Na de pauze zingt DGK Vivace hoogtepunten uit de opera Orfeo ed

Na de pauze zingt DGK Vivace hoogtepunten uit de opera Orfeo ed Euridice van Gluck.
Dit deel staat in het teken van de opera Orfeo ed Euridice van
Christoph Willibald von Gluck (1714-1787), wiens driehonderdste
geboortedag dit jaar op meerdere locaties in Europa wordt
opgeluisterd met muzikale manifestaties.
15 november is overigens Glucks 227e sterfdag!
Een verteller verbindt de muziekstukken met beeldende teksten
uit het klassieke verhaal; die worden opgeluisterd met een
diapresentatie.
Orfeo ed Euridice (1762) is gebaseerd op het oeroude tragische liefdesverhaal uit de
Griekse mythologie van Orpheus en Eurydice. De zanger Orpheus weet met zijn stem en
snarenspel de wilde dieren te temmen en de stenen te bewegen. Zijn liefde voor de schone
Eurydice is grenzeloos, maar op hun huwelijksdag sterft zij aan een slangenbeet. Orpheus
kan in haar dood niet berusten; met zijn zang en lier weet hij de goden te bewegen zijn
bruid weer uit het dodenrijk te laten gaan. Maar er is één voorwaarde: op die terugweg
mag hij niet omkijken naar Eurydice, en zij mag niet weten waarom …
De librettist van Gluck, de Italiaan Calzabigi, gaf een verrassende draai aan de afloop vande
mythe. Gluck oogstte in Wenen en Parijs veel lof met zijn gedurfde, toen volstrekt nieuwe
interpretatie.
De opera bestaat uit drie akten.
In de eerste akte staat Orpheus aan de graftombe van Eurydice. Hij bezingt samen met het koor zijn verdriet
om haar dood: Ah, se intorno a quest’ urna funesta (ach, als jij rond deze onheils-tombe waart, Eurydice,
schone schim, hoor dan de snikken, klachten, zuchten waarmee wij om jou rouwen…).
Orpheus is wanhopig, zoals hij laat blijken in de hartverscheurende aria’s Chiamo il mio ben cosi (zo roep ik
mijn geliefde aan) en Cerco il mio ben cosi (Zo zoek ik mijn geliefde).
Dan verschijnt Amore (ofwel Cupido, god van de liefde) om Orpheus te vertellen hoe hij haar kan terugwinnen:
afdalen in de onderwereld, zijn geliefde Eurydice terughalen, maar … haar niet aankijken vóórdat zij weer
terug op aarde is.
In de tweede akte zien we Orpheus, afgedaald in de onderwereld. Daar stuit hij op de hellehond Cerberus, en
op de Furiën (wraakgodinnen) die hem willen tegenhouden: Qui mai dell’ Erebo fra le caligni (wie is het die in
het spoor van Hercules en van Pirithoös door de nevelen van de Erebus naderbij komt?).
Zij houden hem tegen: Misero giovane, che vuoi, che mediti? (ellendige jongeling! Wat wil je, wat ben je van
plan? Hier huizen enkel rouw en zuchten in dit gruwelijke onheilsoord!).
Orpheus smeekt in een mooie aria om doortocht: Mille pene, ombre sdegnoso (duizend smarten, akelige
schimmen, heb ik net als jullie te verduren…).
De wraakgodinnen geven toe: Ah! quale incognito affetto flebile (Ach, welk onbekend mild gevoel komt
stilaan onze onverbiddelijke woede verdrijven?).
Orpheus komt vervolgens uit bij de Elyseese velden, een bekoorlijk landschap vol groene bosschages en velden
met bloemen. Goede geesten komen hem tegemoet. Zij voeren een wonderschoon ballet op, onder de
romantische tonen van het Ballo degli Spiriti Beati.
Orpheus uit zijn bewondering voor het betoverende landschap in de aria Che puro ciel! Che chiaro sol! (Wat
een klare lucht, wat een heldere zon!).
De goede geesten nodigen Orpheus uit: Vieni a’ regni del riposo (Treed binnen in dit vreedzaam oord, grote
held, tedere gemaal).
Hij vraagt de geesten hem naar Eurydice te brengen. Tegen haar zingen zij: Torna, o bella, al tuo consorte
(keer terug, jij schone, naar je gemaal).
In de derde akte is Eurydice blij dat ze terug mag naar de aarde. Orpheus nodigt haar uit mee te gaan. Maar zij
begrijpt niet waarom Orpheus haar niet aankijkt. Ze gaan op weg, maar op een gegeven moment weigert ze
verder te gaan. Houdt Orpheus nog wel van haar? Orpheus zegt: Vieni, appaga il tuo consorte! (Kom, luister
naar je gemaal!), maar Eurydice blijft denken Waarom is hij zo harteloos?: Che fiero momento! (wat een
gruwelijk ogenblik! De dood te moeten verruilen voor zoveel verdriet!)
Ten slotte draait Orpheus zich om. Eurydice glijdt weg in de onderwereld: zij sterft opnieuw.
Orpheus drukt zijn wanhoop uit in de ontroerende aria: Che farò senza Eurydice? (Wat moet ik zonder
Eurydice?).
Orpheus wil dan zelfmoord plegen, maar Amor houdt hem tegen. Uit respect voor zijn liefde brengt Amor
Eurydice weer tot leven. Zo herenigd verlaat het tweetal de onderwereld. De liefde overwint: Trionfi Amore!
(Laat Amor zegevieren! En laat heel de wereld het rijk der schoonheid bezingen!).
Jan van Oudheusden.
Over Christoph William von Gluck heeft ons koorlid Jan van Oudheusden een uitgebreid artikel geschreven in
ons clubblad ‘Het Vocaaltje’, dit kunt u op deze website vinden onder de knop Media/Het Vocaaltje.