Examen JJ - Budocentrum Julianadorp

BUDOCENTRUM JULIANADORP.
WWW.BUDOCENTRUM.NL
INHOUDSOPGAVE:
Historie van het Jiu-Jitsu
: ……………………………
Dojo etiquetten,
: ……………………………
Japanse termen,
: ……………………………
Ebo-no-kata
: ……………………………
Technieken in beeld
: ……………………………
e
ste
Exameneisen 5 t/m 1 kyu : ……………………………
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 2
pagina 3
pagina 4 t/m 15
pagina 16 t/m 27
pagina 28 t/m 39
pagina 40 t/m 78
pagina 1
Historie van het jiu-jitsu
De ontwikkeling van de Aziatische krijgskunsten zijn sterk beïnvloedt door cultuur en religie, zoals deze
het leven en handelen van de Aziaat beheerste en is terug te vinden in de opvattingen binnen de
krijgsculturen.
De krijgscultuur van Japan was bushido en betekent “de weg van de krijger”.
Om de essentie te begrijpen van deze levensfilosofie en zijn invloed op de krijgskunst in het
algemeen en in het bijzonder het jiu-jitsu, moeten we terug naar de oorsprong, die zijn wortels vindt
in het taoïsme en het boeddhisme van het oude China.
De Chinese cultuur heeft doorlopend het Japanse leven en denken beïnvloed, representatief
hiervoor is
de i-tjing, een orakelboek, hierin wordt er van uit gegaan, dat alles in het bestaan een oorzaak van
conflict of gevaar en in het uiterste geval van geweld is.
Dat houdt in dat je steeds de massieve kracht van een confrontatie voor moet blijven en dat deze
kracht na verloop van tijd verspreidt en oplost.
Deze doctrine komen we voor het eerst in een oude Japanse gevechtsvorm “het yaware” tegen.
Deze methode was gebaseerd op het flexibel opstellen in de strategie, afhankelijk van de aard en de wijze,
dus de verdediging werd in overeenstemming van de aanval gebracht.
Hieruit komt het “ju” wat soepelheid, flexibiliteit en aanpassingsvermogen betekend.
Het principe “ju” is gebaseerd op de veronderstelling dat tijdens een directe aanval de aanvaller kwetsbaar is.
Op het ogenblik van de aanzet van de aanval en gedurende het verdere verloop hiervan is de concentratie
en de kracht van de aanvaller gericht op het succesvol uitvoeren van de aanval.
Hierdoor opent zich zijn verdediging en de aanvaller is kwetsbaar voor uiteenlopende vormen van
verdedigingen.
Het aanduiding “jitsu” betekent dat de betreffende gevechtsvorm wordt beoefend met de nadruk op zijn
praktische waarde in het gevecht.
Hieruit volgt dat jiu-jitsu gebruik maakt van de aanval van de tegenstander.
Dit basis principe kunnen we als volgt definiëren:
Trotseer niet de energie van de tegenstander, maak gebruik van zijn aanval om te overwinnen en maak
daarbij optimaal gebruik van de inzet van het eigen lichaam.
Jiu-jitsu
Jiu-jitsu had oorspronkelijk alleen ten doel overleven ingeval men in de strijd niet meer de
beschikking had over wapens.
Toen de praktische waarde van het “jitsu” minder belangrijk werd zocht men naar wegen om het een
andere inhoud te geven.
Bij het beoefenen van jiu-jitsu ging men streven naar zelfperfectie, zelfoverwinning en ontwikkeling van
lichaam en geest.
Note: van de 100 beginners behalen heden ten dage niet meer dan 2 of 3 personen de zwarte
band.
Japanse gevechtsvormen welke deze vorm hebben doorgemaakt noemen we budo.
Zo hebben zich vanuit het jiu-jitsu het judo en het aikido ontwikkeld, welke hun praktische
gevechtswaarde hebben verloren.
Jiu-jitsu kent vele gevarieerde bewegingsvormen, welke zowel voorkomen in het judo
(contactsituaties, duwen, trekken), het aikido (aanval ontwijken, doorvoeren) en het karate (explosief
toepassen van schop-, slag-, en stoottechnieken) en is om die reden zeer geschikt als
zelfverdediging, eventueel als noodweer.
Let wel, dat in noodweer de agressor moet worden afgeweerd en niet gestraft.(ernstig gewond of
gedood).
Tegen het jiu-jitsu kan op verschillende wijze aangekeken worden, het is aan de beoefenaar hoe hij
hier tegen aan kijkt.
 als vorm van zelfverdediging.
 een middel om jezelf te perfectioneren.
 als vrije tijdsbesteding.
 als compensatie voor een weinig actief leven.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 2
DOJO ETIQUETTE. [afkomstig uit een Japanse dojo].
Houding in de dojo:
 De dojo is een plaats van studie.
 Het is noodzakelijk voor de vooruitgang, dat de houding doordrenkt is van respect.
Respect voor de plaats
 Dit houdt in dat men elke keer groet als men de tatami opkomt of af gaat.
 De dojo dient ordelijk en netjes gelaten te worden, inclusief kleedkamers en toiletten.
 Omkleden doet men alleen in de kleedkamer.
Respect voor personen:
 Bij begin en einde van de les groeten de leerlingen en de leraar de ereplaats (Kamiza) en elkaar
(zarei).
 Ook groet men elkaar voor en na elke oefening.
 Voor het verlaten van de tatami, eerst toestemming vragen aan de leraar.
Wederzijdse hulp en saamhorigheid:
 De hogere gegradueerden (hogere banden) hebben de plicht de mindere gevorderden te helpen.
 Voor de mindere gevorderden is het gepast naar hun raadgevingen te luisteren.
 Men moet zijn/haar partner helpen te ontwikkelen en niet hinderen en lastig te zijn.
Beleefdheid:
 Gedraag je bescheiden en spreek niet met luide stem.
 Als je niet oefent moet je aandacht hebben voor de leraar.
Stiptheid en ijver:
 Men moet de aanvang en sluitingstijd van de les respecteren en daarom op tijd zijn.
 Indien men te laat is, is het beleefd om zich tegenover de leraar te verontschuldigen
en te wachten op zijn toestemming, alvorens de tatami te betreden.
 Volharding en ijver zijn noodzakelijk voor alle vorderingen.
Hygiëne:
 Men respecteert zichzelf en anderen als men een schone jiu-jisu-gi [jiu-hitsupak] draagt en
een schoon lichaam heeft.
 De nagels dienen kort en schoon te zijn, indien men lang haar heeft, dit bijeen houden,
zodat anderen hier geen hinder van ondervinden.
 Men mag niet op blote voeten buiten de tatami lopen en zich niet met schoeisel op de tatami begeven,
dus van en naar de kleedkamer slippers dragen.
 Men mag geen sierraden dragen, dit om zichzelf en andere niet te blesseren.
 Een goede gezondheidsstijl is in het leven noodzakelijk voor de harmonie van het menselijke bestaan.
Uitnodigende vriendschap:
 De hoffelijkheid en gastvrijheid zijn gunstig voor het aangaan van vriendschapsbanden
 Algemeen welzijn en voorspoed voor allen is een van de doelen van het jiu-jitsu.
Henk van der Salm,
Karate leraar B, 4e dan.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 3
De meest gebruikte JAPANSE benamingen.
Age
Ago
Ai
Aiki
Aikido
Antachi
An-za
Arashi
Asahi
Ashi
Ashi-ate
Ashi-barai
Ashi-garami
Ashi-guruma
Ashi-harai
Ashi-kansetsu-waza
Ashi-kubi
Ashi-waza
Atama
Atemi
Ateru
Ayumi
Ayumi ashi
het opheffen, opheffing
kin
harmonie, verwantschap
verbinden
ongewapende zelfverdediging, weg van de harmonie
verdediger zittend, aanvaller rechtstaand
zithouding met gekruiste benen
storm
de opgaande zon, zonsopgang
voet
voetstoot
wegvegen, wegmaaien (uit stand)
beenomstrengeling
beenrad
wegvegen, wegmaaien (uit beweging)
beenklemtechnieken
enkel
beentechnieken, voettechnieken
hoofd
kunst van het treffen van vitale punten, slag
raken, treffen
stap, pas
gaan, normaal lopen
Ba jutsu
Barai
Basami
Bisento
Bo
Bo jutsu
Boeddha
Bodhidharma
Bokken
Boku
Bu
Bu jutsu
Budo
Bugei
Bujin
Bujitsu
Bushi
Bushido
Bushi loop
Butsu-kari
paardrijkunst
wegvegen
schaar
hellebaard
ongeveer 2 meter lange stok
kunst met de bo
Indisch filosoof 563-483 v. Chr.
Chinees priester 470 v. Chr.
oefenzwaard
boom
competitie, winnen, dapper
discipline
weg van controle, vaardig naar lichaam en geest
krijgskunst
krijgsman
gevecht zonder wapens
krijger, feodaal ridder
ridder, vechter, zijn weg
manier van geknield bewegen
trainingsvorm, herhaaldelijk inzetten van een techniek
Chan
Chi
Chikara
Chuan fa
meer bekend is het woord ZEN (meditatie)
Chinees voor energie
kracht aanwenden, gebruik maken van de kracht v/d partner
Chinese vuist-methode
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 4
Chudan
Chugaeri
Chusen
Confucius
natuurlijke positie hand; middenste gedeelte van het lichaam
luchtsprong, val voorover
loting
Chinees wijsgeer 551-483 v. Chr.
Daisho
Daki
Daku
Dan
De
De-ashi-harai
Deru
Do
Do-jime
Dojo
Dome
Dori
Dosa
twee zwaarden, lang en kort
omarming
omvatten
zwarte band graad, trede
voorwaarts
voorwaartse voetveeg
naar voren gaan
weg, pad, je keuze
schaar met de benen
trainingszaal, oefenzaal van de krijgskunst
stoppen
grijpen
actie
Ebi
Emon
Empi
Eri
Eri-jime
kreeftgang
top van de schouder
elleboog, elleboogstoot
rever, kraag, boord
rever-verwurging
Fu
Fudo-dachi
Fumi-komi
Fumi-komu
Funakoshi
Fusegi
Fusegi-kata
Fushi
Futari-dori
wind
parallelstand
de voet naar voren plaatsen, binnenwaarts
het instappen, binnentreden in
stichter Karate-Do 1869-1957
verdediging
verdedigingstechniek
gewricht, kneukel
greep door 2 aanvallers
Gaeshi
Gake
Gakun
Ganseki
Garami
Gari
Gatame
Geashi
Gedan
Gedan-barai
Geijitsu
Geiko
Genki
Genkotsu
Geri
Gi
Go
Gokyo
tegenaanval, overname
omhaken
type van handbeweging
rots
ineenstrengelen
kleine veeg
houdgreep, controle, onbeweeglijk maken
weg draaien
onderste gedeelte van het lichaam
wering onderarm laag
kunst
oefening
energie
kunst van aanval op vitale punten
stamp
kleding
kracht, vijf
vijf principes bij oefening, bij onderricht
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 5
Goshi
Goshi-waza
Goshin jitsu
Goshin jitsu ogi
Guruma
Gyaku
Gyakum
Gyo
heup
heuptechniek
zelfverdedigingsmethode van jiu-jitsu en judo
de geheime principes in de kunst van zelfverdediging
rad, wenteling
omgekeerd
paralyserende techniek
trainingsstadium bij training, oefening
Ha
Hachi dachi
Hadaka
Hagaeshi
Haijai
Haisku
Haisoku
Haito
Hajime
Hakama
Hakko
Hakko-sen
Hakuda
Hane
Hane-Goshi
Hangetsu
Hanmi of Hammi
Hantachi waza
Hantei
Hapkido
Happo giri
Hara
Hara-Kiri
Haragei
Harai
Hasami
Hasamu
Heiko
Hen-O
Henka
Henka-waza
Hidari
Hidari-Shizentai
Hiji
Hiji-kanzetsu
Hiki
Hiki waza
Hira
Hiraken
Hisigi
Hittsui
Hiza
tand
natuurlijke houding, aandachtshouding
naakt, verwurging zonder hulp kleding
tegenaanval
bijna
rug van de hand
bovenkant van de voet
handzwaard duimkant
begin
broekrok
achtste licht
elke lichtstraal apart
sparring
vleugel
springheupworp
halve maanstand
driehoekstand in Bu-Jitsu
zittende, rechtstaande techniek
oordeel, uitspraak, beslissing
Koreaanse moderne zelfverdediging
acht slagtechnieken (ken of bokken)
buik, centrum van het lichaam
rituele zelfmoord, Seppuku
uitstraling van vrede
wegmaaien
schaar
knijpen
evenwijdig, parallel
aanpassan van de omstandigheid
verandering, variatie
verandering van techniek
links, linker
linkse normale houding
elleboog
klem ellebooggewricht
trekken
ontwijkende techniek
plat
knokkelstoot
breken
kniehamer
knie
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 6
Hiza-geri
Ho of Po
Honbu
Hyoude
kniestoot
weg
basis, fundamenteel, hoofdkwartier
martiale methode, militaire weg
I Tjing
Iai-do
Iai-jitsu
Ichi
Igaku
Ikkyu
Impo
Ippon
Ippon-seoi-nage
Irimi
Isu
Isu suwari
Ittsui
Jeseki
boek der veranderingen
de weg van het zwaard trekken zonder partner
de weg van het zwaard trekken met partner
één
medicijn (behandeling)
eerst klasse
draaien
punt
schouderworp
een naar binnen tredende beweging
stoel
op een stoel zitten
knie
ereplaats in dojo
Jigo
Jigotai
Jime
Jiku
Jitsu of jutsu
Jiu-Jitsugi
Jiu-Jitsuka
Jiyu renshu
Jo
Jodan
Jogai
Joseki
Joshu
Ju of Jiu
Judo
Judoja
Judoka
Juji
Juji dome
Jukurensha
Jushi
Ju-Jutsu
Ju-Jutsugi
Ju-Jutsuka
verdediging
verdedigingshouding
wurging, wurgen
as, draai
vaardig, kunst
kleding van de beoefenaar
beoefenaar(s)
vrije oefening
plaats; middellange oefenstok
bovenste gedeelte van het lichaam
buiten de zaal, buiten de mat
eerste plaats, gast, in de dojo
assistent
meegaan en gebruik maken van...; vriendelijk, zacht
meegaand, werp, controle
judozaal
beoefenaar van het Judo
gekruist
gekruist blokken
meester in een kunst, ingewijde
middelpunt van zwaartekracht
zachte kunst
kleding van Ju-Jutsuka
beoefenaar van Ju-Jutsu
Ka
Kaban
Kaeshi
Kagame
Kagato - Kakato
Kaiden
Kaiten
beoefenaar
handtas
tegenaanval
spiegel
hiel, hak
Ingewijd in de diepste mysteries
omwenteling, draaiing, rond, wiel
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 7
Kakae
Kakae-age
Kakari geiko
Kake
Kake-Dachi
Kakuto
Kama
Kamae
Kami
Kamiza
Kan
Kan-geiko
Kani
Kansetsu
Kansetsu-waza
Kanuki
Kao
Kar/Gari
Karate
Karu
Karui
Karuma
Kashira
Kasumi
Kata
Katai
Katame
Katana
Katate
Katsu
Katsu/Kwappo
Katsugi
Katsugu
Keiko
Keikogi
Ken
Ken Jitsu
Ken no michi
Kendo
Kengi
Kenshi
Kensui
Kentsui uchi
Kentos
Kesa
Ki
Ki-ai
Kiai
Kiba-Dachi
Kihon
omarmen, omhelzen
omhelzend optillen
offensieve training
werpen
gekruiste stand
gebogen pols
sikkel of zeis
combattieve uitgangspositie/stand
bovenop
verhoogde ruimte in de dojo, erezetels
intuïtie
wintertraining
zeekreeft
gewricht
techniek van het overstrekken of verbuigen van de gewrichten
dwars
gericht
veeg
kunst van de lege hand
drijven, vegen
licht, weinig
wiel, rad
hoofd, hoog
de slaap
vorm, perfectie, reeks oefeningen
hard, stijf
greep, vastpakken
zwaard
éénhandsgreep, hand
technieken ter opwekking van de levensgeesten
methode van het kunstmatig opwekken van de levensgeesten
het dragen
op de schouder dragen
vrije oefening
judokleding
zwaard
de kunst van het zwaard
de weg van het zwaard
imitatie zwaardgevechten
zwaardtechniek
expert in zwaardkunst
opheffen met de handen
hamerslag
vuist, knokkel
boeddhistisch kledingstuk
energie, geest, vitaliteit
schreeuw, het alles geven
kreet om af te leiden wanneer men een techniek toepast
ruiterstand
fundamentele technieken
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 8
Kimi
Kimono
Kin geri
Kiri
Kiri tsuki
Kiza
Ko
Kobo itschi
Kobudo
Kodachi
Kodokan
Koho shiatsu
Kokoro
Ko-kutsu dachi
Koku
Kokyu
Komi
Kontai
Koppo
Koshi
Koshi waza
Kote
Koto-Ryu
Kuatsu
Kubi
Kumi
Kumi-kata
Kung Fu
Kusaru
Kuzure
Kuzushi
Kwai
Kwansetsu
Kyosei
Kyoshi
Kyu-do
Kyusho
val
Japans gewaad
wreeftrap
snijdend, splijtend
snijden/slaan met zwaard
half geknielde houding
klein
vereniging, offensief-defensief
de weg van, verzameling van kleine wapens
kort zwaard
levenschool,
private stijl van vingerdrukmassage
geest, gedachte
lange korte pas, verdedigen
lege ruimte
adem,geheim, totale lichaamsterugstoot
tegen, binnen, binnenwaarts, binnenkant
moraliteit
techniek om iemands botten te breken
heup; bal van de voet
heuptechnieken
pols
ninja-technieken die toegepast kunnen worden voor Koppo
doen herleven
nek, hals
vastpakken
methode van vastpakken
vechter (Chinees), Japans Jiu Jitsu geoefende
ketting
variatie
evenwicht verstoren
gemeenschap
gewricht
student-leraar
hoofd, leraar, meester, instructeur
de weg van de boogschutter
vitaal punt of deel
Ma
Mae
Machi
Mae
Mae geri
Maki
Makoto
Manaka
Mata
Mate
Mawai
Mawashi
Mawate
recht
voorwaarts
aan twee handen
voorkant, voorwaarts, van voren
voorwaartse trap
oprollen
smetteloze geest
middelpunt
binnenkant dij
wacht, breek
afstand tussen aanvaller
draai
omdraaien
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 9
Me
Mei-in
Men
Menkyo
Metsubushi
Mi
Migi
Mochi
Mokuju
Mokuso
Monjin
Montei
Morote
Mudansha
Mune
Mune tsuki
Musubi dachi
oog
expert
aangezicht
gediplomeerd
type van zweepslag
water
rechts
omhoog heffen, beetpakkend
meditatie
dij, bovenbeen
leerling
leerling
met beide handen
een kyu-graad houder
borst,borstkas, rever
lage slag, duw tegen de buik
aandachtshouding
Nage
Nage-No-Kata
Nage waza
Naifu
Naname
Naname-ni
Narabi
Natsu-geiko
Ne
Ne-waza
Nei kung
Ni-Ho
Nihon
Nikkio
Ninja
Ninjutsu
Nippon
Nuki
Nuki-uchi
Nukite
Nunchaku
werpen, worp
vorm van werpen
werptechnieken
mes
scheef
diagonaal
opstelling, zij, zij aan zij
zomertraining
liggend
grondvormen
kracht (interne)
twee richtingen
speerhand met twee vingers
tweede techniek
Expert op het gebied van spionage
M.E.discipline waarin opgenomen de bushidocode v/d samurai
Japan
trekken van het zwaard
snijden van het zwaard
vingerstoot
wapen
O
O sensei
Obi
Odachi
O-goshi
O-soto-gari
O-uchi-gari
Oi
Okuden
Okuri
Omote
Ori
groot
grote leraar
band, gordel
groot/lang zwaard
grote heupworp
grote buitenwaartse beenveeg (maai)
grote binnenwaartse beenveeg
vorderend
geheime lering
dubbel, twee, paar
de buitenkant
breken
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 10
Oriote
Osae
Osae-komi
Osoi
Osu
Oten
Otoshi
aangezicht
insluiten, gewricht, druk
houdgreep
langzaam
duwen
draai zijwaarts
neervallen, dropping
Ran
Randori
Rei
Renshi
Rentai ho
Renzaku-waza
Riji
Rio, Ryo
Rio-ashi-dori
Ritsu-Rei
Ro sensei
Ryo-te
Ryu
Ryu ha
Ryugi
Ryuho
vrijheid van actie
vrij oefenen, oefenspel
buiging, groet
senior (leraar)
Fysische trainingsmethode
combineren
direkteur
beide, twee
scheppen
buiging uit staande houding, groet
oud leraar
beide handen
school, stijl
school zonder bloedverwantschap
school met haar methode
de ruggegraat van de draak
Sabai
Sabaki
Sai
Saika-tanden
Sake
Samurai
San
Sankaku
Sankakutai
Sasae
Sasoku
Satori
Seiho
Seika no itten
Seika tanden
Seiken
Seishin
Seishin ryoku
Seiza
Sempai
Senaka
Sensei
Seoi
Seoi-nage
Shi
Shio
Shi-do
wenden, ontwijken
draaien, verplaatsen
wapen met drie punten
onderbuik
rijstwijn
krijgsman
drie
driehoek
lichaam staat in driehoekspositie
steunend, ophoudend, dragen
zijkant
verlichting
therapie
één punt (hara)
centrum (hara)
vuist
spirituele energie
mentale energie
knieënzit
leerling +14 jaar en ouder
rug
leraar
dragend, dragen op de schouder
schouderworp
mijnheer
vier richtingen
correctie, aanwijzing
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 11
Shi-sei
Shiatsu
Shibori
Shiboru
Shihan
Shiho
Shime
Shimeru
Shimoza
Shintai
Shinzo
Shita
Shizentai
Shobu
Shochu
Shodan
Shogun
Shuriken
Shuto
So jitsu
Sode
Sokutei
Sokuto
Soremade
Sotai renshu
Soto
Soto uke
Sumi
Sumo
Sute
Sutemi
Suteru
Suware
Suwari
Suwari waza
houding
vingerdrukking, vingerdrukmassage
drukking
wurgen, persen
meester-leraar
verwurging
houding
strak aantrekken
plaats waar de studenten, leerlingen zitten in de dojo
verplaatsen
hart
neer, omlaag
natuurlijke houding
gevecht
ongezuiverde sake
eerste dan (graad)
militaire dictator
meerpuntige werpwapen
handzwaard, open handkant, meshand pinkzijde
kunst met de speer
mouw
voetzool
zijkant van de voet
einde van de les
trainen met een partner
buitenkant, buitenwaarts
onderarm buiten
hoek
Japanse worstelkunst
worp, het werpen
opofferingstechniek
werpen, gooien
zitten
zittend
zittende techniek
Tachi
Tachi waza
Tai
Tai jitsu
Tai otoshi
Tai sabaki
Tai sho
Taisho
Taiso
Take
Tambo
Tanden
Tanto
Tatami
Te
rechtstaande, staande
rechtstaande technieken
body, lichaam
lichaamskunst
lichaam werpen
wenden, draaiende beweging van het lichaam
warming-up
leider
het beoefenen
bamboe
kunst met de korte stok
buik
mes
mat,matten in de dojo
hand
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 12
Tea-sho
Tegatane
Teisho
Teisoku
Tekubi
Tettsui-uchi
Tomoe
Tomoe-nage
Tonfa
Tonpo
Tori
Toru
Tsugi
Tsugi-ashi
Tsuki
Tsuki age
Tsukimi
Tsukomi
handpalm
handzwaard
handpalmhiel
bal van de voet
pols
hamerslag
gebogen lijn
buikworp
wapen
ontsnappingstechnieken
hij die uitvoert (techniek)
nemen
opvolgen, volgen
het volgen van de voet
rechtstreekse slag naar het lichaam, een stoot
uppercut
stoot naar het lichaam met de hand
stoot naar het lichaam met een mes; duwen
Uchi
Uchi-komi
Uchi-uke
Uchideshi
Uchiro
Ude
Ude ate
Ude garami
Ude uke
Uke
Ukemi
Ura
Uraken
Usagi
Ushiro
Usuri
Utsui
Uye
binnenkant; slag
slag binnenwaarts
onderarmwering van binnen
speciale leerling
achterwaarts
arm
het treffen met de arm
arm omstrengelen
onderarmwering
ontvanger van de techniek, afweer
valbreken, roloefening
rugzijde
vuistslag, bovenkant vuist
jas
van achteren, achterwaarts
wisselen
verplaatsen
op, boven
Wa
Wa jitsu
Waki-gatame
Waza
externe systemen; vrede
zachte kunst
klem via de oksel
techniek
Yako
Yama
Yame
Yari
Yawara
Yo
Yoko
Yokomen
Yokotawaru
vitaal punt
berg
stop
speer
oude naam voor ju jutsu
mannelijke positieve pool / kracht, vuur
zijdelings, zijwaarts, zijde
zijkant gezicht
gaan liggen
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 13
Yon
Yonhon
Yori doshi
Yoshi
Yubi
Yudansha
Yugen
Yuri-ashi
vier(de)
middelste vingers van de speerhand
zware dolk
doorgaan
vingers
zwarte bandhouder, dangraaddrager
mysterieuze vaardigheid
glijdende stap
Za
Za Rei
Za Zen
Zan
Zan shin
Zeme
Zen
Zenkutsu dachi
Zori
Zuki
zitten
buigen uit geknielde houding
meditatie zithouding
religieuze meditatie
het gehele lichaam
aanval, greep
religieuze meditatie
lange pas, aanvallend
sandalen
slag, steek, vuiststoot
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 14
Ebo no kata
1ste serie, pakkingen
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 15
2de serie, omvattingen
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 16
3de serie, stoten, slagen en trappen.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 17
4de serie, gewapende aanvallen met tanto en kaibo
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 18
Ebo-No-Kata






Elke verdediging begint afwisselend vanaf startpositie 1 of startpositie 2. In startpositie 1
heeft Tori de Joseki aan zijn rechterzijde; in startpositie 2 heeft Tori de Joseki aan zijn l linkerzijde.
De werkafstand is telkens 4 meter. Na de laatste verdediging van elke serie komen Uke en Tori beide
terug in de eerste startpositie 1 en maken hun kleding in orde.
Na elke verdediging neemt Tori, nadat hij afstand van Uke genomen heeft, een parate houding aan.
Uke komt overeind in Shizentai en beiden hebben oogcontact. Uke wendt de blik af en sluit iets bij ten
teken dat hij het gevecht niet voortzet en beiden lopen naar de volgende startpositie.
Bij de eerste twee series is er sprake van verrassingsaanvallen. De frontale aanvallen worden vanuit
de beweging uitgevoerd.
Bij de aanvallen van opzij en van achteren stelt Tori zich eerst op. Nadat deze zich heeft
opgesteld benaderd Uke Tori zodanig dat Uke buiten het blikveld van Tori blijft (Tori kijkt daarbij recht
naar voren).
Met uitzondering van de eerste aanval van de vierde serie vinden de aanvallen van de derde en
vierde serie plaats vanuit een parate houding van zowel Uke als Tori.
Openingsceremonie:




Uke en Tori stellen zich tegenover elkaar op in de beginpositie (afstand ongeveer 6 m.). Tori
heeft de Joseki rechts. Uke draagt de wapens (mes en stok) in de linkerhand op de heup.
Beiden draaien een kwartslag naar de Joseki en groeten staande (Ritsu-Rei). Beiden draaien
vervolgens een kwartslag terug en groeten elkaar eveneens staande (Ritsu-Rei).
Uke draait zich 180° linksom, maakt een pas links - rechts, sluit bij en knielt (links - rechts).
Hij pakt de wapens een voor een met de rechterhand en legt deze voor zich neer. Het mes
(Tanto) met handgreep naar Joseki, scherpe kant naar Uke, de stok (Kaibo) erboven.
Uke gaat weer staan (rechts - links), draait zich om (front langs Joseki), maakt een pas links,
rechts en sluit bij. Tori en Uke maken gelijktijdig een openingspas links - rechts (handen tegen de
bovenbenen) en komen in de startpositie 1.
1. Pakkingen.
1.1. Polsaanval met twee handen aan een pols.
Positie en aanval:
Tori en Uke lopen naar elkaar toe (beginnend met het linkerbeen). Bij voldoende afstand grijpt Uke,rechts
naar voren stappend, de rechterpols van Tori met beide handen (rechterhand boven).
Verdediging:
 Tori blokkeert de hand van Uke met de linkerhand en pakt met een rotatiebeweging, met de
rechterhand, zijn pols. Tori stapt links naar achteren, trekt Uke aan zijn arm naar voren en
naar beneden uit balans en voert een rechtse voorwaartse trap (Mae-Geri) uit naar de buik van
Uke(solar-plexus).
 De rechtervoet wordt na de schop voor geplaatst. Tori plaatst de linkerhand onder de rechter
elleboog van Uke en duwt hem met een versnelde pas links naar voren. De bovenarm van
Uke wordt hierbij in de richting van zijn oor gestuwd (Irimi), waardoor hij uit balans wordt
gedwongen.
 Tori pakt Uke met de linkerhand om de pols en met de rechterhand om de handrug waarbij
hij de duim insluit en dwingt hem, voorwaarts verplaatsend met schuifpassen (Tsugi-Ashi),
gecombineerd met neerwaartse druk op de elleboog met de oksel (Waki-Gatame), op zijn buik.
 Op de grond zet Tori, de arm boven de schouderlijn schuivend, de Waki-Gatame verder aan
en dwingt Uke tot overgave. Tori komt omhoog, legt de arm van Uke beheerst neer en neemt
afstand.
1.2. Kledingaanval met rechterhand aan de revers.
Positie en aanval:
Tori en Uke lopen naar elkaar toe. Bij voldoende afstand grijpt Uke, rechts naar voren stappend,
met de rechterhand de rechter revers van Tori.
Verdediging:
 Tori pakt met de linkerhand over de rechterhand van Uke (duim op de handrug). Terwijl Tori
links naar achteren stapt slaat hij met de rechtervuist (Tetsui-Uchi) op de biceps van Uke en
dwingt hem daarbij voorover.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 19



Op het moment dat Uke zich wil herstellen brengt Tori de arm van Uke weer omhoog en naar
voren (pols tegen de elleboogholte); deze beweging wordt ondersteund door een opwaartse
druk onder de gebogen pols van Uke. Uke wordt daarbij omhoog op de tenen en naar voren
uit balans gedwongen (het linkerbeen schuift hierbij mee naar voren). Tori draait in en voert
een schouderworp (Seoi-Nage) uit.
Tori brengt de arm van Uke voor zijn linkerknie om ruimte te maken en terwijl Tori’s
rechterknie Uke's flank controleert, schakelt hij Uke uit met een neerwaartse stoot (GedanTsuki) naar zijn hoofd (Kiai).
Tori legt de arm van Uke beheerst terug over Uke’s hoofd en neemt afstand.
1.3. Poging wurging van voren.
Positie en aanval:
Tori lopen naar elkaar toe. Bij een juiste afstand voert Uke, rechts naar voren stappend, een
wurging van voren uit met twee handen.
Verdediging:
 Tori vangt de wurging op met een korte pas rechts terug en een dubbel onderarmblok (JodanKakewaki-Uke). Tori komt terug met een handpalmstoot (Teisho-Tsuki) onder de kin van Uke (Kiai),
waardoor Uke achterwaarts uit balans wordt gedwongen.
 Tori pakt Uke met de linkerarm om de rechterarm, brengt de rechterarm om zijn nek en werpt
hem met groot van buiten (O-Soto-Gari). Tijdens de worp trekt Tori Uke op zodat hij op zijn
linkerzij komt, daarbij plaatst hij zijn voet onder tegen de rug van Uke.
 Tori plaatst de rechterhand op Uke's schouder, brengt de linkerarm achter zijn elleboog langs en legt
de linkerhand op zijn eigen pols waardoor een gevlochten armklem ontstaat (Kanuki-Gatame); hij
knielt daarbij op de linkerknie.
 Tori dwingt Uke met de rechterknie in de rug verder op zijn zij, om te voorkomen dat Uke een
tegenaanval kan plaatsen en zet de Kanuki-Gatame aan door de rug te strekken en de buik naar
voren te duwen (Hara). Uke wordt tot overgave gedwongen.
 Tori brengt de arm beheerst terug over Uke's hoofd, komt omhoog en neemt afstand.
1.4. Wurging van opzij.
Positie en aanval:
Tori stapt naar voren en stelt zich ter hoogte van de Joseki op met de rechterzij naar Uke, het
gezicht naar de Joseki. Nadat Tori zich opgesteld heeft, stapt Uke naar links en benadert Uke
schuin van opzij, buiten zijn gezichtsveld.
Als Uke Tori dicht genoeg heeft benaderd grijpt Uke, links instappend, Tori van opzij met twee
handen bij de keel.
Verdediging:
 Tori stapt links naar opzij en neemt een lage zijwaarts stabiele houding (Kiba-Dachi) aan, pakt met de
linkerhand Uke om de rechterduimmuis (duim op de handrug) en plaatst een
handpalmstoot (Teisho-Tsuki) onder de kin van Uke; Tori duwt het hoofd van Uke verder
achterover en trekt gelijktijdig Uke's rechterhand los naar beneden.
 Tori plaatst zijn rechterhand eveneens om de rechterhand van Uke (pinkzijde) en duwt hem naar
beneden naar de grond met een buitenwaartse polsdraai (Kote Gaeshi).
 Tori plaatst de rechterhand achter de gebogen elleboog van Uke, verplaatst zich boven het
hoofd van Uke langs, naar de andere zijde en dwingt hem, door druk achter de gebogen
elleboog, eventueel ondersteund met de rechterknie, op zijn buik.
 Tori plaatst zijn linkerknie op het schouderblad van Uke (controle) en dwingt hem met een
polsdraai-buigklem (Kote-Mawashi) tot overgave. De arm van Uke wordt hierbij gestrekt boven de
rechterschouder gebracht en gecontroleerd met de rechterhand aan de elleboog.
 Tori stapt links terug, legt Uke's arm daarbij beheerst vlak op de grond en neemt afstand.
1.5. Geduwde kledingaanval van opzij op de schouder.
Positie en aanval:
Tori stapt naar voren en stelt zich ter hoogte van de Joseki op met de linkerzij naar Uke, het
gezicht naar de Joseki. Nadat Tori zich opgesteld heeft stapt Uke naar rechts en benadert Uke
schuin van opzij, buiten zijn gezichtsveld.
Bij een juiste afstand pakt Uke met de rechterhand Tori bij de linkerschouder, stapt rechts in en
duwt daarbij Tori voor zich uit. Hij vervolgt het duwen met een schuifpas links - rechts.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 20
Verdediging:
 Tori stapt rechts schuin naar voren om het evenwicht te bewaren (herstelpas, met de beweging mee),
maakt een kruispas links voor langs en stopt de beweging van Uke met een grote pas rechts. Hij
houdt hierbij ruimte met de linkerarm.
 Tori stapt links in en voert een stoot (Gyaku Tsuki) uit naar de zwevende ribben van Uke (Kiai) (de
linkerarm wordt daarbij teruggetrokken op de heup); hij brengt gelijktijdig zijn hoofd onder de arm van
Uke door en bevrijdt zich van Uke met de nek, door het hoofd omhoog te brengen. In een
doorgaande draaiende beweging controleert hij Tori's arm met beide armen (Morote Uke), brengt de
rechterarm naar buiten naar Uke's pols en slaat met de linkerhand naar het voorhoofd van Uke. Het
hoofd van Uke wordt daardoor achterover gebracht.
 Hij stapt rechts achter Uke, brengt zijn rechterarm voor Uke's keel, sluit de handen en voert,
terwijl hij links naar achteren stapt, een naakte verwurging uit met de onderarm (Hadaka-Jime).
Het voorhoofd wordt hierbij op de eigen rechter handrug gehouden om het gezicht te
beschermen. Uke wordt tot overgave gedwongen.
 Tori duwt Uke terug en neemt afstand. Uke draait zich daarbij bij Tori vandaan met een rechtse
draaipas en komt hierdoor met het gezicht naar Tori te staan.
2. Omvattingen.
2.1. Middelaanval onder de armen.
Positie en aanval:
Uke en Tori lopen naar elkaar toe en bij een juiste afstand stapt Uke rechts in en voert een
middelaanval uit, onder de armen (op Obi-hoogte).
Verdediging:
 Tori stapt rechts naar achteren en draait daarbij het lichaam weg (Tai-Sabaki). In deze beweging pakt
hij met de linkerhand het achterhoofd van Uke en duwt deze naar beneden. Op het moment dat Uke
zich wil herstellen pakt Tori hem onder de kin en tilt het hoofd omhoog; hij maakt een draaipas rechts
- links naar achteren en brengt Uke naar de grond met een haar-kindraai (Atama-Ago-Gaeshi).
Tijdens de val pakt hij de rechterarm van Uke.
 Tori zwaait zijn rechterbeen krachtig op en rond de verdediging af met een rechtse hieltrap
(Kagato-Geri) naar het borstbeen van Uke (Kiai). Tori houdt bij de trap controle over de
rechterarm van Uke).
 Tori brengt de rechterarm terug over Uke's hoofd en neemt afstand.
2.2. Poging middelaanval van voren om de armen.
Positie en aanval:
Tori en Uke lopen naar elkaar toe en bij een juiste afstand stapt Uke links in en voert een
middelaanval (op ellebooghoogte) van voren uit, over de armen van Tori.
Verdediging:
 Tori stapt, in reactie op de poging van Uke, links kort terug en vangt zijn armen op met de
onderarmen (Gedan-Kakewaki-Uke).
 Tori omcirkelt met de linkerhand de rechterarm van Tori, laat de rechterarm verglijden naar
Uke's rug en brengt Uke voorover uit balans. Hij stapt hierbij rechts - links in en werpt Uke
met een heupworp (O-Goshi).
 Tori brengt de linkerarm van Uke naar buiten en terwijl Tori's rechterknie Uke's flank controleert,
voert hij een handkant-slag (Shuto-Uchi) uit over de neusbrug van Uke (Kiai), brengt de arm terug en
neemt afstand.
2.3. Hoofdaanval van opzij.
Positie en aanval:
Tori stapt naar voren en stelt zich ter hoogte van de Joseki op met de linkerzij naar Uke en het
gezicht naar de Joseki. Nadat Tori zich opgesteld heeft, stapt Uke naar rechts en benadert Uke
schuin van opzij, buiten zijn gezichtsveld.
Uke pakt met de linkerhand het hoofd van Tori, duwt het hoofd naar beneden, grijpt met de
rechterarm om het hoofd van Uke en duwt zijn hoofd naar beneden met een hoofdaanval van
opzij.
Verdediging:
 Tori pakt Uke met de linkerarm om de heup en pakt gelijktijdig zijn rechterpols. Tori duwt
omhoog en plaatst hierbij de linkervoet naar voren. Uke duwt Tori vervolgens weer naar
beneden. Tori geeft mee met deze beweging, zwaait zijn rechterbeen met een draai van het
lichaam tussen de benen van Uke en voert een zijwaartse wielworp (Yoko-Guruma) uit.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 21


Na de worp houdt Tori Uke's pols vast, pakt met de linkerhand over in de kraag en duwt de
rechterknie in zijn rug ter hoogte van de band. Tori duwt Uke's arm gebogen omhoog op zijn
rug (duim richting nek) en zet daarmee een schouderklem aan (Ude-Garami). Uke wordt tot
overgave gedwongen.
Tori komt omhoog op de linkerknie, hij blijft Uke controleren door spanning te houden op zijn
gebogen arm zodat Uke niet terug kan rollen. Tori gaat staan en neemt afstand.
2.4. Hoofdaanval van voren.
Positie en aanval:
Tori en Uke lopen naar elkaar toe, tot op voldoende afstand. Uke pakt Tori met de rechterhand
achter het hoofd van Tori en trekt hem voorover. Uke brengt de linkerarm om het hoofd van Tori
en voert een hoofdaanval van voren uit, met de linkerarm.
Verdediging:
 Tori maakt een pas links naar achteren, draait daarbij het lichaam weg om een eventuele
kniestoot te ontwijken en voert daarbij een rechtse opstoot (Kia) uit naar de ribben van Uke
(Ura-Tsuki).
 Tori brengt de linkerarm om het hoofd van Uke (langs de kaakrand), pakt zijn eigen pols vast en
voert, terwijl hij links naar voren stapt, door het strekken van de rug (Hara) een nekklem (KubiKansetsu) uit. Uke wordt hiermee uitgeschakeld.
 Tori plaatst de rechterhand op het lichaam van Uke, maakt een draaipas rechts - links naar
achteren en duwt hem van zich af naar de grond. Tori neemt afstand.
2.5. Hoofdaanval van achteren.
Positie en aanval:
Tori stapt naar voren en stelt zich ter hoogte van de Joseki op met de rug naar Uke. Nadat Tori
zich opgesteld heeft loopt Uke naar Tori. Bij een juiste afstand pakt Uke, rechts naar voren
stappend, Tori met de linkerhand aan de schouder en pakt hem met de rechterarm om de hals.
Uke trekt Tori, links naar achteren stappend met schuifpassen (Tsugi-Ashi) achterover uit
balans.
Verdediging:
 Tori pakt met beide handen de rechteronderarm van Uke en trekt de arm naar beneden.
Vervolgens duwt hij Uke, met korte pasjes achterwaarts verplaatsend, met de schouders
naar achteren. Op het moment dat Uke zijn balans dreigt kwijt te raken en zich wil herstellen
door zijn linkerbeen naar achteren te plaatsen, brengt Tori zijn linkerbeen naar voren en laat
zich naar links draaiend achterover vallen. Hij neemt Uke mee in deze beweging en werpt
hem met een schroevende offerworp (Maki-Komi) over zich heen.
 Tori houdt tijdens de worp goed contact met Uke en komt met zijn schouders bruggend op Uke te
liggen. Tori laat de linkerhand los en plaatst een elleboogstoot (Empi-Oroshi) naar het kruis van Uke
(Kiai).
 Tori pakt met de linkerhand over de handrug van Uke, draait terug en voert een polsklem (KoteGaeshi) uit waarbij hij de elleboog controleert met de rechterhand; hij houdt hierbij het hoofd laag.
Uke wordt tot overgave gedwongen.
 Tori draait door in de richting van het hoofd van Uke en komt daarbij op de rechterknie. Hij legt de
arm van Uke gecontroleerd langs zijn hoofd op de grond, komt omhoog en neemt afstand.
3. Stoten, slagen en schoppen.
3.1. Rechte stoot met rechterarm naar het hoofd (Oi-Tsuki-Jodan).
Positie en aanval:
Tori en Uke stappen naar voren en nemen beiden een parate houding aan, Tori heeft zijn
dekking laag. Beiden staan links voor.
Uke ziet een opening, stapt rechts ruim in en voert een rechte stoot (Oi-Tsuki-Jodan) uit naar
het hoofd van Tori.
Verdediging:
 Tori stapt met een linkse uitval-pas uit de baan van de aanval, weert met de linkerpols op de
elleboog van Uke en haakt gelijktijdig met de rechterpols aan de binnenkant van Uke's pols.
Hij draait hierbij het bovenlichaam met de linkse wering mee en de arm van Uke wordt
ingeklemd. Hij duwt de arm van Uke gecontroleerd aan de elleboog naar beneden waardoor
Uke voorover komt. Tori stapt met het rechterbeen voor Uke en plaats daarbij een rechtse
handkantslag (Shuto-Uchi) naar zijn nek.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 22

Tori pakt met de rechterhand onder de kin van Uke en met de linkerhand het achterhoofd; hij
brengt het hoofd van Uke omhoog en brengt hem met een draaipas rechts - links naar
achteren, met een haar-kindraai (Atama-Ago-Gaeshi) naar de grond en neemt afstand.
3.2. Rechte stoot met de rechterarm naar de buik (Gyaku-Tsuki-Chudan).
Positie en aanval:
Tori en Uke stappen naar voren en nemen een parate houding aan, Tori heeft zijn dekking hoog.
Beiden staan links voor.
Uke ziet een opening, stapt rechts bij en plaatst, terwijl hij links versnellend een uitvalspas
uitvoert, een tegengestelde stoot (Gyaku-Tsuki-Chudan) naar de buik van Tori (solar-plexus)
Verdediging:
 Tori stapt, met een linkse uitvalspas schuin naar voren, uit de baan van de stoot en blokt met
de rechterarm neerwaarts op de buitenkant van de arm van Uke (Gedan-Barai); de linkerhand
wordt hierbij beschermend bij het hoofd gehouden.
 Tori brengt de linkerhand achter de elleboog van Uke, slaat de rechterarm om zijn hoofd,
daarbij zijn rechterarm insluitend. Hij pakt de rechterhand met de linker vast en sluit
het hoofd in met beide armen (Kata-Gatame). Hij trekt hierbij het hoofd van Uke naar zich toe
waardoor Uke uit balans komt. Tori draait in werpt met nekworp (Kubi-Nage).
 Op de grond voert Tori met de rechtervoet een neerwaartse hieltrap uit naar het hoofd van Uke.
Uke ontwijkt de trap door met het hoofd opzij te gaan. Tori plaatst, in een doorgaande beweging,
de rechtervoet onder de nek van Uke, gaat liggen, plaatst zijn linkervoet tegen zijn
rechteronderbeen en voert Ude-Hishigi-Juji-Gatame uit. Uke wordt tot overgave gedwongen.
 Tori brengt het linkerbeen naar buiten, zwaait het rechterbeen over de arm van Uke en komt
omhoog via de linkerknie. Tori gaat staan en neemt afstand.
3.3. Handkantslag (Gyaku-Shuto-Uchi).
Positie en aanval:
Tori en Uke stappen naar voren en nemen een parate houding aan. Beiden staan links voor.
Uke stapt rechts bij en plaatst, terwijl hij links versnellend instapt, een rechtse handkantslag
(Shuto-Uchi) naar de nek van Tori.
Verdediging:
 Tori stapt rechts schuin naar voren met de slag mee (draaipas naar binnen) en weert de slag
met de linkerarm en voert gelijktijdig een handkantslag (Shuto-Uchi) uit met de rechterhand
naar de hals van Uke.
 Tori pakt Uke's pols vast met beide handen en voert zijn arm, links doorstappend, door. De arm van
Uke wordt hierbij verdraaid en Uke komt daardoor met de rechtervoet naar voren en raakt
achterwaarts uit balans. Tori draait onder de arm van Uke door en werpt hem achterwaarts naar de
grond door hem aan de arm naar beneden te trekken (Shiho-Nage).
 Tori zet de rechterknie in de rechteroksel van Uke, de linkervoet schuift, ruimte makend, naar buiten
(knie op). Tori trekt Uke's arm, aan de pols gebogen met de handrug tegen de mat, naar zich toe.
Hierdoor ontstaat een schoudertorsie (Ude-Garami) waardoor Uke tot overgave gedwongen wordt.
 Tori komt omhoog, controleert daarbij de gebogen arm van Uke aan de elleboog en neemt
afstand.
3.4. Voorwaartse trap (Mae-Geri).
Positie en aanval:
Tori en Uke stappen naar voren en nemen een parate houding aan. Beiden staan links voor.
Uke stapt links versnellend naar voren en plaatst een rechtse voorwaartse trap naar de buik
(solar-plexus) van Tori (Mae-Geri).
Verdediging:
 Tori stapt links schuin naar voren uit de baan van de aanval en voert gelijktijdig rechts een laag
(veeg)blok (Gedan-Barai) uit. Hij haakt in een doorgaande beweging (Sukui-Uke) Uke's been en pakt
hem met de linkerarm om het middel, hij stapt hierbij rechts bij zodat hij onder Uke's zwaartepunt
komt. Tori werpt Uke met een tillende beweging (Sukui-Nage) waarbij hij het standbeen van Uke
wegveegt.
 Tori brengt de rechterknie naar de grond, brengt de rechterarm van Uke naar zijn linkerflank en voert
gelijktijdig een rechtse elleboogslag (Empi-Oroshi) uit, op de borst van Uke (Kiai).
 Tori gaat staan en neemt afstand.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 23
3.5. Ronde trap naar de buik (Mawashi-Geri).
Positie en aanval:
Tori en Uke stappen naar voren en nemen een parate houding aan. Uke staat links voor, Tori
rechts.
Uke stapt links versnellend naar voren en voert een rechtse horizontale cirkeltrap uit naar de
buik van Tori (Mawashi-Geri).
Verdediging:
 Tori stapt rechts in (Irimi), weert de schop met de linkerarm met een laag (veeg)blok (GedanBarai) en haakt daarbij het been van Uke (Sukui-Uke). In een doorgaande beweging plaatst
Tori een handpalmstoot (Teisho) op de borst van Uke en pakt met dezelfde hand zijn linker rever.
Tori haakt het standbeen van Uke van binnen uit weg waardoor Uke op zijn rug valt (O-Uchi-Gari).
 Tori blijft het rechterbeen van Uke controleren, haakt met de rechterarm om het
linkeronderbeen van Uke en tilt Uke aan de benen op. Uke komt in schouderstand (hoog
optrekken). Tori maakt indien nodig ruimte door zijn rechtervoet naar achteren te verplaatsen
en zwaait het linkerbeen over Uke, Uke wordt daarbij op zijn buik gekeerd. Tori duwt met zijn
linkerhand het rechterbeen van Uke op de grond, knielt over het onderbeen en controleert
daarbij met de linkerscheen het rechterbeen van Uke. Hij pakt met de rechterhand onder de
linkerknie van Uke en voert, met een tillende voorwaartse beweging (Hara) een klem uit over
Uke's kuit (Kanuki-Ashi-Gatame, gebruik makend van drukpunt). Uke wordt tot overgave
gedwongen.
 Tori legt het been beheerst weg, komt omhoog en neemt afstand.
4. Gewapende aanvallen met Tanto en Kaibo.
Algemeen bij verdedigingen tegen gewapende aanvallen:
Na elke verdediging wordt Uke door Tori ontwapend. Tori neemt vervolgens afstand en neemt een parate
houding aan met het wapen (wapen in de rechterhand). Uke gaat staan met de benen licht gespreid
(Shizentai). Door iets bij te sluiten geeft hij te kennen de aanval niet te willen voortzetten, waarop Tori het
wapen op de grond legt en naar de volgende startpositie gaat. Nadat Tori het wapen op de grond heeft
gelegd loopt Uke naar het wapen, knielt links, neemt het wapen op met de rechterhand neemt het over in
de linkerhand op de heup en gaat naar de startpositie voor de volgende aanval of gaat naar de plek waar
de wapens neergelegd zijn.
4.1. Messteek van boven.
Uke haalt het mes (Tanto) voor de eerste gewapende aanval.
 Uke draait vanuit de beginpositie rechtsom, stapt links - rechts, sluit bij en knielt voor de wapens
(links - rechts).
 Uke pakt het mes met de rechterhand en stopt het aan de linkerzijde in de Obi, verborgen onder zijn
Gi.
 Uke gaat vervolgens staan, draait rechtsom en gaat naar startpositie 1.
Positie en aanval.
Uke en Tori lopen naar elkaar toe. Uke trekt het mes bij een linkse voorwaartse pas en voert,
rechts naar voren stappend, direct een rechte messteek van boven uit naar de hals van Tori.
Op het moment dat Tori de hand van Uke naar het mes ziet gaan stapt hij onmiddellijk in een
parate houding (links voor).
Verdediging.
 Tori valt links uit met een uitvalspas naast Uke, blokt met de linkerpols (Age-Uke) de aanval
(voordat de arm boven de schouder is) en voert gelijktijdig een Teisho uit naar het gezicht
van Uke (Kiai) waardoor het hoofd van Uke achterover gaat.
 Tori slaat de rechteronderarm tegen de achterzijde van de elleboog waardoor de elleboog van Uke
naar voren komt en Uke nog verder achterover uit balans raakt. Hij pakt met de
rechterhand over de eigen linkerpols en sluit de ellebogen. Door rechts in te stappen en de
gebogen arm verder in de richting van zijn band te trekken brengt hij Uke achterwaarts naar de grond.
 Tori zet de rechterknie in de rechteroksel van Uke, de linkervoet schuift, ruimte makend, naar buiten
(knie op). Tori trekt de arm van Uke gebogen naar zich toe, waarbij de bovenkant van de pols over de
mat wordt getrokken. Hierdoor ontstaat een polsbuigklem gecombineerd met een schoudertorsie
(Ude-Garami). Door de druk op het polsgewricht kan Uke het mes niet vasthouden en wordt tot
overgave gedwongen.
 Tori ontwapent Uke, komt omhoog en neemt afstand met het wapen.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 24
4.2. Messteek naar de buik, linkerbeen voor.
Positie en aanval:
Tori en Uke stappen naar voren en nemen een parate houding aan. Uke pakt daarbij het mes
over in de rechterhand, gereed om de aanval uit te voeren. Beiden staan links voor.
Uke stapt rechts bij en links versnellend uit en voert daarbij een rechtse messteek uit naar de
buik van Tori (Gyaku).
Verdediging:
 Tori stapt links schuin naar buiten draait daarbij het lichaam (Tai-Sabaki) uit de baan van de
messteek. Hij weert met de linkerhand (vingers naar boven), pakt de pols van Uke van boven
(duim op de handrug) en geeft tegelijkertijd een vuiststoot naar het gezicht van Uke (TateTsuki).
 Tori pakt met zijn linkerhand over de hand van Uke, met de duim op de handrug. Hij omklemt met de
rechterhand de hand van Tori om de pinkzijde en zet pols en onderarm goed vast tegen zijn buik,
zodat de hand met het mes niet teruggetrokken kan worden. Tori stapt rechts schuin naar voren en
draait achterom met een draaipas links en dwingt Uke naar de grond met Kote-Gaeshi.
 Tori trekt de arm naar buiten om te voorkomen dat Uke op zijn buik draait; draait op het
linkerbeen linksom en voert daarbij een hieltrap met de rechtervoet uit naar het hoofd van
Uke om te voorkomen dat Uke omhoog komt.
 Tori plaatst de rechtervoet in de elleboog van Uke (de elleboog wordt daarbij onder de
schouderlijn gebracht) en stapt links naar achteren met de hiel tegen Uke, onder zijn band.
Hij draait linksom en zet, verder draaiend, een polsklem aan.
 Uke geeft op; Tori ontwapent Uke met de rechterhand, komt omhoog en neemt afstand met het
wapen.
4.3. Messteek van binnen naar de rechterzijde van hals.
Positie en aanval:
Tori en Uke stappen naar voren en nemen een parate houding aan. Uke pakt daarbij het mes
over in de rechterhand en brengt deze achter zijn rug. Beiden staan met links voor.
Uke stapt rechts in en voert een rechtse messteek van binnen uit naar de rechterzijde van de
hals van Tori.
Verdediging:
 Tori stapt rechts kruislings in en blokt met de rechterhand op de onderarm; hij omvat de
rechterpols van Uke en neemt de arm in een doorgaande beweging met eendubbeldpasdraai,
links - rechts naar achteren, mee. Tori plaatst daarbij de linkervuist achter de kin van Uke en
trekt met de rechterhand de arm van Uke tegen zijn borst; met de linkervuist trekt hij het hoofd
van Uke achterover tegen zijn schouder, waardoor Uke achterwaarts uit balans raakt.
 Tori stapt rechts versnellend naar voren en trapt Uke met de linkerscheen achter tegen het
rechterbeen boven de knie, waardoor Uke achterover geworpen wordt.
 Tori vangt Uke op door naar achteren te knielen op de linkerknie, hij overstrekt met de
rechterhand de elleboog van Uke via het bovenbeen; de linkerhand controleert hierbij de nek
in een neerwaarts duwende beweging, waarbij de duim in het drukpunt onder het rechteroor
geduwd wordt . Uke wordt tot overgave gedwongen.
 Tori haalt het mes uit Uke's hand met de rechterhand en blijft daarbij het hoofd van Uke
controleren. Hij komt omhoog en neemt afstand.
4.4. Stokslag van boven op het hoofd.
Uke brengt het mes weg en haalt de stok (Kaibo).
Nadat Uke het mes opgeraapt en in zijn linkerhand op de heup heeft gebracht, loopt hij naar de
plaats van de wapens.
Uke knielt links - rechts en pakt het mes in de rechterhand en legt dit op zijn plaats. Hij neemt de
stok op met zijn rechterhand en brengt het wapen in de linkerhand op zijn heup.
Uke gaat staan, rechts - links, draait zich om, loopt twee passen naar voren en stelt zich op voor
de volgende aanval (werkafstand).
Positie en aanval:
Tori en Uke stappen beiden in. Uke pakt daarbij de stok in de rechterhand en beiden nemen een
parate houding aan en staan daarbij links voor.
Uke stapt rechts naar voren en voert een stokslag van boven op het hoofd van Tori uit.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 25
Verdediging.
 Tori stapt links in, weert met de rechteronderarm en geeft met de linkervuist gelijktijdig een
stoot naar de zijkant op de ribben van Uke (Ura-Tsuki).
 Tori pakt de pols van Uke, voert de arm door naar beneden en pakt de pinkzijde van Uke’s vuist in de
linkerhand; draait rechts - links stappend (dubbelpas draai) onder Uke's arm door
waardoor een opstuwende polsklem ontstaat (Kote-Hineri). Uke wordt daarbij naar achteren
gedwongen.
 Tori plaatst de rechterhand achter de elleboog van Uke, draait linksom en trekt de arm met een ruk
zijwaarts zodat Uke de stok niet kan overpakken. Uke wordt verder voorover op zijn buik gedwongen
met neerwaartse druk achter de elleboog (Ude-Osae).
Door druk uit te oefenen op de elleboog, gecombineerd met controle met de rechterknie wordt Uke,
door de armoverstrekking, tot overgave gedwongen.
 Tori neemt de stok met de rechterhand, draaiend naar rechts, uit de hand van Uke en neemt
met het wapen afstand.
4.5. Stokslag van buiten naar het hoofd
Positie en aanval.
Tori en Uke stappen beide in, Uke pakt daarbij de stok over in de rechterhand. Beiden nemen
een parate houding aan en staan daarbij met rechts voor.
Uke stapt links naar voren en maakt een stokslag van schuin van boven, naar de zijkant van het
hoofd van Uke (Gyaku).
Verdediging:
 Tori stapt rechts in en blokt links met een hoog blok (Age-Uke), tegelijkertijd slaat Tori, met
back-hand slag (Uraken-Uchi) (Kiai), op de buitenkant van de ribben van Uke.
 Tori stapt met links bij, haakt met de rechterbovenarm onder de oksel van Uke’s rechterarm en duwt
met de linkerhand de pols van Uke naar beneden (zodat Uke de stok niet kan overpakken). Uke komt
omhoog en naar voren uit balans.
 In een doorgaande beweging knielt Tori rechts en werpt Uke met een geknielde schouderworp (SeoiOtoshi). Na de worp blijft Tori met de linkerhand de rechterpols van Uke controleren; hij pakt met de
rechterhand, onder de arm van Uke door, de stok vast en trekt deze naar achteren waarmee hij Uke
ontwapend. In deze beweging schuift Tori naar achteren, brengt de arm van Uke gestrekt voor zijn
scheenbeen en slaat met de stok naar het hoofd van Uke (Kiai).
 Tori brengt de rechterarm van Uke beheerst terug, gaat staan en neemt met het wapen afstand.
Afsluitingsceremonie




Na de stok met de rechterhand te hebben opgeraapt en op de linkerheup te hebben gebracht gaat
Uke rechtstreeks naar de plaats waar het mes ligt, knielt links - rechts pakt de stok over in de
rechterhand en legt het weg.
Uke brengt zijn kleding geknield in orde, terwijl Tori dit staande doet.
Uke pakt beide wapens een voor een op met de rechterhand en brengt ze in de linkerhand op de
linkerheup; gaat staan, rechts - links, draait met het gezicht langs de Joseki, stapt links, rechts, sluit
links bij; beiden staan in de beginpositie.
Uke en Tori maken beiden een sluitpas rechts - links achterwaarts naar de beginpositie
(ongeveer weer 6 m). Het Kata wordt afgesloten met een staande groet naar elkaar (Ritsu-Rei)
en vervolgens naar de Joseki (Ritsu-Rei).
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 26
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 27
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 28
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 29
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 30
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 31
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 32
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 33
Jiu-jitsu - gele band - 5de kyu
Exameneisen
Gele band – 5de Kyu
Etiquette
ALGEMENE VAARDIGIGHEDEN
Valbreken - ukemi waza
1. Voorwaartse val, parate houding
 mae mawari ukemi
2. Achterwaartse val, parate houding
 ushiro ukemi
3. Zijwaartse val, parate houding
 yoko ukemi
Houding, verplaatsingen
kamai, tai sabaki
1. Parate houding – hanmi kamai
2. Voorwaartse verdedigingshouding
 zenkutsu dachi
3. Achterwaartse verdedigingshouding
 kokutsu dachi
4. Verplaatsen met ebi
 achterwaarts
BASIS TECHNIEKEN
Bevrijdingen – hodoki waza
1. Met toepassing van rotatie.
bewegingen
2. Met toepassing van hefboom
bewegingen
3. Met toepassing van schop, trap
slag en stoottechnieken
4. Met toepassing van
drukpunten
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 34
Jiu-jitsu - gele band - 5de kyu
Weringen – uke waza
1. opwaarts – age uke
5. Dubbel hoog – kaki wake uke jodan
2. Laag – gedan barai
6. Dubbel laag – kaki wake uke gedan
3. Van binnen naar buiten – uchi uke
7. Gekruist hoog – jujy uke jodan
4. Van buiten naar binnen – soto uke
8. Gekruist laag – jujy uke gedan
Slagen, stoten, schoppen en trappen
naar vitale delen – atemi waza
1. Rechte stoot – oi-tsuki
2. Tegengestelde stoot – gyaku tsuki
3. Slag pinkzijde hand – shuto uchi
4. Slag met de knokkels – uraken
5. Handpalmstoot – teisho
6. Elleboogstoot – empi uchi
HIZA GERI
7. Kniestoot – hiza geri
8. Opwaartse trap – kin geri
9. Voorwaartse trap – mae geri
10. Cirkeltrap – mawashi geri
Kihon lopen met karate technieken
Technieken worden gelopen in zenkutsu-dachi muv de shuto-uchi/shuto-uke,
deze worden gelopen in kokutsu-dachi.
1. Mawate uit kunnen voeren.
2. oi-tsuki-jodan/age-uke.
3. oi-tsuki-chudan/soto-uke.
4. shuto-uchi/shuto-uke.
5. mae-geri/gedan-barai.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 35
Jiuy-jitsu - gele band - 5de kyu
Klemmen – kansetsu waza
1. Buitenwaartse polsdraai
 kote gaeshi
2. Binnenwaartse polsdraai
 kote mawashi
3. Gestrekte armklem op de elleboog en
naar beneden drukken
 osae ude gatame
Werptechnieken – nage waza
1. Grote maai van buiten – o soto gari
2. Grote heupworp – o goshi
3. Kleine heupworp – uki goshi
4. Schouderworp – ippon seoi nage
UKI GOSHI
TOEPASSINGEN
1.
2.
3.
4.
5.
Wurgingen
Kledingaanvallen
Middelaanvallen
Hand-en arm aanvallen
Atemi waza
Wurgingen – jime waza
Korte technieken, deze technieken gelden t/m 1ste dan:
1. armen met eigen arm wegsteken richting voet, uraken.
2. armen een voor een wegslaan, atemi op solaris plexus.
3. armen naar boven wegsteken, klap op de oren of dubbele shuto in de nek.
4. armen naar boven wegsteken, met rechts naar achteren stappen, mae-geri.
5. klap op het oor, 1. waki gatame, 2. kote mawashi.
6. hoofd van achteren pakken, kopstoot.
7. dubbele teisho ogen
Gebogen van voren:
1. kote-heneri.
Gestrekt van achteren:
1. uitdraaien, knie/enkeldruk.
2. uitdraaien, armklem op andere arm.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 36
Jiu-jitsu - gele band - 5de kyu, vervolg wurgingen
Gebogen wurging van achteren:
1. empi, kote-heneri.
2. pinkmuis pakken, opzij stappen, uraken buik, terug stappen, kote-gaeshi.
Kledingaanvallen
Buik:
1. atemi pols, rustig aandrukken tegen buik
2. met de knie bevrijden, atemi.
Borst/rever:
1. teisho met rechts, kote-gaeshi, klem via rechter onderbeen.
2. blokken met beide handen, mae-geri, osae ude gatame.
Opzij:
1. hand blokkeren, kakato-geri in de buik, osae ude gatame
2. geduwd: eerst stopatemi plaatsen, door de knieën zaken,
met de arm de arm uke omcirkelen,
omhoog komen, klem aanzetten (soto-ude garami).
Middelaanvallen
Poging van voren:
1. mae-geri.
2. keelstoot onderarm.
3. teisho met armworp, doorlopen, atemi.
Gepakt van voren: (bevrijdingen)
1. dubbele atemi op de oren.
2. met beide duimen het hoofd via de oogkassen
naar achteren drukken.
3. speekselklierdruk achter de oren.
4. meskant van de hand schuin onder de neus.
5. nukite tsuki onder het strottenhoofd.
Van achteren, niet ingesloten:.
1. atemi, armworp (been tussen eigen benen pakken), trap kruis.
2. atemi, kote-gaeshi gesteund in de lies.
Van achteren, ingesloten:
1. laag ingesloten: enkel uke blokkeren met voet/kniedruk, uraken, scheenklem [beenvlies]
Hand- en aanvallen
Rechter hand gepakt:
1. handkantslag, atemi.(vingers strekken)
2. vorkje, atemi, (vingers strekken)
3. met links eigen gestrekte vingers pakken, atemi tegen de knie, bevrijden dmv
hefboombeweging, terugkomen met een uraken.
Een pols gepakt van voren:
1. kuzure-kote-gaeshi, hand blokkeren, van de gepakte pols
de hand om de pols uke zwaaien en uke naar beneden dwingen.
2. arm omhoog gepakt met twee handen,
hefboombeweging, uraken.
3. arm omlaag gepakt met twee handen,
hefboombeweging, uraken.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 37
Jiu-jitsu - gele band - 5de kyu, vervolg polsaanvallen
Twee polsen gepakt van voren:
1. mae-geri, met rechterhand onderlangs naar rechter duimmuis uke, linkerhand via duim bevrijden, kotegaeshi met rechts (hand opvouwen).
2. Rechterhand via de duim uke bevrijden, teisho, o-soto-gari, kanuki-gatame.
Twee polsen gepakt van achteren:
1. met beide handen locomotief-beweging, empi naar het hoofd.
2. kote-gaeshi, klem via het rechter onderbeen.
Atemi waza
Oi-tsuki-jodan:
1. linkse age-uke, gyaku-tsuki.
2. linkse age-uke, mae-geri.
3. rechtse age-uke, haito-uchi.
Oi-tsuki-chudan:
1. (SKN) solaris plexis-hoogte, soto-uke, mawashi-empi-uchi.
Shuto-uchi:
1. linkse wering, met rechts arm omhoog stoten, passeren, atemi.
2. instappen, weren met beide armen, arm naar beneden slaan, passeren, atemi.
Uraken-uchi:
1. kake wake uke jodan, empi op het oor.
2. kake wake uke jodan, empi in de lever, gevolgd door een uraken omhoog naar het gezicht
Kin-geri:
1. blokkering hiza-uke.
2. gedan-juji-uke, tate-uraken-uchi.
Mae-geri:
1. gedan-barai buitenwaarts, atemi op het oor.
2. gedan-barai binnenwaartse, gyaku-tsuki.
3. hoge hiza-uke, teisho.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 38
Jiu-jitsu - oranje band - 4de kyu
Exameneisen
Oranje band – 4de Kyu
Etiquette
ALGEMENE VAARDIGIGHEDEN
Valbreken - ukemi waza
1. Zie eisen gele band
 mae mawari ukemi, ushiro ukemi, yoko ukemi
2. Achterwaartse val over obstakel
 ushiro ukemi
3. Gestrekte voorwaartse val
 mae ukemi
Houding, verplaatsingen
kamai, tai sabaki
1. Zie eisen gele band
2. Zijwaartse verdedigingshouding
 kiba dachi, shiko dachi
3. Parate houding vanaf de grond
4. Opstaan in parate houding vanaf de grond
Interactieve oefenvormen
1. Randorivormen op de grond
2. Randorivormen staande
3. Sparring
Kata
De eerste serie Ebo-No-Kata
BASIS TECHNIEKEN
Bevrijdingen – hodoki waza
1. Zie eisen gele band
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 39
Jiu-jitsu - oranje band - 4de kyu
Weringen - uke waza
1. Zie eisen voorgaande band
2. Nagashi uke
3. Otoshi uke
NAGASHI UKE
OTOSHI UKE
Slagen, stoten, schoppen en trappen
naar vitale delen – atemi waza
1. Zie eisen gele band
2. Opwaartse stoot – tsuki age (opstoot)
3. Zijwaartse trap – yoko geri
YOKO GERI
Kihon lopen met karate technieken
Technieken worden gelopen in zenkutsu-dachi muv de shuto-uchi/shuto-uke,
deze worden gelopen in kokutsu-dachi.
1. Mawate uit kunnen voeren.
2. oi-tsuki-jodan/age-uke.
3. oi-tsuki-chudan/soto-uke.
4. shuto-uchi/shuto-uke.
5. mae-geri/gedan-barai.
6. gyaku-chudan/ uchi-uke.
7. mawashi-geri/morote-uke.
8. yoko-geri/otoshi-uke.
Klemmen – kansetsu waza
1. Zie eisen gele band
2. Gestrekte armklem via de schouder
 kata gatame
3. Gestrekte armklem via oksel
 waki gatame
WAKI GATAME
4. Gestrekte armklem via de onderarm
 kanuki gatame
5. Gestrekte arm via de gesloten benen
 Jujy gatame
6. Gebogen armklem
 ude garami
JUJY GATAME
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 40
Jiu-jitsu - oranje band - 4de kyu
Werptechnieken – nage waza
1. Zie eisen gele band
2. Grote binnenwaartse maai – o uchi gari
3. Nekheupworp – kubi nage
4. Kniedruk enkelruk – kata ashi dori
Wurgingen – jime waza
1. Verwurging met de onderarm
 hadaka jime
Indirecte combinaties


reageren op verzet, 2 stuks
reageren op ontsnapping, 2 stuks
TOEPASSINGEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Verwurgingen
Kledingaanvallen
Middelaanvallen
Hand- en arm aanvallen
Hoofdaanvallen
Atemi waza
Grondaanvallen
Praktijk
Verwurgingen
TETSUI TSUKI
Korte technieken
1. Zie eisen gele band
Gestrekt van voren:
1. atemi, elleboogtrek, hoofd via de neus opzij drukken, atemi.
2. teisho, kote-gaeshi, overstrekking via onderbeen.
3. arm wegslaan, atemi buik, ippon-seoi-nage, osae-ude-gatame omhoog [Ebo].
4. atemi kin, kanuki-gatame, plus eenhandsverwurging.
Gebogen van voren:
1. kote-heneri.
2. ude garami met hoofdcontrole
Gestrekt van opzij:
1. kakato-geri, waki-gatame.
Gebogen van opzij:
1. atemi, uki-goshi, kanteltechniek Ebo 1-4.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 41
Jiu-jitsu - oranje band - 4de kyu, vervolg wurgingen
Gestrekt van achteren:
1. uitdraaien, knie/enkeldruk.
2. uitdraaien, armklem op andere arm
3. duimmuis pakken, ruimte maken, kote-gaeshi, klem.
Gebogen wurging van achteren:
1. empi, kote-heneri.
2. pols pakken, opzij stappen, uraken buik, terug stappen, o-goshi.
Kledingaanvallen
Buik:
1. atemi pols, rustig aandrukken tegen buik
2. met de knie bevrijden, atemi.
Borst/rever:
1. slag in elleboogholte/atemi in de buik, kubi-nage,
okuri eri jime ernaast .
2. kuzure kote gaeshi: hand in de lengteas draaien,
andere hand elleboogholte, instappen.
OKURI ERI JIME
Opzij:
1. hand blokkeren, kakato-geri in de buik, waki-gatame
2. geduwd: eerst stopatemi plaatsen, door de knieën zaken, met de arm de arm uke omcirkelen,
omhoog komen, klem aanzetten (o-soto-garami).
Van achteren:.
1. in de kraag: revers strak trekken, rondtorn met hoofd, osae ude gatame.
2. schouder: omdraaien, gezicht beschermen, ude-hishigi op de schouder, hoofd klemt hand vast.
Middelaanvallen
Poging van voren:
1. mae-geri.
2. keelstoot onderarm, o-uchi-gari.
3. teisho met armworp, doorlopen, atemi.
Gepakt van voren:
1. met links haartrek, met rechts drukpunt mondhoeken, doorstappen met rechts, atemi.
deze techniek kan ook met neusdruk.
2. getild, benen om het lichaam uke, neusdruk/haartrek, teisho
Opzij, 1 arm ingesloten:
1. atemi in het kruis, uki-goshi, kanuki-gatame.
Van achteren, niet ingesloten:
1. atemi, armworp (been tussen eigen benen pakken), trap kruis.
2. atemi, kote-gaeshi gesteund in de lies.
Van achteren ingesloten:
1. laag ingesloten: enkel uke blokkeren/kniedruk, uraken, scheenklem [beenvlies]
2. door de knieën zakken/armen gelijktijdig omhoog steken, schouderworp/been er buiten, atemi.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 42
Jiu-jitsu - oranje band - 4de kyu
Hand- en aanvallen
Rechterhand gepakt:
1. geduwd: met de beweging meegaan, kata-gatame op elleboog.
2. geduwd: met de beweging meegaan, kata-gatame op de schouder, ippon-seoi-nage.
3. met links eigen gestrekte vingers pakken, gelijk atemi tegen de knie, bevrijden dmv
hefboombeweging, terugkomen met een uraken.
Een pols gepakt van voren:
1. kuzure-kote-gaeshi, hand blokkeren, van de gepakte pols de hand om de pols uke zwaaien en uke naar
beneden dwingen.
2. aan de pols getrokken: stap met links mee, met linkerhand in de rug drukken, met rechts armworp
via het gezicht, doorstappen met recht.
3. aan de pols gedrukt: tai-sabaki met rechts, met linkerhand via de neus en een tai-sabaki naar
de grond werken.
4. gepakt tussen pols en elleboog: rotatiebeweging, uraken.
Twee polsen gepakt van voren:
1. mae-geri, met rechterhand onderlangs naar rechter duimmuis uke,
linkerhand via duim bevrijden, kote-gaeshi met rechts (hand opvouwen).
2. Rechterhand via de duim uke bevrijden, teisho, o-soto-gari, kanuki-gatame.
3. mae-geri met links, met links voor uke langs stappen,
onder de arm uke door, shio-nage (armworp), yoko-geri.
Twee polsen gepakt van achteren:
1. met beide handen locomotief-beweging, empi naar het hoofd.
2. kote-gaeshi, klem via het rechter onderbeen.
3. onder de arm uke door (empi), arm uke over je hoofd, ude-garami
Hoofdaanvallen
Poging van voren:
1. blokken, kruisatemi arm, ude-garami/hoofd controleren.
Vastgepakt van voren:
1. tomoe nage met beenondersteuning, atemi.
Poging van opzij:
1. blokken, ura ryo-ashi-dori, trap kruis.
Vastgepakt van achteren:
1. empi rechts, ippon seoi nage, atemi.
Atemi waza
Oi-tsuki-jodan:
1. linkse age-uke, gyaku-tsuki of mae-geri.
2. linkse nagashi-uke, kakato-geri met links.
3. rechtse age-uke, haito-uchi in de nek of mawashi-geri.
Oi-tsuki-chudan:
1. solaris plexis-hoogte, soto-uke links, mawashi-empi-uchi.
2. uchi-uke met links, tate uraken-uchi rechts, gyaku-tsuki.
Shuto-uchi:
1. linkse wering, met rechts arm omhoog stoten, passeren, atemi.
2. instappen, weren met beide armen, arm naar beneden slaan, passeren, atemi.
3. shuto-uke met links, gohon-nukite-tsuki.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 43
Jiu-jitsu - oranje band - 4de kyu, vervolg atemi waza
Uraken-uchi:
1. kake waki uke jodan, empi op het oor.
2. kake wake uke jodan, empi in de lever, gevolgd door een uraken omhoog naar het gezicht
3. kake waki uke jodan, arm torderen, mawashi-geri, breektechniek dmv slag/stoot op elleboog.
Kin-geri:
1. blokkering hiza-uke.
2. gedan-juji-uke, tate-uraken-uchi.
Mae-geri:
1. gedan-barai buitenwaarts, atemi op het oor.
2. gedan-barai binnenwaartse tate-uraken-uchi, gyaku-chudan-tsuki.
3. hoge hiza-uke.
Grondaanvallen
Thv de enkels, tori ligt op de rug:
1. ebi maken, kani ashi hishigi (knie/enkelschaar), trap in het kruis,
steunend op de knie en de hand.
Er overheen thv de heupen, tori ligt op de rug:
1. uke staat over je heen: atemi in het kruis,
osae hiza garami (enkel blokkeren/kniedruk met de hand),
uchi kata ashi hishigi (beenklem).
Grondverwurgingen
Ernaast:
1. pols blokkeren, met knie lichaam uke blokkeren,
ebi, nekschaar, juji-gatame.
Licht gebogen overheen:
1. Ne waza: ebi, hand langs je oor steken, arm omcirkelen, terugdraaien, bruggen en met nukite in de nek
uke omgooien, met been uke blokkeren, atemi.
2. met beide handkanten atemi nieren, armen uke wegsteken, klap op de oren, haar/kindraai, atemi.
Tussen de benen:
1. linker pols blokkeren, met links tussen door de rechter arm uke naar beneden slaan, met linker arm
atemi in de nek, linker arm over de nek en linker hand onder de oksel uke, uke draaien via de
hand onder de oksel en hefboom beweging tegen de elleboog, atemi in het kruis.
Gebogen van achteren:
1. Ne waza: teisho met rechts, linkse ebi, empi op arm, komen tot waki-gatame.
Praktijk
1. vrij aanval met één tegenstander
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 44
Jiu-jitsu - groene band - 3de kyu
Exameneisen
Groene band – 3de Kyu
Etiquette
ALGEMENE VAARDIGIGHEDEN
Valbreken - ukemi waza
1. Zie voorgaande eisen, na het vallen parate houding
 mae mawari ukemi, ushiro ukemi, yoko ukemi
2. Losse val
3. Brugval
Houding, verplaatsingen
kamai, tai sabaki
1. Zie eisen gele band
2. Zijwaartse verdedigingshouding
 kiba dachi, shiko dachi
3. Parate houding vanaf de grond
4. Opstaan in parate houding vanaf de grond
Interactieve oefenvormen
1. Randorivormen op de grond
2. Randorivormen staande
3. Sparring
Kata
De tweede serie Ebo-No-Kata
BASIS TECHNIEKEN
Bevrijdingen – hodoki waza
1. Zie eisen gele band
Weringen - uke waza
1. Zie eisen voorgaande band
2. Blok met het onderbeen
 hiza uke
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 45
Jiu-jitsu - groene band - 3de kyu
Slagen, stoten, schoppen en trappen
naar vitale delen – atemi waza
1. Zie voorgaande eisen
HIRAKEN TSUKI
2. Achterwaartse trap – ushiro geri
3. Stoot met de vingerkootjes – hiraken tsuki
Kihon lopen met karate technieken
Technieken worden gelopen in zenkutsu-dachi muv de shuto-uchi/shuto-uke,
deze worden gelopen in kokutsu-dachi.
1. Mawate uit kunnen voeren.
2. oi-tsuki-jodan/age-uke.
3. oi-tsuki-chudan/soto-uke.
4. shuto-uchi/shuto-uke.
5. mae-geri/gedan-barai.
6. gyaku-chudan/ uchi-uke.
7. mawashi-geri/morote-uke.
8. yoko-geri/otoshi-uke.
9. in kiba-dachi lopen en uraken maken
USHIRO GERI
Klemmen – kansetsu waza
1. Zie voorgaande eisen
2. gestrekte armklem via de knie
 hiza gatame
3. gestrekte beenklem
 ashi hishigi
4. Haar-kindraai
 atama ago gaeshi
5. Nekklemmen
 kubi kansetsu waza
Daarnaast toepassen als opbrenggreep:
1. Gebogen arm klem op de rug
 ude garami
2. Armklem via de onderarm
 kanuki gatame
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 46
Jiu-jitsu - groene band - 3de kyu
Werptechnieken – nage waza
1. Zie voorgaande eisen
2. Kleine binnenwaartse maai – ko uchi gari
3. Buitenwaartse beenhaak – ko soto gake
4. Achterwaartse armworp – kiri ortoshi
5. Hoekworp – sumi gaeshi
6. Grondschaar – kani basami
7. Knietrap enkelruk – kani ashi hishigi
Wurgingen – jime waza
1. Verwurging met de onderarm
 hadaka jime
Indirecte combinaties


reageren op verzet, 3 stuks
reageren op ontsnapping, 2 stuks
TOEPASSINGEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Verwurgingen
Kledingaanvallen
Middelaanvallen
Hand- en arm aanvallen
Hoofdaanvallen
Atemi waza
Grondaanvallen
Stok aanvallen
Mesaanvallen
Praktijk
Verwurgingen
Korte technieken
1. Zie eisen gele band
Gestrekt van voren:
1. atemi, elleboogtrek, hoofd via de neus opzij drukken, atemi.
2. teisho, kote-gaeshi, overstrekking via onderbeen.
3. arm wegslaan, atemi buik, ippon-seoi-nage, osae-ude-gatame omhoog [Ebo].
4. atemi kin, kanuki-gatame, plus eenhandsverwurging.
5. [combinatie] pols blokkeren, heup indraaien, hiraken strottenhoofd, o-soto-garami,
uke trekt arm los en wil slaan, tori blokt, tordeert de arm en zet hem vast
onder de meskant eigen andere hand.
6. geduwd: tomoe-nage [sutemi].
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 47
Jiu-jitsu - groene band - 3de kyu, vervolg wurgingen
Gebogen van voren:
1. kote-heneri, doorgaan met osae ude gatame naar de grond.
2. ude garami met hoofdcontrole
3. harai goshi
Gestrekt van opzij:
1. kakato-geri, waki-gatame.
2. yoko-geri knieschijf, kote-mawashi, osae-ude-gatame.
Gebogen van opzij:
1. atemi, uki-goshi, keertechniek Ebo 1-4.
2. rechter been voor: atemi, ko-uchi-maki-komi, empi, enz.
Gestrekt van achteren:
1. uitdraaien, knie/enkeldruk.
2. uitdraaien, armklem op andere arm
3. duimmuis pakken, ruimte maken, kote-gaeshi, klem.
4. beide polsen pakken, naar de grond gaan, mae-geri buik,
kubi gatame (nekklem).
KO UCHI MAKI
KOMI
Gebogen wurging van achteren:
1. pols pakken, opzij stappen, uraken buik, terug stappen, o-goshi.
2. seoi otoshi met behulp van de hand.
Kledingaanvallen
Buik:
1. atemi pols, rustig aandrukken tegen buik
2. met de knie bevrijden, atemi.
3. mae-geri, shio-nage met het hoofd.
Borst/rever:
1. slag in elleboogholte/atemi in de buik, kubi-nage, okuri-eri-jime ernaast.
3. kuzure kote gaeshi: hand in de lengteas draaien,andere hand elleboogholte, instappen.
2. beide revers getrokken: harai-goshi, atemi.
3. empi op arm, o-soto-gamari met hand op borst, hoofddruk, opbrengen.
Opzij:
1. hand blokkeren, mawashi-geri buik, yoko-geri knieholte, otoshi-mawashi-empi-uchi op de elleboog.
2. geduwd: eerst stopatemi plaatsen, door de knieën zaken, met de arm de arm uke omcirkelen,
omhoog komen, klem aanzetten (o-soto-garami).
3. geduwd: stopstoot, hadaka-jime met geschaarde handen.
Van achteren:
1. in de kraag: revers strak trekken, rondtorn met hoofd, waki-gatame aanzetten.
2. schouder: omdraaien, gezicht beschermen, ude-hishigi op de schouder, hoofd klemt hand vast.
3. ushiro-mawashi-empi, uitdraaien, gyaku-osae-ude-gatame, shuto-uchi rechts, hadaka-jime zijwaarts.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 48
Jiu-jitsu - groene band - 3de kyu
Middelaanvallen
Poging van voren:
1. mae-geri.
2. keelstoot onderarm, o uchi gari.
3. ebo-no-kata 2/1.
4. speekseldruk, armen strekken, naar achteren stappen, hiza geri.
Gepakt van voren:
1. met links haartrek, met rechts drukpunt mondhoeken, doorstappen met rechts, atemi.
deze techniek kan ook met neusdruk.
2. getild, benen om het lichaam uke, neusdruk/haartrek, teisho
3. haar/kindraai gevolgd door een o-soto-gari.
4. dubbele teisho voorhoofd, harai-goshi, kanteeltechniek, ashi-garami.
Opzij, 1 arm ingesloten:
1. atemi in het kruis, uki-goshi, kanteltechniek, osae-ude-gatame hoofdzijde.
2. ko-uchi-maki-komi, uraken.
Van achteren, niet ingesloten:
1. atemi, armworp (been tussen eigen benen pakken), trap kruis.
2. atemi handen, uitdraaien, gyaku-hara-gatame.
3. knokkelslag handrug, twee bovenste vingers pakken, empi in het gezicht,
indien de vingers met links gepakt tegen de klok indraaien, indien met rechts met de klok mee,
de elleboog uke geblokkeerd door de arm, waarvan de hand de vingers vast heeft, met de andere
hand eri-jime aanzetten.
Van achteren ingesloten:
1. laag ingesloten: enkel uke blokkeren/kniedruk, uraken, scheenklem [beenvlies]
2. hoog ingesloten: door de knieën zakken/armen gelijktijdig omhoog steken, schouderworp/been er
buiten, atemi.
Hand- en aanvallen
Rechterhand gepakt:
1. geduwd: met de beweging meegaan, kata-gatame op elleboog.
2. geduwd: met de beweging meegaan, kata-gatame op de schouder, seoi-nage.
3. getrokken: met beweging mee, onder arm, hadaka-jime.
4. getrokken: kote-heneri, gyaku-ude-gatame.
Een pols gepakt van voren:
1. kuzure-kote-gaeshi, hand blokkeren, van de gepakte pols de hand om de pols uke zwaaien en uke naar
beneden dwingen.
2. aan de pols getrokken: stap met links mee, met linkerhand in de rug drukken, met rechts armworp
via het gezicht, doorstappen met recht.
3. aan de pols gedrukt: tai-sabaki met rechts, met linkerhand via de neus en een tai-sabaki naar
de grond werken.
4. gepakt tussen pols en elleboog: rotatiebeweging, uraken.
5. getrokken: pols gepakt door 2 handen, meegaan met de beweging, tani-otoshi.
Twee polsen gepakt van voren:
1. mae-geri, met rechterhand onderlangs naar rechter duimmuis uke,
linkerhand via duim bevrijden, kote-gaeshi met rechts (polsopvouwen).
2. rechterhand via de duim uke bevrijden, teisho, o-soto-gari, kanuki-gatame.
3. mae-geri met links, met links voor uke langs stappen, shio-nage (armworp), yoko-geri.
4. polsen omhoog brengen, mae-geri, kote-mawashi, kin-geri, osae-ude-gatame.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 49
Jiu-jitsu - groene band - 3de kyu,vervolg polsaanvallen
Twee polsen gepakt van achteren:
1. met beide handen locomotief-beweging, empi naar het hoofd, hoofdworp.
2. kote-gaeshi met armsteek.
3. onder de arm uke door (empi), arm uke over je hoofd, ude-garami
4. opzij stappen, tani-otoshi.
Hoofdaanvallen
Poging van voren:
1. blokken, kruisatemi arm, ude-garami/hoofd controleren.
2. kruisatemi, kote-heneri, gyaku-osae-ude-gatame.
TANI OTOSHI
Vastgepakt van voren:
1. sutemi met beenondersteuning, atemi.
Poging van opzij:
1. blokken, ura ryo-ashi-dori, trap kruis.
Vastgepakt opzij:
1. sukui nage (meelzakworp).
2. SKN: speekselklierdruk rechter oor, losduwen door met rechtervoet naar rechts uit te stappen,
links mawashi-geri in uke’s rechter knieholte, links waki-gatame als breektechniek.
Vastgepakt van achteren:
1. empi links, ippon seoi nage, atemi.
2. SKN: links ushiro-mawashi-empi, uitdraaien en ude-osae gatame, rechts instappen en rechts shuto
naar de nek maken gevolgd door een zijwaartse hadaka-jime met linker been voor
[wisselen van been].
3. SKN: ushiro-mawashi-empi, aan onderarm pakken, indraaien en via druk op de elleboog (ude-osae)
volgen met links kagato-geri naar de nek.
4. ushiro-mawashi-empi, sheoi-otoshi [op de knie], opbrengen.
Atemi waza
Oi-tsuki-jodan:
1. linkse age-uke, gyaku-tsuki.
2. linkse nagashi-uke, kakato-geri links.
3. linkse age-uke, mae-geri volgen met tate-empi-uchi.
4. rechtse age-uke, haito-uchi.
5. rechtse age-uke, mawashi-geri volgens met yoko-geri.
6. irimi met het voorste been, met nagashi-uke links aan de buiten kant, met rechts haito-tsuki op de
suigetsu, doorgaan met een links yoko-empi-uchi
Oi-tsuki-chudan:
1. solaris plexis-hoogte, soto-uke, mawashi-empi-uchi..
2. uchi-uke met links, uraken-tsuki links, gyaku-tsuki.
3. uchi-uke links, mae-geri.
4. uchi-uke, atemi op schouderpartij met rechts [met de gebogen onderarm, een soort empi beweging],
hierdoor komt uke uit balans, doorgaan een yoko-geri.
Shuto-uchi:
1. linkse wering, met rechts arm omhoog stoten, passeren, atemi.
2. instappen, weren met beide armen, arm naar beneden slaan, passeren, atemi.
3. shuto-uke met links, gohon-nukite-tsuki.
4. irimi, zwemmen, hiza-geri.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 50
Jiu-jitsu - groene band - 3de kyu, vervolg atemi waza
Uraken-uchi:
1. kake waki uke, empi op het oor.
2. kake wake uke, empi in de lever, gevolgd door een uraken omhoog naar het gezicht
3. irimi, kake waki uke, arm torderen met rechts, mawashi-geri rechts, ude-tsuki links.
4. irimi, kake waki uke, haito-tsuki met de duim naar boven op elleboog.
Kin-geri:
1. blokkering hiza-uke.
2. gedan-juji-uke, tate-uraken-uchi.
3. gedan-juji-uke, yama-tsuki.
Mae-geri:
1. gedan-barai buitenwaarts, atemi op het oor.
2. gedan-barai binnenwaartse tate-uraken-uchi, gyaku-chudan-tsuki.
3. gedan-barai rechts, yoko-geri standbeen
4. soto-gedan-barai, gyaku-tsuki.
5. hoge hiza uke
Mawashi-geri:
1. irimi, otoshi-uke, hoofd pakken, hiza-geri.
2. irimi, gedan-barai, mawashi-empi-uchi, 2 keer.
Grondaanvallen
Thv de enkels, tori ligt op de rug:
1. ebi maken, kani ashi hishigi (knie/enkelschaar), trap in het kruis,
steunend op de knie en de hand.
Heuphoogte ernaast, tori ligt op de rug:
1. voet insluiten, gezicht beschermen, kani basami, beenklem.
Er overheen thv de heupen, tori ligt op de rug:
1. uke staat over je heen: atemi in het kruis,
osae hiza garami (enkel blokkeren/kniedruk met de hand),
uchi kata ashi hishigi (beenklem).
Okselhoogte, staande over tori heen:
1. uke met benen via de borst achterover drukken, beenklem.
Poging borsttrap, tori ligt op de rug:
1. ebi naar trappend been, terugdraaien, enkel insluiten,
osae hiza garami, uchi kata ashi hishigi (beenklem).
Grondverwurgingen
Ernaast:
1. pols blokkeren, ebi, nekschaar, juji-gatame.
2. atemi, kanuki-gatame, speekseldruk/kantelen.
Licht gebogen overheen:
1. Ne waza: ebi, hand langs je oor steken, arm omcirkelen, terugdraaien,
bruggen en met nukite in de nek uke omgooien, met been uke blokkeren, atemi.
2. met beide handkanten atemi nieren, armen uke wegsteken, klap op de oren, haar/kindraai, atemi.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 51
Jiu-jitsu - groene band - 3de kyu, grondverwurgingen
Tussen de benen:
1. linker pols blokkeren, met links tussen door de rechter arm uke naar beneden slaan,
met linker arm atemi in de nek, linker arm over de nek en linkerhand
onder de oksel uke, uke draaien via de hand onder de oksel en
hefboom beweging tegen de elleboog, atemi in het kruis.
2. ebi, knie uke wegtrappen, been over arm uke en wreef onder de kin,
yoko ude ashi hishigi.
Gebogen van achteren:
1. Ne waza: teisho met rechts, linkse ebi, empi op de arm, komen tot gyaku-waki-gatame.
2. oren pakken, naar beneden trekken, hiza geri, aan de oren omdraaien.
Mesaanvallen
Van boven:
1. ebo-no-kata 4/1, SKN-variant.
2. irimi, linkse age-uke/atemi, waki-gatame-destructief.
3. irimi, rechtse age-uke/atemi, hand tussen schouderbladen brengen, uke via hoofd naar de grond
brengen. (voorzichtig).
Naar de buik:
1. ebo-no-kata 4/2.
2. gedan-jujy-uke, kote-mawashi, kin-geri, osae-ude-gatame (bewegen).
3. soto-uke, pols pakken, met rechts stoot op de hand, mawashi-geri in knieholte, gyaku-tsuki in de nek.
4. tai-sabaki rechtsom, met links de arm uke pakken en doortrekken, beweging linksom doorzetten,
empi in de rug en terug draaien met een kote-gaeshi, ontwapenen door overstrekking op het rechter
onderbeen.
Backhand steek:
1. ebo-no-kata 4/3.
2. irimi, kake wake uke jodan, ushiro-ryo-ashi-dori.
3. irimi, kaka wake uke jodan, haito onder de elleboog, arm inslaan en kote-gaeshi aanzetten.
Stokaanvallen
Van boven:
1. ebo-no-kata 4/4.
2. jodan-juji-uke, mawashi-geri rechts, slag met de onderarm
3. age-uke links/teisho, linkerhand in de inplanting van het been en rechter heup, duwen en tegelijkertijd met rechts de binnenkant van de rechter enkel pakken en naar je toe trekken, op arm gaan staan,
ontwapenen.
Slag 45 graden.
1. ebo-no-kata 4/5.
2. niet weren, met de slag meedraaien, kubi-nage.
3. tai-sabaki/shuto-uchi nek, yoko-geri op been, arm linker schouder vastzetten, ontwapenen, slag knie.
Backhand:
1. irimi, kake wake uke jodan, empi, mune-gatame.
2. irimi, kake wake uke jodan, empi, soto-kanuki-gatame, doorgaan met de-ashi-barai, atemi.
3. irimi, kake wake uke jodan, empi, osae-ude-gatame.
Praktijk
1. vrije aanval met één tegenstander
2. vrije aanval met één tegenstander, gewapend met mes of stok
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 52
Jiu-jitsu – blauwe band - 2de kyu
Exameneisen
Blauwe band – 2de Kyu
Etiquette
ALGEMENE VAARDIGIGHEDEN
Valbreken - ukemi waza
1. Zie voorgaande eisen, na het vallen parate houding
2. Losse brug val
3. combinatie val 4 technieken
Houding, verplaatsingen
kamai, tai sabaki
1. Zie eisen gele band
2. Zijwaartse verdedigingshouding
 kiba dachi, shiko dachi
3. Parate houding vanaf de grond
4. Opstaan in parate houding vanaf de grond
Interactieve oefenvormen
1. Randorivormen op de grond
2. Randorivormen staande
3. Sparring
Kata
De derde serie Ebo-No-Kata
BASIS TECHNIEKEN
Bevrijdingen – hodoki waza
1. Zie voorgaande eisen
Weringen - uke waza
1. Zie voorgaande eisen
2. Blok met de voet
 sokuto uke
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 53
Jiu-jitsu - blauwe band - 2de kyu
Slagen, stoten, schoppen en trappen
naar vitale delen – atemi waza
1. Zie voorgaande eisen
2. Ma tobi geri
Kihon lopen met karate technieken
Technieken worden gelopen in zenkutsu-dachi muv de shuto-uchi/shuto-uke,
deze worden gelopen in kokutsu-dachi.
1. Mawate uit kunnen voeren.
2. oi-tsuki-jodan/age-uke.
3. oi-tsuki-chudan/soto-uke.
4. shuto-uchi/shuto-uke.
5. mae-geri/gedan-barai.
6. gyaku-chudan/ uchi-uke.
7. mawashi-geri/morote-uke.
8. yoko-geri/otoshi-uke.
9. in kiba-dachi lopen en uraken maken
10. ushiro-geri/otoshi-uke.
Klemmen – kansetsu waza
1. Zie voorgaande eisen
2. Gestrekte arm via de borst
 mune gatame
3. Gestrekte armklem via de buik
 hara gatame
4. Gestrekte beenklem
 ashi hishigi
5. Voetstrekklem + draaiklem
 ashi kujuki
Daarnaast toepassen als opbrenggreep:
1. Gebogen arm klem op de rug
 ude garami (2x)
2. Armklem via de onderarm
 kanuki gatame (2x)
3. Armklem via de schouder
 kata gatame (1x)
4. Nekklem
 kubi gatame (1x)
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 54
Jiu-jitsu - blauwe band - 2de kyu
Werptechnieken – nage waza
1. Zie voorgaande eisen
2. Voetveeg – ashi barai
3. Twee benen armworp – ryo ashi dori
4. Twee benen armworp van achteren
 ushiro ryo ashi dori
5. Hoekworp
 sumi gaeshi
6. Inschroevende offerworp
 soto maki komi
7. Zijwaartse wielworp
 yoko guruma
ASHI BARI
8. Buikworp – tomoe nage
9. Gesprongen schaar – tobi kani basami
10. Achterwaartse offerworp – tani otoshi
Wurgingen – jime waza
1. Verwurging met de onderarm
 hadaka jime (2x)
2. Insteekverwurging
 kata ha jime (1x)
Indirecte combinaties


reageren op verzet, 4 stuks
reageren op ontsnapping, 4 stuks
KATA HA JIME
TOEPASSINGEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Verwurgingen
Kledingaanvallen
Middelaanvallen
Hand- en arm aanvallen
Hoofdaanvallen
Atemi waza
Grondaanvallen
Stok aanvallen
Mesaanvallen
Praktijk
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 55
Jiu-jitsu - blauwe band - 2de kyu
Verwurgingen
Korte technieken
1. Zie eisen gele band
Gestrekt van voren:
1. atemi, elleboogtrek, hoofd via de neus opzij drukken, atemi.
2. teisho, kote-gaeshi, overstrekking via onderbeen.
3. arm wegslaan, atemi buik, ippon-seoi-nage, osae-ude-gatame omhoog [Ebo].
4. atemi kin, kanuki-gatame, plus eenhandsverwurging.
5. [combinatie] pols blokkeren, heup indraaien, hiraken strottenhoofd, o-soto-garami,
uke trekt arm los en wil slaan, tori blokt, tordeert de arm en zet hem vast
onder de meskant eigen andere hand.
6. geduwd: tomoe-nage [sutemi].
Gebogen van voren:
1. kote-heneri, doorgaan met osae ude gatame naar de grond.
2. ude garami met hoofdcontrole
3. harai goshi met een klem
Gestrekt van opzij:
1. kote-gaeshi, stamp op het hoofd, hoofd inklemmen in de knieholte.
2. yoko-geri knieschijf, kote-mawashi, osae-ude-gatame.
3. linker arm wegslaan, uke-goshi (korte heupworp), atemi.
Gebogen van opzij:
1. rechterbeen voor: atemi, ko-uchi-maki-komi, empi, enz.
Gestrekt van achteren:
1. duimmuis pakken, ruimte maken, kote-gaeshi, klem.
2. beide polsen pakken, naar de grond gaan, mae-geri buik, nekklem.
3. geduwd: met de beweging meegaan, plotseling stoppen ippon-seoi-nage met het been er buiten.
Gebogen wurging van achteren:
1. pols pakken, opzij stappen, uraken buik, terug stappen, o-goshi.
2. seoi otoshi met behulp van de hand.
Kledingaanvallen
Buik:
1. atemi pols, rustig aandrukken tegen buik
2. met de knie bevrijden, atemi.
3. shio nage met het hoofd.
Borst/rever:
1. slag in elleboogholte/atemi in de buik, kubi-nage, okuyri-eri-jime ernaast.
2. beide revers trekken: harai-goshi, voetwurging.
3. kote-mawashi, kin-geri, osae-ude-gatame.
4. kuzure kote gaeshi: hand in de lengteas draaien,andere hand elleboogholte, instappen.
5. empi op arm, o-soto-gamari met hand op borst, hoofddruk, opbrengen.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 56
Jiu-jitsu – blauwe band - 2de kyu, vervolg kledingaanvallen
Opzij:
1. hand blokkeren, mawashi-geri buik, yoko-geri knieholte, otoshi-mawashi-empi op de elleboog.
2. geduwd: eerst stopatemi plaatsen, door de knieën zaken, met de arm de arm uke omcirkelen,
omhoog komen, klem aanzetten (o-soto-garami).
3. geduwd: stopstoot, hadaka-jime met geschaarde handen.
4. opzij stappen en uke omlaag trekken, mawashi-geri borst, o-soto-gari, eri-jime.
5. geduwd: kami-basami, atemi.
Van achteren:
1. in de kraag: revers strak trekken, rondtorn met hoofd, waki-gatame/kata-ha-jime [hand onder de oksel],
tai-sabaki en uke naar de grond brengen.
2. schouder: omdraaien, gezicht beschermen, ude-hishigi op de schouder, hoofd klemt hand vast.
3. ushiro-mawashi-empi, uitdraaien, osae-ude-gatame, shuto-uchi rechts, hadaka-jime zijwaarts
Middelaanvallen
Poging van voren:
1. mae-geri.
2. keelstoot onderarm, o uchi gari.
3. teisho met armworp, doorlopen, atemi.
4. speekseldruk, armen strekken, naar achteren stappen.
Gepakt van voren:
1. met links haartrek, met rechts drukpunt mondhoeken, doorstappen met rechts, atemi.
deze techniek kan ook met neusdruk.
2. dubbele teisho voorhoofd, harai-goshi, kanteeltechniek, ashi-garami.
3. getild, benen om het lichaam uke, neusdruk/haartrek, teisho
4. haar/kindraai gevolgd door een o-soto-gari.
5. ude-tsuki, ko-soto-gake, atemi
Opzij, 1 arm ingesloten:
1. atemi in het kruis, uki-goshi, kanteltechniek, osae-ude-gatame hoofdzijde.
2. ko-uchi-maki-komi, wurging.
Van achteren, niet ingesloten:
1. atemi, armworp (been tussen eigen benen pakken), trap kruis.
2. atemi handen, uitdraaien, gyaku-hara-gatame.
3. knokkelslag handrug, twee bovenste vingers pakken, empi in het gezicht,
indien de vingers met links gepakt tegen de klok indraaien, indien met rechts met de klok mee,
de elleboog uke geblokkeerd door de arm, waarvan de hand de vingers vast heeft, met de andere
hand eri-jime aanzetten.
4. atemi, tani-otoshi, empi keel.
Van achteren ingesloten:
1. laag ingesloten: enkel uke blokkeren/kniedruk, uraken, scheenklem [beenvlies]
2. door de knieën zakken/armen gelijktijdig omhoog steken, schouderworp/been er buiten, morote tsuki
nami-jujy-jime[ kruiswurging].
3. Ebi garami
Ebi garami.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 57
Jiu-jitsu - blauwe band - 2de kyu, vervolg polsaanvallen
Hand- en aanvallen
Rechterhand gepakt:
1. geduwd: met de beweging meegaan, kata-gatame op elleboog.
2. geduwd: met de beweging meegaan, kata-gatame op de schouder, seoi-nage, nami jime.
3. getrokken: met beweging mee, onder arm, hadaka-jime.
4. getrokken: kote-heneri, gyaku-ude-gatame.
Pols gepakt van voren:
1. kuzure-kote-gaeshi, hand blokkeren, van de gepakte pols de hand om de pols uke zwaaien en uke naar
beneden dwingen.
2. getrokken: stap met links mee, met linker hand in de rug drukken, met rechts armworp
via het gezicht, doorstappen met recht.
3. getrokken: pols gepakt door 2 handen, meegaan met de beweging, tani-otoshi.
4. gedrukt: tai-sabaki met rechts, met linkerhand via de neus en een tai-sabaki naar de grond werken.
5. gepakt tussen pols en elleboog: rotatiebeweging, uraken.
Twee polsen gepakt van voren:
1. mae-geri, met rechterhand onderlangs naar rechter duimmuis uke,
linkerhand via duim bevrijden, kote-gaeshi met rechts (polsopvouwen).
2. rechterhand via de duim uke bevrijden, teisho, o-soto-gari, kanuki-gatame.
3. mae-geri met links, met links voor uke langs stappen, shio-nage (armworp), yoko-geri.
4. polsen omhoog brengen, mae-geri, kote-mawashi, kin-geri, osae-ude-gatame.
Twee polsen gepakt van achteren:
1. met beide handen locomotief-beweging, empi naar het hoofd, hoofdworp.
2. kote-gaeshi met armsteek.
3. onder de arm uke door (empi), arm uke over je hoofd, ude-garami
4. opzij stappen, tani-otoshi.
Hoofdaanvallen
Poging van voren:
1. blokken, kruisatemi arm, ude-garami/hoofd controleren.
2. kruisatemi, kote-heneri, gyaku-osae-ude-gatame.
Vastgepakt van voren:
1. sutemi met beenondersteuning, atemi.
2. rechts kin pakken, hand steunen regen borst, linker been voorlangs gooien, atemi.
Poging van opzij:
1. blokken, ura ryo-ashi-dori, trap kruis.
2. kiri-otoshi, kin-geri kruis.
3. tani-otoshi.
Vastgepakt opzij:
1. sukui nage (meelzakworp).
2. SKN: speekselklierdruk rechter oor, losduwen door met rechtervoet naar rechts uit te stappen,
links mawashi-geri in uke’s rechter knieholte, links waki-gatame als breektechniek.
Vastgepakt van achteren:
1. empi rechts, ippon seoi nage, atemi.
2. SKN: links ushiro-mawashi-empi, uitdraaien en ude-osae gatame, rechts instappen en rechts shuto
naar de nek maken gevolgd door een zijwaartse hadaka-jime met linker been voor
[wisselen van been].
3. SKN: ushiro-mawashi-empi, aan onderarm pakken, indraaien en via druk op de elleboog (ude-osae)
volgen met links kagato-geri naar de nek.
4. ushiro-mawashi-empi, sheoi-otoshi [op de knie], opbrengen.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 58
Jiu-jitsu - blauwe band - 2de kyu
Atemi waza
Oi-tsuki-jodan:
1. linkse age-uke, gyaku-tsuki.
2. linkse nagashi-uke, kakato-geri links.
3. linkse age-uke, mae-geri volgen met tate-empi-uchi.
4. rechtse age-uke, haito-uchi.
5. rechtse age-uke, mawashi-geri volgens met yoko-geri.
6. irimi met het voorste been, met nagashi-uke links aan de buiten kant, met rechts haito-tsuki op de
suigetsu, doorgaan met een links yoko-empi-uchi
Oi-tsuki-chudan:
1. solaris plexis-hoogte, soto-uke, mawashi-empi-uchi.
2. uchi-uke met links, uraken-tsuki links, gyaku-tsuki.
3. uchi-uke links, mae-geri.
4. uchi-uke, atemi op schouderpartij met rechts [met de gebogen onderarm, een soort empi beweging],
hierdoor komt uke uit balans, doorgaan een yoko-geri.
5. buik: gedan-juji-uke, kote-mawashi, kin-geri.
Shuto-uchi:
1. linkse wering, met rechts arm omhoog stoten, passeren, atemi.
2. instappen, weren met beide armen, arm naar beneden slaan, passeren, atemi.
3. shuto-uke met links, gohon-nukite-tsuki.
4. irimi, zwemmen, hiza-geri.
Uraken-uchi:
1. kake waki uke, empi op het oor.
2. kake wake uke, empi in de lever, gevolgd door een uraken omhoog naar het gezicht
3. irimi, kake waki uke, arm torderen met rechts, mawashi-geri rechts, ude-tsuki links.
4. irimi, kake waki uke, haito-tsuki met de duim naar boven op elleboog.
Kin-geri:
1. blokkering hiza-uke.
2. gedan-juji-uke, tate-uraken-uchi.
3. gedan-juji-uke, yama-tsuki.
4. o-soto-gedan-barai, yoko-geri.
Mae-geri:
1. gedan-barai buitenwaarts, atemi op het oor.
2. gedan-barai binnenwaartse tate-uraken-uchi, gyaku-chudan-tsuki.
3. gedan-barai rechts, yoko-geri standbeen
4. soto-gedan-barai, gyaku-tsuki.
5. stopstoot, voordat uke een mae-geri kan plaatsen.
6. linkse gedan-barai, mae-geri voorste been.
Mawashi-geri:
1. irimi, otoshi-uke met geopende handen, hoofd pakken, hiza-geri.
2. irimi, gedan-barai, mawashi-empi-uchi, 2 keer.
3. gelijk yoko-geri met voorste been op standbeen uke.
4. instappen, glijdende, werende stoot met rechts naar de onderkant van het trappende dijbeen en met
de hand andere arm een teisho op de schouderpartij tegenover gesteld aan het trappende been,
hiza-geri.
Yoko-geri:
1. o-soto-gedan-barai, kin-geri, yoko-mawashi-empi-uchi.
2. otoshi-uke, mawashi-geri rechts.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 59
Jiu-jitsu - blauwe band - 2de kyu
Grondaanvallen
Thv de enkels, tori ligt op de rug:
1. ebi maken, kani ashi hishigi (knie/enkelschaar), trap in het kruis,
steunend op de knie en de hand.
2. Ne-waza: knie/enkelschaar, nukite.
Heuphoogte ernaast, tori ligt op de rug:
1. voet insluiten, gezicht beschermen, kani basami, uchi kata ashi hishigi (beenklem)
Er overheen thv de heupen, tori ligt op de rug:
1. uke staat over je heen: atemi in het kruis, osae hiza garami (enkel blokkeren/kniedruk met de hand),
uchi kata ashi hishigi (beenklem).
2. benen spreiden, duw tegen de knieschijven beide enkels omvatten, beenklem aanzetten.
Okselhoogte, staande over tori heen:
1. uke met benen via de borst achterover drukken, beenklem.
Poging borsttrap, tori ligt op de rug:
1. ebi naar trappend been, terugdraaien, enkel insluiten, osae hiza garami,
uchi kata ashi hishigi (beenklem).
Grondverwurgingen
Ernaast:
1. pols blokkeren, ebi, nekschaar, juji-gatame.
2. atemi, kanuki-gatame, speekseldruk/kantelen.
3. Ne-waza: teisho/hiza-geri, over linker schouder in lengte as rollen, gyaku-waki-gatame
Licht gebogen overheen:
1. Ne waza: ebi, hand langs je oor steken, arm omcirkelen, terugdraaien,
bruggen en met nukite in de nek uke omgooien, met been uke blokkeren, atemi.
2. met beide handkanten atemi nieren, armen uke wegsteken, klap op de oren, haar/kindraai, atemi.
3. beide ellebogen naar elkaar toedrukken, uke van je af duwen.
4. sterk gebogen: via de ellebogen en bruggen uke richting je schouder gooien
Tussen de benen:
1. linker pols blokkeren, met links tussen door de rechter arm uke naar beneden slaan, met linker arm
atemi in de nek, linkerarm over de nek en linker hand onder de oksel uke, uke draaien via de
hand onder de oksel en hefboom beweging tegen de elleboog, atemi in het kruis.
2. ebi, knie uke wegtrappen, been over arm uke en wreef onder de kin.
3. ne-waza nr. 2, haar-kindraai/ingevlecht been.
Gebogen van achteren:
1. teisho met rechts, linkse ebi, empi op de arm, komen tot gyaku-waki-gatame.
2. revers pakken, kubi gatame, opzij gooien, trap gezicht met beide benen.
3. binnenkant van de rechter elleboog pakken, met rechterhand rechter pols uke blokken, dmv bokken
en gelijktijdig elleboog diagonaal over de borst te trekken komen tot ude-garami.
4. oren pakken, naar beneden trekken, hiza geri, aan de oren omdraaien.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 60
Jiu-jitsu - blauwe band – 2de kyu
Mesaanvallen
Van boven:
1. ebo-no-kata 4/1, SKN-variant.
2. irimi, linkse age-uke/atemi, waki-gatame-destructief.
3. irimi, rechtse age-uke/atemi, hand tussen schouderbladen brengen, uke via hoofd naar de grond
4. brengen. (voorzichtig).
Naar de buik:
1. ebo-no-kata 4/2.
2. gedan-jujy-uke, kote-mawashi, kin-geri, osae-ude-gatame (bewegen).
3. soto-uke, pols pakken, met rechts stoot op de hand, mawashi-geri in knieholte, gyaku-tsuki in de nek.
4. tai-sabaki rechtsom, met links de arm uke pakken en doortrekken, beweging linksom doorzetten,
empi in de rug en terug draaien met een kote-gaeshi, ontwapenen door overstrekking op het rechter
onderbeen.
5. wering linker onderarm, indraaien (ook het lichaam gebruiken) en ude-garami (pols/pols), atemi met de
hamstrings.
Backhand steek:
1. ebo-no-kata 4/3.
2. irimi, kake wake uke jodan, ushiro-ryo-ashi-dori.
3. irimi, kake wake uke jodan, haito onder de elleboog, arm inslaan en kote-gaeshi aanzetten.
4. irimi, met links slag in de elleboogholte, ude-garami achterwaarts aanzetten (met het lichaam werken).
Stokaanvallen
Van boven:
1. ebo-no-kata 4/4.
2. jodan-juji-uke, mawashi-geri rechts, slag met de onderarm
3. age-uke links/teisho, linkerhand in de inplanting van het been en rechter heup, duwen en tegelijkertijd met rechts de binnenkant van de rechter enkel pakken en naar je toe trekken, op arm gaan staan.
4. niet weren, ippon-seoi-nage, atemi.
Slag 45 graden.
1. ebo-no-kata 4/5.
2. niet weren, met de slag meedraaien, kubi-nage.
3. tai-sabaki/shuto-uchi nek, yoko-geri op been, arm linker schouder vastzetten, ontwapenen, slag knie.
4. jodan kake wake uke, yoko-wakare, liggende trap.
Backhand:
1. irimi, kake wake uke jodan, empi, mune-gatame.
2. irimi, kake wake uke jodan, empi, soto-kanuki-gatame, doorgaan met de-ashi-barai, atemi.
3. irimi, kake wake uke jodan, empi, osae-ude-gatame.
4. weren, benen onderuit trekken, trap in het kruis.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 61
Jiu-jitsu - blauwe band – 2de kyu
Nelson:
Eindigend op een klem:
1. dubbele atemi met de knokkels op handrug uke, dubbele empi op de armen van uke/tegelijkertijd
kiba-dachi stand, met het lichaam onder de oksel doordraaien komen tot een ude-garami.
2. als 1, maar nu met rechts vingers rechterhand uke pakken, onder de oksel doordraaien gelijktijdig
atemi in het kruis met links, kote-heneri aanzetten, andere hand bijzetten. (voorzichtig).
3. als 1, tori wil kote-heneri aanzetten, doorgaan met elleboogdruk met rechterhand en uke naar
de grond te dwingen (kata 4/1).
Eindigend op een worp:
1. stamp op de voet, blokken, armen omhoog, handpalmen stijf tegen elkaar drukken,
maki-komi-techniek, linksom blijven draaien, helpen om met de linkerhand het been uke te
lichten, doorgaan nekklem met rechter arm achter de nek.
2. linkerbeen gestrekt achter de benen van uke (tani-otoshi), empi.
Praktijk
1. vrije aanval tegen één tegenstander
2. vrije aanval tegen één tegenstander, gewapend met mes of stok
3. vrije aanval tegen twee tegenstander
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 62
Jiu-jitsu – bruine band – 1ste kyu
Exameneisen
Bruine band – 1ste Kyu
Etiquette
ALGEMENE VAARDIGIGHEDEN
Valbreken - ukemi waza
1. Zie voorgaande eisen, na het vallen parate houding
Houding, verplaatsingen
kamai, tai sabaki
1. Zie voorgaande eisen
Interactieve oefenvormen
1. Randorivormen op de grond
2. Randorivormen staande
3. Sparring
Kata
De vierde serie Ebo-No-Kata
BASIS TECHNIEKEN
Bevrijdingen – hodoki waza
1. Zie voorgaande eisen
Weringen - uke waza
1. Zie voorgaande eisen
Slagen, stoten, schoppen en trappen
naar vitale delen – atemi waza
1. Zie voorgaande eisen
2. Ushiro mawashi geri
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 63
Jiu-jitsu - bruine band – 1ste kyu
Kihon lopen met karate technieken
Technieken worden gelopen in zenkutsu-dachi muv de shuto-uchi/shuto-uke,
deze worden gelopen in kokutsu-dachi.
1. Mawate uit kunnen voeren.
2. oi-tsuki-jodan/age-uke.
3. oi-tsuki-chudan/soto-uke.
4. shuto-uchi/shuto-uke.
5. mae-geri/gedan-barai.
6. gyaku-chudan/ uchi-uke.
7. mawashi-geri/morote-uke.
8. yoko-geri/otoshi-uke.
9. in kiba-dachi lopen en uraken maken
10. ushiro-geri/otoshi-uke.
11. ushiro-mawashi-geri.
Klemmen – kansetsu waza
1. Zie voorgaande eisen
2. Yubi kansetsu waza:
Daarnaast toepassen als opbrenggreep:
1. Gebogen arm klem op de rug
 ude garami (3x)
2. Armklem via de onderarm
 kanuki gatame (3x)
3. Armklem via de schouder
 kata gatame (1x)
4. Nekklem
 kubi gatame (1x)
5. Opschroevende vingerverdraaiing (1x)
 yubi heneri
6. Polsbuigklem (1x)
 kuzure kote gaeshi
7. Achterwaartse nekklem
 ura kubi gatame
Werptechnieken – nage waza
1. Zie voorgaande eisen
2. Kniewiel – hiza guruma
3. Geknielde schouderworp – seoi otoshi
4. Lichaamsworp – tai otoshi
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 64
Jiu-jitsu - bruine band – 1ste kyu
Wurgingen – jime waza
1. Verwurging met de onderarm
 hadaka jime (2x)
2. Insteekverwurging
 kata ha jime (1x)
3. Glijdende verwurging
 okuri eri jime (2x)
4. Nierschaar
 do basami jime (1x)
5. Nekschaar
 kubi basami jime (1x)
Indirecte combinaties


reageren op verzet, 5 stuks
reageren op ontsnapping, 5 stuks
TOEPASSINGEN
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Verwurgingen
Kledingaanvallen
Middelaanvallen
Hand- en arm aanvallen
Hoofdaanvallen
Atemi waza
Grondaanvallen
Stok aanvallen
Mesaanvallen
Praktijk
Verwurgingen
Korte technieken
1. Zie eisen gele band
Gestrekt van voren:
1. atemi, elleboogtrek, hoofd via de neus opzij drukken, osae ude gatame achterwaarts.
2. teisho, kote-gaeshi, overstrekking via onderbeen.
3. rechter arm omhoog stoten, linkerarm omlaag, aan rechterarm blijven trekken, ippon-seoi-nage,
kanteltechniek, osae-ude-gatame schouderzijde.
4. arm wegslaan, atemi buik, o-goshi, tetsui buik, empi achterhoofd, arm achter
de nek en de hand onder de oksel door/arm overstrekking.
5. atemi kin, kanuki-gatame, plus eenhandsverwurging.
6. [combinatie] pols blokkeren, heup indraaien, hiraken strottenhoofd, o-soto-garami,
uke trekt arm los en wil slaan, tori blokt, tordeert de arm en zet hem vast
onder de meskant eigen andere hand.
7. geduwd: tomoe-nage [sutemi].
8. morote-uke, teisho, ko-soto-gake met rechts, yoko-geri.
9. kin-geri buitenkant been, binnendoor pakken, kote-mawashi, trap.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 65
Jiu-jitsu - bruine band – 1ste kyu, vervolg wurgingen
Gebogen van voren:
1. kote-heneri, doorgaan met osae ude gatame naar de grond.
2. ude garami met hoofdcontrole
3. harai goshi, overheen, morote tsuki, numi jujy jime.
Gestrekt van opzij:
1. kakato-geri, waki-gatame.
2. kote-gaeshi, stamp op het hoofd, hoofd inklemmen in de knieholte.
3. yoko-geri knieschijf, kote-mawashi, osae-ude-gatame.
4. linkerarm wegslaan, uki-goshi (korte heupworp), atemi.
Gebogen van opzij:
1. rechterbeen voor: atemi, ko-uchi-maki-komi, empi, enz.
Gestrekt van achteren:
1. duimmuis pakken, ruimte maken, kote-gaeshi, klem.
2. beide polsen pakken, naar de grond gaan, mae-geri buik, nekklem.
3. geduwd: met de beweging meegaan, plotseling stoppen ippon-seoi-nage met het been er buiten.
4. ryo-ashi-dori, trap.
Gebogen wurging van achteren:
1. pols pakken, opzij stappen, uraken buik, terug stappen, o-goshi.
2. seoi otoshi met behulp van de hand.
Verwurgingen tegen de muur:
Gestrekte van voren:
1. pols met rechts blokkeren, met links een uraken in de maag, dmv een elleboogdruk uke tegen
de muur smijten, hiza-geri.
2. armen wegsteken, ryo-ashi-dori, atemi in het kruis.
Gebogen:
1. opzij stappen, arm wegslaan, trap in de knieholte, teisho op het hoofd.
Opzij:
1. opzij vallen, knie/enkelschaar, trap.
Kledingaanvallen
Buik:
1. atemi pols, rustig aandrukken tegen buik
2. met de knie bevrijden, atemi.
3. shio nage met het hoofd.
Borst/rever:
1. slag in elleboogholte/atemi in de buik, kubi-nage, eri-jime ernaast.
2. beide revers trekken: harai-goshi, voetwurging.
3. kote-mawashi, kin-geri, osae-ude-gatame.
4. kuzure kote gaeshi: hand in de lengteas draaien,andere hand elleboogholte, instappen.
5. empi op arm, o-soto-gamari met hand op borst, hoofddruk, opbrengen.
Opzij:
1. hand blokkeren, mawashi-geri buik, yoko-geri knieholte, otoshi-mawashi-empi op de elleboog.
2. geduwd: eerst stopatemi plaatsen, door de knieën zaken, met de arm de arm uke omcirkelen,
omhoog komen, klem aanzetten (o-soto-garami).
3. geduwd: stopstoot, hadaka-jime met geschaarde handen.
4. opzij stappen en uke omlaag trekken, mawashi-geri borst, o-soto-gari, eri-jime.
5. geduwd: kami-basami, atemi.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 66
Jiu-jitsu – bruine band – 1ste kyu, vervolg kledingaanvallen
Van achteren.
1. in de kraag: revers strak trekken, rondtorn met hoofd, waki-gatame/kata-ha-jime [rechts hand onder de
oksel], tai-sabaki en uke naar de grond brengen.
2. schouder: omdraaien, gezicht beschermen, ude-hishigi op de schouder, hoofd klemt hand vast.
3. ushiro-mawashi-empi, uitdraaien, osae-ude-gatame, shuto-uchi rechts, hadaka-jime zijwaarts.
4. opzij stappen, been achter uke, tani-otoshi.
Middelaanvallen
Poging van voren:
1. mae-geri.
2. keelstoot onderarm, o uchi gari.
3. teisho met armworp, doorlopen, atemi.mae-geri.
4. speekseldruk, armen strekken, naar achteren stappen, hiza geri.
5. armworp arm schuin over het gezicht, doorlopen, atemi.
Gepakt van voren:
1. met links haartrek, met rechts drukpunt mondhoeken, doorstappen met rechts, atemi.
deze techniek kan ook met neusdruk.
2. getild, benen om het lichaam uke, neusdruk/haartrek, teisho
3. haar/kindraai gevolgd door een o-soto-gari.
4. ude tsuki, ko soto gake.
5. dubbele teisho voorhoofd, harai-goshi, tsukkomi-jime [duim in rever]
Opzij, 1 arm ingesloten:
1. atemi in het kruis, uki-goshi, kanteltechniek, osae-ude-gatame hoofdzijde.
2. ko-uchi-maki-komi, wurging.
Van achteren, niet ingesloten:
1. atemi, armworp (been tussen eigen benen pakken), trap kruis.
2. atemi handen, uitdraaien, gyaku-hara-gatame.
3. knokkelslag handrug, twee bovenste vingers pakken, empi in het gezicht,
indien de vingers met links gepakt tegen de klok indraaien, indien met rechts met de klok mee,
de elleboog uke geblokkeerd door de arm, waarvan de hand de vingers vast heeft, met de andere
hand eri-jime aanzetten.
4. atemi, tani-otoshi, empi keel.
Van achteren ingesloten:
1. laag ingesloten: enkel uke blokkeren/kniedruk, uraken, scheenklem [beenvlies]
2. door de knieën zakken/armen gelijktijdig omhoog steken, schouderworp/been er buiten, morote tsuki
3. nami-jujy-jime[ kruiswurging].
4. ebi-garami.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 67
Jiu-jitsu - bruine band – 1ste kyu
Hand- en aanvallen
Rechterhand gepakt:
1. geduwd: met de beweging meegaan, kata-gatame op elleboog.
2. geduwd: met de beweging meegaan, kata-gatame op de schouder, seoi-nage.
3. getrokken: met beweging mee, onder arm, hadaka-jime.
4. getrokken: kote-heneri, gyaku-ude-gatame.
Een pols gepakt van voren:
1. kuzure-kote-gaeshi, hand blokkeren, van de gepakte pols de hand om de pols uke zwaaien en uke naar
beneden dwingen.
2. getrokken: stap met links mee, met linkerhand in de rug drukken, met rechts armworp
via het gezicht, doorstappen met recht.
3. getrokken: pols gepakt door 2 handen, meegaan met de beweging, tani-otoshi.
4. gedrukt: tai-sabaki met rechts, met linkerhand via de neus en een tai-sabaki naar
de grond werken.
5. gepakt tussen pols en elleboog: rotatiebeweging, uraken.
Twee polsen gepakt van voren:
1. mae-geri, met rechterhand onderlangs naar rechter duimmuis uke,
2. linkerhand via duim bevrijden, kote-gaeshi met rechts (polsopvouwen).
3. rechterhand via de duim uke bevrijden, teisho, o-soto-gari, kanuki-gatame.
4. mae-geri met links, met links voor uke langs stappen, shio-nage (armworp), yoko-geri.
5. polsen omhoog brengen, mae-geri, kote-mawashi, kin-geri, osae-ude-gatame.
6. mae-geri, kote-gaeshi [hand opvouwen], opbrengen.
Twee polsen gepakt van achteren:
1. kote-gaeshi, klem via het rechter onderbeen.
2. met beide handen locomotief-beweging, empi naar het hoofd, hoofdworp.
3. kote-gaeshi met armsteek.
4. onder de arm uke door (empi), arm uke over je hoofd, ude-garami
5. opzij stappen, tani-otoshi.
Hoofdaanvallen
Poging van voren:
1. blokken, kruisatemi arm, ude-garami/hoofd controleren.
2. kruisatemi, kote-heneri, gyaku-osae-ude-gatame.
Vastgepakt van voren:
1. sutemi met beenondersteuning, atemi.
2. rechts kin pakken, hand steunen regen borst, linker been voorlangs gooien, atemi.
Poging van opzij:
1. blokken, ura ryo-ashi-dori, trap kruis.
2. kiri-otoshi, kin-geri kruis.
3. tani-otoshi.
Vastgepakt opzij:
1. sukui nage (meelzakworp).
2. SKN: speekselklierdruk rechter oor, losduwen door met rechtervoet naar rechts uit te stappen,
links mawashi-geri in uke’s rechter knieholte, links waki-gatame als breektechniek.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 68
Jiu-jitsu - bruine band – 1ste kyu, vervolg hoofdaanvallen
Vastgepakt van achteren:
1. empi rechts, ippon seoi nage, atemi.
2. SKN: links ushiro-mawashi-empi, uitdraaien en ude-osae gatame, rechts instappen en rechts shuto
naar de nek maken gevolgd door een zijwaartse hadaka-jime met linker been voor
[wisselen van been].
3. SKN: ushiro-mawashi-empi, aan onderarm pakken, indraaien en via druk op de elleboog (ude-osae)
volgen met links kagato-geri naar de nek.
4. ushiro-mawashi-empi, sheoi-otoshi [op de knie], opbrengen.
Atemi waza
Oi-tsuki-jodan:
1. linkse age-uke, gyaku-tsuki.
2. linkse nagashi-uke, kakato-geri links.
3. linkse age-uke, mae-geri volgen met tate-empi-uchi.
4. rechtse age-uke, haito-uchi.
5. rechtse age-uke, mawashi-geri volgens met yoko-geri.
6. irimi met het voorste been, met nagashi-uke links aan de buiten kant, met rechts haito-tsuki op de
suigetsu, doorgaan met een links yoko-empi-uchi
Oi-tsuki-chudan:
1. solaris plexis-hoogte, soto-uke, mawashi-empi-uchi.
2. uchi-uke met links, uraken-tsuki links, gyaku-tsuki.
3. uchi-uke links, mae-geri.
4. uchi-uke, atemi op schouderpartij met rechts [met de gebogen onderarm, een soort empi beweging],
hierdoor komt uke uit balans, doorgaan een yoko-geri.
5. buik: gedan-juji-uke, kote-mawashi, kin-geri.
6. tai-sabaki, rechtse nagashi-uke, pols pakken en doorsturen, mawashi-geri chudan met rechts, pols over
pakken met links instappen en rechts een otoshi-empi-uchi in de nek.
Shuto-uchi:
1. linkse wering, met rechts arm omhoog stoten, passeren, atemi.
2. instappen, weren met beide armen, arm naar beneden slaan, passeren, atemi.
3. shuto-uke met links, gohon-nukite-tsuki.
4. irimi, zwemmen, hiza-geri.
Uraken-uchi:
1. kake waki uke, empi op het oor.
2. kake wake uke, empi in de lever, gevolgd door een uraken omhoog naar het gezicht
3. irimi, kake waki uke, arm torderen met rechts, mawashi-geri rechts, ude-tsuki links.
4. irimi, kake waki uke, haito-tsuki met de duim naar boven op elleboog.
Kin-geri:
1. blokkering hiza-uke.
2. gedan-juji-uke, tate-uraken-uchi.
3. gedan-juji-uke, yama-tsuki.
4. o-soto-gedan-barai, yoko-geri.
Mae-geri:
1. gedan-barai buitenwaarts, atemi op het oor.
2. gedan-barai binnenwaartse tate-uraken-uchi, gyaku-chudan-tsuki.
3. gedan-barai rechts, yoko-geri standbeen
4. soto-gedan-barai, gyaku-tsuki.
5. stopstoot, voordat uke een mae-geri kan plaatsen.
6. linkse gedan-barai, mae-geri voorste been.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 69
Jiu-jitsu - bruine band – 1ste kyu, vervolg atemi waza
Mawashi-geri:
1. irimi, otoshi-uke met geopende handen, hoofd pakken, hiza-geri.
2. irimi, gedan-barai, mawashi-empi-uchi, 2 keer.
3. gelijk yoko-geri met voorste been op standbeen uke.
4. instappen, glijdende, werende stoot met rechts naar de onderkant van het trappende dijbeen en met
de hand andere arm een teisho op de schouderpartij tegenover gesteld aan het trappende been,
hiza-geri.
Yoko-geri:
1. o-soto-gedan-barai, kin-geri, yoko-mawashi-empi-uchi.
2. otoshi-uke, mawashi-geri rechts.
Ushiro geri:
1. otoshi-uke, gyaku-tsuki
2. otoshi-uke, mawashi-geri-jodan.
Ushiro mawashi geri:
1. irimi, otoshi-uke met open handen op bovenbeen, morote-tsuki.
Grondaanvallen
Thv de enkels, tori ligt op de rug:
1. ebi maken, kani ashi hishigi (knie/enkelschaar), trap in het kruis, steunend op de knie en de hand.
2. Ne-waza: knie/enkelschaar, nukite.
Heuphoogte ernaast, tori ligt op de rug:
1. voet insluiten, gezicht beschermen, scharen, beenklem.
Er overheen thv de heupen, tori ligt op de rug:
1. uke staat over je heen: atemi in het kruis, osae hiza garami (enkel blokkeren/kniedruk met de hand),
uchi kata ashi hishigi (beenklem).
2. benen spreiden, duw tegen de knieschijven beide enkels omvatten, beenklem aanzetten.
Okselhoogte, staande over tori heen:
1. uke met benen via de borst achterover drukken, beenklem.
Poging borsttrap, tori ligt op de rug:
1. ebi naar trappend been, terugdraaien, enkel insluiten, osae hiza garami,
uchi kata ashi hishigi (beenklem).
Grondverwurgingen
Ernaast:
1. pols blokkeren, ebi, nekschaar, juji-gatame.
2. atemi, kanuki-gatame, speekseldruk/kantelen.
3. Ne-waza: teisho/hiza-geri, over linker schouder in lengte as rollen, gyaku-waki-gatame
Licht gebogen overheen:
1. Ne waza: ebi, hand langs je oor steken, arm omcirkelen, terugdraaien, bruggen en met nukite in de nek
uke omgooien, met been uke blokkeren, atemi.
2. met beide handkanten atemi nieren, armen uke wegsteken, klap op de oren, haar/kindraai, atemi.
3. beide ellebogen naar elkaar toedrukken, uke van je af duwen.
4. sterk gebogen: via de ellebogen en bruggen uke richting je schouder gooien
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 70
Jiu-jitsu - bruine band – 1ste kyu, vervolg grondverwurgingen
Tussen de benen:
1. linker pols blokkeren, met links tussen door de rechter arm uke naar beneden slaan, met linker arm
atemi in de nek, linkerarm over de nek en linker hand onder de oksel uke, uke draaien via de
hand onder de oksel en hefboom beweging tegen de elleboog, atemi in het kruis.
2. ebi, knie uke wegtrappen, been over arm uke en wreef onder de kin.
3. ne-waza nr. 2, haar-kindraai/ingevlecht been.
Gebogen van achteren:
1. Ne waza: teisho met rechts, linkse ebi, empi op de arm, komen tot gyaku-waki-gatame.
2. revers pakken, nekklem, opzij gooien, trap gezicht met beide benen.
3. binnenkant van de rechter elleboog pakken, met rechterhand rechter pols uke blokken, dmv bokken
en gelijktijdig elleboog diagonaal over de borst te trekken komen tot ude-garami.
4. oren pakken, naar beneden trekken, hiza geri, aan de oren omdraaien.
Mesaanvallen
Van boven:
1. ebo-no-kata 4/1, SKN-variant.
2. irimi, linkse age-uke/atemi, waki-gatame-destructief.
3. irimi, rechtse age-uke/atemi, hand tussen schouderbladen brengen, uke via hoofd naar de grond
brengen. (voorzichtig).
Naar de buik:
1. ebo-no-kata 4/2.
2. gedan-jujy-uke, kote-mawashi, kin-geri, osae-ude-gatame (bewegen).
3. soto-uke, pols pakken, met rechts stoot op de hand, mawashi-geri in knieholte, gyaku-tsuki in de nek.
4. tai-sabaki rechtsom, met links de arm uke pakken en doortrekken, beweging linksom doorzetten,
empi in de rug en terug draaien met een kote-gaeshi, ontwapenen door overstrekking op het rechter
onderbeen.
5. wering linker onderarm, indraaien (ook het lichaam gebruiken) en ude-garami (pols/pols), atemi met de
hamstrings.
Backhand steek:
1. ebo-no-kata 4/3.
2. irimi, kake wake uke jodan, ushiro-ryo-ashi-dori.
3. irimi, kake wake uke jodan, haito onder de elleboog, arm inslaan en kote-gaeshi aanzetten.
4. irimi, met links slag in de elleboogholte, ude-garami achterwaarts aanzetten (met het lichaam werken).
Stokaanvallen
Van boven:
1. ebo-no-kata 4/4.
2. jodan-juji-uke, mawashi-geri rechts, slag met de onderarm
3. age-uke links/teisho, linkerhand in de inplanting van het been en rechter heup, duwen en tegelijkertijd met rechts de binnenkant van de rechter enkel pakken en naar je toe trekken, op arm gaan staan.
4. niet weren, ippon-seoi-nage, atemi.
Slag 45 graden.
1. ebo-no-kata 4/5.
2. niet weren, met de slag meedraaien, kubi-nage.
3. tai-sabaki/shuto-uchi nek, yoko-geri op been, arm linker schouder vastzetten, ontwapenen, slag knie.
4. jodan kake wake uke, yoko-wakare, liggende trap.
Backhand:
1. irimi, kake wake uke jodan, empi, mune-gatame.
2. irimi, kake wake uke jodan, empi, soto-kanuki-gatame, doorgaan met de-ashi-barai, atemi.
3. irimi, kake wake uke jodan, empi, osae-ude-gatame.
4. weren, benen onderuit trekken, trap in het kruis.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 71
Jiu-jitsu - bruine band – 1ste kyu
Nelson:
Eindigend op een klem:
1. dubbele atemi met de knokkels op handrug uke, dubbele empi op de armen van uke/tegelijkertijd
kiba-dachi stand, met het lichaam onder de oksel doordraaien komen tot een ude-garami.
2. als 1, maar nu met rechts vingers rechterhand uke pakken, onder de oksel doordraaien gelijktijdig
atemi in het kruis met links, kote-heneri aanzetten, andere hand bijzetten. (voorzichtig).
3. als 1, tori wil kote-heneri aanzetten, doorgaan met elleboogdruk met rechterhand en uke naar
de grond te dwingen (kata 4/1).
Eindigend op een worp:
1. stamp op de voet, blokken, armen omhoog, handpalmen stijf tegen elkaar drukken,
maki-komi-techniek, linksom blijven draaien, helpen om met de linkerhand het been uke te
lichten, doorgaan nekklem met rechter arm achter de nek.
2. linkerbeen gestrekt achter de benen van uke (tani-otoshi), empi.
Lange stok
Slag van boven:
1. tai-sabaki rechtsom, met rechter voet de stok uit de handen uke trappen, hiza-geri.
2. tai-sabaki rechtsom, rechts instappen, haar/kindraai.
Slag van opzij:
1. tijdig instappen, blokken, tai-otoshi, atemi.
Pistool bedreigingen
Van voren:
1. tai-sabaki naar rechts, polsklem naar de keel, kote-gaeshi naar de grond.
Van achteren:
1. tai-sabaki linksom/handveeg, hiza-geri tegen de pistoolgreep, uraken met links, kote-gaeshi,
ontwapenen/slag met de greep.
2. als boven, waki-gatame.
Praktijk
1. vrije aanval tegen één tegenstander
2. vrije aanval tegen één tegenstander, gewapend met mes of stok
3. vrije aanval tegen twee tegenstander gewapend.
Examentechnieken door Henk van der Salm
pagina 72