Een verhoogde kans na NIPT, en dan? dan? - sps

Een verhoogde kans na NIPT, en dan?
en dan?
Katelijne Bouman, klinisch geneticus
UMCG
Aspecten en achtergronden voor de counseling
Vóórkomen van aangeboren afwijkingen
Vóórkomen van aangeboren afwijkingen
Verdeling aangeboren afwijkingen
Verdeling aangeboren afwijkingen
Betekenis van een “afwijkende NIPT uitslag”
Vervolgonderzoek na een “afwijkende NIPT uitslag”
Vóórkomen van aangeboren afwijkingen
97%
3%
Geen aangeboren afwijkingen
Aangeboren afwijkingen
2‐3% van alle kinderen in NL heeft een aangeboren afwijking
3% a a e de e
ee t ee aa gebo e a j g
Verdeling aangeboren afwijkingen
22%
6%
CZS
0%
Hartafw ijkingen
3%
8%
1%
Tr. Digestivus + schisis
Tr. Urogenitalis
13%
Musculoskeletale afw
10%
Overig
Monogene afw ijking
Trisomie 21
Trisomie 18
6%
Trisomie 13
16%
5%
Andere chromosoomafw
20%
Van deze 2‐3% heeft 10% een chromosoomafwijking: a de e 3% ee t 0% ee c o osoo a j g
waarvan 7% op te sporen met NIPT
www.eurocatnederland.nl
97%
3%
Geen aangeboren afwijkingen
Aangeboren afwijkingen zijn
héél zeldzaam
Aangeboren afwijkingen
NIPT spoort 93% van de aangeboren afwijkingen niet op
aangeboren afwijkingen
www.eurocatnederland.nl
De “afwijkende NIPT” uitslag
“www.meerovernipt.nl”
“De NIPT biedt geen 100% zekerheid. Uit onderzoek blijkt dat de test bij vrouwen met een verhoogde kans na de combinatietest kan aantonen: >99% trisomie 21 97% trisomie 18
92% trisomie 13
Bij een afwijkende uitslag van de NIPT zijn er sterke aanwijzingen dat het ongeboren kind een trisomie 21, 18 of 13 heeft. Echter, bij een afwijkende uitslag kan het voorkomen dat het kind j
j
g
geen trisomie heeft. g
Daarom is bij een afwijkende uitslag een vlokkentest of vruchtwaterpunctie nodig als bevestiging van de NIPT uitslag”
De “afwijkende NIPT” uitslag
“De
De NIPT biedt geen 100% zekerheid. Uit onderzoek blijkt dat de test bij vrouwen met een NIPT biedt geen 100% zekerheid. Uit onderzoek blijkt dat de test bij vrouwen met een
verhoogde kans na de combinatietest kan aantonen: >99% trisomie 21”
Mw de Vries heeft een kans van 1:200
M
d V i h ft
k
1 200 op trisomie 21 bij de foetus na de ti
i 21 bij d f t
d
combinatietest. Zij kiest voor de NIPT en krijgt een afwijkende NIPT uitslag.
Hoe groot is de kans dat zij zwanger is van een kind met downsyndroom? Optie 1: >99%
Optie 2: 84%
Optie 3: 50%
www.meerovernipt.nl
De “afwijkende NIPT” uitslag
“Uit onderzoek blijkt dat de test bij vrouwen met een verhoogde kans na de combinatietest kan aantonen: >99% trisomie 21”
Voor mw de Vries met een afwijkende NIPT uitslag. Voor
mw de Vries met een afwijkende NIPT uitslag.
na een kans van 1:200 op trisomie 21 bij de foetus na de combitest geldt:
Uitgangspunt:
Een populatie van 100 000 vrouwen met een kans van 1:200
Een populatie van 100.000 vrouwen
met een kans van 1:200 op een foetus met trisomie 21.
op een foetus met trisomie 21
Hiervan zijn 500 vrouwen zwanger van een foetus met trisomie 21 (100.000:200 = 500).
De sensitiviteit van NIPT voor trisomie 21 is 99.5%: van de 500 vrouwen met een foetus met trisomie 21 worden 498 vrouwen (99.5% van 500) met NIPT als positief getest en twee vrouwen als negatief
(fout negatief)
(fout negatief).
De specificiteit van NIPT voor trisomie 21 is 99.9%: van de 99.500 overige foetussen (100.000‐500 = 99.500) worden er 99.400 vrouwen (99.9% van 99.500) als negatief getest en 100 vrouwen als positief
(fout positief).
Totaal worden er 598 vrouwen positief
worden er 598 vrouwen positief getest (498 terecht positief en 100 fout positief): getest (498 terecht positief en 100 fout positief):
Een aanstaande moeder met een afwijkende NIPT test uitslag heeft dus een kans van 500:598 = 84% op een foetus met trisomie 21 en 16% kans op een foetus zonder trisomie 21
De positief voorspellende waarde in deze 1:200 risico groep is dus 84%.
Optie 1: >99%
=sensitiviteit
Optie 2: 84%
Optie 3: 50%
a priori kans 1:1000
De “afwijkende NIPT” uitslag
De positief voorspellende waarde (PVW)
hangt af van
g
de à priori kans
de Z score
het percentage foetaal DNA
de sensitiviteit en de specificiteit
= de kans dat de foetus een trisomie heeft na een afwijkende NIPT uitslag
een afwijkende NIPT uitslag
Na de “afwijkende NIPT” uitslag
Niets doen
Niets doen
Invasieve diagnostiek
Invasieve diagnostiek
vlokkentest
Normale uitslag
Afwijkende uitslag
Beëindigen zwangerschap
vruchtwaterpunctie
Uitdragen zwangerschap
Verhoogde kans op (late) miskraam
Verhoogde kans op (late) miskraam
Trisomie 21 20‐30%
Trisomie 13 en 18 40‐60%
In het laboratorium: de “sneltest”
gericht op chromosoom 13, 18, 21, X en Y
vrouwelijk chromosomenpatroon
mannelijk chromosomenpatroon
De “sneltest”: de QF‐PCR
E DNA t t
Een DNA test gericht op trisomieën en monosomieën
i ht
ti
i ë
i ë
Twee piekjes van een chromosoom = normaal
Drie piekjes van een chromosoom = afwijkend
www.devyser.com
Na de “sneltest”
Sneltest
Afwijkend
f ijk d
Chromosomen‐
onderzoek
Normaal
Opslag DNA
l
Trisomie 21 niet erfelijk
Trisomie 21, niet erfelijk
Trisomie 21 “erfelijk”
Trisomie 21, erfelijk
Verdeling aangeboren afwijkingen
22%
6%
CZS
0%
3%
8%
1%
Hartafw ijkingen
Tr. Digestivus + schisis
Tr. Urogenitalis
13%
Musculoskeletale afw
10%
Overig
Monogene afw ijking
Trisomie 21
Trisomie 18
6%
Trisomie 13
16%
5%
Andere chromosoomafw
20%
Van deze 2-3% heeft 10% een chromosoomafwijking:
waarvan 7% op te
t sporen mett NIPT en daarna
d
de
d sneltest
lt t
www.eurocatnederland.nl
De uitbreiding van de sneltest bij echoafwijkingen
Onderzochte chromosomen bij de
sneltest
Microchromosomenonderzoek
(aCGH) van alle chromosomen
“micro‐chromosomenonderzoek”
de array CGH
Array Comparative Genome Hybridisation
www.brusselsgenetics.be
Invasieve prenatale diagnostiek 2014
Analyse in vlokken of vruchtwater
hangt samen met de indicatie:
hangt samen met de indicatie:
Maternale leeftijd of NIPT:
Sneltest
Bloed van a.s. moeder nodig voor de interpretatie
Uitslag na 3‐4 dagen
Echoafwijking:
Sneltest en aCGH
Bloed van beide ouders nodig voor de interpretatie
Uitslag na 2 weken
Na een afwijkende sneltest volgt chromosomenonderzoek, geen aCGH
j
g
,g
Aspecten en achtergronden voor de counseling
Vóórkomen van aangeboren afwijkingen
Aangeboren afwijkingen komen bij 2‐3%
Aangeboren afwijkingen komen bij 2
3% van de kinderen voor
van de kinderen voor
Verdeling aangeboren afwijkingen
97% v.d. aangeboren afwijkingen is niet met de NIPT te detecteren
97% v.d. aangeboren afwijkingen is niet
met de NIPT te detecteren
Betekenis van een “afwijkende NIPT uitslag”
de kans op trisomie is de positief voorspellende waarde en niet de sensitiviteit
Vervolgonderzoek na een “afwijkende NIPT uitslag”
Sneltest in vlokken en vruchtwater is gericht op trisomie 13, 18 en 21. Deze test sluit andere chromosoomafwijkingen niet uit. Deze test sluit
chromosoomafwijkingen niet uit.
De “afwijkende NIPT” uitslag
In de laag‐risico
In de laag
risico groep 1:1000
groep 1:1000
De laag‐risico groep Uitgangspunt: populatie van 100.000 aanstaande moeders achter in de twintig met a priori risico g gp
p p
g
p
van 1:1000 op foetus met trisomie 21. Hiervan zijn 100 vrouwen zwanger van foetus met trisomie 21 (100.000:1.000 = 100). NIPT sensitiviteit trisomie 21 = 99.5%: van de 100 met foetus met trisomie 21 worden er ongeveer 100 (eigenlijk 99 5 = 99 5% van 100) met NIPT als positief getest
ongeveer 100 (eigenlijk 99.5 = 99.5% van 100) met NIPT als positief getest. De sensitiviteit van NIPT voor trisomie 21 is 99.5%: van de 100 vrouwen met een foetus met trisomie 21 worden daarom ongeveer 100 vrouwen (eigenlijk 99.5% = 99.5% van 100) als positief getest. De specificiteit van NIPT voor trisomie 21 is 99.9%: van de 99.900 normale foetussen (100.000‐
100= 99.900) worden er daarom 99.801 vrouwen (= 99.9% van 99.900) als negatief getest en 99 vrouwen als positief (dit is fout positief).
In totaal worden in deze laag‐risico groep dus 199 vrouwen positief getest (100 terecht positief g
g p
p
g
(
p
en 99 fout positief): een aanstaande moeder met een positieve (=afwijkende) NIPT test uitslag heeft dus een kans van 100/199 = 50% kans op een foetus met daadwerkelijk trisomie 21 en 50% kans op foetus zonder trisomie 21 (= onterecht positieve uitslag). De PVW is in de laag risicogroep dus 50%. De PVW neemt af naarmate de a priori kans afneemt.
De PVW is in de laag risicogroep dus 50%. De PVW neemt af naarmate de a priori kans afneemt.