24‐4‐2014 Programma In beweging ondanks vermoeidheid CVA‐Vitaliteitscoach ∗ Casuïstiek ∗ Wat is vermoeidheid na een CVA? ∗ Wie behandelt en hoe? ∗ De CVA‐vitaliteitscoach UKON symposium 15 april 2014, Anja Kuperus Casuïstiek, patiënt 1 Wat zou je doen? Casuïstiek, patiënt 2 Wat zou je doen? ∗ Vrouw, 71 jaar, weduwe, 1 inwonende zoon (werkloos), na GRZ net weer thuis, slaapt in (kleine) huiskamer, 3 treden bij voor‐ en achterdeur ∗ CVA rechter hemisfeer, 2 maanden geleden, lichte geheugenproblemen, goede rompfunctie, MI L arm: 59, MI L been: 64, instabiele knie L, EVO, loopt met stok/rollator 30 m ∗ Mevrouw voelt zich moe sinds ze thuis is, noemt zich een “huismus”, ADL‐zelfstandig (BI 18), HDL: lichte klusjes, hobbies: TV, computerspelletjes, puzzelen, voorheen tuinieren ∗ Man, 67 jaar, alleenstaand met huishoudster, woning met trap ∗ CVA rechter hemisfeer (6 maanden geleden), obesitas (135 CVA rechter hemisfeer (6 maanden geleden) obesitas (135 kg), verdeelde aandacht↓, ziekte‐inzicht ↓, plannen ↓, goede rompfunctie, MI arm: 54, MI been: 75, voor CVA max. loopafstand 200 m, na CVA 30 min met rollator/binnenshuis zonder hulpmiddel of stok ∗ ADL‐zelfstandig (BI 18), kookt zelf, snel overbelaste gewrichten, doet nog werk als pastoor, heeft zeer wisselende dagindelingen en activiteiten, loopt regelmatig vast en is dan moe (total loss, soms enkele dagen) Vermoeidheid na CVA Hoe vaak komt dit voor? ∗ Hoe vaak komt dit voor? ∗ Wanneer spreek je van “chronische” W k j “ h i h ” vermoeidheid? ∗ Zijn er soorten vermoeidheid? ∗ Waardoor ontstaat de vermoeidheid? ∗ Is er iets aan te doen? Zo ja, wat? ∗ Meer dan 50% van CVA‐patiënten ∗ Literatuur: 38 ‐ 77% (verschillende cijfers omdat iedereen iets anders meet) 1 24‐4‐2014 Wanneer is het chronische vermoeidheid? Soorten vermoeidheid Fysieke (lichamelijke)vermoeidheid: ∗ Na inspanning, sneller moe/ langer herstel p g, g (normale vermoeidheid) Een definitie: ∗ Chronische vermoeidheid is het zelfgerapporteerde lichamelijke en/of mentaal onwelbevinden langer dan 6 maanden aanhoudend en zich uitdrukkend in uitputting, als gevolg waarvan iemand lichamelijk of mentaal niet kan functioneren op het door hem/haar gewenste niveau” ∗ Constante (chronische) vermoeidheid: gaat niet over met rusten Mentale vermoeidheid Wat is geen vermoeidheid? Oorzaken van vermoeidheid Primair (hersenletsel) ∗ Arousalproblemen: mate van alertheid ∗ “Slaap” of slaperigheid ∗ Depressie (komt wel vaak samen voor) ∗ Cognitieve (mentale) vermoeidheid ≠ cognitieve beperkingen HPA‐as ∗ ∗ ∗ ∗ Schade in specifieke gebieden Hormonen (overactieve HPA‐as) Hormonen (overactieve HPA as) Ontstekingen Netwerken: automatische naar gecontroleerde infoverwerking ∗ Brein werkt harder door afname verwerkingssnelheid en aandacht Secundair: wisselwerking en factoren die vermoeidheid in stand houden ∗ ∗ ∗ ∗ ∗ ∗ Stemming en angst Medicatie Slaap Pijn en conditie Parese (verlamming) Activiteitenpatroon Behandeling van vermoeidheid ∗ Wat wordt er aan gedaan? ∗ Wanneer wordt ermee gestart? ∗ Hoe wordt het aangepakt? ∗ Hoe wordt het geborgd? 2 24‐4‐2014 CVA Vitaliteitscoach: ontwikkeling ∗ COGRAT onderzoek, Aglaia Zedlitz ∗ Zorgwijzer Vermoeidheid ∗ Studenten Zuyd Hogeschool ∗ Laatste aanpassingen ∗ Scholing ∗ Najaar 2014: pilot Behandeling: CVA‐vitaliteitscoach, digitaal programma van 13 weken ∗ Inclusiecriteria: > 4 maanden na CVA, > 35 punten vmh CIS‐20 ∗ Ergotherapeut: begeleidt het programma E h b l id h ∗ Psycholoog: begeleidt bij zeer complexe en vaak neuropsychologische problematiek ∗ Fysiotherapeut: graded exercise, huiswerkprogramma, dagelijkse “beweging” ∗ Patiënt doet veel zelf, enkele fysieke contactmomenten/contact via email en multidisciplinair overleg CVA‐Vitaliteitscoach ∗ ∗ ∗ ∗ ∗ Aanmelding: inclusiecriteria Intake en inschrijving Contactmomenten MDO’s vermoeidheidsteam Sessies: educatie, helpende en blokkerende gedachten, doel formuleren, inventariseren, plannen, evalueren planning, ontspanning, assertiviteit Inzicht in vermoeidheid ∗Welke uitspraak is juist? 1. Na een CVA komt altijd chronische vermoeidheid voor 2. Er zijn verschillende soorten vermoeidheid Inzicht in vermoeidheid, antwoord ∗ Beide uitspraken zijn juist ∗ Nee, uitspraak 2 is juist. Er zijn verschillende soorten , p j j vermoeidheid: normale en chronische vermoeidheid; en lichamelijke en mentale vermoeidheid. ∗ Chronische vermoeidheid komt vaak voor na een CVA, maar niet bij alle CVA‐patiënten. Dit verschilt per patiënt. Er is sprake van chronische vermoeidheid als iemand langer dan 4 maanden last heeft van ernstige vermoeidheid. 3 24‐4‐2014 Helpende en blokkerende gedachten ∗Waar of niet waar? Negatieve gedachten kunnen negatieve gevoelens oproepen. Doel beschrijven Helpende en blokkerende gedachten, antwoord ∗ Waar ∗ Dit is inderdaad waar. Als u negatieve gedachten heeft, kan dit leiden tot negatieve gevoelens Voorbeelden van deze dit leiden tot negatieve gevoelens. Voorbeelden van deze gevoelens zijn spanning, somberheid en irritatie. Deze gevoelens kunnen veel energie kosten. ∗ Niet waar Nee, dit is wel waar. Als u negatieve gedachten heeft, kan dit leiden tot negatieve gevoelens. Voorbeelden van deze gevoelens zijn spanning, somberheid en irritatie. Deze gevoelens kunnen veel energie kosten. Inventarisatie activiteiten en score vermoeidheid Doel: Ik wil over een maand 30 minuten Doel: Ik wil over een maand 30 minuten achter elkaar kunnen wandelen. Specifiek Conditie opbouwen om te kunnen wandelen Meetbaar 30 minuten achter elkaar Acceptabel Ja, mijn partner wil met mij mee wandelen Realistisch Ja, dit doel is haalbaar Tijdsgebonden Over een maand wil ik dit doel bereikt hebben Plannen Tips bij het maken van uw weekplanning: ∗ ‐ Maak uw planning op een vast moment in de week, waarop u genoeg energie heeft ∗ ‐ Plan eerst rustmomenten en vaste activiteiten, vervolgens pas andere activiteiten ∗ ‐ Plan genoeg tijd in voor activiteiten Plannen ∗ Activiteiten kunnen uitlopen, houd hier ook rekening mee in uw planning ∗ ‐ Plan genoeg rustmomenten in en plan ook hier genoeg tijd voor in ∗ ‐ Plan niet te veel activiteiten achter elkaar ∗ ‐ Maak een lijstje met voor u ontspannende activiteiten. Deze kunt u dan erbij pakken als u een ontspannende activiteit wilt doen, bijvoorbeeld als u moe bent. 4 24‐4‐2014 Leren van plannen Leren van plannen Heeft u vandaag uw planning kunnen volgen? Ja Dat is goed om te horen. Ga zo door met het volgen van uw planning. Nee Waarom is dit niet gelukt? U kunt meerdere antwoorden selecteren Ik had niet genoeg tijd Probeer genoeg tijd in te plannen voor de activiteiten. Pas als dit nodig is uw planning aan. ∗ Ik was te moe ∗ Plan genoeg rustmomenten tussen de verschillende activiteiten. Zorg er ook voor dat u hier voldoende tijd voor heeft. Plan niet te veel activiteiten achter elkaar. Pas als dit nodig is uw planning aan. ∗ Er kwamen andere dingen tussendoor ∗ Er kunnen altijd andere dingen tussendoor komen, die u j g , van tevoren niet kon voorzien. Dit is niet erg. Een planning kan altijd aangepast worden. Pas als dit nodig is uw planning aan. Plan bijvoorbeeld een activiteit die u vandaag niet heeft kunnen doen, op een andere rustigere dag. ∗ Andere reden ∗ Wat is deze andere reden? ∗ Vrije tekst Evalueren, CIS‐20 Ontspannen ∗ ∗ ∗ ∗ ∗ ∗ ∗ Welke uitspraak is juist? 1 Ontspanning kan ervoor zorgen dat u 1. Ontspanning kan ervoor zorgen dat u weer meer energie krijgt 2. Het is belangrijk dat u ontspannende activiteiten in uw weekplanning opneemt Ontspannen, antwoord ∗ Beide uitspraken zijn juist ∗ Inderdaad, beide uitspraken zijn juist. Door , p j j ontspanning kunt u ervoor zorgen dat u weer meer energie krijgt. De batterij wordt als het ware weer opgeladen. En als u ontspannende activiteiten in uw planning opneemt, weet u dat u er genoeg tijd voor heeft. Zo kunt u zorgen voor een afwisseling van inspannende en ontspannende activiteiten. Op die manier kunt u voorkomen dat u erg vermoeid wordt. Assertiviteit ∗ U heeft uitleg gekregen over verschillende manieren van communicatie. Er volgen nu een paar g p voorbeeldsituaties. In de antwoorden vindt u voorbeelden van subassertieve, agressieve en assertieve reacties op deze situaties. Kies het antwoord dat volgens u de assertieve reactie is. 5 24‐4‐2014 Nieuwe manier van actief zijn, borgen = gedragsverandering Assertiviteit, antwoord ∗ Mevrouw Jansen: Ik vind het vervelend dat je me in de rede valt, omdat ik dan de draad van mijn verhaal kwijtraak. Ik zou graag willen dat je me laat uitpraten.’ kwijtraak. Ik zou graag willen dat je me laat uitpraten. ∗ Inderdaad, dit is een assertieve reactie. Mevrouw Janssen komt voor zichzelf op, bewaakt haar grenzen en houdt rekening met de ander. ∗ Bij de subassertieve reactie doet mevrouw Janssen zichzelf tekort en geeft haar eigen grenzen niet voldoende aan. En bij de agressieve reactie houdt ze geen rekening met de ander, en roept een conflict op. Deze situaties kunnen vermoeidheid verergeren. ∗ ∗ ∗ ∗ ∗ Inzicht Herkennen valkuilen Structuur in dag‐ en weekplanning Kunnen aanpassen van planning Assertief omgaan met omgeving RESULTAAT: VOLDOENDE ENERGIE HEBBEN OM ACTIEF TE BLIJVEN en IN BEWEGING TE BLIJVEN 6
© Copyright 2024 ExpyDoc