> Retouradres Postbus 2730 3500 GS Utrecht Stenden Hogeschool Postbus 1298 8900 CG LEEUWARDEN Locatie Utrecht Park Voorn 4 Postbus 2730 3500 GS Utrecht T 088 669 6060 F 088 669 6050 www.onderwijsinspectie.nl Onze referentie 4329043 Uw referentie Datum Betreft 8 mei 2014 Graadverlening in het buitenland Kopie aan Ministerie van OCW Geachte heer, Met referte aan uw brieven d.d. 31 oktober 2013 (kenmerk 481/002) en d.d. 7 februari 2014 (kenmerk 47/02) berichten we u hierbij over onze bevindingen en conclusies ten aanzien van de realisering van de afgesproken maatregelen voor de borging van het eindniveau van de zittende studenten (gestart vóór september 2012) aan de opleidingen van Stenden op de buitenlandse sites. De bevindingen zijn op 15 april 2014 met u besproken. Daarna heeft u schriftelijk gemeld (brief 24 april 2014, kenmerk 166/002) geen feitelijke onjuistheden aangetroffen te hebben. Wel heeft u enkele specifieke punten over de uitvoering van de 60 ec maatregel op schrift gesteld. Een punt daarvan (het aantal verwachte studenten dat in september 2014 naar Stenden Nederland komt) hebben we verwerkt. Zo ook is uw toelichting over de opzet van en de relatie tussen de uitkomsten van de interne en externe audit 2013 in de conclusies opgenomen. Om de conclusies te plaatsen in de context van het onderzoekstraject tot dusver, geven we eerst een korte samenvatting van de voorgeschiedenis. Korte terugblik In het najaar van 2011 heeft de inspectie onderzoek gedaan naar de opleidingen van Stenden in het buitenland. Doel van het onderzoek was te beoordelen of Stenden de kwaliteit van deze opleidingen voldoende waarborgt en handelt volgens de criteria waaraan graadverlening door een Nederlandse instelling op een buitenlandse vestiging moet voldoen (zie de notitie Nederlands Hoger Onderwijs in het buitenland, wat er wel en niet kan). Het betrof de opleiding International Hospitality Management in Zuid Afrika, Qatar, Bali en Thailand en de opleidingen International Business Management en Tourism Management in Qatar. Het rapport is in februari 2012 verschenen en bevatte de volgende conclusies over de opleidingen op de buitenlandse sites: - De gediplomeerde studenten van de opleidingen IHM en ITM hebben hun opleiding geheel in het buitenland gevolgd en zijn niet voor een kwart (60 ec) van hun opleiding naar Nederland gekomen. - Stenden heeft veel inspanningen verricht om de kwaliteit van het onderwijs op de buitenlandse sites te waarborgen, maar er zijn nog veel verbeteringen nodig. Zo zijn er lacunes in het Shared Responsibilities Shared Benefits Document (SRBD), en niet alle werkprocessen zijn in de praktijk geïmplementeerd. Vooral de inhoud, begeleiding en beoordeling Pagina 1 van 7 Locatie Utrecht Datum 8 mei 2014 Onze referentie 4329043 - - van het praktijkgedeelte (IHM) en de afstudeerprocedures zijn onvoldoende gewaarborgd. De Onderwijs- en Examen Regelingen (OER-en) voor de opleidingen in het buitenland zijn onvolledig en de examencommissies voeren in beperkte mate hun wettelijke taak ten aanzien van de buitenlandse vestigingen uit. De Nederlandse examencommissies verlenen geen vrijstellingen voor het in het buitenland gevolgde onderwijs. Naar aanleiding van deze conclusies werd afgesproken dat het College van Bestuur onmiddellijk zou stoppen met de graadverlening aan nieuwe studenten aan de buitenlandse sites die hun opleiding volledig in het buitenland doen en dat u in de informatievoorziening aan (potentiële) studenten op de sites duidelijk zou maken dat van studenten verwacht wordt dat zij een kwart (60 ec) van de opleiding in Nederland zouden gaan volgen. Daarnaast heeft u met de toenmalige staatssecretaris van OCW afspraken gemaakt over de Nederlandse graadverlening aan zittende studenten (gestart vóór september 2012) op de buitenlandse sites. Omdat in alle redelijkheid deze studenten niet verplicht konden worden om 60 ec in Nederland te volgen, heeft u onderstaande maatregelen voorgesteld voor de borging van het eindniveau van deze studenten op de sites (brief 27 februari 2012, kenmerk 128/002): - Alle scripties zullen beoordeeld worden door een derde externe beoordelaar. Na een eventuele negatieve beoordeling door deze externe beoordelaar wordt geen vrijstelling en dus geen graad verleend. - De reflectie van de student op de bereikte eindkwalificaties in de stage wordt op dezelfde manier en met dezelfde gevolgen beoordeeld als de scriptie. - Jaarlijks wordt door een externe assessor in opdracht van de examencommissie een audit gedaan op de sites, waar de controle op de borging van de procedures van het toetssysteem onderdeel van uitmaakt. Het rapport van de audit vormt de basis voor het verantwoord vrijstellen van programmaonderdelen, anders dan stage en scriptie. Indien omissies geconstateerd worden, worden geen vrijstellingen verleend totdat deze omissies zijn hersteld. Op 22 maart 1012 heeft de staatssecretaris laten weten akkoord te gaan met de voorgestelde afspraken en de inspectie verzocht deze te monitoren (brief 22 maart, referentie 387488). De inspectie heeft u vervolgens gevraagd (brief 5 juni 2012, 3284657/22EX)) per 1 oktober 2012 informatie aan te leveren over de wijze waarop u de gemaakte afspraken over de borging van het eindniveau heeft uitgevoerd en/of zal uitvoeren op de verschillende sites. Bovendien bent u gevraagd de inspectie voor 22 juni 2012 te informeren over de wijze waarop u potentiële studenten voorlicht over de eisen die worden gesteld aan het verkrijgen van een Nederlands getuigschrift, waaronder de te volgen 60 ec in Nederland. Op grond van de informatie die u in juni 2012 verzonden heeft (brief + materiaal 21 juni, kenmerk 350/002) heeft de inspectie geconcludeerd dat u potentiële studenten van de buitenlandse vestigingen helder en correct informeert over de Pagina 2 van 7 Locatie Utrecht Datum 8 mei 2014 Onze referentie 4329043 verplichting een kwart van de opleiding in Nederland te volgen. De ‘Nederlandse periode’ geldt voor studenten die instromen vanaf september 2012 en zal plaatsvinden in het derde of vierde jaar van de opleiding. De eerste studenten van de sites worden verwacht in september 2014. Uit uw informatie van oktober 2013 blijkt dat er in september 85 studenten (prognose) naar Nederland zullen komen. Het gaat om 48 studenten IHM, 11 studenten TM en 23 studenten IBMS uit Qatar en 3 studenten IHM uit Thailand. Het aantal verwachte studenten is in april 2014 naar beneden bijgesteld naar 66 studenten. Op grond van de informatie die u in oktober 2012 verzonden heeft (brief + materiaal 1 oktober 2012, kenmerk 487/002) heeft de inspectie geconcludeerd dat u de invoering van diverse maatregelen adequaat ter hand heeft genomen, maar dat de werkelijke effectuering van de maatregelen met name in 2012- 2013 zal plaatsvinden. Er waren op dat moment namelijk nog geen diploma’s uitgereikt en de externe audit had nog niet plaatsgevonden. Wel had u betrokkenen geïnformeerd, geschoold, leden van examencommissies op de sites aangesteld, verantwoordelijkheden vastgelegd, externe deskundigen voor de beoordeling van scripties en stage aangesteld en diverse procedures vastgelegd. Vooruitlopend op de beoordeling van scripties door externe deskundigen, hebben Nederlandse examinatoren van de opleiding IHM 12 scripties beoordeeld. Twee scripties zijn hierbij afgekeurd en hebben op dat moment niet tot graadverlening geleid. Tot slot heeft u aangegeven dat u naast de externe audit in opdracht van de examencommissie, jaarlijks een interne audit naar het toetssysteem op de sites uit zal voeren, startende in de periode januari 2013. De inspectie heeft daarop geconcludeerd (brief 16 oktober 2012, kenmerk3413490/22EX) dat ze na een jaar, wanneer de werkelijke uitvoering van de voorgenomen maatregelen zijn beslag heeft gekregen en de audits hebben plaatsgevonden, opnieuw zal kijken naar de wijze waarop u de afgesproken maatregelen gerealiseerd heeft. U heeft ons vervolgens geïnformeerd op 31 oktober 2013 (brief kenmerk 481/002) over het aantal afgestudeerden met een Nederlandse graad, de beoordeling van afstudeerscripties en stagereflecties over de vrijstellingenprocedure en de interne audit die plaatsgevonden heeft tussen apriljuni 2013 op alle buitenlandse vestigingen. En op 7 februari 2014 (kenmerk 47/002) heeft u ons geïnformeerd over de externe audit van de NQA. Hieronder volgen onze bevindingen. Bevindingen maart 2014 Sinds december 2012 heeft Stenden 108 Nederlandse graden verleend aan studenten van de buitenlandse sites. Het betrof 23 studenten van de opleiding IHM, waarvan 14 studenten uit Qatar en 9 uit Zuid Afrika, drie studenten van de opleiding Tourism Management, allen uit Qatar en 82 studenten van de opleiding IBMS, ook uit Qatar. Deze studenten hebben de graad verkregen nadat ze zich als extraneus ingeschreven hebben bij Stenden Nederland en nadat de Nederlandse Pagina 3 van 7 Locatie Utrecht Datum 8 mei 2014 Onze referentie 4329043 examencommissie van de betreffende opleiding een vrijstelling heeft verleend van 240 ec. Naast de 108 verleende vrijstellingen, zijn vier vrijstellingsaanvragen (IHM, Qatar) negatief beoordeeld. Vrijstellingsprocedure Alle drie de opleidingen hebben een vrijstellingenprocedure opgesteld en deze is door de betreffende examencommissie vastgesteld. De procedure bevat de voorwaarden waaronder en criteria waarmee vrijstellingen van 240 ec verleend mogen worden. Voorwaarden zijn dat het programma gelijk is aan het programma in Nederland en dat de jaarlijkse audit is uitgevoerd. Bovendien moet de ‘Procedure en –vereisten inzake kwaliteitsborging onderwijs en diplomering sites’ zoals is vastgesteld door het CvB onverkort worden uitgevoerd en nageleefd. De in de vrijstellingsprocedure opgenomen criteria zijn onder meer: inschrijving als extraneus in Nederland, aanwezigheid van documenten (toelatingsbrief, getekende cijferlijsten) en voldoende beoordelingen van de externe examinatoren. We hebben negen voorbeelden van vrijstellingsprocedures van studenten van verschillende opleidingen bekeken. Op basis van dit dossieronderzoek concluderen we dat de vrijstellingsprocedure conform de intern gemaakt afspraken is gevolgd en dat de vereiste documenten aanwezig zijn. Beoordeling scriptie en stage Voor de borging van het eindniveau van de zittende studenten zijn door de drie Nederlandse examencommissies externe beoordelaars aangesteld voor een extra beoordeling van de scripties en stagereflecties. Uit de Cv’s blijkt dat het om deskundigen uit het betreffende veld gaat. We hebben van elke opleiding drie scriptie en drie stage beoordelingen bekeken (in totaal 18 beoordelingen). Deze beoordelingen zijn omvattend en maken een gedegen indruk. Van de in totaal 104 aangevraagde externe scriptie beoordelingen zijn zes scripties onvoldoende beoordeeld, van de in totaal 120 aangevraagde beoordelingen van stagereflecties zijn er tien onvoldoende bevonden. We constateren dat deze externe beoordelingen zorgvuldig zijn uitgevoerd. Interne en externe audit De derde afspraak luidde dat er een externe audit zou plaatsvinden. U heeft besloten eerst ook een interne audit uit te laten voeren. Deze is uitgevoerd in april-juni 2013. Deze interne auditcommissie is kritisch. Zij rapporteert dat tal van afspraken niet uitgevoerd worden, dat er verschillen zijn in programma en toetsing die niet voldoende gedocumenteerd zijn, dat het contact tussen de examencommissies op de sites en Nederland minimaal is, en dat de Head of Schools in Nederland slecht op de hoogte zijn van onderwijsresultaten. U heeft naar aanleiding van deze audit een werkgroep ingesteld onder leiding van de per 1 juli aangestelde Head of Sites om de geconstateerde omissies weg te nemen. Deze werkgroep dient een integraal plan van aanpak aan te leveren en maandelijks aan de CvB te rapporteren. In februari 2014 hebben we een update van de stand van zaken van de acties van deze werkgroep ontvangen. Daaruit blijkt dat in de drie opleidingen in januari Pagina 4 van 7 Locatie Utrecht Datum 8 mei 2014 Onze referentie 4329043 2014 vele acties zijn gestart, lopen of afgerond zijn. Het gaat om acties als een nieuwe module evaluatie opstellen, de toetscommissie versterken, change documents verzamelen of een internationale conferentie voor de module coördinatoren van IHM organiseren. In de afspraken die in februari 2012 met de staatssecretaris gemaakt werden, wordt een positief audit rapport van een (externe) assessor als voorwaarde gesteld voor het verlenen van vrijstellingen van 240 ec. De afspraak luidt: “De resultaten van deze audit worden gerapporteerd en dit rapport vormt de basis voor het verantwoord vrijstellen van programmaonderdelen, anders dan stage en scriptie. Indien omissies geconstateerd worden, zullen deze gerapporteerd worden aan de Head of Schools in Nederland en worden geen vrijstellingen gegeven totdat deze zijn hersteld.” De externe audit, in opdracht van de examencommissies uitgevoerd door de NQA, heeft plaatsgevonden op 2 december 2013. De opdracht luidde conform de afspraken met de staatssecretaris: “In hoeverre is er sprake van borging van de kwaliteit van toetsing en examinering ten aanzien van de programma’s IBMS, IHM en ITM voor zover deze op de Stenden sites wordt uitgevoerd”. Het valt op dat in tegenstelling tot de afspraak met de staatssecretaris (“Jaarlijks wordt door een externe assessor in opdracht van de examencommissie een audit gedaan op de sites….”) de audit niet is uitgevoerd op de verschillende sites, maar vanuit Nederland. Het panel baseert zich op drie bronnen: het Shared Responsibilities Shared Benefits Document (SRBD), interviews met de relatiemanagers en leden van de Nederlandse examencommissies van de drie opleidingen en assessment materiaal van het tweede jaar van de drie opleidingen in Qatar en Zuid Afrika. Het is niet duidelijk waarom er geen assessment materiaal van de locaties Thailand en Bali bestudeerd is. Het panel geeft aan: In het SRSB document zijn de verantwoordelijkheden van de functionarissen op de sites en in Nederland duidelijk beschreven, zo bijvoorbeeld die van de examencommissies. Ook is het in het SRSB document beschreven framework voor aanpassingen van het programma aan de lokale context op de sites, voldoende om eventuele aanpassingen valideren. Het is duidelijk op welk niveau en onder welke voorwaarden het de sites is toegestaan het programma aan te passen. Uit de gesprekken met relatiemanagers en leden van examencommissies in Nederland blijkt dat de sites ‘basically’ de programma’s, inclusief de assessments overnemen zoals ze in Nederland uitgevoerd worden. En uit de bestudering van verschillende modulen van het tweede jaar blijkt dat veranderingen goed gedocumenteerd worden in Change Documents. Wel moet er meer aandacht besteed worden aan wie welke veranderingen goedkeurt. Dit verloopt niet altijd conform het SRSB document. Ook bleek dat de verschillende opleidingen verschillende criteria hanteren bij de beoordeling van aanpassingen aan het Nederlandse programma. Pagina 5 van 7 Locatie Utrecht Datum 8 mei 2014 Onze referentie 4329043 - - De examencommissies zijn zich er van bewust dat de kwaliteit van de opleidingen op de sites gelijk moet zijn aan die in Nederland. De jaarlijkse audits van de examencommissies naar de uitvoering van de taken van de examencommissies op de sites, de Quality Desk en het opstellen van een verslag over de kwaliteit van de toetsen zijn goede instrumenten voor de borging van de kwaliteit. Uit het assessment materiaal van het tweede jaar blijkt dat enkele zaken niet helemaal correct zijn en dat de feedback van de examinatoren nogal mager is. De algemene conclusie van het panel is dat het systeem van kwaliteitszorg voldoende is. Het panel eindigt met een aantal aanbevelingen om het systeem verder te versterken. U heeft in uw brief van februari 2014 aangegeven met welke acties u deze aanbevelingen opvolgt. Deze acties zijn duidelijk en concreet. De inspectie mist echter een verklaring voor een aantal in het oog springende verschillen tussen de bevindingen van de interne en de externe audit, en voor het weglaten uit de audit van de sites in Azië. Conclusies De beoordeling van de scripties en stagereflecties van studenten op de sites door externe deskundigen wordt deskundig en serieus uitgevoerd. Dit betekent dat een cruciaal element in de borging van het eindniveau van deze studenten op orde is. Ook concluderen we dat de vrijstellingsprocedure overeenkomt met de afspraken die u gemaakt heeft met de staatssecretaris en dat deze correct gehanteerd is bij de in 2013 aangevraagde vrijstellingen. De uitkomst van de externe audit op de sites is weliswaar positief over de borging van de kwaliteit van toetsing en examinering, maar we hebben enkele kanttekeningen bij het proces en de resultaten van de afgenomen audits. Allereerst constateren we dat de externe audit tamelijk laat heeft plaatsgevonden, waardoor sinds het inspectierapport van begin 2012 een flink aantal (zittende) studenten is afgestudeerd zonder dat u volledig kon instaan voor de kwaliteit van de vrijstellingsprocedure (à 240 ec). Ook is het panel dat de externe audit heeft uitgevoerd niet op de sites zelf geweest en baseert het zich uitsluitend op documenten die vanuit het buitenland zijn aangeleverd en gesprekken met Nederlandse medewerkers. Vervolgens heeft de audit zich gericht op Qatar en Zuid-Afrika, en niet op Bali en Thailand. Inmiddels heeft u toegelicht dat de examencommissies ervoor gekozen hebben de externe audit in een bepaalde opbouw van inhoud en tijd te doen plaatsvinden. De eerste audit heeft pas na enige tijd plaatsgevonden, omdat de verbeteringen pas toen daadwerkelijk geëffectueerd konden zijn. De volgende audit zal op de sites zelf plaatsvinden. In dit kader heeft u gemeld dat de site in Thailand inmiddels is opgeheven, vanwege een te gering aantal studenten. Wat de resultaten van de audit betreft concluderen we dat deze lastig zijn te duiden. We constateren een tegenstijdigheid in de uitvoering en de uitkomsten van de interne en die van de externe audit. De interne audit, die op de sites zelf is Pagina 6 van 7 Locatie Utrecht Datum 8 mei 2014 Onze referentie 4329043 uitgevoerd, is gedetailleerder en kritischer dan de externe audit. Op grond van de interne audit kunnen de examencommissies, die de vrijstellingen van 240 ec verlenen niet goed waarmaken dat zij voldoende op de hoogte zijn van de programmaonderdelen en bijbehorende toetsing, met uitzondering van scriptie en stage. U heeft in april aangegeven dat de discrepantie tussen de uitkomsten van de beide audits te verklaren is door het verschil in aard en karakter van de beide audits. De interne auditsstandaarden zijn er op gericht ‘een lerende en zich verbeterende organisatie’ te faciliteren en dus heel kritisch. Tegelijkertijd constateren we ook dat u zowel de uitkomsten van de interne als de externe audit serieus hebt genomen en verbeteracties hebt geformuleerd. Ook bent u van plan de interne en externe audits jaarlijks te laten plaatsvinden. Vervolg We zien geen reden tot vervolgonderzoek. De borging van het eindniveau van zittende studenten is op orde. Maar omdat de aanpak van de externe audit nogal licht is geweest en er nog verschillende lichtingen studenten zullen afstuderen voordat de nieuwe aanpak met de verplichte 60 ec in Nederland zal plaatsvinden, vragen we u de komende externe audit spoedig en scherp uit te laten voeren. Dit heeft u inmiddels gedaan. De opdrachtformulering daartoe hebben we op 15 april 2014 ontvangen. We beschouwen hiermee het onderzoek als afgesloten. Met vriendelijke groet, drs. H.M. Martijnse directeur toezicht hoger onderwijs Pagina 7 van 7
© Copyright 2024 ExpyDoc