Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG Lichamelijke opvoeding – Motorische competenties LA-MC-BAL-32.2. De leerlingen worden zich bewust van nauwkeurige kleinmotorische vaardigheden. LA-MC-BAL-32.3. De leerlingen passen kleinmotorische vaardigheden op een nauwkeurige wijze toe. Muzische vorming – Beeld MV-BLD-BS-1 Kinderen praten over eigen werk en hoe het tot stand kwam (zowel inhoud als vorm). Praten over een werk intensifieert het kijken. MV-BLD-BS-3 Kinderen praten over het werk van anderen. MV-BLD-BS-6 Kinderen ervaren dat beelden een inhoud, betekenis of doel kunnen hebben. MV-BLD-BS-7 Kinderen herkennen en verwoorden op welke manier anderen bepaalde vormgevingsproblemen hebben aangepakt. MV-BLD-OM-1.4 Door te praten over visuele of tactiele ervaringen, worden waarnemingen in verband met beeldende expressie versterkt. MV-BLD-OM-2.5 Kinderen verwoorden hoe ze door toeval iets nieuws hebben ontdekt. Ze praten spontaan over hun ervaringen. MV-BLD-OM-1.7 Kinderen ontdekken beeldelementen. MV-BLD-OM-1.8 Kinderen ontdekken de driedimensionale eigenschappen en combinatiemogelijkheden van bepaalde materialen. MV-BLD-BS-1 Kinderen praten over eigen werk en hoe het tot stand kwam (zowel inhoud als vorm). Praten over een werk intensifieert het kijken. Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG MV-BLD-BS-4 Kinderen kunnen een beeldelement in een werk aangeven. MV-BLD-BS-5 Kinderen ervaren dat beeldelementen de zeggingskracht van een werk kunnen vergroten. MV-BLD-BS-7 Kinderen herkennen en verwoorden op welke manier anderen bepaalde vormgevingsproblemen hebben aangepakt. MV-BLD-OM-1.3 Kinderen genieten ervan met de materialen te exploreren. MV-BLD-OM-3.2 Kinderen kunnen uit een assortiment aan materialen en hulpmiddelen een bewuste keuze maken om een constructie op te zetten of een creatie te ontwerpen. MV-BLD-OM-3.6 Kinderen vinden plezier en voldoening in het beeldend vormgeven. MV-BLD-BS-8 Kinderen genieten ervan naar beeldend werk van zichzelf en anderen te kijken en erover te praten. MV-BLD-OM-1.5 Kinderen ervaren, ontdekken de eigenschappen en kenmerken van de verschillende soorten materialen en hulpmiddelen. MV-BLD-OM-1.6 Kinderen ervaren de mogelijkheden en beperkingen van materialen en hulpmiddelen. MV-BLD-OM-2.1 Kinderen onderzoeken al doende de diverse mogelijkheden en onderlinge verhoudingen van materialen. MV-BLD-OM-2.2 Kinderen onderzoeken door experimenteren de hulpmiddelen: dragers, verbindingswijzen, werktuigen. MV-BLD-OM-2.3 Kinderen experimenteren met beeldelementen. Ze onderzoeken de mogelijkheden van kleur, vorm, volume, structuur, ritme, textuur, contrast, compositie, beweging, ... Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG MV-BLD-OM-2.4 Kinderen vinden al doende middelen om problemen op te lossen. MV-BLD-OM-2.6 Kinderen onderzoeken de mogelijkheden en beperking van materialen, hulpmiddelen en beeldelementen in combinatie met elkaar. MV-BLD-OM-3.1 Kinderen kunnen middelen functioneel gebruiken. MV-BLD-OM-3.2 Kinderen kunnen uit een assortiment aan materialen en hulpmiddelen een bewuste keuze maken om een constructie op te zetten of een creatie te ontwerpen. MV-BLD-OM-3.3 Kinderen kunnen de hulpmiddelen in functie van de gewenste vormgeving kiezen en hanteren: dragers, hechtingsmaterialen, gereedschappen. MV-BLD-OM-1.4 Door te praten over visuele of tactiele ervaringen, worden waarnemingen in verband met beeldende expressie versterkt. MV-BLD-OM-3.4 Kinderen kunnen de materialen en hulpmiddelen met voldoende inzicht en vaardigheden gebruiken om vorm te geven aan de eigen belevingswereld. Muzische vorming – Attitudes MV-BLD-OM-1.1 De kinderen staan open voor nieuwe materialen. MV-BLD-OM-1.9 Kinderen exploreren materialen en hoe ze in hun leefwereld aangewend worden en geconstrueerd zijn. MV-BLD-BS-3 Kinderen praten over het werk van anderen. MV-BLD-BS-6 Kinderen ervaren dat beelden een inhoud, betekenis of doel kunnen hebben. Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG MV-BLD-BS-7 Kinderen herkennen en verwoorden op welke manier anderen bepaalde vormgevingsproblemen hebben aangepakt. MV-BLD-BS-8 Kinderen genieten ervan naar beeldend werk van zichzelf en anderen te kijken en erover te praten. MV-BLD-OM-1.3 Kinderen genieten ervan met de materialen te exploreren. MV-BLD-OM-3.2 Kinderen kunnen uit een assortiment aan materialen en hulpmiddelen een bewuste keuze maken om een constructie op te zetten of een creatie te ontwerpen. MV-BLD-OM-3.6 Kinderen vinden plezier en voldoening in het beeldend vormgeven. MV-BLD-OM-1.2 Kinderen durven zich uitleven met een rijk aanbod aan materialen. MV-BLD-OM-2.5 Kinderen verwoorden hoe ze door toeval iets nieuws hebben ontdekt. Ze praten spontaan over hun ervaringen. MV-BLD-OM-3.1 Kinderen kunnen middelen functioneel gebruiken. MV-BLD-OM-3.4 Kinderen kunnen de materialen en hulpmiddelen met voldoende inzicht en vaardigheden gebruiken om vorm te geven aan de eigen belevingswereld. MV-BLD-OM-3.5 Kinderen kunnen uit de reeds verkende middelen (materialen, hulpmiddelen, beeldelementen) bewust kiezen en combinaties maken om het eigen werk expressiever te maken, de zeggingskracht te vergroten. MV-BLD-BS-1 Kinderen praten over eigen werk en hoe het totstandkwam (zowel inhoud als vorm). Praten over een werk intensifieert het kijken. MV-BLD-BS-3 Kinderen praten over het werk van anderen. Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG MV-BLD-BS-6 Kinderen ervaren dat beelden een inhoud, betekenis of doel kunnen hebben. MV-BLD-BS-7 Kinderen herkennen en verwoorden op welke manier anderen bepaalde vormgevingsproblemen hebben aangepakt. Nederlands – Spreken NL-SPR-DV-D01-01 De leerlingen kunnen verwoorden tot wie ze zich richten. NL-SPR-DV-D01-04 De leerlingen kunnen zeggen of hun spreektaak een formeel of een informeel karakter heeft. NL-SPR-DV-D01-05-01 De leerlingen kunnen de oriëntatievragen bij de planning van hun spreektaak gebruiken door de oriëntatievragen afzonderlijk te beantwoorden met hulp van de leraar. NL-SPR-DV-D01-05-02 De leerlingen kunnen de oriëntatievragen bij de planning van hun spreektaak gebruiken door de oriëntatievragen afzonderlijk zelfstandig te beantwoorden. NL-SPR-DV-D01-05-03 De leerlingen kunnen de oriëntatievragen bij de planning van hun spreektaak gebruiken door het geheel van deze oriëntatievragen te gebruiken onder begeleiding van de leraar. NL-SPR-DV-D01-05-04 De leerlingen kunnen de oriëntatievragen bij de planning van hun spreektaak gebruiken door het geheel van deze oriëntatievragen zelfstandig te gebruiken. NL-SPR-DV-D03-06-05-01 De leerlingen kunnen, wanneer zij gebruikmaken van een informatiedrager, met eigen woorden verduidelijken voor de luisteraar wat zij opgezocht hebben in een inhoudstafel. Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG NL-SPR-DV-D03-06-05-02 De leerlingen kunnen, wanneer zij gebruikmaken van een informatiedrager, met eigen woorden verduidelijken voor de luisteraar wat zij opgezocht hebben in een trefwoordenregister. NL-SPR-DV-D03-06-05-03 De leerlingen kunnen, wanneer zij gebruikmaken van een informatiedrager, met eigen woorden verduidelijken voor de luisteraar wat zij opgezocht hebben in een catalogus. NL-SPR-DV-D03-06-05-04 De leerlingen kunnen, wanneer zij gebruikmaken van een informatiedrager, met eigen woorden verduidelijken voor de luisteraar wat zij opgezocht hebben in een woordenboek. NL-SPR-DV-D03-06-05-05 De leerlingen kunnen, wanneer zij gebruikmaken van een informatiedrager, met eigen woorden verduidelijken voor de luisteraar welke informatie kan afgelezen worden van een agenda. NL-SPR-DV-D03-06-05-06 De leerlingen kunnen, wanneer zij gebruikmaken van een informatiedrager, met eigen woorden verduidelijken voor de luisteraar welke informatie kan afgelezen worden van een tabel. NL-SPR-DV-D03-06-05-07 De leerlingen kunnen, wanneer zij gebruikmaken van een informatiedrager, met eigen woorden verduidelijken voor de luisteraar welke informatie kan afgelezen worden van een rooster of een diagram. NL-SPR-DV-D03-06-08 De leerlingen kunnen zeggen welke stappen ze zetten bij het raadplegen van een bron. NL-SPR-DV-D03-06-09 De leerlingen kunnen zeggen welke criteria ze hebben gehanteerd bij het kiezen van niet-verbale elementen. NL-SPR-TV-03-05 De leerlingen kunnen verslag uitbrengen met betrekking tot gebeurtenissen, ervaringen behorende tot hun eigen belevingswereld. Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG NL-SPR-TV-03-07 De leerlingen kunnen beschouwingen, gebeurtenissen en ervaringen op een gestructureerde wijze weergeven. NL-SPR-TV-04-04 De leerlingen kunnen 'verschillende' ervaringen, wetenswaardigheden weergeven nadat ze iets hebben waargenomen (boek gelezen, bezoek gebracht, ...). NL-SPR-TV-04-05 De leerlingen kunnen een behandeld onderwerp op een persoonlijke wijze verwoorden. Ze kunnen een persoonlijke appreciatie geven bij een gelezen boek. NL-SPR-TV-04-06 De leerlingen selecteren de informatie die ze geven op hun relevantie. NL-SPR-TV-04-07 De leerlingen kunnen antwoorden op vragen m.b.t. een behandeld onderwerp. NL-SPR-DV-D02-01-01 De leerlingen kunnen bij een onderwerp ideeën verzamelen op basis van associaties. NL-SPR-DV-D02-01-02 De leerlingen kunnen bij een onderwerp subonderwerpen vinden. NL-SPR-DV-D02-02-01 De leerlingen kunnen de woorden van een woordveld of de subonderwerpen selecteren op basis van relevantie. NL-SPR-DV-D02-02-03 De leerlingen kunnen de woorden van een woordveld of de subonderwerpen selecteren op basis van hoofdzaken en bijzaken. NL-SPR-DV-D02-03-01 De leerlingen kunnen de geselecteerde informatie chronologisch ordenen. NL-SPR-DV-D02-03-02 De leerlingen kunnen de geselecteerde informatie ruimtelijk ordenen. Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG NL-SPR-DV-D02-03-03 De leerlingen kunnen de geselecteerde informatie volgens belangrijkheid ordenen. NL-SPR-DV-D02-03-04 De leerlingen kunnen de geselecteerde informatie logisch ordenen. NL-SPR-DV-D02-03-05 De leerlingen kunnen de geselecteerde informatie thematisch ordenen. NL-SPR-DV-D02-04-01 De leerlingen kunnen de geselecteerde informatie in een schema noteren. NL-SPR-DV-D02-04-02 De leerlingen kunnen de geselecteerde informatie aan de hand van een schema verwoorden. NL-SPR-DV-D02-04-03 De leerlingen kunnen de geselecteerde informatie in een opgesteld schema zelfstandig gebruiken bij de inoefening van hun spreektaak. NL-SPR-DV-D02-05-03 De leerlingen kunnen in functie van de spreektaak informatiebronnen raadplegen. NL-SPR-TV-04-04 De leerlingen kunnen 'verschillende' ervaringen, wetenswaardigheden weergeven nadat ze iets hebben waargenomen (boek gelezen, bezoek gebracht, ...). NL-SPR-TV-04-06 De leerlingen selecteren de informatie die ze geven op hun relevantie. Nederlands – Lezen NL-LEZ-TV-01-04 De leerlingen kunnen instructies bij opdrachten lezen en correct uitvoeren. Ze kunnen lange instructies verdelen in kleinere stappen (deelinstructies). Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG NL-LEZ-TV-05-03 De leerlingen kunnen beelddiagrammen aflezen die betrekking hebben op concrete situaties. NL-LEZ-TV-05-04 De leerlingen kunnen informatie opzoeken in eenvoudige informatiedragers als beeldwoordenboeken, lesroosters, schoolagendas. NL-LEZ-TV-05-05 De lln. kunnen de betekenis van woorden opzoeken in het schoolwoordenboek. Ze kunnen gegevens aflezen in enkelvoudige tabellen: dienstregeling van een busdienst, openingstijden van winkels, bibliotheken en zwembaden, inhoudsopgaven in boeken. NL-LEZ-TV-05-06 De leerlingen kunnen de informatie aflezen in beeld- en staafdiagrammen. NL-LEZ-TV-05-07 De leerlingen kunnen het woordenboek gebruiken. Ze kunnen snel en efficiënt informatie zoeken in encyclopedieën en themaboeken voor de jeugd. NL-LEZ-TV-05-08 De leerlingen kunnen de informatie aflezen in beeld-, staaf-, lijn- en cirkeldiagrammen. NL-LEZ-TV-05-09 De leerlingen kunnen de informatie aflezen in samengestelde tabellen (kruistabellen, sportuitslagen), in de telefoon- en de treingids. NL-LUI-DV-D03.01.03 De leerlingen kunnen in een concrete situatie nagaan of de visuele expressieve elementen in overeenstemming zijn met de auditieve expressieve elementen. NL-LEZ-DV-D02-01 De leerlingen kunnen zich op basis van de illustraties een beeld vormen over de te verwachten inhoud van een tekst en hun persoonlijke ideeën hierover meedelen. Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG NL-LEZ-DV-D02-02 De leerlingen kunnen zich op basis van de titel (en de tussenkopjes) een beeld vormen over de te verwachten inhoud van een tekst en hun persoonlijke ideeën hierover meedelen. NL-LEZ-DV-D02-03 De leerlingen kunnen, indien er geen titel of illustraties zijn gegeven, zich op basis van de eerste tekstregels een beeld vormen over de te verwachten inhoud en hun persoonlijke ideeën hierover meedelen. NL-LEZ-DV-D02-04 De leerlingen kunnen, indien er geen titel of illustraties zijn gegeven, door oriënterend lezen de globale inhoud van een tekst inschatten en hun persoonlijke ideeën hierover meedelen. NL-LEZ-DV-D03-04a-05-01 De leerlingen kunnen de structuur vinden in informatieve teksten met een chronologische opbouw. NL-LEZ-DV-D03-04a-05-02 De leerlingen kunnen de structuur vinden in informatieve teksten met een indelings- of classificatieopbouw. NL-LEZ-DV-D03-04a-05-03 De leerlingen kunnen de structuur vinden in informatieve teksten met een vergelijkingsstructuur. NL-LEZ-DV-D03-04a-05-04 De leerlingen kunnen de structuur vinden in informatieve teksten met een oorzaak-gevolgstructuur. NL-LEZ-DV-D03-04a-05-05 De leerlingen kunnen de structuur vinden in informatieve teksten met een probleemoplossingsopbouw. NL-LEZ-DV-D03-04a-06 De leerlingen kunnen de structuur vinden in informatieve teksten van verschillende moeilijkheidsgraad. Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG Nederlands – Schrijven NL-SCH-TV-05-02 De leerlingen kunnen gebruikmaken van pictogrammen om verschijnselen met een cyclisch karakter in tabellen in te vullen. NL-SCH-TV-05-04 De leerlingen kunnen verschijnselen, meetresultaten en bevindingen ordenen door ze in tabellen, grafieken en diagrammen in te vullen. NL-SCH-TV-05-06 De leerlingen kunnen diagrammen en grafieken overschrijven. NL-SCH-TV-02-06 De leerlingen kunnen door middel van een aangepaste lay-out het wervend karakter van de tekst verhogen. NL-SCH-TV-03-07 De leerlingen kunnen informatie, ervaringen en actuele gebeurtenissen objectief weergeven in de vorm van een verslag. NL-SCH-TV-03-08 De leerlingen kunnen hun mening over een actueel thema op een geordende wijze weergeven in een artikel. NL-SCH-TV-04-03 De leerlingen kunnen karakteristieken van bekende voorwerpen, planten en dieren op hun niveau beschrijven in eenvoudige teksten. NL-SCH-TV-04-04 De leerlingen kunnen uiterlijke kenmerken van ingebeelde voorwerpen, planten en dieren op hun niveau beschrijven in eenvoudige teksten. NL-SCH-TV-04-05 De leerlingen kunnen objecten, planten, dieren en personen beschrijven en het kenmerkende ervan vergelijken met andere objecten, planten, dieren en personen. NL-SCH-TV-04-07 De leerlingen kunnen kenmerken van objecten, planten, dieren en personen beschrijven, deze kenmerken structureren of rubriceren en aanvullen met informatie uit voor hen bestemde school- en studieteksten. Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG NL-SCH-TV-05-02 De leerlingen kunnen gebruikmaken van pictogrammen om verschijnselen met een cyclisch karakter in tabellen in te vullen. NL-SCH-TV-05-04 De leerlingen kunnen verschijnselen, meetresultaten en bevindingen ordenen door ze in tabellen, grafieken en diagrammen in te vullen. NL-TBS-07.15 De leerlingen reflecteren op de opmaakkenmerken van een tekst: - staand – liggend; - pagina – bladzijde; - bladspiegel; - lay-out; - cursief; - vetjes; - onderstreept. NL-SCH-DV-D06-02-01 De leerlingen kunnen de toegankelijkheid van de informatie in de tekst verhogen door het aanbrengen van een alineastructuur. NL-LEZ-DV-D06-02-04 De leerlingen kunnen de sleutelwoorden in een schema plaatsen. NL-LEZ-DV-D06-02-08 De leerlingen kunnen een uittreksel schrijven van een korte tekst. NL-LEZ-DV-D06-02-10 De leerlingen kunnen een samenvatting schrijven van een tekst die bestaat uit drie alinea’s. Nederlands – Strategieën NL-TBS-07.05 De leerlingen hanteren een passende tekstsoort en passend teksttype om hun spreek- of schrijfdoel te realiseren. NL-TBS-02.09 De leerlingen reflecteren op het gebruik van de gehanteerde opzoekstrategie en kiezen de meest efficiënte in een concrete taalgebruikssituatie. Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG Wereldoriëntatie WO-TEC-02.10 De leerlingen kunnen een probleem, ontstaan vanuit een behoefte, technisch oplossen door verschillende stappen van het technisch proces te doorlopen: probleemstelling, ontwerpen, maken, in gebruik nemen en evalueren. WO-TEC-02.12 De leerlingen ervaren de behoefte om een probleem technisch op te lossen. WO-TEC-04.04 De leerlingen tonen een experimentele en explorerende aanpak om meer te weten te komen over techniek. WO-TEC-02.13 De leerlingen bepalen aan welke vereisten de technische realisatie die ze willen maken, moet voldoen. WO-TEC-02.15 De leerlingen verduidelijken welke technische realisatie ze willen maken om aan een behoefte te voldoen. WO-TEC-02.18 De leerlingen genereren ideeën voor een ontwerp van een technische realisatie. WO-TEC-02.19 De leerlingen tekenen een ruwe schets van de technische realisatie die ze willen maken. WO-TEC-02.20 De leerlingen geven bij het ontwerpen van de technische realisatie de stappen die ze willen doorlopen, aan (aanwijzen, tekenen, noteren, verwoorden …). WO-TEC-04.06 De leerlingen zijn bereid om inventieve· / innovatieve· oplossingen te bedenken voor technische behoeften. WO-TEC-02.21 De leerlingen kiezen geschikte materialen en gepaste hulpmiddelen voor het maken van een eenvoudige technische realisatie. Lapbooks in de klas Lagere school Leerplandoelen OVSG WO-TEC-02.22 De leerlingen maken keuzes bij het maken van een technische realisatie, rekening houdend met de behoefte, vereisten en beschikbare materialen en hulpmiddelen. WO-TEC-02.24 De leerlingen voeren een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uit. WO-TEC-02.28 De leerlingen reflecteren op hun werkwijze en sturen deze eventueel bij. WO-TEC-02.31 De leerlingen vergelijken werkwijzen en formuleren een oordeel aan de hand van criteria bv. efficiëntie, nauwkeurigheid… WO-TEC-03.05 De leerlingen beoordelen technische realisaties op basis van criteria bv. functionaliteit, esthetiek, ethiek … WO-TEC-04.03 De leerlingen zijn bereid nauwkeurig te werken.
© Copyright 2024 ExpyDoc