coververhaal Aandeleninkoop >> >>>>>> >>>> >>> > koop >>>>>>>>>>>>> >>> > oop >>>>>>.>>>>>>>> >>> nink aa e le n nd >>>>>>>>>>>>>> >>>> koop nin >>> nin e le nd aa le de oop e nink del an >a Het inkopen van eigen aandelen is een populaire manier voor topmannen om geld terug te sluizen naar beleggers. Het blijkt vooral een manier om waarde te vernietigen. Tekst Jasper Jansen & David Tomic aa Beursfondsen verspillen miljarden met handel in eigen aandelen effect // september 2014 - 27 N coververhaal Aandeleninkoop Nieuwe aandelen uitgeven is een veelgebruikte manier voor beursgenoteerde bedrijven om extra geld op te halen. Bij KPN bleek dat afgelopen jaren anders te werken. Sinds 2004 heeft het concern per saldo 1,8 miljard aandelen uitgegeven, maar in plaats van geld ontvangen moest het concern daarvoor zeven miljard euro betalen, zo becijferden hoogleraren Boot en Cools onlangs (zie kader). KPN is daarmee het ultieme voorbeeld hoe aandeleninkoop een bedrijf en zijn aandeelhouders veel geld kan kosten. Uitgeven, teruggeven of inkopen Op de keper beschouwd kan aandeleninkoop een gerechtvaardigde besteding zijn van overtollige contanten. Maar dan moet het aandeel op de beurs wel aantrekkelijk gewaardeerd (“goedkoop”) zijn. De beleggingstheorie zegt dat wanneer de beurskoers lager staat dan de intrinsieke waarde, een wat diffuus en moeilijk vast te stellen cijfer, een aandeleninkoop bijdraagt aan het creëren van aandeelhouderswaarde voor de beleggers die hun stukken aanhouden. Of een bedrijf een aandeleninkoop kan overwegen, zal allereerst moeten afhangen van de mate waarin de kas voldoende gevuld is om de inkoop te betalen. Een bedrijf dat voldoende KPN: van inkoopfanaat naar beursschlemiel In 2009 waagde bijna geen enkele topman van een Damrak-bedrijf zich aan aandeleninkoop. KPN was de spreekwoordelijke uitzondering. Het bedrijf kocht voor ongeveer één miljard euro aandelen in. Tot 2011 was KPN fanatiek met het terugsluizen van cash naar beleggers. Tussen 2004 en 2011 kocht het bedrijf voor tien miljard euro aandelen in en keerde KPN voor acht miljard euro aan dividend uit. De uitkeringen lagen aanzienlijk hoger dan de winsten en cash flows van het concern. KPN moest dus schulden aangaan om het verschil te financieren. Toen de inkomsten begonnen terug te lopen, werd het inkoopprogramma en het dividend in korte tijd naar nul euro afgebouwd. Begin 2013 maakte KPN bekend dat het voor een bedrag van drie miljard euro aandelen wilde ophalen om de balans te versterken. Een fractie van de 18 miljard euro die het concern tussen 2004 en 2011 teruggaf aan aandeelhouders. Maar door de gemarginaliseerde koers en het feit dat KPN een fikse korting moest geven om beleggers over de streep te trekken mee te doen met de emissie, nam het aandelenkapitaal met 2,8 miljard aandelen toe. Hoogleraren Arnoud Boot en Cees Cools rekenden voor dat KPN sinds 2004 per saldo 1,8 miljard aandelen heeft uitgeven en daar zeven miljard euro voor moest betalen, in plaats van geld te ontvangen, zoals gebruikelijk is als het aandelenkapitaal wordt uitgebreid. cash heeft, zal daar vroeg of laat een bestemming voor willen zoeken. Uitgeven, teruggeven (in de vorm van dividend) of inkopen zijn dan de drie opties voor het management. Niets doen kan ook, al is het stallen van geld bij de bank tegen een minieme rentevergoeding nauwelijks aantrekkelijk. Beleggers zien bij voorkeur dat een bedrijf het beschikbare kapitaal inzet voor gerichte en zinvolle investeringen. Bijvoorbeeld om organische groei een slinger te geven of voor een overname die waarde creëert. Teruggeven Maar als extra investeringen volgens de sommetjes van bestuurders maar marginaal zullen renderen en aantrekkelijke overnames niet voorhanden zijn, hebben beleggers vaak de voorkeur voor het teruggeven van geld. Het idee is dan dat beleggers zelf een doel voor dat geld kunnen kiezen. Anderzijds is het voor bedrijven meestal niet goed te veel contanten te hebben omdat het management daar onzorgvuldig mee kan omspringen. Meestal geven bedrijven geld terug via een reguliere dividenduitkering, een periodieke winstuitkering aan beleggers. Nadeel hiervan is dat dit verwachtingen schept. Beleggers kunnen het als vanzelfsprekend gaan beschouwen en bovendien op verhogingen gaan rekenen. Bovendien eist de fiscus een deel van de dividenduitkering op. Een aandeleninkoopprogramma is een alternatieve route om geld terug te sluizen naar beleggers. Het idee is eenvoudig. Door de inkoop verdwijnen aandelen uit de markt, waardoor beleggers die Om aandeelhouderswaarde te creëren via een aandeleninkoop moet aan één voorwaarde zijn voldaan: de aandelen mogen niet te duur aangeschaft worden hun stukken niet hebben verkocht een groter deel van de waarde die de onderneming creëert kunnen opeisen. Op de kortere termijn zal de winst per aandeel, bij gelijkblijvende winst, een impuls krijgen als de ingekochte aandelen worden verscheurd. Niet te duur Om aandeelhouderswaarde te creëren via een aandeleninkoop moet aan één voorwaarde zijn voldaan: de aandelen mogen niet te duur aangeschaft worden. Warren Buffett verwoordt dat als volgt: “Bedrijven zouden uitsluitend tot inkoop van eigen aandelen moeten overgaan indien de beurskoers lager noteert dan de conservatief berekende intrinsieke waarde en er geen betere investeringsalternatieven voorhanden zijn.” Buffett is cynisch over de manier waarop bedrijven inkoopprogramma’s uitvoeren. De topbelegger schermt graag met lijstjes van omvangrijke aandeleninkopen tegen te hoge beurskoersen. Daardoor wordt waarde voor de zittenblijvende aandeelhouders vernietigd. Onderzoek Alleen de tijd kan uiteindelijk uitwijzen of topmannen op het juiste moment hebben toegeslagen met de inkoop van aandelen. Is dat gebeurd onder of boven de intrinsieke waarde? Om te toetsen hoe gelukkig de hand is van Damrak-topmannen, gingen we terug in de jaarverslagen van de AEX-beursfondsen tot 2002. Wij noteerden per bedrijf voor ieder jaar het totale bedrag waarvoor aandelen zijn ingekocht en trokken hiervan af het bedrag waarvoor nieuwe aandelen zijn uitgegeven. De uitkomst is het nettobedrag aan inkoop van aandelen. Uit onze analyse blijkt dat Nederlandse AEX-fondsen het afgelopen decennium eigen aandelen tegen hoge koersen inkochten, terwijl ze juist aandelen uitgaven tegen relatief lage koersen. Dat is het spiegelbeeld van wat een belegger graag ziet. Bedrijven blijken dus beroerde beleggers: op de verkeerde momenten stappen ze in en uit de beurs. Bij de overweging om aandelen in te kopen, kijken ze niet zozeer naar de waardering van hun eigen aandeel maar naar het eigen huishoudboekje. Is er geld voorradig om eigen aandelen in te slaan? Dat is meestal het geval in tijden dat de macro-economische omstandigheden gunstig zijn, de beurs in een opwaartse trend zit, het bedrijf mooie winsten maakt Slechte timing Duur inkopen, goedkoop uitgeven Aandeleninkoop en -uitgifte van AEX-fondsen sinds 2003. Op momenten dat de rode lijn in de grafiek een negatieve waarde heeft, betekent dit dat beursfondsen binnen de AEX in die periode meer geld hebben besteed aan aandeleninkoop dan opgehaald met uitgifte van nieuwe stukken. Dat is het gunstigst bij een lage beursstand (en dus lagere beurskoersen). 15 600 10 500 5 0 -5 400 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 AEX-index -10 300 200 -15 -20 -25 100 verschil uitgifte en inkoop aandelen (miljarden euro) 0 en voldoende kasstroom genereert. Bij de meeste bedrijven zijn dat ook de tijden dat de beurskoers relatief hoog is, waardoor het relatief duur is om de aandelen te kunnen inslaan. Met andere woorden; topmannen slaan toe op een moment waarbij het risico aanzienlijk is dat aandelen boven de intrinsieke waarde handelen. Het bestuur zou een bedrijf meer dan wie dan ook moeten kennen, maar dat vertaalt zich niet in gunstige rendementen op de ingekochte aandelen. Hamsteren Neem de periode 2003 tot 2007. Destijds was het goed toeven op de beurs. De AEX steeg in die periode van 338 tot 515 punten. Bedrijven schroefden toen de inkoop van aandelen op van 368 miljoen euro in 2004 tot bijna 20 miljard euro eind 2007 (netto-inkopen). In die periode van vier jaar kochten ze voor meer dan 40 miljard euro aan aandelen in. 2007 was een recordjaar. Toen hadden negen van de 25 beursfondsen inkoopprogramma’s lopen van meer dan één miljard euro. Financiële instellingen als Aegon (1,4 miljard euro) en ING (3,5 miljard euro), consumentenbedrijven als Ahold (vier miljard euro) en Unilever (1,5 miljard euro) en grondstofgiganten Shell (3,2 miljard euro) en ArcelorMittal (1,9 mil- effect // september 2014 - 29 coververhaal Aandeleninkoop Voors en tegens van de inkoop van aandelen Door de inkoop van eigen aandelen daalt het aantal uitstaande aandelen. Hierdoor hoeven toekomstige winsten verdeeld te worden onder minder aandeelhouders en stijgt de winst per aandeel. Als de inkoop onder de intrinsieke waarde plaatsvindt, draagt dat bij aan het creëren van langetermijnaandeelhouderswaarde. De inkoop van aandelen is fiscaal gunstig voor beleggers. In tegenstelling tot dividenduitkeringen hoeven zij geen belasting te betalen terwijl ‘hun deel’ van het bedrijf in waarde toeneemt. Een bedrijf kan met een aandeleninkoop een ‘inefficiëntere balans’ met veel kasgeld en weinig schuld rechttrekken. De inkoop van aandelen kan het signaal afgeven dat het bestuur vertrouwen heeft in toekomstige ‘winstgevende groei’. 30 - effect // september 2014 jard euro) sluisden miljarden euro’s cash terug naar beleggers. In de crisis In het eerste echte crisisjaar 2008 is een tweedeling zichtbaar. Terwijl de verwoestende kracht van de kredietcrisis in de tweede helft van het jaar duidelijk werd, liepen veel aandeleninkoopprogramma’s gewoon door. In dat jaar is uiteindelijk voor in totaal 16 miljard euro aan aandelen uit de markt gehaald. Door enkele grote aandelenuitgiftes vooral in de tweede jaarhelft zakten de netto-inkopen terug tot ongeveer 5 miljard euro. ING had het grootste aandeel in de emissiegolf. De toenmalige bank-verzekeraar kocht in het voorjaar van 2008 nog voor 2,4 miljard euro aandelen in. In 2007 was al 2,6 miljard euro besteed aan de aandeleninkoop. De gemiddelde inkoopkoers was 26,77 euro. In oktober 2008 moest de Nederlandse Staat met een kapitaalinjectie van tien miljard euro bijspringen om ING te behoeden voor grote ongelukken. Weer een jaar later startte het bedrijf een grote kapitaalronde (claimemissie) en haalde het nog eens 7,5 miljard euro bij beleggers op. Beleggers wilden de stukken toen alleen hebben tegen een relatief stevige korting van 40 procent op de beurskoers. Dat betekende een stortvloed aan nieuwe aan- Voors en tegens van de inkoop van aandelen De winst per aandeel mag dan wel stijgen door een aandeleninkoop, dat wil niet zeggen dat er waarde is gecreëerd. Doordat de buffers van de onderneming kunnen slinken, wordt de onderneming kwetsbaarder. Aandeleninkoop kan een symptoom zijn van ideeënarmoede. De cash wordt immers niet aangewend voor investeringen of overnames. De praktijk leert dat inkopen worden gedaan als het goed gaat op de beurs en de waarderingen hoog zijn. Door dit slechte koopmanschap is op grote schaal waarde vernietigd. De motieven van aandeleninkoopprogramma’s zijn vaak ondeugdelijk. Denk hier aan het voorkomen van verwatering als gevolg van optie- of aandelenbeloningsplannen. delen. De uitgiftekoers van 4,24 euro lag ver onder de gemiddelde inkoopkoers van 26,77 euro. Inmiddels schommelt het aandeel rond de 10 euro, na een dieptepunt van twee euro in maart 2009. Meer pijn Ook bij de andere bedrijven uit de AEX bleek de inkooptiming allesbehalve ideaal. Zo kochten staalfabrikant ArcelorMittal (gemiddelde inkoopkoers: 68,70 dollar), TNT (koers: 32,31 euro) – toen nog bestaand uit TNT Express en PostNL – en Aegon (koers: 13,40 euro) in de periode voor 2008 aandelen in tegen een veelvoud van de huidige koers. Enkele bedrijven die gretig inkochten, zoals ArcelorMittal, Aegon en Reed Elsevier, moesten in de nasleep van de kredietcrisis vervolgens weer vers aandelenkapitaal ophalen om de financiële huishouding te repareren. Zo haalden AEX-bedrijven in 2009 voor 11,5 miljard euro nieuw geld bij beleggers op door aandelenuitgiftes. Dat deden ze op bodemkoersen, met als gevolg dat het effect van eerdere aandeleninkopen werd gemarginaliseerd of zelfs helemaal teniet werd gedaan. Het feit dat tussen 2004 en 2008 voor een bedrag van 47 miljard euro aan aandelen is in- column Wouter Weijand is fondsmanager bij BNP Paribas vredesdividend De uitzonderingen De meeste topmannen hebben een ongelukkige hand bij het inkopen van aandelen. Bij een handjevol bedrijven heeft een belegging in eigen aandelen wel gunstig uitgepakt. ASML bijvoorbeeld kocht tussen 2006 en 2008 voor ongeveer een miljard euro aandelen in. De koers schommelde toen tussen de 15 en 25 euro. Ter vergelijking: momenteel is dat ongeveer 70 euro. In 2009 en 2010 kreeg het Veldhovense concern het moeilijker en legde topman Eric Meurice het inkopen van aandelen tijdelijk stil. Achteraf was dit een aardig moment geweest om in te kopen. Maar in de jaren daarna is op grote schaal ingekocht tegen prijzen die gemiddeld genomen ruim onder de huidige beurskoers liggen. Ook supermarktconcern Ahold (totale aandeleninkoop sinds 2007 6,2 miljard euro) en oliegigant Shell (totale inkoop ruim 20 miljard euro) kochten gemiddeld genomen aandelen in tegen een koers die onder de koers van vandaag ligt. gekocht, toont aan dat op grote schaal waarde is vernietigd. lopige dieptepunt van de eurocrisis, gaven bedrijven meer aandelen uit dan dat er werden ingekocht. Vorig jaar werden inkoopprogramma’s weer opgevoerd na toenemende geluiden over herstel in de eurozone. Maar de netto-inkopen – vorig jaar 3,2 miljard euro – staan nog niet in verhouding tot die uit het recordjaar 2007. Ook ten opzichte van de Verenigde Staten, waar de aandeleninkopen weer op recordniveau liggen, is de inkoop van eigen aandelen op het Damrak bescheiden te noemen. Topmannen lijken af te wachten of het Europese economische herstel echt doorzet, gezien ook alle geopolitieke spanningen (Rusland, Syrië en de Gaza). Op basis van het verleden lijkt aannemelijk dat zij de portemonnee pas weer trekken als de onzekerheden zijn weggenomen, en de beurskoersen opgelopen. van Alle tijden Het agressieve inkoopbeleid van beursfondsen in de jaren voor de kredietcrisis is geen uitzondering. Uit de onderzochte data blijkt dat het fenomeen dat bedrijven inkopen als de zon schijnt en uitgeven als het regent van alle tijden is. In de jaren 2002 en 2003, toen koersen relatief laag stonden na het knappen van de internetbubbel, gaven Damrak-fondsen juist aandelen uit om de balans te versterken. Een voorbeeld is Ahold. Dat concern moest na het fraude-debacle dat in februari 2003 aan het licht kwam een levensreddende emissie doen en sprokkelde zo bijna drie miljard euro bij elkaar. Pas nadat de koersen weer stegen, werden de inkoopprogramma’s hervat. Ook in het jaar 2012, het voor- Het fenomeen dat bedrijven aandelen inkopen als de zon schijnt en uitgeven als het regent is van alle tijden door Wouter Weijand en van de fijnste vormen van dividendbeleggen is die waarbij je een vredesdividend ontvangt. Voordat u denkt dat dit een idealistisch stukje over pacifisme gaat worden, belicht ik toch vooral de zakelijke kant ervan. Oorlog of de angst daarvoor maakt meer kapot dan je lief is, en niet voor niets waren beurzen euforisch gestemd toen de Berlijnse muur viel en de Koude Oorlog voorbij leek. Zelden waren Europese beurzen en dan vooral de Duitse, hoger gewaardeerd dan toen. Niet in absolute zin, want ondertussen staan we natuurlijk veel hoger, maar in termen van koers-winstverhoudingen, et cetera. Economisch gezien is het ook logisch: alles wat je niet aan wapens hoeft uit te geven, is eigenlijk een meevaller. Bommen en granaten zijn enorm duur, ook om mee te oefenen, en worden ze ook nog een keer ingezet, dan maken ze heel veel kapot, dat later ook nog eens een keer moet worden opgebouwd. Ook slaat het een bres in het vertrouwen van de mens op een betere toekomst. Zou je oorlogen om maatschappelijke redenen al onwenselijk vinden, ook economisch gezien zijn ze een ramp. De afgelopen maanden lijken de geopolitieke verhoudingen een wending te hebben genomen. De vanzelfsprekendheid van dat vredesdividend, van structureel lagere uitgaven voor defensie, lijkt voorbij. Ook de vrijere handel, die bij die ontspanning behoorde, staat onder druk, al is dat vast niet permanent. Wat blijft hangen, is de twijfel of je zonder die wapens van vroeger wel verder kunt. Bij twijfel graaf je je vaak een stukje in. Midden jaren ’80, toen ik particuliere klanten bediende, leerde ik hoe men vermogens over de aardbol spreidde: tja, vaak had men de oorlog meegemaakt. Diegene, die alles lokaal had belegd, was het haasje geweest. Zou dat wellicht ook een rol hebben gespeeld bij de daling van de euro het afgelopen halfjaar of was het puur de verwachting dat Draghi het muntje omlaag zou praten? Waarschijnlijk was het conflict in Oekraïne al voldoende om het economisch vertrouwen en de euro enigszins te ondermijnen. Economie is geen exacte wetenschap, het is een combi van rationele zaken en een hoop emotie. Net als op de beurs kunnen onderliggende veranderingen lang verscholen blijven achter een goed of juist heel slecht sentiment. We gaan nu een andere tijd in, met nog meer monetaire vuurkracht voor een verder economisch herstel, dat er heus wel zal komen. Maar met een afkalvend vredesdividend, dat vele jaren lang zo vanzelfsprekend is geweest. effect // september 2014 - 31
© Copyright 2024 ExpyDoc