Deze An n e mist gelaagdheid

Deze Anne mist gelaagdheid
Recensie
Theatervoorstelling: Anne
Door Theater Amsterdam. Regie: Theu
Boermans. Gezien 8/5 Theater Amsterdam. Inl.: theateramsterdam.nl
*
2
Door Herien Wensink
FOTO KURT VAN DER ELST
A
nne Frank is zo’n icoon dat ze
bijna een cliché geworden is.
Maar wie terugkeert tot de
bron: het dagboek, kan niet anders
dan opnieuw geroerd zijn door dat
vroegwijze meisje met haar gevatte,
droogkomische toon – en wordt direct
meegevoerd door die glasheldere
stem uit het verleden.
In haar dagboek geeft Anne Frank
blijk van humor en zelfspot. Ze is dapper en monter, maar ook onuitstaanbaar, opstandig en soms snoeihard.
En juist dat rafeltje, openhartig aan
‘Kitty’ toevertrouwd, maakt haar zo
levendig en herkenbaar.
Hooggespannen
verwachtingen
dus, van de bewerking door schrijversechtpaar Jessica Durlacher en Leon de Winter, dat als eerste in bijna
zestig jaar toestemming kreeg van de
erven Frank om te citeren uit het dagboek. Zouden zij die frisse, scherpzinnige toon weten te treffen? Konden zij
de mythe weer tot mens maken, een
geloofwaardig personage, een puber
van vlees en bloed? Die ambitie was er.
Maar het is helaas niet gelukt. Anne is
een imponerende, maar brave en eendimensionale voorstelling.
Imponeren doet de productie vooral op schaal. Op bijna ware grootte zijn
Anne’s ouderlijk huis aan de Merwedestraat, en voor- en achterhuis (4 etages!) aan de Prinsengracht 263 nagebouwd, alsmede een Parijse bistro,
compleet met kristallen kroonluchters. Het achterhuis kan draaien, en
toont zo alle vertrekken van de acht
onderduikers. De schemerlampjes
werken, de foto’s aan Anne’s muur
kloppen precies: het sublieme decor
(van Bernhard Hammer) is perfect in
zijn filmisch realisme. De technische
innovaties, zoals een uiteenwijkende
gevel die het binnenste van een huizenblok onthult, zijn overweldigend
en soms adembenemend.
Ook Durlacher en De Winter zijn
dicht bij de historische werkelijkheid
gebleven. Te dicht: het lijkt alsof ze
moeilijk konden kiezen uit het materiaal en het liefst netjes alles hadden naverteld. Anne duurt ruim drie uur,
maar weet lang niet steeds te boeien.
Zo realistisch als de decors zijn, zo
De theaterproductie Anne die gisteren in première ging. Actrice Rosa da Silva speelt Anne Frank, met rechts naast haar Paul R. Kooij in de rol van Otto Frank.
eendimensionaal zijn de meeste personages – met een Gestapo-inval uit
een stripboek als pijnlijk dieptepunt.
De ambitie om dicht bij Annes toon te
blijven botst op de voelbare eerbied
voor het icoon. Daardoor bezigt deze
Anne wel een gedateerd jaren veertigtaaltje, maar mist ze de scherpte en gelaagdheid van het origineel.
Anders dan het grote voorbeeld Soldaat van Oranje, van deels dezelfde
makers, heeft Anne bovendien als nadeel dat schaal en techniek op gespannen voet staan met de inhoud. Dit is
geen avonturenepos maar een intiem
coming-of-age verhaal van een gewoon meisje onder extreme omstandigheden. Zodra de impact van de
vormgeving is uitgewerkt, komt het
dan toch aan op tekst, spel, spanningsboog, karakterontwikkeling.
Op dat alles valt flink wat af te dingen. Rosa da Silva heeft zich de bokkige, vrolijk-brutale kant van Anne goed
eigen gemaakt. Maar haar neerslachtige, contemplatieve, en later wijs-berustende inslag maken hier geen kans.
Evenmin komen karakternuances bij
de overige personages goed uit de
verf. Zij blijven op grote afstand: door
het gigantische decor ook letterlijk. De
operateske omvang maakt klein, subtiel spel schier onmogelijk.
Een grote omissie is ook dat het gevoel van beklemming, zo prangend in
het dagboek, volledig ontbreekt. Hoe
dit ontluikende meisje naar adem
snakt in haar gevangenschap, dat ze
zich schuil en stil moet houden terwijl
haar hart jaagt in haar borst en de hormonen door haar lijf gieren – het
wordt nergens invoelbaar.
Sowieso blijft de ontroering verontrustend lang uit. Dat komt ook door de
hinderlijke raamvertelling waarin de
stervende Anne droomt dat ze na de
oorlog in Parijs woont, en deze volwassen Anne terugblikt op haar on-
derduikjaren in een overbodig liefdesplot. Het neemt nogal wat van het drama weg dat een volwassen Anne alles
navertelt – al maakt dat de voorstelling
wel geschikter voor jongeren; een belangrijke doelgroep.
Pas als Paul R. Kooij als Otto Frank,
de enige overlevende van de acht onderduikers, het woord neemt, en in
zijn eentje op toneel bijna onsentimenteel verslag doet van het sterven
van zijn vrouw en dochters, snoert dat
echt de keel. Dat toont hoe weinig
techniek en effect dit verhaal eigenlijk
nodig heeft.
[+] Lof van premièrepubliek pagina 4