HOME_files/boekje Anne

IM
A
PA
CT
...een losse letter...;
...een woord...;
...een beeldende taal
NNE
Gedichten van Anne de Groot
Voorwoord
Gedichten van Anne de Groot
Anne de Groot (1953) is een ervaren “Water” manager die zowel in
binnen- als in het buitenland werkzaam is geweest. Daardoor heeft
hij vele malen diverse teams in verschillende culturen aangestuurd.
Later heeft hij zich bekwaamd in psychosynthese, een methode die
persoonlijke verdieping en inzicht teweegbrengt, daarbij ook
gebruik makend van verhalen en verbeelding.
Anne is een zeiler, een schipper die met het schrijven van teksten
het roer heeft omgegooid vanuit zijn interesse in levensvragen die
het verleden, het heden en de toekomst aangaan.
Hij weet de juiste woorden te vinden bij de levensverhalen uit de
collages en geeft helder weer welke gevoelens er spelen in de
verhalen. Als Pake van vijf kleinkinderen zit Anne de laatste paar
jaar midden in het proces van het zoeken naar woorden voor de
verwondering over dat wat zich aan hem ontvouwt.
Kordaat doorsnijdt haar boeg
het immer roerig water.
Geen aarzeling vertoont zij,
gestaag en fier, zij gaat er !
De Schipper in de kuip
voelt schip en wind hem strelen;
is in zijn element;
vangt vlagen op, bij velen.
Zeilschip
Dan nadert daar de wal.
De vlagen worden krapper.
De steven wordt gewend.
Een overstag volgt dapper.
Een nieuwe koers ligt daar;
de Schipper, blik daarop,
zet zeilen naar de wind
en vaart de zee weer op….
Verlangen
‘k Wil nu daar door die deur,
die deur met licht erachter.
Niets houdt mij tegen toch?
Ik ben mijn eigen wachter!
Laat ik maar stoppen met
slaan naar ’t hemels gewelf
tot ik ‘ik’ overwin
en uitkom bij mijZelf.
Waarom aarzel ik dan?
Waaraan ben ik gaan hechten?
Is er van vroeger dan nog iets
wat waard is voor te vechten?
Het is mijn keus,
mijn eigen kleur,
maar ongewis
blijft daar die deur …
Of vecht ik met mezelf,
mijn zonnestraal en schaduw?
Of zit achter die deur
de zomer van één zwaluw?
Sitting on my own
A place for me
where I dress in
Autonomy,
sitting on my own…..
Where I create,
refresh and flourish,
with friends debate,
sitting on my own…..
Where I return,
solicitous;
intensive, reddish burn;
sitting on my own…..
This having done
on many places
I’m all in One,
sitting on my Own.
Weg uit de drukte, weg uit een trekkende kolkbeweging
Weg uit vaste patronen
Durven, doen
Wegvliegen
Over de horizon durven kijken
Doen wat je wilt doen met PASSIE
Hoogvlieger
waar vlieg je naar toe?
Wat heb je gezien
daar achter de horizon,
misschien nog vaag?
Wat heeft jou de moed gegeven
om drempels over te gaan;
om je kenbaar te maken aan anderen
en zichtbaar voor de wereld?
Wat heeft jou in beweging gezet,
boven het maaiveld uit doen stijgen
naar het nieuwe betoverende vergezicht
dat zich voor jóuw ogen heeft ontvouwd?
Durf je jezelf of anderen te verbazen?
Of kan je niet anders
omdat het kwam op de Wind
en voelde als een opdracht aan jeZelf?
Vreugde vergezelde
haar geboorte
als eerste kind.
Ontstaan als vrucht;
bezield tot mens
in de omsloten moederschoot.
Vanwaar komt zij,
dat nieuwe leven,
met al haar eigenheid?
Oorsprong
De verwondering blijft
bij al wat voortkomt
uit haar betekende handen.
Het Schone zichtbaar gemaakt;
intuïtief ontvangen
in haar geopend hart.
Vanwaar komt het,
dat vonkende
Oorspronkelijke?
Levensdraad
In liefd’ ontvangen en geboren werd hij,
mijn vader;
alleen.
De Reiziger géén weg gewezen,
maar die ontstond onder zíjn treden
alleen.
Al reizende werd opgetekend
waar hij genoot, waar zich verrekend,
kiezende met reisgenoten
of soms alleen
Op vele groene velden trad hij,
omringd, bewonderd; soms vergat hij
alleen
dat ik hem zwijgend lief had,
lucht en ruimte gunde, niet dat
ik dat zei, ook niet
met hem alleen.
De velden dorden, luchten sloten,
hekken stopten, maar onverdroten
ging hij met óns alleen.
Loslaten
Toen al vele keuzen gemaakt waren
op mijn vaders levenspad;
Toen het haperend hart zijn redenen meenam
die de rede toch niet kent;
Toen mijn vragen vervaagden
omdat zijn reis zich onthulde;
Toen alles gedaan
en alles gezegd was;
Toen zijn laatste toon verklonken was,
zijn Ziel teruggekeerd was naar de Oorsprong
en zijn levensdraad geweven werd
als vezel in die van de Kosmos;
Toen……..
Toen restte mij slechts
liefdevolle bespiegeling……..
Nu kan ik hem loslaten.
Fragiel
Moet ik een harnas maken
rond de barsten van mijn leven
om mij niet te laten raken;
als ik het zand, zo fijn,
tot duinen zie verwaaien
aan zee en in woestijn;
wanneer ik jaren, dagen, uren,
vlinderend door het leven
geknecht wordt door structuren,
maar één straal zonneschijn
mijn wonden lichtjes toedekt
als deken van satijn;
als weer een dierbare Ziel,
een Zilveren Draad op breken staat,
dan zwijg ik, val ik stil, fragiel…..
Belofte
Zwaar weer raast over ’t Gronings land
en mikt op hoge bomen;
zij maalt haar baan langs bos en rand
en valt niet in te tomen.
Als dan de wind is weggewaaid,
ontsteld ziet dan de stad
haar sterke boom zó weggemaaid;
ontworteld; in vol blad…
Maar één belofte klinkt steeds luid,
al heeft de storm genomen:
de jonge spruiten groeien uit,
wuivend vanuit hun dromen!
Samen
Door het lot verbonden,
Ervaren en bereid,
In warme nacht hervonden;
Geen afstand die hun scheidt.
Ook na getelde dagen,
Intens en in géén tijd,
Gerijpt door vele vragen;
Één Thuis in eeuwigheid
….. eerst…..
….. ik…..
….. alleen…..
….. een losse letter…..
nog géén woord.
….. aarzelend…..
….. zoekend…..
….. nog on-be-grepen…..
niet gehoord.
….. denkend…..
….. aan Babels toren…..
….. waar de mensheid…..
is ontspoord.
….. soms zelfs…..
….. kwaad bejegend…..
….. dóód-gezwegen…..
haast vermoord.
Maar dan…..
….. een groot Mysterie…..
als ik met Vlammen
wordt getooid,
dan wordt míjn letter
met die van ànderen
in rijke Woorden
rondgestrooid.
Dan worden al die rijke Woorden
tot een Taal
die wordt verstaan,
die laat begrijpen
héél ver-rijkend;
aan alle mensen
recht gedaan.
Die ons laat horen
in spreekkoren
hoe Heilig Vuur
ons écht verbindt;
zo maakt het Woord
dat Hèt begint.
Pinksteren 2014
Kleurrijke worsteling
Rode aarde
fel beschenen door een witgele zon.
De koelte van de ochtendnevel.
Wegstervend geluid
van warme mensen.
Geuren en verbroken stilte van de nacht.
Een lange weg, ver weg
van wat bekend was,
wat aan mij trekt.
Hoe lang nog hier,
vastgehouden
door een vreemd verlangen ?
Zo worstel ik
tussen de plaatsen
waar ik kan zijn:
trekt aan, duwt weg, trekt aan, duwt weg.
Zo reis ik, zo ben ik,
zo word ik meZelf…
Ze zeggen……
Er is een tunnel
met prachtige kleuren
en blinkend wit licht in de verte
wanneer mijn levenslijn breekt
en de spanningen
mèt mijn leven wegvloeien;
Mijn schaduw
wordt vergeten.
Wat voortgaat is,
hoe gering ook,
dat wat ik vanuit mijn hart
met toewijding heb gedaan.
Dat maakt dat ik durf kijken
naar dat licht in de verte…
Licht in de verte
Blik op de wereld
Mijn blik!
Ik durf
over de horizon;
steek mijn voelsprieten uit;
kruis onbekende blauwgroene zeeën;
snuif geuren op in verre landen;
verzadig mijn ogen
met andere werelden
en zie de wereld anders
met
mijn blik!
Zoals
het
glas…
Vanaf het
beginhalfvol
al
is er de Verwondering
over het onvermoede mogelijke
dat zich beeldend openbaart.
Die Verwondering
krijgt aarzelend woorden
in een eerste vertelling
over verkregen visioenen.
Als het hekanker van een schip,
op drift in woeste zee,
houden die beelden de mens op koers
totdat zij zijn verwezenlijkt.
Juni 2014
Gedichten Anne de Groot
Collage illustraties Marjon Reiziger
Ontwerp Ab Bol
www.mfg-art.nl
www.mfg-art.nl
MI
AP
TC