd. Ook hiervoor geldt dat risico’s steeds opnieuw heroverwogen moeten worden. De waardeperceptie van de klant is immers voortdurend aan verandering onderhevig. 03. Iedereen wil gemak en gebruiksvriendelijkheid Niet alleen de consument eist gemak en gebruiksvriendelijkheid, ook op de werkvloer is het een must. Productiemedewerkers, of ze nou in de luchtvaart werken, of bij een bank, willen software die op alle apparaten werkt en op een intuïtieve manier te bedienen is. Kortom, kwaliteit van IT wordt meer dan ooit bepaald door de veeleisende gebruiker die ervan uitgaat dat het makkelijk en veilig in gebruik is. Waar, wanneer en hoe dan ook. # M ijn Quality Time-moment van afgelopen zomer? Samen op de bank naar de tackles van Ron Vlaar kijken. De term Quality Time dook ergens in de jaren zeventig voor het eerst op in een onbeduidend krantje ergens aan de Amerikaanse oostkust. Het bewuste artikel had de onheilspellende naam How to be Liberated. Later leerden we dat Quality Time één van de vijf talen van de liefde is. Baptist en huwelijksbemiddelaar Gary Chapman bouwde een deel van zijn media-imperium op met eindeloos geleuter over zijn verschillende liefdestalen. Naast complimentjes, kleine gebaren van affectie, dagelijkse klusjes voor elkaar doen, een streling of een knuffel, kunt u ook met Quality Time uw liefde voor iemand uitdrukken. Dat laatste deed ik dus tijdens het WK door samen met mijn partner op de bank de scheids uit te schelden voor een beschuldiging aan Ron Vlaar. Zo is Quality Time in Nederland ontdaan van alle romantische franje. Of toch niet? Bij toeval kwam ik de Kip van Columbus-prijs tegen. Familie Van den Berg uit Ane heeft deze prijs in de wacht gesleept voor hun innovatieve Quality Time-huisvestingsconcept. Ik citeer uit het vakblad De Boerderij: “Met de Quality Time-stal realiseren we een andere vorm van contact tussen de hanen en de hennen.” Het leven in een reguliere kippenstal is een drama. De hanen bespringen de dames te pas en te onpas. In principe is dat een goede zaak voor wie in de vermeerderingsindustrie zit, zoals de familie Van den Berg. Echter, in een rapport van de Universiteit Wageningen valt te lezen dat de kipproductie al jarenlang dalende is. De hanen zetten hun eenmaal ingezette paringsdaad vaak niet door tot het einde. En omdat ze het voorspel overslaan, snappen de hennen niet meer wat er van hen verwacht wordt. Een stel gezonde Hollandse onderzoekers heeft berekend dat de kipproductie omhoog kan met meer Quality Time. Scheid de haan van de hen, gun ze een moment- je voor zichzelf, en zet ze dan weer bij elkaar. Moet u eens zien hoe dat ten goede komt aan de kipproductie. Dankzij de Quality Time-stal stijgt het aantal ‘gevulde’ eieren met 20 procent. Het is de verdienste van de Wageningse onderzoekers om een praktisch en commercieel doel te verbinden aan de term kwaliteit-tijd. Dat de productie omhoog gaat als je mannetjes en vrouwtjes hun rustmomentje gunt, mag geen schokkende ontdekking zijn. Vraag een professional wanneer hij het productiefst is en hij zegt: “op die momenten van complete eenzaamheid, toegewijd aan mijn taak.” En dan is hij ook nog eens het gelukkigst. Maar te lang in eenzaamheid doorbrengen is ook niet goed. De Franse filosoof Blaise Pascal waarschuwde daar al voor: “All of humanities problems come from man’s inability to sit in a room alone.” Gelukkig heeft Steve Jobs dat probleem al een paar jaar geleden opgelost…. # Manag’IT 19 De belangrijkste testers werken niet bij Sogeti. Begrijp ons niet verkeerd: het testen van IT-kwaliteit is al meer dan 25 jaar het onbetwiste domein van Sogeti. Alleen al in ons land doen meer dan 20.000 software testers een beroep op onze testaanpak. Toch werken de belangrijkste testers niet bij ons. Sterker nog: Die vindt u in het onderwijs. Bij de overheid. In het bedrijfsleven en in de horeca. Onderweg of op het werk. En ja, vaak ook gewoon thuis in de keuken. We hebben het namelijk over uw klanten. Zij bepalen of uw applicaties in de smaak vallen. Of u de kwaliteit levert die van u verwacht wordt. Zoveel gebruikers, zoveel meningen. Reden te meer om IT-kwaliteit anno nu op een eigentijdse manier te organiseren. Wij helpen u om betrouwbaarheid, veiligheid, gebruiksgemak en snelheid van uw IT-applicaties te borgen. Weten hoe? Kijk op www.debelangrijkstetesters.nl maakt kwaliteit concreet.
© Copyright 2024 ExpyDoc