Voorjaar 2014 CATALOGUS Primair onderwijs Boeken Magazine E-learning Voorwoord Ga voor praktische scholing op maat SABINE KOKEE | DIRECTEUR UITGEVERIJ LEUKER.NU Leren kan leuker Nascholing organiseren? Best lastig! Hoe zorg je voor een aanbod dat past bij individuele verschillen maar toch zorgt voor een gezamenlijke ‘body of knowledge’ in het team? Met onze e-learning geeft u daar eenvoudig en voordelig invulling aan. Onze e-learningmodules voor leerkrachten en directeuren ontwikkelen we vanuit de gedachte dat kennis verwerven leuk moet zijn en dat het geleerde ook meteen in de praktijk moet kunnen worden toegepast. Videoles met het feedbackgesprek met de leerkracht In januari 2013 ben ik gestart met uitgeverij Leuker.nu en vol trots presenteer ik u nu – ruim een jaar later – de eerste catalogus. Boeken en e-learning E-learning volgens een vast stramien Onze e-learningcursussen zijn opgezet volgens een doordacht onderwijskundig concept. Na een korte introductie op het thema, duiken we de praktijk in. Een casus of een video vormt het vertrekpunt. Daarna krijgt u achtergrondinformatie die bestaat uit basis- en verdiepingsstof. Nadat u deze informatie heeft bestudeerd krijgt u praktische handvatten voor de praktijk. Met de handige stappenplannen en checklists kunt u direct in de praktijk aan de slag. Iedere cursus wordt afgesloten met een toets. Al onze uitgaven hebben we met veel plezier gemaakt en vormgegeven. De boeken zijn niet alleen maar letters op papier, maar dragen u stuk voor stuk ook inspirerende tools aan om in de praktijk mee aan de slag te gaan. Die inspiratie vindt u ook in de e-learning in de Cadenza Highschool, die in samenwerking met Leuker.nu ontwikkeld is. U vindt er bijvoorbeeld modules als: • • • • • • Praktijkvideo’s voor leerkrachten De cursussen voor leerkrachten starten altijd met een video waarin een les wordt geobserveerd. Aan het eind van de cursus ziet u een videoles waarin één van onze onderwijsadviseurs de les met de leerkracht bespreekt. Op onze website kunt u een voorbeeld van deze e-learning bekijken. Werkt u met onze vaardigheidsmeter instructiegedrag? De cursussen sluiten naadloos aan op de indicatoren voor instructiegedrag uit de VHM. De voordelen van onze e-learning • Cursussen voor leraren en directeuren • Leren in je eigen tempo op je eigen moment • Geen reistijd • Boeiende video’s met echte praktijksituaties • Handige stappenplannen en checklists • Certificaat na afronding van de cursus • Voordelig geprijsd Met uitgeverij Leuker.nu richt ik mij op het maken van uitgaven die gericht zijn op de professional in het primair onderwijs. Leuker.nu staat voor Leren En Uitgeven Kan Echt Revolutionair Nu: oftewel Leuker! Met de boeken, het bookmagazine en de e-learning wil ik als uitgever – samen met de auteurs die deze uitgaven maken – u als professional verder ontwikkelen in uw vak. Met als uitgangspunt dat Leren ook wel gewoon Leuk mag zijn! De leerkracht geeft duidelijke uitleg De leerkracht geeft feedback op het leer-en ontwikkelingsproces De leerkracht bevordert het zelfvertrouwen van de leerlingen De schoolleider beïnvloedt het denken De schoolleider maakt professioneel schoolbeleid De schoolleider creëert draagvlak in de school Gratis bookmagazine Wilt u weten waar ik zelf mijn inspiratie vandaan haal? Dat doe ik met de ontwikkeling van het Yepafrica Empowerment Learning Centre in Gambia. Neem maar eens een kijkje op www.yepafrica.org. Als u op de hoogte wilt blijven van de ontwikkelingen in uw vak, kijk dan eens op www.pomanagement.nl. Op de site vindt u interessante artikelen in verschillende dossiers. Als u zich registreert op de website ontvangt u gratis twee keer per jaar (in maart en in oktober) het bookmagazine PO Management in de bus. Boeken inkijken In deze catalogus vindt u meer informatie over alle uitgaven, u kunt ze bestellen of verder bekijken op www.leuker.nu. Daar kunt u zich ook inschrijven voor onze nieuwsbrief. Wilt u zelf een uitgave maken en daarover eens van gedachten wisselen? Neemt u dan eens contact met mij op, dan vertel ik u waarom dat leuker kan! Ik wens u veel inspiratie en leesplezier, Met onze e-learningmodules kunt u flexibel en praktisch uw nascholingsplan invullen. Om een goed gebruik van deze vorm van online leren te garanderen, bieden wij bij de start eenmalig een gratis teampresentatie. Sabine Kokee Uitgever Fotografie: PHOTO40, Yepafrica E-mail: [email protected] Telefoon: 06 – 23 56 51 84 Bekijk een voorbeeld van onze e-learning op www.cadenza-oc.nl/e-learning/ Catalogus Leuker.nu | 3 Management Kiezen of delen? Een aanpak voor het nemen van een teambesluit Rating & Ranking Het is maandag half vier. Het team van De Tol vergadert over de keuze voor een nieuwe rekenmethode. Enkele teamleden hebben het nodige voorwerk gedaan, want het is een belangrijk teambesluit. De school zal de nieuwe methode immers tien jaar gebruiken. De visie op het rekenonderwijs is daarom duidelijk op papier gezet en de wensen rondom de nieuwe rekenmethode zijn geïnventariseerd. Vervolgens zijn er drie zichtzendingen aangevraagd en met elke methode hebben de collega’s een aantal proeflessen gegeven. Tekst: drs. Theo Wildeboer 4 | Catalogus Leuker.nu Nu is daar het moment: kiezen. Welke methode wordt het? Cor, de schoolleider, schuifelt nog wat nerveus op zijn stoel. Het zal erom spannen. De meningen lijken verdeeld en het zal niet gemakkelijk zijn om de onder- en bovenbouw op één lijn te krijgen. Sofie, de juf van groep 3, is nogal uitgesproken in haar mening: rekenen moet vooral betekenisvol en uitdagend zijn. Karel van groep 7 vindt dat kinderen te weinig getraind worden in oplossingsstrategieën. Voor hem hoeven al die plaatjes en spelletjes niet zo. Rating & Ranking Soms worden op scholen ingrijpende besluiten genomen. De jaarlijkse groepsverdeling of de aanschaf van een lesmethode zijn hier mooie voorbeelden van. Vaak kan er gekozen worden uit verschillende opties. En voor elke optie is wel iets te zeggen. Maar wat is nu de beste keus? En hoe zorgt u ervoor dat een besluit kan rekenen op brede instemming van het team? Werken met de scoringsmatrix van de Rating & Ranking-techniek kan in dit soort situaties heel zinvol zijn en weerstand voorkomen. Hoe werkt het? Bij deze werkwijze neemt u uw team mee in een eerlijke, geobjectiveerde werkwijze. Iedereen kan zijn zegje doen en zijn oordeel laten meewegen, ook de collega’s die misschien niet zo gemakkelijk op de voorgrond treden. Stel, u heeft de keuze uit drie opties (bijvoorbeeld lesmethode A, B of C). De werkwijze is dan als volgt: 1. Bepaal samen met de groep de criteria die van belang zijn voor het nemen van een besluit. Zie erop toe dat de criteria goed passen bij de visie van de school. Het kan hier gaan om zaken als: • Biedt de methode differentiatiemogelijkheden? • Is het materiaal aantrekkelijk voor onze leerlingen? • Biedt de methode ICT-mogelijkheden? 2. Haast u niet; er mag geen misverstand zijn over de interpretatie van de criteria. Spreek ze allemaal goed door en noteer ze zo duidelijk als nodig is in de matrix. Dan krijgt u een beeld als in figuur 1. 3. Vraag de teamleden om op een tienpuntsschaal het belang van het criterium aan te geven. Hoe zwaar mag het criterium meewegen in de uiteindelijke beoordeling? U neemt het gemiddelde van alle scores. Dat wegingsgetal komt in de matrix onder ‘weging’ te staan. Differentiatie telt in dit voorbeeld dus het zwaarst. 4. Ken de scores toe, per methode en per criterium, ook weer door de individuele scores te middelen. Hoe hoogt scoort methode A op het criterium Differentiatie? En methode B? In dit voorbeeld zien we dat het team methode A gemiddeld een 7 geeft op het criterium Differentiatie, terwijl methode B een score 4 krijgt, et cetera. 5. Vermenigvuldig de weging met de gemiddelde teamscore per criterium en noteer de totalen per methode. U ziet nu welke methode de hoogste score krijgt. In dit voorbeeld komt methode C er het beste uit. Tip Het is belangrijk om de criteria die betrokken worden in het keuzeproces goed te omschrijven. Heeft iedereen hetzelfde beeld bij termen als ‘differentiatie’ of ‘aantrekkelijke vormgeving’? Schrijf de begrippen eventueel uit en vraag de teamleden of zij zich in de definitie kunnen vinden. Prijs: € 34,95 Omvang: 192 pagina’s ISBN: 978-94-91769-00-9 We zijn minder rationeel dan we denken Het ‘halo-effect’ is er een van de oorzaken van dat mensen soms irrationele besluiten nemen. In de reclame-industrie wordt hier zelfs heel slim gebruik van gemaakt. Denk eens aan zongerijpte sinaasappelen. Een stralende verpakking met een mediterrane zon en weelderige bomen met helderoranje vruchten roept associaties op met sappigheid, warmte en vakantiesfeer. En deze kwaliteiten beïnvloeden op hun beurt niet alleen ons koopgedrag, maar ook onze smaakbeleving! Kennis van het halo-effect helpt ons om meer onbevooroordeeld te oordelen. Als we bijvoorbeeld een selectiegesprek moeten voeren, is het goed om te weten: één opvallende goede eigenschap kleurt gemakkelijk de hele persoon positief. Of wanneer we een werkstuk nakijken: een net handschrift leidt sneller tot een betere beoordeling. Lees meer: Sutherland, S. (2010), Irrationaliteit, Amsterdam: Nieuwezijds. Figuur 1 Scoringsmatrix Criteria Weging Methode A Methode B Methode C Differentiatie 9 7 x 9 = 63 4 x 9 = 36 8 x 9 = 72 Aantrekkelijke vormgeving 8 6 x 8 = 48 7 x 8 = 56 6 x 8 = 48 ICT-mogelijkheden 7 7 x 7 = 49 8 x 7 = 56 8 x 7 = 56 160 148 176 Totaal De Rating & Ranking-techniek is één van de 50 technieken die beschreven worden in het boek Slim! 50 managementtechnieken om uw school te leiden. Een voorbeeld van het boek kunt u bekijken op www.leuker.nu. Cadenza Onderwijsconsult verzorgt trainingen en coaching voor schoolleiders over de managementtechnieken uit het boek, zie www.cadenzaoc.nl/leiderschapsontwikkeling/. Op www.magico.nu/slim vindt u enkele uitgewerkte voorbeelden van de Rating & Ranking-techniek. Catalogus Leuker.nu | 5 Pedagogiek ‘Betrek de leerlingen bij hun leerproces’ ‘In het onderwijs wordt veel over, maar weinig mét de kinderen gesproken. De belangrijkste redenen daarvoor zijn een gebrek aan tijd én kennis.’ Dat zegt Annita Smit, Specialist Begaafdheid SE/ZOO® en auteur van het boek Luister en zie mij. Pas wanneer je kinderen betrekt bij hun leerproces en wanneer je zorgt dat ze zich gezien, gehoord en begrepen voelen in de klas, kunnen ze hun talenten ontwikkelen. Dat is de filosofie van Annita Smit. ‘Het klinkt zo cliché, maar toch is het waar. Zodra ik het gezicht van een kind zie stralen, weet ik dat ik het juiste vak gekozen heb.’ Begaafde kinderen beter begrijpen Annita Smit heeft ruim dertig jaar als leerkracht in het primair onderwijs gewerkt. De afgelopen tien jaar zijn op haar school diverse voorzieningen getroffen voor (hoog) begaafde kinderen. ‘De school heeft zich ontwikkeld tot Begaafdheidsprofielschool, dus dan denk je dat je goed bezig bent. Maar ik zat nog met zoveel vragen! Waarom lukte het mij niet om de betere leerling goed te begrijpen? Waarom was wat ik probeerde en inzette om deze leerling te helpen, lang niet altijd succesvol? Hoe kon het dat sommige plusklaskinderen aan het eind van de rit, tijdens de Cito-toets, lager scoren dan de reguliere leerlingen? Dit is voor mij de aanleiding geweest om twee jaar geleden de opleiding ‘Specialist Begaafdheid SE/ZOO®’ bij Slim Educatief te volgen. Ik wilde antwoord op mijn vragen met betrekking tot het begaafde kind.’ Eén van de keuzeopdrachten tijdens haar opleiding was ‘maak een stappenplan voor een diagnostisch gesprek’. En dat heeft Smit gedaan. Sterker nog, ze heeft zich erin gestort. Ook na haar opleiding. Het resultaat is een helder stappenplan mét spel voor leerkrachten en intern begeleiders, om doelgericht met de leerlingen in gesprek te gaan en meer te weten te komen over: Het denken en voelen van de leerling. De kennis, vaardigheden en taakaanpak van de leerling. Het welbevinden van de leerling. De interesses en de belangstelling van de leerling. ‘Neem de tijd om de diepte in te gaan’ Tekst: Lieke van Zuilekom 6 | Catalogus Leuker.nu ‘Het mooiste zou natuurlijk zijn wanneer je als leerkracht met alle leerlingen een diagnostisch gesprek zou kunnen voeren’, aldus Smit, ‘maar hiervoor ontbreekt de tijd. Voor leerlingen echter die minder vrolijk zijn, die minder vertellen in de klas, die zich vervelen of die niet meer mee kunnen komen met de rest van de klas, moet je echt tijd maken.’ De meeste leerkrachten praten volgens Smit wel met hun leerlingen, maar gaan hierbij onvoldoende de diepte in. ‘Veel gesprekken vinden aan het begin van de dag plaats of even tussendoor, tijdens de pauze. Maar tijdens die korte gesprekjes is geen tijd en ruimte voor verdieping. Voor een diagnostisch gesprek moet je de tijd nemen.’ De casus die ze in haar boek behandelt, is Bart uit groep 4. Bart zat vier jaar geleden bij Smit in de klas. Vanwege zijn privacy heeft ze zijn naam veranderd, maar de casus is echt. ‘Bart was een duidelijk voorbeeld van een ongelukkige leerling. Hij zat niet lekker in zijn vel. Hij was somber en in zichzelf gekeerd, daarom ben ik het gesprek met hem aangegaan. Na dat gesprek bloeide hij op. Hij werd vrolijk en Luister en zie mij Auteur : Annita Smit ISBN : 978-94-6193-896-1 Prijs : € 24,95 Bekijk het boek op www.leuker.nu. opgewekt, werd een totaal ander kind. Omdat hij zich gehoord, gezien en begrepen voelde. Dat is het doel van een diagnostisch gesprek.’ ‘Kom beslagen ten ijs’ Om het diagnostisch gesprek in goede banen te leiden, beschrijft Smit in haar boek vijf stappen: 1. De voorbereiding 2. De introductie 3. Het gesprek 4. De afronding 5. Na het gesprek ‘De voorbereiding en introductie van een diagnostisch gesprek zijn ontzettend belangrijk’, vertelt Smit. ‘Zorg dat je niet te makkelijk het gesprek ingaat. Als je onvoldoende tijd hebt gereserveerd, wanneer je tijdens je gesprek moet opstaan omdat je kladblok vol is of wanneer je je vragen niet goed hebt voorbereid, komt het gesprek niet goed op gang. Een gemiste kans.’ Voor het gesprek moeten de leerling én zijn ouders worden geïnformeerd. Je kunt de leerling immers niet zomaar uit de groep plukken of na schooltijd langer laten blijven. Zorg dat je tijdens je gesprek je doel niet uit het oog verliest. Welke kant wil je op gaan? Wil je het hebben over de vaardigheden of juist over het welbevinden van de leerling? Maar het belangrijkst tijdens een diagnostisch gesprek is volgens Smit dat je met een open houding het gesprek ingaat. ‘De leerling moet het gevoel hebben dat hij serieus genomen wordt. Ga het gesprek dus in zonder oordeel.’ Smit raadt aan om aan het eind van het gesprek alle gemaakte afspraken te herhalen. ‘Benoem ook de vervolgstappen. Komt er bijvoorbeeld nog een tweede gesprek? De inhoud die je tijdens het gesprek hebt verzameld, kun je vervolgens verwerken in een verslag, een handelingsplan of een begeleidingsplan dat je bespreekt met de ouders en de intern begeleider. En ga vervolgens ook echt met de gemaakte afspraken aan de slag.’ Spelmateriaal ter ondersteuning Omdat lang niet alle kinderen even ontspannen zijn tijdens het gesprek met hun leerkracht en omdat sommige kinderen moeite hebben om hun gevoelens onder woorden te brengen, heeft Smit een spel ontwikkeld dat als ondersteuning kan dienen tijdens het diagnostisch gesprek. Het spel Luister en zie mij en de bijbehorende gespreksformulieren kunnen gratis worden gedownload op www.talento.nu. Catalogus Leuker.nu | 7 Didactiek Eleonoor van Gerven: gebiologeerd door leren Over hoe we ‘normale’ kinderen efficiënt kunnen laten leren, is veel bekend. De laatste jaren neemt ook onze kennis over begaafdheid toe. Dat is mede te danken aan Eleonoor van Gerven. Vorig jaar verscheen van haar hand Begaafde onderpresteerders, het eerste boekje in een reeks ‘knapzakpraktijkgidsen’. Gesprek met een bevlogen en ondernemende onderwijsvrouw. Lesgeven lijkt een eenvoudige taak, maar is in wezen heel complex, aldus Van Gerven. “Er zijn vier fasen in bekwaamheid: onbewust onbekwaam, bewust onbekwaam, bewust bekwaam en onbewust bekwaam. Onbewust bekwaam is een situatie waarin je dingen niet kunt, niet weet dat je ze niet kunt. Daarop volgt het moment dat je ontdekt dat je de dingen niet kunt, je bent bewust onbekwaam. Dat ervaar je als vervelend en dus besluit je te gaan leren. Daarop volgt ‘bewust bekwaam’. Je bent dingen gaan leren en hebt ze onder de knie gekregen. Tot slot heb je de fase van ‘onbewust bekwaam zijn’. Dan gaat het om vaardigheden die verinnerlijkt zijn. Ze gaan vanzelf. Een goed voorbeeld is fietsen. In het onderwijs begeleid je mensen in het proces van bewust onbekwaam naar bewust bekwaam. Om dat op verantwoorde wijze te doen, moet je wel weten hoe je dat moet doen. Zeker als je niet alleen kinderen, maar ook hun leraren opleidt.” Bewijzen Aan het woord is een autoriteit op het gebied van begaafdheid en het opleiden van leraren. Aanvankelijk zag het er niet naar uit dat ze die status zou verwerven. Van Gerven begon als kleuterleidster en heeft zich moeten bewijzen. “Via een lange weg ben ik doctorandus geworden. Tegen de verdrukking in, zou je kunnen zeggen. Ik herinner me nog dat een oom tegen mij zei: “Je nicht heeft atheneum en redt het niet op de universiteit. Dan kan jij het met je kleuterleidsteropleiding al helemaal niet.” Specialisatie Ze kon het wel. Aan de Katholieke Universiteit Nijmegen deed ze tot 1997 onderzoek naar de pedagogisering van het jeugdstrafrecht. Vervolgens startte ze haar eigen onderwijsadviespraktijk. “Ik begon met uiteenlopende klussen, zoals onderzoeken op scholen. Begaafdheid heeft mij vanaf het begin van mijn studie pedagogiek gefascineerd. Ik heb heel veel wetenschappelijke onderzoeken bestudeerd en congressen bezocht in binnen- en buitenland. In de loop der jaren heb ik me ontwikkeld van een algemeen schoolbegeleider naar een lerarenopleider, gespecialiseerd in begaafdheid.” Dat werk gaat haar goed af. Van Gerven reist het hele land door, werkt zeventig uur per week, publiceert dat het een aard heeft en staat in de onderwijswereld te boek als bijzonder deskundig. Gefascineerd Tekst: Martin van Rooij Fotografie: Shutterstock 8 | Catalogus Leuker.nu Sommige dingen veranderen nooit. Zo is Van Gerven nog even gefascineerd door de manier waarop kinderen leren als toen ze kleuterleidster was. “Ik vind vooral de kinderen uit de onderbouw boeiend. Ze zijn nog niet geconditioneerd, nog niet door ons gekneed. Ze onderzoeken en ervaren spelenderwijs, verkennen de wereld en leggen zichzelf grenzen op. Laatst hadden we een kind van vrienden op bezoek. Het zat te spelen met een knikkerbaan. Daar kan ik naar blijven kijken. Ik doe dan niks. Wel stel ik vragen. Wat gebeurt er als je dít doet? En wat als je dát doet? Zo’n kind dat zich helemaal verliest in zijn spel en de wereld onderzoekt, ik blijf het fascinerend vinden.” Klas overslaan Iedere ouder wil dat zijn kind het maximale uit zijn mogelijkheden haalt. Is een kind begaafd, dan zou de school daar rekening mee moeten houden door het kind uitdagende lesstof aan te bieden of een klas te laten overslaan. “Wacht even, je gaat te snel”, grijpt Van Gerven in. “Allereerst zul je moeten vaststellen of het kind inderdaad begaafd is. Ik heb materiaal ontwikkeld dat leerkrachten daarbij helpt. Natuurlijk heeft ieder kind recht op onderwijs op zijn eigen niveau, maar dit wil niet zeggen dat het meteen een klas moet overslaan. Soms is er geen didactische noodzaak toe, soms is het kind er sociaal-emotioneel niet aan toe en soms ontbreekt het een kind aan de vaardigheden om een klas over te slaan. Ook het zelfbeeld – stevig of niet – en de ambitie om te leren spelen een rol. Over het algemeen is één keer vervroegd doorstromen geen probleem. Meerdere keren vervroegd doorstromen is dat vaak wel.” Kijken naar leergedrag Als kinderen onderpresteren – met andere woorden: niet laten zien wat ze in hun mars hebben – ligt dat niet alleen aan henzelf, aldus Van Gerven. “Kinderen hebben een omgeving nodig die hen uitdaagt. Bovendien kijken we niet altijd naar de goede indicatoren. Veel mensen kijken naar de prestaties van het kind, bijvoorbeeld de Cito-scores. Ik ben van mening dat je vooral moet kijken naar het leergedrag van het kind. Er zijn kinderen die voortreffelijk leren, maar niet goed presteren. Een voorbeeld: als je iets voor de allereerste keer doet, doe je het vaak fout. Je presteert dan slecht, maar je leert er vaak heel veel van! Als een kind slechter presteert dan je zou mogen verwachten, moet je onderzoeken wat het tegenhoudt.” Toch klinkt de roep om meetbare resultaten steeds vaker. We slaan daarin door, vindt Van Gerven. “Een leerkracht moet weten wat voor groep hij heeft en of hij voldoende informatie heeft om te kunnen handelen en wat hij eventueel nog aan informatie nodig heeft. Verder moet hij zicht hebben op welke rol hijzelf, het kind, de groep en de ouders spelen. Als je handelingsgericht werkt en dus afstemt op de educatieve behoeften van de leerling, heb je vaak helemaal geen diepgaand onderzoek nodig. Niveautoetsen afnemen heeft geen zin als je niet weet wat een kind nodig heeft om naar het volgende niveau te komen. Meten is alleen zinvol als het ertoe leidt dat het kind groeit in zijn ontwikkeling.” Schipperen Er klinkt nogal eens ongezouten kritiek op het Nederlandse onderwijs. Dat zou – in vergelijking met het buitenland – van een matig niveau zijn. Van Gerven deelt die kritiek niet. “Nederland heeft goed basisonderwijs. Wel vind ik dat het onderwijs erg is opgehangen aan leerdoelen. Leerkrachten voelen zich steeds minder eigen- ‘Veel mensen kijken naar de prestaties van het kind, bijvoorbeeld de Cito-scores. Ik ben van mening dat je vooral moet kijken naar het leergedrag van het kind.’ Catalogus Leuker.nu | 9 Didactiek Zo leer je kinderen creatief denken! aar van die leerdoelen. Ze streven ze na omdat ze in de methode zitten. Het vak van leerkracht is zo complex geworden dat je niet zonder methodes kunt, maar het kost tijd om de lesstof volledig te beheersen. Pas als hij de stof helemaal meester is, kan de leerkracht gedifferentieerd lesgeven. Een leerkracht moet steeds meer vakken beheersen en kunnen geven, op verschillende niveaus. Ga er maar aanstaan! Toch ben ik een groot voorstander van passend onderwijs, ook al is het binnen die context voortdurend schipperen tussen wat maximaal wenselijk en wat maximaal haalbaar is.” De juiste dingen doen Leerkrachten raken soms gefrustreerd omdat ze er niet in slagen uit hun leerlingen te halen wat er in zit. “We verwachten soms het haast onmogelijke van leerkrachten. Aan de andere kant ben ik ervan overtuigd dat de leeropbrengsten nog beter kunnen, op voorwaarde dat we slimmer gaan werken. Leraren werken zich een slag in de rondte, maar ze doen niet altijd de goede dingen op het juiste moment. Ze zijn onvoldoende opgeleid om de leerlingen die aan de boven- of de onderkant zitten – en dat is ongeveer een kwart van de kinderen – goed te begeleiden. Dat is een van de redenen waarom wij ook een cursus klassenmanagement aanbieden.” Cadeautje Aan het eind van het gesprek zet Van Gerven nog iets recht. “Ik zei dat ik alleen gefascineerd was door het leerproces van jonge kinderen. Dat is niet helemaal waar. Ik vind het ook prachtig om te zien hoe volwassenen leren. Ik leid leerkrachten op tot specialist begaafdheid; het is een gecertificeerde post-hbo-registeropleiding. Studenten houden een portfolio bij. Vaak getuigt zo’n portfolio van een ontwikkeling, zowel in denken als in vaardigheden. Soms schrijft een student: ‘Dit heb ik inmiddels geleerd en dit wil ik nog leren. Het is mooi om van zo’n ontwikkeling getuige te zijn en er een bijdrage aan te leveren. Als ik zo’n portfolio lees, voel ik me als een jarige die een cadeautje uitpakt.” Al jaren is David van der Kooij in de ban van creatief denken. Op zijn weblog Vindingrijk heeft hij tal van ‘turbo-lessen’ gepubliceerd die je ‘razendsnel in de klas of daarbuiten kunt neerzetten’. Deze en andere lessen, aangevuld met veel nog niet eerder gepubliceerde en toegankelijke ideeën, heeft hij nu gebundeld in een fraai boekwerk, Het Grote Vindingrijkboek genaamd. Zonder creativiteit, geen vooruitgang, is zijn motto. Een interview met een bevlogen pionier. Begaafde onderpresteerders In het najaar van 2013 verscheen het boekje Begaafde onderpresteerders, geschreven door Eleonoor van Gerven. “Ik heb over dit onderwijs veel lezingen gehouden en er een congres over georganiseerd. Mensen vroegen me naderhand of ze de sheets konden krijgen. Ik heb toen besloten er een boekje over te schrijven, het eerste van wat een reeks ‘knapzak-praktijkgidsen’ moet worden.” Kijk voor meer informatie over deze en andere publicaties van Eleonoor van Gerven en over haar cursussen op www.slimeducatief.nl of op de website van de opleiding www.specialistbegaafdheid.nl. Het boek is te bekijken en te bestellen op www.leuker.nu. 10 | Catalogus Leuker.nu Waarom is creatief denken voor iedere leerling zo belangrijk? Creatief denken is voor iederéén belangrijk is: leerling, leerkracht, jong, oud, binnen en buiten het onderwijs. Creatief denken is denken in mogelijkheden, in alternatieven, dat maakt je flexibel. Het stelt je in staat om in te spelen op onverwachte en soms lastige situaties, onzekerheden. Te vaak hoor ik nog dat creatief denken iets is voor de plusklas of juist een middel om de zwakkere leerling een duwtje in de rug te geven. ‘Natuurlijk’, zeg ik dan, maar wat dan met de ‘middenmoot’, de ‘gewone’ leerling? Mogen die hun creativiteit niet ontwikkelen? Daar ligt het ware potentieel voor onze samenleving. Wat hebben creatieve denkers voor op niet-creatieve denkers? Creatieve denkers zijn goede en nieuwsgierige waarnemers, ze zien daardoor mogelijkheden die voor anderen verborgen blijven, bijvoorbeeld bij het bedenken van compleet nieuwe producten. Kennis, parate kennis, is daarbij overigens erg belangrijk. Je herkent mogelijkheden pas als je ze op waarde weet te schatten, daarvoor moet je kennis van zaken hebben. Je zult mij dan ook niet horen zeggen dat rekenen en taal en vakken als wereldoriëntatie niet of minder belangrijk zouden zijn, juist niet. De kunst is om creatief denken te integreren en in balans te brengen met het bestaande curriculum. Hoe kunnen leerlingen hun creatieve denkvermogens vergroten? We kunnen allemaal leren fietsen. Niet iedereen wint de Tour de France. Maar dat houdt je toch niet tegen om met de fiets naar school te gaan of op vakantie? Iedereen wordt geboren met creatief potentieel, de een met wat meer dan de ander, dat geldt voor andere capaciteiten ook. Creativiteit is wat ons als mensen zoveel gebracht heeft dat we hebben overleefd en een complexe samenleving van miljarden mensen iedere dag weer draaiende houden. Wat ik in het onderwijs toch wel mis, is de structurele en expliciete aandacht voor de ontwikkeling van juist dat creatieve potentieel, dat in ieder mens zit. Het kan gestimuleerd worden door bepaalde denkprocessen en technieken zichtbaar te maken zodat je ze kunt leren en oefenen. Is het voor leerlingen interessant om met creatief denken bezig te zijn? Tekst: Frank Stienissen en David van der Kooij Fotografie: David van der Kooij Ik was een maand of wat geleden op een school in Zwolle en daar sprak ik met Bas. Bas is negen jaar oud en vindt de lessen die met creatief denken te maken hebben heel leuk. Hij zei iets wat een mooi antwoord kan zijn op deze vraag: ‘Het is een soort ontwerpen, zélf nadenken over wat je gaat maken en niet overtrekken van een plaatje.’ Bas slaat de spijker op zijn kop. Het gevoel te hebben dat je zélf dingen mag en kán verzinnen, dat speelt in op een oerding dat in ons zit, waar we ons sterk en trots door voelen. Het motiveert, en dat motiveert weer tot nog meer creativiteit. Wel eens van het ‘multiplier effect’ gehoord? Voilà. Catalogus Leuker.nu | 11 Wat zijn de valkuilen bij de lessen over creatief denken? Er wordt nogal eens gedacht dat creativiteit, creatief denken, iets is dat in je zit en er dus wel uit zal komen als er iets verzonnen of gemaakt moet worden. Maar je hebt dus niet genoeg aan enkel een opdracht: ‘Jongens, verzin een machine die dit of dat kan’. Nee, je moet de leerlingen uitleggen hoe creatief denken werkt, door het voor te doen, instructie te geven. De kennis en vaardigheid geven om een originele en toepasselijke machine te verzinnen. Veel creatieve workshops of creatieve middagen die scholen organiseren lopen daar op stuk. Doe associatiespelletjes, maak vergelijkingen en verander van alles aan bestaande dingen. Focus je in eerste instantie op het proces dat het kind doormaakt en niet op het resultaat. Grijp vooral niet te snel in, laat het vooral gebeuren. Hoe reageren leerlingen als ze met jouw opdrachten bezig gaan? Nou in het begin meestal een beetje verbijsterd. Vooral de wat oudere kinderen. Die zijn al behoorlijk ‘geprogrammeerd’ en in conventies gevangen. Ze vragen altijd ‘Mag dit?’ of ‘Is het zo goed?’ Dan antwoord ik dat het hún verzinnerij is en hún maaksels zijn, dat je je zelfoordeel moet verplaatsen naar een later tijdstip en dergelijke. In de loop van zo’n les of lessen hoor je dan de muntjes vallen. Voor de leerkracht is het ook een bijzondere ervaring, want die zit net zo gevangen in patronen als de leerlingen. We deden een pilot met acht leerkrachten en hun leerlingen. Alle leerkrachten zeiden na afloop, tijdens de evaluatiegesprekken, dat ze moeite hadden – de een wat meer dan de ander – om over de drempel te gaan en zich los te maken van de realiteit, wat juist een belangrijk principe is van creatief denken. En dat het de leerlingen waren die hun daarbij de spiegel voorhielden. Voor welke vakken is creatief denken geschikt? Een vriendin van me omschrijft het als ‘creatief denken is curriculum-verbindend’, het is vakoverstijgend. Bij taal kun je prachtig met woorden en zinnen spelen. Knip een gedicht aan stukken, sorteer de woorden eens en maak er daarna een nieuw gedicht of lied van. Leg de brug naar natuur en techniek, combineer werkwoorden en zelfstandig naamwoorden, wat krijg je dan?: soepbrug? hoofdfiets? neusslaap? Wat betekenen die woorden? Wat kun je ermee? In de geschiedenisles kun je natuurlijk prachtig gebruik maken van ‘what if…’-scenario’s, maar ook in de natuur, biologie… Wat als we niets zouden wegen? Wat als op dit moment alle magneten zouden worden omgepoold? In Het Grote Vindingrijkboek vind je heel veel concrete voorbeelden. Binnen welk onderwijsklimaat gedijt creatief denken het best? Er is een interessant onderzoek gedaan op een aantal Britse scholen. Professor Teresa Cremin heeft daar met een onderzoeksteam een aantal leerkrachten gevolgd die veel aandacht aan de creatieve ontwikkeling van leerlingen geven. Daaruit is een 12 | Catalogus Leuker.nu beeld naar voren gekomen van een leerklimaat waarin creativiteit goed gedijt; centraal daarin staan nieuwsgierigheid en een vragende houding kweken, verbindingen maken tussen de lesstof en de belevingswereld van de kinderen (relevantie), vernieuwing toelaten (het onverwachte verwelkomen), ruimte geven aan de autonomie van het kind – én van de leerkracht – en het aanmoedigen van betrokkenheid. Hoe kan jouw boek het beste worden ingezet in de les? Ik heb geprobeerd een praktijkboek te schrijven. Lesideeën afgewisseld met het zo broodnodige theoretische kader, waaraan de leerkrachten met wie ik samenwerk zeggen behoefte te hebben. Welke creatieve lesideeën zijn beproefde succesnummers? Kinderen zijn gek op spel, doen alsof. En dat speelt bij creativiteit een belangrijk rol. Los komen van de realiteit. Het stelt ze in staat om de wereld te verkennen en ermee te experimenteren. Helaas wordt er binnen de muren van de school, vooral in de hogere klassen, steeds minder ‘gespeeld’, terwijl het zo goed is om regelmatig de vraag te stellen: ‘Wat zou er gebeuren als?’ Ik heb op de website vindingrijk.wordpress.com een aantal lesideeën onder de categorie “what if-scenario’s” geplaatst. Bijvoorbeeld de ‘Wasmachine van Michelangelo’. Kinderen onderzoeken daarin wat het effect zou zijn als er in de vijftiende eeuw wasmachines zouden hebben bestaan, of van andere asynchrone anomalieën. Een ander succesnummer is uitvinden. Breng dingen bij elkaar die niets met elkaar te maken lijken te hebben, combineer, probeer en… vind uit! Uitdagend is het gebruik maken van tegenstellingen en paradoxen. Bijvoorbeeld: maak van naalden iets om ballonnen te beschermen. Dat is werkelijk leren, terug naar de nieuwsgierigheid en het experiment van het jonge kind; poeren en roeren noem ik dat. Als ik zo’n les geef of bijwoon dan zie ik de kinderen helemaal opgaan in hun denk- en doewerk. Kunnen we van creatief denken ook een apart vak maken? Nee en een beetje ja. Creatief denken is iets dat eigenlijk op natuurlijk wijze, thematisch of projectmatig, in de lessen terug moet komen. Voor scholen die met creatief denken willen starten kan het nuttig zijn om eerst een traject te doorlopen van lessen die specifiek inzoomen op het gebruik van creatieve denktechnieken, de volgende stap – en dat is de uitdaging – is om de transfer te maken naar andere vakgebieden, om de verbinding te maken. David van der Kooij is adviseur en trainer met betrekking tot creatieve ontwikkeling in onderwijs en daarbuiten, hij spreekt en publiceert over dit onderwerp en ontwikkelt lesconcepten en materialen. Het Grote Vindingrijkboek Auteur ISBN Prijs : David van der Kooij : 978-94-61938-73-2 : € 29,95 twitter: @davidvdkooij w: vindingrijk.wordpress.com w: creatiefdenkeninonderwijs.nl Het Grote Vindingrijkboek met een voorwoord van Jelle Jolles is te bestellen op www.leuker.nu. Catalogus Leuker.nu | 13 Didactiek Muziek maakt kinderen slimmer Iedereen lijkt het erover eens te zijn: muziekonderwijs is goed voor kinderen. Er verschijnen steeds meer (hersen)onderzoeken die dat bevestigen en ook de leerkrachten die muziekles geven, merken in de klas wat muziek met leerlingen doet: de leerlingen worden er rustiger van en socialer. Bovendien is de muziekles een lekkere uitlaatklep tussen de andere lessen door. Helaas is het muziekonderwijs op veel basisscholen geen gemeengoed meer. Muzieklessen schieten er vaak bij in of worden zelfs helemaal niet meer gegeven. Een verklaring daarvoor is snel gevonden. De vakdocent is in veel gevallen wegbezuinigd en de reguliere leerkracht is vaak niet in staat om muziekles te geven, omdat hij of zij dat nooit geleerd heeft. De drempel om muziekles opnieuw te introduceren in de klas, is te hoog. Leerkrachten vrezen dat zij niet genoeg noten op hun zang hebben. Muziek zorgt voor plezier en ontwikkelingskansen Toch starten overal in het land initiatieven om muziekles opnieuw te introduceren in het basisonderwijs. De Amsterdamse wethouder Gehrels bijvoorbeeld heeft een ambitieus plan ontwikkeld om vanaf schooljaar 2017-2018 weer muziekles aan te bieden in alle klassen van het overgrote deel van de hoofdstedelijke basisscholen. En ook koningin Máxima maakt zich sterk om zoveel mogelijk kinderen in aanraking te laten komen met een muziekinstrument. Haar initiatief Kinderen maken Muziek heeft als doel om kinderen samen muziek te laten maken. Ook de kinderen die daar anders niet de kans voor krijgen. Want muziek zorgt volgens haar voor plezier en ontwikkelingskansen bij kinderen. Muziekvakleerkracht Irma Hemmer denkt daar net zo over. Met haar boek Feel The Music, een boek dat zij op verzoek van vele leerkrachten heeft gemaakt, wil zij muzieklessen op een toegankelijke manier herintroduceren in het basisonderwijs. ‘Feel The Music is een unieke aanpak voor het geven van creatieve, actieve, expressieve en effectieve muzieklessen in het basisonderwijs’, vertelt ze. ‘Veel leerkrachten zijn niet muzikaal onderlegd. Daardoor worden ze onzeker en uiteindelijk schrappen ze de muziekles uit hun lessen. Ik ondersteun die leerkrachten graag met mijn boek, maar ook door het geven van workshops. Zodat ze het belang van muziek in de klas ontdekken en er doelbewust mee aan de slag gaan.’ Muziek is een vak Tekst: Lieke van Zuilekom Fotografie: Shutterstock 14 | Catalogus Leuker.nu ‘Muziek is een vak’, gaat Hemmer verder. ‘En zo moet het ook worden gebracht. Goed muziekonderwijs bestaat niet alleen uit samen liedjes zingen, maar ook uit het leren van het notenschrift, het herkennen van ritmes en melodieën, et cetera. Veel leerkrachten denken dat het notenschrift te moeilijk is voor de leerlingen. Maar als je hier een beweging (Body-Beat) en stemgebruik (Tune-Talk) aan koppelt, wordt het notenschrift opeens heel toegankelijk. Kinderen zijn sponzen. Door de lesstof op een juiste manier aan te bieden, zuigen ze de informatie op. En zeg nou zelf: je leert kinderen toch ook niet rekenen zonder ze eerst te laten tellen? En je geeft toch geen taalonderwijs zonder aandacht te besteden aan de letters? Het lijkt soms of het onderwijs van vandaag alleen maar is toegespitst op wiskundeknobbels en taaltalenten. Maar ook creatieve kinderen moeten de kans krijgen om hun talenten te ontwikkelen.’ Feel The Music Auteur : Irma Hemmer ISBN : 978-94-61938-86-2 Prijs : € 34,95 Bekijk het boek op www.leuker.nu Wetenschappers bewijzen steeds vaker dat muzikale opvoeding in de jonge jaren het meest beslissend is: wanneer kinderhersenen nog volop in ontwikkeling zijn, maken ze door middel van muziek betere verbindingen. Daarom dienen we muzieklessen reeds vanaf de onderbouw serieus te nemen, vertelt Hemmer. ‘Hoe smaakvoller wij, leerkrachten, onze leerlingen muziek voorschotelen, hoe gretiger zij zullen smullen. En daar hebben de leerlingen hun leven lang plezier van.’ Het resultaat van goed muziekonderwijs is volgens Hemmer niet alleen dat kinderen muziek proeven, horen en zien, ook voor hun sociale ontwikkeling is het goed. ‘Muziek en gevoelsontwikkeling gaan heel mooi samen. Als je met muziek in de klas bezig bent, zie je dat de kinderen opbloeien. Ook de kinderen waarvan je dat niet had verwacht. Want tijdens de muziekles stem je muzikaal én sociaal op elkaar af. Muziek is afstemmen op elkaar. Uiten hoe je je voelt. Leren omgaan met je emoties. En leren concentreren. En daar hebben de kinderen in en buiten de klas profijt van.’ Muzikaal menu ‘Mijn boek is opgezet als een soort muzikaal menu’, gaat Hemmer verder. ‘Leerkrachten kunnen zelf hun lessen uitkiezen en/of samenstellen. Alle onderdelen, van lessen over maten en ritme tot lessen over tempo en klanksterkte, worden aangeboden in hapklare brokken. Het is aan de leerkracht om te kiezen welke stappen hij volgt en welke hij overslaat. Het boek is bedoeld als steun in de rug, zodat de drempel om muziekles te geven, wordt verlaagd. Onder het motto ‘waarom moeilijk doen als het makkelijk kan’ kunnen leerkrachten nu doelbewust met muziek aan de slag en bouwen aan een muzikaal klinkend resultaat. De stoffige muziekles wordt nieuw leven ingeblazen, door swingende liedjes, die blijven hangen. Leerkrachten zullen ervaren hoe leuk en nuttig muziekles is. En dan zullen ze vanzelf hun ziel en zaligheid erin leggen. Zo krijgen leerkrachten en leerlingen muzikaal lef, zelfvertrouwen en bovenal: gevoel voor muziek.’ ‘Muziek en gevoelsontwikkeling gaan heel mooi samen.’ Feel The Music biedt een schat aan informatie voor iedere leerkracht die muzieklessen wil (her)introduceren in de klas. In het boek wordt verwezen naar luistervoorbeelden op YouTube, naar interessante muzieksites op internet en naar filmmateriaal en werkbladen die gratis kunnen worden gedownload van Irma’s website. Voor meer informatie, www.irmahemmer.nl. Catalogus Leuker.nu | 15 PO Management gratis ontvangen? Maak een account aan op www.pomanagement.nl/ registreren en: • Ontvang gratis twee keer per jaar het bookmagazine PO Management • Download gratis alle artikelen op de website Als u zich direct ook inschrijft voor de maandelijkse nieuwsbrief ontvangt u gratis het e-book Onderwijsvitaminen! Als u zich direct ook inschrijft voor de maandelijkse nieuwsbriefMaak ontvangt gratis aan op www.pomanagement.nl/registreren en: een uaccount het e-book Onderwijsvitaminen! • Ontvang gratis twee keer per jaar het bookmagazine PO Management • Download gratis alle artikelen op de website
© Copyright 2024 ExpyDoc