Gevolgen en adviezen na een buismaagoperatie

Chirurgie
Gevolgen en adviezen na
een buismaagoperatie
www.catharinaziekenhuis.nl
Inhoud
Gevolgen na een buismaagoperatie ...................................................
Na de operatie ....................................................................................
Wanneer neemt u direct contact op? . ...............................................
Veranderde spijsvertering ..................................................................
Ontlasting ...........................................................................................
Activiteiten .........................................................................................
Zorgverzekering ..................................................................................
Vermoeidheid .....................................................................................
Zelfbeleving ........................................................................................
Rol en relatie ......................................................................................
Seksualiteit .........................................................................................
Verwerking .........................................................................................
Vragen ................................................................................................
Contactgegevens ................................................................................
Patiëntenvoorlichting: [email protected]
CHI040 / Gevolgen en adviezen na een buismaagoperatie / 15-07-2014
2
3
3
4
5
6
6
7
7
9
10
11
11
12
12
Gevolgen en adviezen na een
buismaagoperatie
Wij hebben deze folder gemaakt om u zo goed mogelijk te
informeren over de gevolgen die de buismaagoperatie op
uw dagelijks leven kan hebben. Deze gevolgen brengen een
aantal leefregels met zich mee.
De informatie die staat beschreven dient als handvat om de periode na
ontslag zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen. Het kan voorkomen
dat de dingen bij u iets anders verlopen dan in deze folder staat
beschreven. Iedere patiënt kan namelijk andere problemen ervaren bij
het herstel.
Gevolgen na een buismaagoperatie
De buismaagoperatie is een complexe operatie met uiteenlopende
complicaties en gevolgen op lange termijn. Dit heeft zowel lichamelijk
als psychisch veel gevolgen voor u en uw familie en kan dan ook veel
vragen en onzekerheden oproepen.
Het blijkt vaak niet eenvoudig om na de behandeling de draad van
het gewone leven weer op te pakken. Voor sommigen kan het herstel
langer duren dan zij hadden gedacht. Uw kijk op het leven is mogelijk
veranderd. Het wordt eigenlijk nooit meer zoals het was. Voor u en uw
naasten is dit alles vaak moeilijk te accepteren. Het is niet een kwestie
van een knop omdraaien, maar veel meer een kwestie van tijd.
In deze folder wordt aan de hand van een aantal onderwerpen
beschreven welke gevolgen de buismaagoperatie op alle facetten van
uw bestaan kan hebben. Daarbij worden de leefregels vermeld die op
dit onderwerp van toepassing zijn.
Na de operatie
Tijdens de operatie wordt de slokdarm samen met het begin van de
maag verwijderd. Dit gebeurt via de buikholte. De buikwond wordt
3
meestal onderhuids gehecht met oplosbare hechtingen. Soms komt
het ook voor dat de buikwond wordt gesloten met nietjes (agraves).
Deze mogen tien dagen na de operatie verwijderd worden. Als dit
nog niet op de afdeling is gebeurd, kan dit alsnog door de huisarts,
de verpleegkundige van de thuiszorg, of de verpleegkundige op het
Oncologiecentrum worden gedaan. Als de buikwond droog is, hoeft
er geen verbandmateriaal op. Als dit niet het geval is kan de wond
verbonden worden met een absorberend verband of pleister.
Om de buismaag in de hals aan de slokdarm te hechten, wordt ook een
wond gemaakt in de hals. De halswond is meestal onderhuids gehecht
met in het midden een opening, zodat eventueel wondvocht de wond
kan verlaten. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van een golfdrain
(een ongeveer twee cm brede, gegolfde strip). Doordat de golfdrain
van kunststof is gemaakt, is deze erg flexibel. Hij zit voor een deel in de
wond en steekt er een stukje uit.
Na ongeveer zeven dagen wordt er een slikfoto (röntgenfoto terwijl u
slikt) gemaakt. Dit onderzoek vindt plaats op de afdeling Radiologie. Op
aanwijzing van de radioloog moet u een contrastvloeistof of bariumpap
drinken. Tijdens het drinken worden opnames in verschillende
richtingen gemaakt. Hiervoor moet u met uw lichaam naar rechts of
naar links draaien. Op de slikfoto is te zien of de verbinding tussen de
nieuwe buismaag en de slokdarm is vastgegroeid. Als dit het geval is
verwijdert de verpleegkundige de golfdrain.
De halswond wordt meestal verbonden met een absorberend verband.
Als de wond veel slijm of wondvocht lekt, wordt de wond vaak een of
twee keer daags gespoeld. Om het vocht op te vangen wordt er vaak
voor gekozen om een opvangzakje op de huid te plakken.
U mag vanaf de tweede dag na de operatie gewoon douchen. Het is
verstandiger om met baden en/of zwemmen te wachten tot de wonden
genezen zijn (ongeveer tien dagen).
Wanneer neemt u direct contact op?
Het is belangrijk om contact op te nemen met het ziekenhuis als u
na ontslag een temperatuurverhoging heeft van hoger dan 38.5˚C,
4
de wond gezwollen is, of rood ziet. Binnen kantooruren kunt u bellen
naar het Oncologiecentrum. Buiten kantooruren kunt u bellen naar de
Spoedeisende Hulp.
Veranderde spijsvertering
De buismaagoperatie heeft een aantal gevolgen voor uw gezondheid.
De slokdarm is verwijderd en vervangen door het resterende gedeelte
van de maag (de buismaag). Dit heeft gevolgen voor de spijsvertering.
Het spijsverteringskanaal past zich na verloop van tijd aan de nieuwe
situatie aan. Hierdoor kunnen deze problemen verminderen of zelfs
verdwijnen.
Deze lichamelijke gevolgen zijn:
• Kleinere maag: doordat van de maag een buis is gemaakt, is de
opslagcapaciteit van de maag kleiner. Daarbij zal de maag zich trager
ontledigen. Hierdoor zit u sneller vol en kunt u minder grote porties
eten dan u gewend was. Vaak herstelt dit zich in de loop der tijd.
• Passageklachten: door het ontstaan van littekenweefsel kunnen er
problemen ontstaan omdat de verbinding tussen de buismaag en
het restant van de slokdarm nauw wordt. Hierdoor kan voedsel deze
doorgang moeilijker passeren. Ongeveer 20-25% van de patiënten
krijgt hier last van. Deze klachten kunnen echter verholpen worden
en zijn dan ook tijdelijk.
• Oprispingen: doordat het sluitmechanisme tussen maag en slokdarm
wordt weggenomen, kan voedsel met verteringssappen de verkeerde
kant op gaan en in het eerste deel van de slokdarm terechtkomen.
Dit kan een zure smaak in de mond geven. Ongeveer 50% van de
patiënten heeft hier last van.
• Dumping: na de aanleg van een buismaag komt het voedsel sneller
en in grotere hoeveelheden in de dunne darm. Soms kan dit
bepaalde klachten veroorzaken. Na de maaltijd kunnen misselijkheid,
hartkloppingen, de neiging tot flauwvallen, sterk transpireren,
beverigheid en een sterk hongergevoel optreden. Bij dit soort
klachten spreekt men van ‘ dumping’.
Deze veranderingen kunnen leiden tot voedingsproblemen. In de folder
‘Voeding na een buismaagoperatie’ wordt hier uitgebreid op ingegaan.
5
Ontlasting
Na een buismaagoperatie passeert de voeding sneller het
spijsverteringskanaal. Bovendien verloopt door de operatie de
uitscheiding van spijsverteringssappen zoals gal, onregelmatig. Het
gevolg is dat het eten minder goed met spijsverteringssappen wordt
vermengd en daardoor slechter verteert. Door die slechte vertering kan
diarree ontstaan.
In enkele gevallen komt het voor dat u juist moeite heeft met de
ontlasting, ook wel obstipatie genoemd. Dit komt niet zo zeer door
de buismaagoperatie, maar kan ook komen door het veranderde
leefpatroon. Door het eten van vloeibare voeding krijgt u minder
voedingsvezels binnen. Als u te weinig drinkt droogt het lichaam uit, dus
wordt de ontlasting ook harder. Minder lichaamsbeweging, bijvoorbeeld
door vermoeidheid, kan ook obstipatie veroorzaken. Verder hebben
sommige pijnstillers obstipatie als bijwerking. Bij obstipatie is het
raadzaam om de eerste weken na de operatie niet te persen tijdens de
stoelgang. Als het ontlasten u erg veel moeite kost, is het verstandig
om pruimen of vezelrijke voeding te eten en veel te drinken. Vraag
desnoods een laxeermiddel aan de huisarts.
In de folder ‘Voeding na een buismaagoperatie’ wordt verder ingegaan
op mogelijke problemen en eventuele voedingstips.
Activiteiten
Na een buismaagoperatie zijn er geen activiteiten die u medisch gezien
niet mag doen. Het is goed om langzaam uw conditie weer op te
bouwen, zonder te forceren. Beweging is dus altijd goed, tenzij dit pijn
of andere klachten veroorzaakt. Bij twijfel kunt u met uw vragen altijd
bij uw arts terecht.
Zodra u weer thuis bent mag u in principe weer autorijden en fietsen,
ook verzekeringstechnisch. Aan te raden is hiermee echter te wachten
totdat de wonden genezen zijn. Bij twijfel kunt u het beste de arts en/of
uw verzekeringsmaatschappij raadplegen.
6
Na de opname in het ziekenhuis heeft u tijd nodig om te herstellen en
te verwerken wat u heeft meegemaakt. Langzaam maar zeker kan de
draad van het gewone leven weer worden opgepakt. Ook als u zich
niet ziek meer voelt, betekent dit nog niet dat alles weer gewoon is.
Sommige patiënten hebben lange tijd last van de gevolgen van een
buismaagoperatie. De omgang met familie en vrienden, kennissen en
collega’s kan zijn veranderd, doordat zij mogelijk niet goed weten hoe
zij met de nieuwe situatie moeten omgaan. Daardoor is het meestal ook
niet eenvoudig om werk, huishouden, sporten en hobby’s weer op te
pakken. Vooral werken kan een probleem gaan vormen. U mag uw werk
hervatten, wanneer u zich goed genoeg voelt. Het is afhankelijk van het
soort werk dat u normaal gesproken verricht en van uw lichamelijke
conditie.
Het kan zijn dat u na de buismaagoperatie niet meer hetzelfde werk
kunt doen, bijvoorbeeld omdat het te zwaar is. Dit kan een reden zijn
om ander werk te gaan doen bij dezelfde werkgever of een andere
werkgever te zoeken. Als u, als ex-kankerpatiënt, een nieuwe werkgever
zoekt bent u in het algemeen niet verplicht bij de sollicitatie te vertellen
dat u behandeld bent voor kanker, tenzij de ziekte of de behandeling het
werk nadelig kan beïnvloeden.
Zorgverzekering
Houd er rekening mee dat er moeilijkheden kunnen ontstaan bij het
afsluiten of veranderen van een zorgverzekering. Verzekeraars durven
mogelijk het risico niet aan. Dit kan tot gevolg hebben dat (ex-)patiënten
een extra hoog bedrag aan premie moeten betalen.
Vermoeidheid
Het kan zijn dat u voorafgaande aan de operatie al een gebrek aan
energie had. Dit is een veel voorkomend verschijnsel bij mensen
die kanker hebben: ruim twee derde van alle mensen zegt last van
vermoeidheid te hebben, vaak zelfs dagelijks. Het is vaak onduidelijk
of de vermoeidheid door de ziekte, of door de behandeling komt.
Na de operatie voelt u zich dan waarschijnlijk ook nog geruime tijd
vermoeid. Dit komt niet door de narcose, maar door een combinatie
van lichamelijke en/of psychische oorzaken. Ten eerste gaat uw
7
conditie door de operatie en de noodzakelijke bedrust erna, binnen
een paar dagen flink achtereruit. Verder vraagt het herstel na een
buismaagoperatie veel energie van uw lichaam.
Na de operatie kan er een relatief tekort zijn aan rode bloedlichaampjes
(bloedarmoede). Hierdoor kunt u zich zwakker voelen dan normaal,
totdat uw lichaam weer voldoende rode bloedcellen heeft aangemaakt.
Na een operatie ontstaat er een verhoogde behoefte aan
lichaamseiwitten en vetten, zodat het lichaam zich kan herstellen. Als
niet aan deze voedingsbehoefte wordt voldaan, is het mogelijk dat u
ondervoed raakt. Hierdoor neemt uw lichamelijke conditie mogelijk
verder af. Doordat in de thuissituatie vaak andere activiteiten van
u worden verwacht dan in het ziekenhuis, kunt u zich de eerste tijd
dan ook vermoeider voelen. Tot slot kunnen psychische oorzaken
tot vermoeidheid leiden. Het verwerken van de ziekte, maar ook
schuldgevoelens en angst kunnen ervoor zorgen dat u mogelijk piekert
en hierdoor een slechte nachtrust ondervindt.
Probeer bij uzelf na te gaan waar u het meest tegen aanloopt. Is het
nodig om op korte termijn weer alles te kunnen wat u vroeger kon? Het
helpt als u kijkt naar wat u wel kunt, in plaats van naar wat u allemaal
niet (meer) kunt. Soms hebben anderen de neiging om voor u te gaan
denken. Probeer duidelijk te zijn en zeg tegen de mensen om u heen dat
u hun goedbedoelde adviezen niet op prijs stelt, maar geef ook aan wat
ze wél voor u kunnen betekenen.
Eventuele tips zijn:
• Probeer structuur in de dag te brengen door op vaste tijden op te
staan, een dagindeling te maken en u hieraan te houden.
• Gaat u iets ondernemen dat extra energie kost, neem dan van
tevoren voldoende rust en pas ook de rest van de dagindeling hierop
aan door uw inspanningen over de dag te verspreiden.
• Stel prioriteiten en probeer alleen die dingen te doen die voor u
belangrijk zijn.
• Stel realistische doelen.
8
• Stel uw grenzen, vermijd tijdsdruk en neem af en toe een korte
pauze tussen de activiteiten.
• Accepteer hulp van anderen.
• Durf nee te zeggen.
Zelfbeleving
U kunt door de ziekte behoorlijk uit uw evenwicht raken. U kunt het
gevoel hebben dat alles u overkomt en dat u nergens meer invloed op
heeft. Bij kanker gaat het om wezenlijke veranderingen, ingrijpende
verliezen en de rouw daarover. Iedereen verwerkt dit op zijn eigen
manier en in zijn eigen tempo.
Kanker maakt veel emoties los. Deze emoties gaan gepaard met
gevoelens van controleverlies en machteloosheid. Het kan voorkomen
dat u boos bent om wat u is overkomen. Door de buismaagoperatie kan
uw lichaam en hiermee uw zelfbeeld veranderd zijn. In de periode na de
operatie kan het zijn dat u voor alles gevoeliger bent. U bent mogelijk
prikkelbaarder of huilt eerder. In deze periode krijgt u pas de tijd om
te beseffen wat kanker voor uw leven betekent. U merkt misschien
dat u bent veranderd. Sommigen patiënten vinden van zichzelf dat ze
harder zijn geworden, meer voor zichzelf opkomen. U heeft misschien
meer behoefte aan praten dan daarvoor. Anderen begrijpen dit
soms niet omdat ze denken dat het nu juist over is. Een gesprek met
medepatiënten kan opluchting of steun geven, vooral in deze periode.
Meer informatie vindt u in de folder over lotgenotencontact. Betrek
hierbij zo mogelijk ook uw partner en kinderen. Het helpt hen zich te
realiseren dat het leven niet gewoon doorgaat.
Veel patiënten blijven nog lange tijd onder controle. Dat kan een gevoel
van veiligheid geven, maar ook van angst. U bent misschien bang dat
er weer wat wordt ontdekt. U kunt lang angstig blijven voor terugkeer
van de ziekte. Die angst zit vaak diep in iemand en kan ineens de kop
opsteken. Bij elke lichamelijke klacht of pijn wordt een verband gelegd
met de ziekte, ook al beseft u soms dat het een ‘gewone’ ziekte kan zijn,
zoals griep. Anderen realiseren zich vaak niet hoe sterk die angst is en
begrijpen uw reactie niet.
9
Één van de dingen die u dan ook tegen kunt komen is onbegrip.
Sommige mensen verwachten dat u er ziek uitziet. Wanneer dat niet het
geval is zeggen ze misschien: ‘Wat zie je er goed uit’. Het is waarschijnlijk
bedoeld als compliment maar u kunt het als pijnlijk ervaren. U kunt
immers last hebben van niet zichtbare gevolgen. U kunt bijvoorbeeld
nog lang last hebben van vermoeidheid. Als anderen niets aan u zien,
verwachten zij dat u weer gewoon mee kan doen.
Rol en relatie
Het lijkt soms of niets meer is zoals ‘vroeger’. Vaak is uw blik op het
leven veranderd. Maar ook veranderingen in de taakverdeling zijn soms
niet te vermijden. Dat lijkt misschien iets om gemakkelijk over heen te
stappen, toch moet u dan samen zoeken naar een nieuw evenwicht. Als
iedereen u alles uit handen neemt en u steeds ontziet, werkt dit vaak
averechts. Het kan zijn dat uw partner de neiging heeft om de dingen
alléén te regelen, omdat u al genoeg aan uw hoofd heeft. Enerzijds kan
dit u het ellendige gevoel geven dat u niet meer meetelt. Anderzijds kan
uw partner het idee krijgen dat hij of zij overal alleen voor staat. Dat
wilt u waarschijnlijk geen van beide. Probeer zoveel mogelijk dingen te
blijven bespreken. Wees duidelijk in wat u van elkaar verwacht en ga
samen na wat u wel en niet kunt doen.
Verder kan het voorkomen dat u zich schaamt voor de lichamelijke
veranderingen die u heeft ondergaan. Deze schaamte kan zich uiten
naar uw partner toe, maar soms ook naar buiten toe. Houd er rekening
mee dat niet alleen uzelf maar ook anderen soms rekening moeten
houden met de gevolgen van uw ziekte of behandeling. U kunt het beste
zo open mogelijk zijn, zodat iedereen de mogelijkheid heeft om er op
zijn eigen manier op te reageren.
Naast veranderingen in het uiterlijk, zoals de jejunostomiekatheter
of het litteken in de hals, kunnen onzichtbare veranderingen, zoals
voedingsproblemen, tot een sociaal isolement leiden. U schaamt zich
misschien en hebt de neiging om thuis te blijven. Mogelijk merkt u dat
anderen er geen raad mee weten. Probeer om eerst weer contact te
leggen met goede vrienden. Als u ziet dat anderen moeite hebben om
10
hun houding te bepalen, kunt u de spanning doorbreken door er zelf iets
over te zeggen. Ook dat voorkomt een isolement.
Seksualiteit
Een buismaagoperatie kan invloed hebben op uw seksuele leven. De
eerste tijd na de operatie staat uw hoofd er mogelijk helemaal niet naar.
Uw seksuele behoefte komt mogelijk pas wanneer de wond is genezen
en u wat op krachten bent gekomen. Natuurlijk kan er wel de behoefte
bestaan aan lichamelijke warmte, tederheid en intimiteit. Maar na
verloop van tijd kan het zijn dat u de draad van het gewone leven weer
wilt oppakken en daar hoort seksualiteit ook bij. Uw relatie kan hierdoor
ook onder druk komen te staan. Al is het soms moeilijk om er woorden
voor te vinden, toch kan het helpen om uw partner te vertellen waar u
op dat moment behoefte aan heeft en waarover u zich onzeker voelt. Zo
schept u een sfeer van vertrouwen, waarin u samen kunt zoeken naar
nieuwe mogelijkheden.
Verwerking
Kanker komt altijd ongelegen. Ineens komt uw werk stil te liggen of
moet dit worden overgenomen door anderen. U bent wellicht met
allerlei dingen bezig en moet daar ineens mee stoppen. Dit kan leiden
tot de nodige frustraties en/of schuldgevoelens.
Doordat u vaak veel tijd heeft om na te denken, kunt u gaan piekeren.
Sociale contacten en verhoudingen met mensen in de directe omgeving
worden hierbij kritisch onder de loep genomen. Hierbij kunt u er
soms achter komen wie uw echte vrienden zijn. Vooral in het begin is
de aandacht van anderen erg groot. Na verloop van tijd neemt deze
aandacht vaak af. Dit alles kan leiden tot eenzaamheid.
Niet iedereen uit zich even gemakkelijk. U bent misschien helemaal
niet zo’n prater. Dan is het extra moeilijk om een ingrijpende ziekte als
kanker ter sprake te brengen. Het hoeft echt niet altijd een urenlang,
diepgaand gesprek te zijn.
Eén opmerking kan al veel betekenen. Het kan zijn dat u wel wilt praten,
maar dat anderen dat moeilijk vinden. Ze zijn misschien bang dat u
oplossingen van hen verwacht of dat ze niet de juiste woorden kunnen
11
vinden om u troost of goede raad te geven. Help hen een handje door
te zeggen dat het voor u al voldoende is dat de ander er gewoon is en
aandachtig luistert. Er kunnen ook tijden zijn waarin uw hoofd helemaal
niet naar praten staat. U heeft dan misschien vooral behoefte om
alleen te zijn of in stilte bij elkaar te zijn. Dan is alleen de aanwezigheid
van iemand al voldoende. Er hoeft niet zonodig gepraat te worden.
Ook een gebaar, een blik of een aanraking kan je goed doen. Een hand
vasthouden kan heel veelzeggend zijn. Als praten niet lukt, maar je hebt
wel de behoefte om je te uiten of om de dingen op een rijtje te zetten,
probeer dan eens te schrijven. Op papier lijken emoties soms wat verder
van je af te staan en daardoor wat beter hanteerbaar. Ook andere
bezigheden kunnen helpen als het met woorden niet lukt zoals tekenen,
schilderen, gedichten maken of naar muziek luisteren.
Vragen
Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u
contact opnemen met het Oncologiecentrum.
Contactgegevens
Catharina Ziekenhuis
Telefoon 040 - 239 91 11
www.catharinaziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp
040 - 239 96 00 Oncologiecentrum
040 - 239 66 00 (bereikbaar van ma t/m vrij van 08.30 tot 16.30 uur)
Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Chirurgie kunt u
terugvinden op www.catharinaziekenhuis.nl/chirurgie.
12
13
14
15
Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven
Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven