Minder koelen na reanimatie geeft hetzelfde resultaat

In het kort
KLINISCHE PR AKTIJK
Minder koelen na reanimatie geeft hetzelfde resultaat
Besproken artikel:
Nielsen N, et al.
Targeted temperature management at 33°C versus 36°C after cardiac arrest. N Engl J Med.
2013;369:2197-206.
door Thiemo F. Veneman en Hanneke Freling ([email protected])
Waarom dit onderzoek?
Bewusteloze overlevers van een hartstilstand buiten het ziekenhuis hebben
een grote kans op overlijden of op een slechte neurologische uitkomst. Koeling na de reanimatie leidt tot een betere neurologische uitkomst. Internationale richtlijnen adviseren daarom dergelijke patiënten te koelen tot 32°C. De
streeftemperatuur voor de beste uitkomst is echter onbekend. In deze studie
werd de invloed van 2 streeftemperaturen (33°C vs. 36°C) op mortaliteit en
neurologische uitkomsten vergeleken.
Onderzoeksvraag
Wat is de invloed van verschillende streeftemperaturen na reanimatie op
mortaliteit en op neurologisch functioneren op de korte en lange termijn?
Hoe werd dit onderzocht?
Bewusteloze volwassen patiënten (n = 950) die buiten het ziekenhuis waren
gereanimeerd wegens een hartstilstand werden gerandomiseerd naar koeling
tot 33°C of tot 36°C. De primaire uitkomstmaat was mortaliteit tot aan het
eind van de studie.
Belangrijkste resultaten
De onderzoekers analyseerden de gegevens van 939 patiënten. Aan het eind
van de studie was 50% van de patiënten in de 33°C-groep en 48% in de
36°C-groep overleden (hazardratio: 1,06; 95%-BI: 0,89-1,28). Na 180 dagen
was 54% van de patiënten in de 33°C-groep overleden of had een slechte neurologische uitkomst (geëvalueerd met de Cerebral Performance
Category(CPC)-schaal), vergeleken met 52% van de patiënten in de 36°C-groep
(hazardratio: 1,02; 95%-BI: 0,88-1,16).
Consequenties voor de praktijk
Dieper koelen dan 36°C heeft bij bewusteloze overlevers van een reanimatie
buiten het ziekenhuis geen voordelen ten aanzien van de uitkomst. De nadelige invloed van diep koelen op andere orgaansystemen kan daarmee vermeden worden.
> Kijk ook op www.ntvg.nl/klinischepraktijk
●
NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A7444
1