NB: Het concert op 3 april wordt opgenomen door Omroep Max en live uitgezonden op Radio 4. Uitvoerenden Nederlands Kamerkoor Calefax Sopranen Annet Lans Alessandra Gardini Mónica Monteiro Maria Valdmaa Oliver Boekhoorn hobo Ivar Berix klarinet Raaf Hekkema saxofoon Jelte Althuis basklarinet Alban Wesley fagot Alten Marleene Goldstein Karin van der Poel Chantal Nysingh Åsa Olsson Annemieke van der Ploeg MaNOj Kamps repetitor Robert Hollingworth dirigent Dagmar Slagmolen regie Floriaan Ganzevoort licht Tenoren Stefan Berghammer Alberto ter Doest Albert van Ommen Emilio Aguilar Lior Leibovici Bassen Kees Jan de Koning Gilad Nezer Donald Bentvelsen Mitchell Sandler Hans Wijers Programma Sebastian Aguilera de Heredia (1561-1627) Steve Martland (1959-2013) Billie Holiday (ca. 1912-1959) Ensalada (arr. Jelte Althuis) Skywalk God, bless the child (arr. Eric Dolphy/Raaf Hekkema) Mort, tu as navré (arr. Raaf Hekkema) Fuera, fuera! (arr. Jelte Althuis) Louange à l'Éternité (arr. Clytus Gottwald) Prelude en Fuga no. 12 in gis-min (arr. Eduard Wesly) Lamento d'Arianna Prelude & interludes for Monteverdi’s Lamento Ek ken die Nag * Trad. Amavolovolo & Meadowlands Woah Lashona Johannes Ockeghem (ca. 1410-1497) Roque Jacinto de Chavarrìa (1688-1719) Olivier Messiaen (1908-1992) Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) Claudio Monteverdi (1567-1643) Raaf Hekkema (1969) Daníel Bjarnason (1979) Raaf Hekkema (1969) Bheka Dlamini (1962) * De compositie van Daniel Bjarnason is tot stand gekomen in opdracht van de Eduard van Beinum Stichting, Calefax en het Nederlands Kamerkoor. 1 In de zomer van 1971 werden twee Nederlandse schrijvers gestrikt om na elkaar een week te logeren in een tentje op Rottumerplaat. Tijdens die week bestond hun enige contact met de buitenwereld uit een dagelijks radioverslag van tien minuten. Wat gebeurt er met een schrijver als je hem een week op een onbewoond eiland zet? Godfried Bomans nam de eerste week voor zijn rekening en dat hij het moeilijk had mag een understatement worden genoemd. Hij hoorde stemmen, had angsten, liet zijn baard staan, at nauwelijks en ruimde zijn tent niet op. Zijn plotselinge dood vijf maanden later wordt er nog altijd mee in verband gebracht. Het contrast met Jan Wolkers kon niet groter zijn. Hij dartelde de hele week op Gods onbedorven schepping poedelnaakt rond tussen de meeuwen en de zeehonden. Hij besloot later om zich voorgoed op een eiland te vestigen. Afzondering betekent voor de één heimwee en eenzaamheid. De ander ervaart het als puur geluk. Naar aanleiding van hun verblijf op Rottumerplaat schreven beide schrijvers een boek. Die verschillen net zo veel van elkaar als de muziek in het programma Far from Home, waar het Nederlands Kamerkoor en Calefax laten horen welke rol afzondering door de eeuwen heen speelt in het werk van de componist. Feit is dat toen Billie Holliday werd geboren haar beide ouders nog minderjarig waren. Behalve dat ze zich eenzaam voelde, weten we van haar jeugd weinig. Wel schrijft ze in haar autobiografie over een geldruzie met haar moeder, die uitroept: “God bless the child that's got his own.’’ (God zegene het kind dat voor zichzelf kan zorgen.) Voor menigeen een traumatische gebeurtenis, voor haar betekent dit het begin van een song die razendpopulair zou worden: de jazzlegende Eric Dolphy gebruikte hem voor een negen-minuten lange solo-improvisatie op zijn basklarinet. Dolphy’s noten werden opgetekend en gestudeerd door nagenoeg alle basklarinettisten ter wereld en saxofonist Raaf Hekkema maakte rond deze improvisatie een nieuwe compositie voor Calefax die associaties oproept met een extatisch gospelkoor. Of het waar is dat Binchois de leraar van Ockeghem is geweest weten we niet, maar vast staat dat zijn overlijden voor Johannes Ockeghem een groot verlies betekende. Als eerbetoon schreef hij de klaagzang Mort tu as navré, dat een bijzondere plaats inneemt in het werk van de 15de-eeuwse meester. De compositie bestaat uit twee zelfstandige lagen: een in het Frans gezongen chanson, waarin de tragiek van de dood van zijn meester uitvoerig wordt beschreven. Om dit van extra gewicht te voorzien heeft de componist als tweede laag een driestemmig weefsel toegevoegd, bestaande uit zeer lage stemmen met de Latijnse tekst: Miserere pie Jesu, dona ei requiem. De Spanjaard Sebastian Aguilera de Heredia was behalve componist en organist ook priester. In die hoedanigheid gaf hij het overgrote deel van zijn repertoire mee aan de Jezuïeten die zich vestigden in de missieposten van Zuid-Amerika. Van de composities die overbleven is de orgelcompositie Ensalada wellicht de meest uitgesprokene: een potpourri van spetterende invallen en ritmische uithalen, slim aaneengeregen tot een bruisend geheel. Van het repertoire van Heredia bleven slechts negentien composities over. De rest is in Zuid-Amerika verdwenen. Misschien was Juan de Araujo (1646-1712) een van de mensen die het oeuvre van Heredia meenam op reis naar Zuid-Amerika. Araujo kwam uit Spanje en vestigde zich uiteindelijk in Bolivia waar hij de leraar werd van Roque Jacinto de Chavarrìa, een zogenaamde mesties: zijn grootmoeder behoorde tot de inheemse bevolking. Chavarrìa kreeg zijn opleiding tot componist en priester en bleef zijn hele leven aan de kerk verbonden. Als componist combineerde hij de polyfonie van Araujo met de muziek van zijn niet-Europese voorouders. Zo is Chavarrìa een goed voorbeeld van de kruisbestuiving die ontstond tussen de West-Europese en de ZuidAmerikaanse cultuur, die een totaal nieuwe stijl opleverde. De compositie Fuera, fuera! is geschreven ter ere van de Maagd Maria. Zij speelt in de cultuur van Bolivia een grote rol sinds zij in 1531 aan een arme boer verscheen. Deze verschijning leverde de Kerk in één klap acht miljoen nieuwe leden op. De compositie verklankt de zogenaamde strijd tussen de oorspronkelijke bevolking van Bolivia en de Spaanse overheersers: aan wie behoort de Maagd Maria toe? De tekst is een combinatie van Spaans en Quechua, de Indiaanse spreektaal die Chavarrìa kende van zijn grootmoeder. In Skywalk beschrijft de dichter Stevan Keane een astronaut die de aarde vanuit de ruimte ziet. "I see a vision of divinity, God's earth, the scars of national boundaries gone.” Steve Martland is als oud-student van Louis Andriessen geen onbekende in Nederland. Hij voelde zich hier meer thuis dan in zijn eigen Groot-Brittanië waar hij vanwege zijn kritische houding ten aanzien van het establishment een omstreden persoon was. Hij was zich zeer bewust van zijn sociale functie als kunstenaar. Voor hem waren politiek en kunst onlosmakelijk met elkaar verbonden. De compositie Skywalk is een uiting van zijn grote betrokkenheid bij de wereld. Sommige bronnen noemen 1912 als het jaar van haar geboorte, andere noemen het jaar 1915. 2 In componistenland zal Olivier Messiaen altijd een buitenbeentje blijven. De avant-garde vindt zijn muziek te religieus en de traditionalisten vinden hem te vooruitstrevend. Het leven bracht hem in de Tweede Wereldoorlog in een overvol krijgsgevangenkamp. Een kampbewaker gaf Messiaen potlood en papier en zo zag hij kans om te midden van duizenden medegevangenen het Quartor pour la fin du Temps te schrijven. Een achtdelig werk voor viool, klarinet, cello en piano. Het vijfde deel heeft de titel Louange à l’Éternité (Lofzang aan de Eeuwigheid) gekregen en is oorspronkelijk een duo voor cello en piano. De arrangeur Clytus Gottwald maakte een versie voor koor en koos een tekst die de componist in 1941 zelf schreef. In datzelfde jaar was ook de eerste uitvoering van het complete Quartor en gaf het hoop aan duizenden medegevangenen op een plaats van pure wanhoop. Op Kreta wordt hij verliefd op prinses Arianna en zij op hem. Met haar hulp weet Theseus de Minotaurus te doden en samen vluchten ze naar het eiland Naxos. Daar hebben ze het fijn, totdat het Theseus te binnen schiet dat zijn vader op hem wacht. In zijn haast vergeet hij Arianna mee te nemen en de zwarte zeilen door witte te vervangen. Als koning Aegeis de zwarte zeilen ziet, stort hij zich in zee. Als Arianna ‘s ochtends wakker wordt en Theseus naast zich mist, rent ze naar het strand, waar ze nog net het schip ziet wegzeilen. Monteverdi schrijft een voor die tijd ongelooflijk dramatisch werk door de manier waarop hij Arianna met al haar emoties tot leven laat komen. Om de vier verschillende madrigalen met elkaar te verbinden schreef Raaf Hekkema zijn Prelude & interludes for Monteverdi’s Lamento. In het nieuwe werk van de IJslandse componist Daníel Bjarnason dat hij speciaal voor Far from Home schreef, liet hij zich inspireren door het gedicht Ek ken die Nag van de Zuid-Afrikaanse dichteres Elisabeth Eybers (1915-2007). Eybers, die aan het eind van de jaren vijftig haar geboorteland verliet om in Nederland een nieuw bestaan op te bouwen, vestigde zich in Amsterdam, waar ze tot op hoge leeftijd een teruggetrokken leven leidde. Eenzaam en in het begin vol heimwee naar het land dat ze verliet, woonde ze in een land waarin er weinig waardering bestond voor Zuid-Afrika en het apartheidsregime. Ze dichtte uitsluitend in haar moedertaal en beschreef even laconiek als humoristisch het alledaagse leven waarvan ze als buitenstaander deel uitmaakte. In de nieuwe compositie van Bjarnason zijn naast plaatsen waar het muzikale landschap minutieus is ingericht, momenten waarop het toeval een grote rol speelt. Daar lijken uitvoerenden en publiek rond te dwalen door ‘die nag se binnekant’. Ook Messiaen’s Russische tijdgenoot Dmitri Sjostakovitsj had een dubieuze rol in het muzikale landschap. Als hij schreef wat hij wilde, werd hij door het Sovjet partijbestuur in de ban gedaan. Om niet te veel uit de gratie te geraken, bestaat een aanzienlijk deel van zijn oeuvre uit werken die ‘ten dienste staan van het volk’. Zijn vierentwintig preludes en fuga’s, waarvan de Prelude en Fuga in gis-mineur de twaalfde is, behoren daar zeker niet toe. Ze ontstaan in een viereneenhalve maand durende afzondering, kort nadat Sjostakovitsj de pianiste Tatiana Nikolajeva het Wohltemperierte Klavier van Bach had horen spelen. In 1951 moet hij ze alle vierentwintig ter goedkeuring voorspelen aan de vergadering van de Sovjet Componistenunie die vernietigend oordeelt. Gelukkig werd in december 1952 het hele werk door Nikolajeva in première gebracht. De moeder van Theseus, de koningin van Athene, wordt verliefd op een stier en baart als resultaat van deze liefde een monster: welkom in de Griekse Mythologie! Zoals bij de meeste opera’s laat het verhaal zich niet in een paar zinnen vertellen. Dat is ook niet nodig, want bijna de hele opera Arianna van Claudio Monteverdi ging verloren. Wat overbleef is het Lamento d’Arianna. Theseus, de zoon van koning Aegeis, gaat per boot naar Kreta om de strijd aan te gaan met het monster, de Minotaurus. Hij zeilt weg met zwarte zeilen en spreekt met zijn vader af dat, mocht zijn missie slagen, hij met witte zeilen zal thuis- komen. Taxichauffeur en componist Bheka Dlamini lijkt in zijn lied Woah Lashona de inhoud van het gedicht van Elisabeth Eybers te vervolgen. Na zonsondergang loopt een Zulu door een voor hem onbekend landschap. In de verte hoort hij vaag de bekende klanken van liedjes uit zijn jeugd: Amavolovolo en Meadowlands. Al zingend vraagt hij zich af waar hij die nacht zal slapen. © Jelte Althuis 3 Sebastian Aguilera de Heredia Ensalada - instrumentaal - Steve Martland - Skywalk Ruimtewandeling I see the horizon, A light blue, a blue band. This is the Earth, how beautiful she is! Everything is fine. Ik zie de horizon, Lichtblauw, een blauwe streep. Dit is de Aarde, wat is ze mooi! Alles in orde! I see a vision of divinity, God’s Earth, the scars of national boundaries gone! Everything is fine! Ik zie Gods Aarde, een volmaakt gezicht. Ongeschonden door de littekens Die volken verdelen in landen. Alles in orde! Minerva breathes, Apollo guides me, A long way to go, just to check the view! Everything is fine! Op Minerva’s ademtocht, Geleid door Apollo, Ik moet nog ver, kijk naar het uitzicht! Alles in orde! I am the eagle on the rock and look! by holding up my thumb I blot out the Earth from the Universe! Everything is fine! Ik ben de arend op de rots en kijk! Met mijn duim veeg ik de Aarde uit het Heelal! Alles in orde! A single eye of blue that gazed on space is changing to another hue the Face itself looks on the Face unfolding time the final gyre - gives out. tekst: Stevan Keane Dat blauwe oog Dat in de Ruimte staarde Verandert van kleur Het Gezicht kijkt nu het Gezicht aan De tijd tikt voorbij Een laatste omwenteling – afgelopen! Billie Holiday God, bless the child - instrumentaal - Johannes Ockeghem Mort, tu as navré de ton dart Dood, uw pijl heeft getroffen Mort, tu as navré de ton dart le pere de joyeuseté, en desployant ton estandart sur Binchois, patron de bonté, son corps est plaint et lamenté, qui gist soubz lame. Helas, plaise vous en pitié prier pour l'ame. Dood, uw pijl heeft de bron van vreugde zelve getroffen, U triomfeerde over de hoeder van barmhartigheid, Zijn lichaam ligt nu in het graf, Beweend en beklaagd. Heb nu erbarmen en bid voor zijn ziel. Cantus Firmus: Miserere pie [Jesu, Domine, dona ei requiem.] Quem in cruce redemisti preciosa sanguine, pie Jesu, Domine, dona ei requiem. Cantus Firmus: Erbarm u, lieve [Jezus, Heer, geef hem rust] Geef hem die u aan het kruis met uw kostbaar bloed verlost heeft, Heer, geef hem rust. 4 Roque Jacinto de Chavarría Fuera, fuera! Españoles Fuera, fuera! Háganles lugar! Que los indios vienen y no es novedad. Ha, ha, ha, hay! el que en el portal la perdida tribu fuese a resollar Ha, ha, ha, hay! Además. Ha, ha, ha, hay! que al pesebre vino todo irracional. Ha, ha, ha, hay! Weg, naar buiten! Ruim het veld! Spanjaarden Weg, naar buiten! Ruim het veld! Want de Indianen komen en het is geen nieuws. Ha, ha, ha, hah! Dat die stam van ver komt en buiten adem voor de deur staat Ha, ha, ha, hah! te hijgen. (en het is geen nieuws) dat alle gekken naar de kribbe zouden komen. Ha, ha, ha, hah! Indios No borláis, pastor espagñol, mera todos somos gente hijos de al Adán, y la Niño todos veneron buscar. Con perdón no viste también, animal? Indianen Spot niet met ons, Spaanse herder. Wij allen zijn eenvoudige mensen, zonen van Adam, en iedereen is gekomen om het kind te zoeken. Neem ons niet kwalijk, maar heeft u niet ook een dier gezien? Boye, mula, ppisco en Belén estar Ima raicu mari gentes no haberán Ay, tal! Todos somos mundo hijos de el Adán, Ay tal! No borláis reyendo con su ha, ha, ha, hay! Slang, ezel, kalkoen, alle zijn naar Bethlehem gekomen. Waarom zouden er ook geen mensen zijn? Nou dan! Wij allen ter wereld zijn zonen van Adam, Nou dan! Zet ons niet voor schut met je Ha, ha, ha, hah! Españoles Dicen bien, zagales, dejémoslos ya celebar al Sol, pues su claridad para todos nace hermosa, bella, lúcida y sagaz Ha, ha, ha, hay! Spanjaarden Mooi gezegd, kerels, dus laten we ze nu rustig de Zon aanbidden, om zijn helder licht, hij is geboren voor allen, schoon en lieflijk, magnifiek en wijs. Ha, ha, ha, hah! Indios Ari, ari cusichisum con mósica de cantar, a la Niño más mijor que composo Trenedad. Indianen Ja, ja, laat ons hem opvrolijken met zang en muziek het allerbeste Kind, dat deel is van de Drieëenheid. 5 Achalay, achalay! Pputijnijpac, sosperar. Achalay, chalay! Llanquijnijpac, sollozar. Achalay, achalay! Laten we blij zijn! We zullen rouwen, we zullen zuchten. Laten we blij zijn! We zullen werken, we zullen huilen. Laten we blij zijn! Españoles Como es su gloria descanso sosiego y secrenidad suspira Spanjaarden Zo groot is zijn glorie, dat hij in zijn vredige en rustige slaap, zucht. Indios Sospera. Españoles Y llora Indianen Hij zucht. Spanjaarden En huilt. Indios Y llora Españoles Gime sin parar. Indianen En huilt. Spanjaarden En kermt onophoudelijk. Indios Achalay, achalay! Indianen Laten we blij zijn! Todos Fuera, fuera Hagánles lugar! Ha, ha, ha, hay! Allen Weg, naar buiten! Ruim het veld! Ha, ha, ha, hah! Coplas 1. Indios Quezás Neño, sois la Dios que io meramos quezás. Y no hey visto mas muy lindo como osté en la portal. Achalay, achalay! Liederen 1. Indianen Misschien, Kind, naar wie we kijken, misschien ben jij God. En is er geen mooier gezicht dan jij in de kribbe. Laten we blij zijn! Españoles Es verdad como hermosura del Cielo, de sus luces claridad Achalay, achalay! Spanjaarden Het is werkelijk een Hemelse schoonheid, het licht van de sterren. Laten we blij zijn! 2. Indios Quezás Vergan la Maria son tu Mahre, porque está, más mijor que mijorado. como Sol, un poco más Achalay, achalay! 2. Indianen Misschien is de Maagd Maria je moeder, want zij is hier, grootser dan groot. Als de Zon, maar nog meer dan dat. Laten we blij zijn! Españoles Necedad es pansar que hubiese otra de tal alta dignidad Achalay, achalay! Spanjaarden Denk je eens in dat er iemand anders zou bestaan zo verheven in haar waardigheid. Laten we blij zijn! 6 Olivier Messiaen Louange à l’Éternité de Jésus Lof op de eeuwigheid van Jezus Mon arc-en-ciel d’amour, désert d’amour, mon Jésus, restez en moi, parlez en moi. Mon Jésus, mon silence, mon royaume de silence. Lancez l’auréole de l’amour, mon amour, mon Dieu, priez en moi. Mijn regenboog van liefde, woestijn van liefde, Mijn Jezus, blijf in mij, spreek door mij. Mijn Jezus, mijn stilte, mijn koninkrijk van stilte. Omring mij met een stralenkrans van liefde, geliefde, mijn Heer, bid in mij. Ce oui qui chante comme un écho de lumière, mélodie rouge et mauve en louange du Père, Louange de la Gloire à mes ailes de terre, Mon Toujours de la lumière, mon dimanche, que le ciel parle en moi, rire, ange nouveau, ne me réveillez pas: c'est le temps de l'oiseau! Dit ja dat zingt als een echo van licht, Een wijs, rood en mauve, tot lof op de Vader, Lof op de Glorie op mijn aardse vleugels, Mijn Altijd licht, mijn zondag, Dat de hemel spreke in mij, lachen, nieuwe engel, Wekt me niet: het is de tijd van de vogels! Il a prié le Bien-Aimé, il est parti, c’est pour nous, pour l’amour, modèle en bleu pour anges. Il est riche, le bienheureux. Il est monté le Bien-Aimé, lui se dit en lui. L’Esprit c’est la présence, le Bien-Aimé. De Geliefde heeft gebeden, hij is vertrokken, voor ons, voor de liefde, hemels voorbeeld voor engelen. Hij is rijk, de gelukzalige. De Geliefde is opgegaan, heeft in zichzelf tot zichzelf gesproken. De Geest is de aanwezigheid, de Geliefde. Trompette bleue qui prolonge le jour, L’ancre d’or, près et loin, Un sceau sur mon coeur, par le dieu d’amour. Blauwe trompet, die de dag verlengt, Gouden anker, dichtbij en ver weg, Een stempel op mijn hart, van de god van de liefde. Louange du père, substance du père, verbe de l’amour, l’amour du père, chant de l’amour, par le dieu d’amour. Lof voor de vader, het lichaam van de vader, Woord van liefde, liefde van de vader, Liefdeslied, van de god van de liefde. tekst: Olivier Messiaen Dmitri Sjostakovitsj Prelude en Fuga no. 12 in gis min - instrumentaal - Claudio Monteverdi Lamento d’Arianna Klaagzang van Ariadne Lasciatemi morire Lasciatemi morire, E chi volete voi, che mi conforte in così dura sorte, in così gran martire? Lasciatemi morire. Laat me sterven Laat me sterven, Wie zou mij kunnen troosten In mijn bitter lot En mijn zo ondraaglijk lijden? Laat me sterven. 7 O Teseo, o Teseo mio O Teseo, o Teseo mio, sì che mio ti vo’ dir, che mio pur sei, benché t’involi, ahi crudo, a gl’occhi miei. Volgiti Teseo mio Volgiti Teseo, o dio Volgiti indietro a rimirar colei che lasciato ha per te la patria, e il regno, e in questa arena ancora cibo di fere dispietate, e crude lascierà l’ossa ignude. O Teseo, o Teseo mio se tu sapessi, o dio, se tu sapessi, ohimè, come s’affanna la povera Arianna, forse, forse pentito rivolgeresti ancor la prora al lito; ma con l’aure serene tu te ne vai felice, ed io qui piango. A te prepara Atene liete pompe superbe, ed io rimango cibo di fere in solitarie arene. Tu l’un e l’altro tuo vecchio parente stringerai lieto, ed io più non vedrovvi, o madre, o padre mio. O Theseus, mijn Theseus O Theseus, mijn Theseus, Ja, ik wil je nog de mijne noemen, Want je behoort me toe, hoewel je, wreedaard, mijn aangezicht ontvlucht. Keer terug, mijn Theseus, o God! Keer terug en aanschouw haar die voor jou haar land en koninkrijk verliet, en op dit strand, Ten prooi aan meedogenloos wrede dieren, slechts haar naakte gebeente zal achterlaten. O Theseus, mijn Theseus. Als je wist, o God, Ach, als je wist hoe vreselijk de arme Ariadne lijdt, Misschien zou je dan berouw tonen en weer op deze kust afstevenen. Maar in de kalme zeewind vaar jij heen, blij van gemoed, en laat mij hier wenend achter. Jou bereidt Athene een feestelijk onthaal, en ik blijf achter, ten prooi aan wilde dieren op deze verlaten stranden. Blij zul jij je grijze ouders een voor een omhelzen, en ik zal noch mijn moeder, noch mijn vader ooit weerzien. Dove, dove è la fede Dove, dove è la fede, che tanto mi giuravi? Così ne l’alta sede tu mi ripon de gl’avi? Son queste le corone onde m’adorni il crine? Questi li scettri sono, Queste le gemme, e gl’ori? Lasciarmi in abandono a fera, che mi stracci, e mi divori? Ah Teseo, ah Teseo mio, lascierai tu morire in van piangendo, in van gridando aita la misera Arianna, ch’a te fidossi, e ti die’ gloria e vita? Waar, waar is de trouw Waar, waar is de trouw, Die jij me zo plechtig hebt gezworen? Is dit de voorouderlijke troon Die je mij beloofd hebt? Zijn dit de kronen waarmee je mijn hoofd tooit? Zijn dit de scepters, de juwelen en gouden ornamenten: Mij achterlaten, overgeleverd aan wilde dieren die me verscheuren en verslinden? Ach Theseus, mijn Theseus, laat je mij sterven, tevergeefs wenend en om hulp roepend, de ongelukkige Ariadne, die je vertrouwde, en roem en leven schonk? Ahi, che non pur risponde Ahi, che non pur risponde; Ahi, che più d’aspe sordo a miei lamenti. O nembi, o turbi, o venti sommergetelo voi dentro a quell’onde. Correte Orchi e Balene, e de le membre immonde empiete le voragini profonde! Che parlo, ahi, che vaneggio? Misera, ohimè, che chieggio? O Teseo, o Teseo mio, Ach, hij antwoordt niet eens Ach, hij antwoordt niet eens. Ach, stokdoof is hij voor mijn geween. O donderwolken, hozen en winden, Laat hem verzwolgen worden door Deze golven. Snelt toe, zeemonsters En walvissen. En vul de gapende Diepten met zijn vuige lijf. Wat zeg ik, ach, wat ijl ik? Och ik ellendige, wat verlang ik? O Theseus, o mijn Theseus, 8 non son quell’io che i feri detti sciolse, parlò l’affanno mio, parlò il dolore, parlò la lingua sì, ma non già‘l core. Ik ben het niet die deze dwaze woorden sprak: Mijn ontreddering sprak, mijn verdriet; Mijn tong sprak wel, maar niet mijn hart. tekst: Ottavio Rinuccini (1562-1621) Raaf Hekkema Prelude & interludes for Monteverdi’s Lamento - instrumentaal - Daniel Bjarnason - Ek ken die Nag Ek ken die nag se binnekant, met oë gesper, met hand en tand het ek sy omtrekke betas, sy ryk van hoek tot kant gemeet. Geen uithoekie waar ek nie was, die soet wegsink het my versaak, elke sekondevolle uur het my ronddolery aangevuur, my meer gewys as wat ek wou weet. Sy gramadoelas afgepas het ek die nag omstandig meegemaak, ken ek sy binnekant. tekst: Elisabeth Eybers (1915-2007) Raaf Hekkema Trad. Amavolovolo & Meadowlands Bheka Dlamini - Woah lashona De zon gaat onder Woah Lashona woohh… De zon gaat onder… O Lashona k’lezontaba maa! Amathunz’ asemade ayophalal’ emazansi Isibhakabhaka sesibhej’ igazi. De zon gaat ten onder achter de bergen, Lange schaduwen strijken over de hellingen, De onmetelijke hemel is bloedrood gekleurd. Awebheke laphaya? Ngibon’ amankankane endizel’ekudeni Ayakhala ayolal’ emaweni O’ mina angazi ng’zolala kwa bani Kijk daar? Ik zie de nijlgans ver weg, hoog in de lucht. De vogels vliegen fluitend naar hun nest. Ach, ik weet niet waar ik mij vannacht te ruste leg. Where to this winding road? Where to this rugged road? It’s muddy and rough,” But no matter what it takes This road will lead me home Noma kanjani ng’yofik’ekhaya. Waarheen voert deze bochtige weg? Waarheen voert deze hobbelige weg? Modderig, vol met gaten. Ik ben moe, maar ik zet door, dit is de weg naar huis! Ik zet door, op weg naar huis! Carry on just for a while Hold on just for a while Siyeekhaya ekhaya s’yofika Lashona Areyang hae, Areyeng s’yofika Lashona Nog even, loop door Nog even, houd vol We gaan naar huis Laten we naar huis gaan, vanavond zullen we er zijn. 9
© Copyright 2024 ExpyDoc