Wij sparen ook dit jaar de rode flapjes!

NB: Het concert op 3 april wordt opgenomen door Omroep Max en live uitgezonden op Radio 4.
Uitvoerenden
Nederlands Kamerkoor
Calefax
Sopranen
Annet Lans
Alessandra Gardini
Mónica Monteiro
Maria Valdmaa
Oliver Boekhoorn hobo
Ivar Berix klarinet
Raaf Hekkema saxofoon
Jelte Althuis basklarinet
Alban Wesley fagot
Alten
Marleene Goldstein
Karin van der Poel
Chantal Nysingh
Åsa Olsson
Annemieke van der Ploeg
MaNOj Kamps repetitor
Robert Hollingworth dirigent
Dagmar Slagmolen regie
Floriaan Ganzevoort licht
Tenoren
Stefan Berghammer
Alberto ter Doest
Albert van Ommen
Emilio Aguilar
Lior Leibovici
Bassen
Kees Jan de Koning
Gilad Nezer
Donald Bentvelsen
Mitchell Sandler
Hans Wijers
Programma
Sebastian Aguilera de Heredia (1561-1627)
Steve Martland (1959-2013)
Billie Holiday (ca. 1912-1959)
Ensalada (arr. Jelte Althuis)
Skywalk
God, bless the child
(arr. Eric Dolphy/Raaf Hekkema)
Mort, tu as navré (arr. Raaf Hekkema)
Fuera, fuera! (arr. Jelte Althuis)
Louange à l'Éternité (arr. Clytus Gottwald)
Prelude en Fuga no. 12 in gis-min
(arr. Eduard Wesly)
Lamento d'Arianna
Prelude & interludes for Monteverdi’s Lamento
Ek ken die Nag *
Trad. Amavolovolo & Meadowlands
Woah Lashona
Johannes Ockeghem (ca. 1410-1497)
Roque Jacinto de Chavarrìa (1688-1719)
Olivier Messiaen (1908-1992)
Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)
Claudio Monteverdi (1567-1643)
Raaf Hekkema (1969)
Daníel Bjarnason (1979)
Raaf Hekkema (1969)
Bheka Dlamini (1962)
* De compositie van Daniel Bjarnason is tot stand gekomen in opdracht van de Eduard van Beinum Stichting, Calefax en het Nederlands Kamerkoor. 1 In de zomer van 1971 werden twee Nederlandse
schrijvers gestrikt om na elkaar een week te
logeren in een tentje op Rottumerplaat. Tijdens
die week bestond hun enige contact met de
buitenwereld uit een dagelijks radioverslag van
tien minuten. Wat gebeurt er met een schrijver als je hem een
week op een onbewoond eiland zet? Godfried Bomans nam de eerste week voor zijn
rekening en dat hij het moeilijk had mag een
understatement worden genoemd. Hij hoorde
stemmen, had angsten, liet zijn baard staan, at
nauwelijks en ruimde zijn tent niet op. Zijn
plotselinge dood vijf maanden later wordt er nog
altijd mee in verband gebracht. Het contrast met Jan Wolkers kon niet groter
zijn. Hij dartelde de hele week op Gods
onbedorven schepping poedelnaakt rond tussen
de meeuwen en de zeehonden. Hij besloot later
om zich voorgoed op een eiland te vestigen.
Afzondering betekent voor de één heimwee en
eenzaamheid. De ander ervaart het als puur
geluk. Naar aanleiding van hun verblijf op
Rottumerplaat schreven beide schrijvers een
boek. Die verschillen net zo veel van elkaar als de
muziek in het programma Far from Home,
waar het Nederlands Kamerkoor en Calefax laten
horen welke rol afzondering door de eeuwen heen
speelt in het werk van de componist. Feit is dat toen Billie Holliday werd geboren haar
beide ouders nog minderjarig waren. Behalve dat
ze zich eenzaam voelde, weten we van haar jeugd
weinig. Wel schrijft ze in haar autobiografie over
een geldruzie met haar moeder, die uitroept:
“God bless the child that's got his own.’’ (God
zegene het kind dat voor zichzelf kan zorgen.)
Voor menigeen een traumatische gebeurtenis,
voor haar betekent dit het begin van een song die
razendpopulair zou worden: de jazzlegende Eric
Dolphy gebruikte hem voor een negen-minuten
lange solo-improvisatie op zijn basklarinet.
Dolphy’s noten werden opgetekend en
gestudeerd door nagenoeg alle basklarinettisten
ter wereld en saxofonist Raaf Hekkema maakte
rond deze improvisatie een nieuwe compositie
voor Calefax die associaties oproept met een
extatisch gospelkoor. Of het waar is dat Binchois de leraar van
Ockeghem is geweest weten we niet, maar vast
staat dat zijn overlijden voor Johannes Ockeghem
een groot verlies betekende. Als eerbetoon
schreef hij de klaagzang Mort tu as navré, dat
een bijzondere plaats inneemt in het werk van de
15de-eeuwse meester. De compositie bestaat uit twee zelfstandige lagen:
een in het Frans gezongen chanson, waarin de
tragiek van de dood van zijn meester uitvoerig
wordt beschreven. Om dit van extra gewicht te
voorzien heeft de componist als tweede laag een
driestemmig weefsel toegevoegd, bestaande uit
zeer lage stemmen met de Latijnse tekst:
Miserere pie Jesu, dona ei requiem. De Spanjaard Sebastian Aguilera de Heredia was
behalve componist en organist ook priester. In
die hoedanigheid gaf hij het overgrote deel van
zijn repertoire mee aan de Jezuïeten die zich
vestigden in de missieposten van Zuid-Amerika.
Van de composities die overbleven is de
orgelcompositie Ensalada wellicht de meest
uitgesprokene: een potpourri van spetterende
invallen en ritmische uithalen, slim aaneengeregen tot een bruisend geheel. Van het
repertoire van Heredia bleven slechts negentien
composities over. De rest is in Zuid-Amerika
verdwenen. Misschien was Juan de Araujo (1646-1712) een
van de mensen die het oeuvre van Heredia
meenam op reis naar Zuid-Amerika. Araujo
kwam uit Spanje en vestigde zich uiteindelijk in
Bolivia waar hij de leraar werd van Roque Jacinto
de Chavarrìa, een zogenaamde mesties: zijn
grootmoeder behoorde tot de inheemse bevolking. Chavarrìa kreeg zijn opleiding tot
componist en priester en bleef zijn hele leven aan
de kerk verbonden. Als componist combineerde
hij de polyfonie van Araujo met de muziek van
zijn niet-Europese voorouders. Zo is Chavarrìa
een goed voorbeeld van de kruisbestuiving die
ontstond tussen de West-Europese en de ZuidAmerikaanse cultuur, die een totaal nieuwe stijl
opleverde. De compositie Fuera, fuera! is geschreven ter ere
van de Maagd Maria. Zij speelt in de cultuur van
Bolivia een grote rol sinds zij in 1531 aan een
arme boer verscheen. Deze verschijning leverde
de Kerk in één klap acht miljoen nieuwe leden op.
De compositie verklankt de zogenaamde strijd
tussen de oorspronkelijke bevolking van Bolivia
en de Spaanse overheersers: aan wie behoort de
Maagd Maria toe? De tekst is een combinatie van
Spaans en Quechua, de Indiaanse spreektaal die
Chavarrìa kende van zijn grootmoeder. In Skywalk beschrijft de dichter Stevan Keane
een astronaut die de aarde vanuit de ruimte ziet.
"I see a vision of divinity, God's earth, the scars of
national boundaries gone.” Steve Martland is als oud-student van Louis
Andriessen geen onbekende in Nederland. Hij
voelde zich hier meer thuis dan in zijn eigen
Groot-Brittanië waar hij vanwege zijn kritische
houding ten aanzien van het establishment een
omstreden persoon was. Hij was zich zeer bewust van zijn sociale functie
als kunstenaar. Voor hem waren politiek en kunst
onlosmakelijk met elkaar verbonden. De
compositie Skywalk is een uiting van zijn grote
betrokkenheid bij de wereld. Sommige bronnen noemen 1912 als het jaar van
haar geboorte, andere noemen het jaar 1915. 2 In componistenland zal Olivier Messiaen altijd
een buitenbeentje blijven. De avant-garde vindt
zijn muziek te religieus en de traditionalisten
vinden hem te vooruitstrevend. Het leven bracht
hem in de Tweede Wereldoorlog in een overvol
krijgsgevangenkamp. Een kampbewaker gaf
Messiaen potlood en papier en zo zag hij kans om
te midden van duizenden medegevangenen het
Quartor pour la fin du Temps te schrijven. Een
achtdelig werk voor viool, klarinet, cello en piano.
Het vijfde deel heeft de titel Louange à l’Éternité
(Lofzang aan de Eeuwigheid) gekregen en is
oorspronkelijk een duo voor cello en piano. De
arrangeur Clytus Gottwald maakte een versie
voor koor en koos een tekst die de componist in
1941 zelf schreef. In datzelfde jaar was ook de eerste uitvoering van
het complete Quartor en gaf het hoop aan
duizenden medegevangenen op een plaats van
pure wanhoop. Op Kreta wordt hij verliefd op prinses Arianna en
zij op hem. Met haar hulp weet Theseus de
Minotaurus te doden en samen vluchten ze naar
het eiland Naxos. Daar hebben ze het fijn, totdat
het Theseus te binnen schiet dat zijn vader op
hem wacht. In zijn haast vergeet hij Arianna mee
te nemen en de zwarte zeilen door witte te
vervangen. Als koning Aegeis de zwarte zeilen
ziet, stort hij zich in zee. Als Arianna ‘s ochtends
wakker wordt en Theseus naast zich mist, rent ze
naar het strand, waar ze nog net het schip ziet
wegzeilen. Monteverdi schrijft een voor die tijd ongelooflijk
dramatisch werk door de manier waarop hij
Arianna met al haar emoties tot leven laat komen. Om de vier verschillende madrigalen met elkaar
te verbinden schreef Raaf Hekkema zijn Prelude
& interludes for Monteverdi’s Lamento. In het nieuwe werk van de IJslandse componist
Daníel Bjarnason dat hij speciaal voor Far from
Home schreef, liet hij zich inspireren door het
gedicht Ek ken die Nag van de Zuid-Afrikaanse
dichteres Elisabeth Eybers (1915-2007). Eybers, die aan het eind van de jaren vijftig haar
geboorteland verliet om in Nederland een nieuw
bestaan op te bouwen, vestigde zich in
Amsterdam, waar ze tot op hoge leeftijd een
teruggetrokken leven leidde. Eenzaam en in het
begin vol heimwee naar het land dat ze verliet,
woonde ze in een land waarin er weinig
waardering bestond voor Zuid-Afrika en het
apartheidsregime. Ze dichtte uitsluitend in haar
moedertaal en beschreef even laconiek als
humoristisch het alledaagse leven waarvan ze als
buitenstaander deel uitmaakte. In de nieuwe
compositie van Bjarnason zijn naast plaatsen
waar het muzikale landschap minutieus is
ingericht, momenten waarop het toeval een grote
rol speelt. Daar lijken uitvoerenden en publiek
rond te dwalen door ‘die nag se binnekant’. Ook Messiaen’s Russische tijdgenoot Dmitri
Sjostakovitsj had een dubieuze rol in het
muzikale landschap. Als hij schreef wat hij wilde,
werd hij door het Sovjet partijbestuur in de ban
gedaan. Om niet te veel uit de gratie te geraken,
bestaat een aanzienlijk deel van zijn oeuvre uit
werken die ‘ten dienste staan van het volk’. Zijn vierentwintig preludes en fuga’s, waarvan de
Prelude en Fuga in gis-mineur de twaalfde is,
behoren daar zeker niet toe. Ze ontstaan in een
viereneenhalve maand durende afzondering, kort
nadat Sjostakovitsj de pianiste Tatiana Nikolajeva
het Wohltemperierte Klavier van Bach had horen
spelen. In 1951 moet hij ze alle vierentwintig ter
goedkeuring voorspelen aan de vergadering van
de Sovjet Componistenunie die vernietigend
oordeelt. Gelukkig werd in december 1952 het
hele werk door Nikolajeva in première gebracht. De moeder van Theseus, de koningin van Athene,
wordt verliefd op een stier en baart als resultaat
van deze liefde een monster: welkom in de
Griekse Mythologie! Zoals bij de meeste opera’s laat het verhaal zich
niet in een paar zinnen vertellen. Dat is ook niet
nodig, want bijna de hele opera Arianna van
Claudio Monteverdi ging verloren. Wat overbleef
is het Lamento d’Arianna. Theseus, de zoon van koning Aegeis, gaat per
boot naar Kreta om de strijd aan te gaan met het
monster, de Minotaurus. Hij zeilt weg met zwarte
zeilen en spreekt met zijn vader af dat, mocht zijn
missie slagen, hij met witte zeilen zal thuis- komen.
Taxichauffeur en componist Bheka Dlamini lijkt
in zijn lied Woah Lashona de inhoud van het
gedicht van Elisabeth Eybers te vervolgen. Na
zonsondergang loopt een Zulu door een voor hem
onbekend landschap. In de verte hoort hij vaag de
bekende klanken van liedjes uit zijn jeugd:
Amavolovolo en Meadowlands. Al zingend
vraagt hij zich af waar hij die nacht zal slapen. © Jelte Althuis 3 Sebastian Aguilera de Heredia
Ensalada
- instrumentaal -
Steve Martland - Skywalk
Ruimtewandeling
I see the horizon,
A light blue, a blue band.
This is the Earth, how beautiful she is!
Everything is fine.
Ik zie de horizon,
Lichtblauw, een blauwe streep.
Dit is de Aarde, wat is ze mooi!
Alles in orde!
I see a vision
of divinity, God’s Earth,
the scars of national boundaries gone!
Everything is fine!
Ik zie Gods Aarde, een volmaakt gezicht.
Ongeschonden door de littekens
Die volken verdelen in landen.
Alles in orde!
Minerva breathes,
Apollo guides me,
A long way to go, just to check the view!
Everything is fine!
Op Minerva’s ademtocht,
Geleid door Apollo,
Ik moet nog ver, kijk naar het uitzicht!
Alles in orde!
I am the eagle
on the rock and
look! by holding up my thumb
I blot out the Earth from the Universe!
Everything is fine!
Ik ben de arend
op de rots en
kijk! Met mijn duim
veeg ik de Aarde uit het Heelal!
Alles in orde!
A single eye of blue
that gazed on space
is changing to another hue
the Face itself looks on the Face
unfolding time
the final gyre - gives out.
tekst: Stevan Keane
Dat blauwe oog
Dat in de Ruimte staarde
Verandert van kleur
Het Gezicht kijkt nu het Gezicht aan
De tijd tikt voorbij
Een laatste omwenteling – afgelopen!
Billie Holiday
God, bless the child
- instrumentaal -
Johannes Ockeghem Mort, tu as navré de ton dart
Dood, uw pijl heeft getroffen
Mort, tu as navré de ton dart
le pere de joyeuseté,
en desployant ton estandart
sur Binchois, patron de bonté,
son corps est plaint et lamenté,
qui gist soubz lame.
Helas, plaise vous en pitié
prier pour l'ame.
Dood, uw pijl heeft
de bron van vreugde zelve getroffen,
U triomfeerde over de hoeder
van barmhartigheid,
Zijn lichaam ligt nu in het graf,
Beweend en beklaagd.
Heb nu erbarmen
en bid voor zijn ziel.
Cantus Firmus:
Miserere pie [Jesu,
Domine, dona ei requiem.]
Quem in cruce redemisti
preciosa sanguine, pie Jesu,
Domine, dona ei requiem.
Cantus Firmus:
Erbarm u, lieve [Jezus,
Heer, geef hem rust]
Geef hem die u aan het kruis
met uw kostbaar bloed verlost heeft,
Heer, geef hem rust.
4 Roque Jacinto de Chavarría Fuera, fuera!
Españoles
Fuera, fuera!
Háganles lugar!
Que los indios vienen
y no es novedad.
Ha, ha, ha, hay!
el que en el portal
la perdida tribu
fuese a resollar
Ha, ha, ha, hay!
Además.
Ha, ha, ha, hay!
que al pesebre vino
todo irracional.
Ha, ha, ha, hay!
Weg, naar buiten! Ruim het veld!
Spanjaarden
Weg, naar buiten!
Ruim het veld!
Want de Indianen komen
en het is geen nieuws.
Ha, ha, ha, hah!
Dat die stam van ver komt
en buiten adem
voor de deur staat
Ha, ha, ha, hah!
te hijgen.
(en het is geen nieuws)
dat alle gekken
naar de kribbe zouden komen.
Ha, ha, ha, hah!
Indios
No borláis, pastor
espagñol, mera
todos somos gente
hijos de al Adán,
y la Niño todos
veneron buscar.
Con perdón
no viste
también, animal?
Indianen
Spot niet met ons,
Spaanse herder. Wij allen
zijn eenvoudige mensen,
zonen van Adam,
en iedereen is gekomen
om het kind te zoeken.
Neem ons niet kwalijk,
maar heeft u niet ook
een dier gezien?
Boye, mula, ppisco
en Belén estar
Ima raicu mari
gentes no haberán
Ay, tal!
Todos somos mundo
hijos de el Adán,
Ay tal!
No borláis reyendo
con su ha, ha, ha, hay!
Slang, ezel, kalkoen,
alle zijn naar Bethlehem gekomen.
Waarom zouden er ook geen
mensen zijn?
Nou dan!
Wij allen ter wereld zijn
zonen van Adam,
Nou dan!
Zet ons niet voor schut
met je Ha, ha, ha, hah!
Españoles
Dicen bien, zagales,
dejémoslos ya
celebar al Sol,
pues su claridad
para todos nace
hermosa, bella,
lúcida y sagaz
Ha, ha, ha, hay!
Spanjaarden
Mooi gezegd, kerels,
dus laten we ze nu rustig
de Zon aanbidden,
om zijn helder licht,
hij is geboren voor allen,
schoon en lieflijk,
magnifiek en wijs.
Ha, ha, ha, hah!
Indios
Ari, ari cusichisum
con mósica de cantar,
a la Niño más mijor
que composo Trenedad.
Indianen
Ja, ja, laat ons hem opvrolijken
met zang en muziek
het allerbeste Kind,
dat deel is van de Drieëenheid.
5 Achalay, achalay!
Pputijnijpac, sosperar.
Achalay, chalay!
Llanquijnijpac, sollozar.
Achalay, achalay!
Laten we blij zijn!
We zullen rouwen, we zullen zuchten.
Laten we blij zijn!
We zullen werken, we zullen huilen.
Laten we blij zijn!
Españoles
Como es su gloria descanso
sosiego y secrenidad
suspira
Spanjaarden
Zo groot is zijn glorie,
dat hij in zijn vredige en rustige slaap,
zucht.
Indios
Sospera.
Españoles
Y llora
Indianen
Hij zucht.
Spanjaarden
En huilt.
Indios
Y llora
Españoles
Gime sin parar.
Indianen
En huilt.
Spanjaarden
En kermt onophoudelijk.
Indios
Achalay, achalay!
Indianen
Laten we blij zijn!
Todos
Fuera, fuera
Hagánles lugar!
Ha, ha, ha, hay!
Allen
Weg, naar buiten!
Ruim het veld!
Ha, ha, ha, hah!
Coplas
1. Indios
Quezás Neño, sois la Dios
que io meramos quezás.
Y no hey visto mas muy lindo
como osté en la portal.
Achalay, achalay!
Liederen
1. Indianen
Misschien, Kind, naar wie we kijken,
misschien ben jij God.
En is er geen mooier gezicht
dan jij in de kribbe.
Laten we blij zijn!
Españoles
Es verdad
como hermosura del Cielo,
de sus luces claridad
Achalay, achalay!
Spanjaarden
Het is werkelijk
een Hemelse schoonheid,
het licht van de sterren.
Laten we blij zijn!
2. Indios
Quezás Vergan la Maria
son tu Mahre, porque está,
más mijor que mijorado.
como Sol, un poco más
Achalay, achalay!
2. Indianen
Misschien is de Maagd Maria
je moeder, want zij is hier,
grootser dan groot.
Als de Zon, maar nog meer dan dat.
Laten we blij zijn!
Españoles
Necedad
es pansar que hubiese otra
de tal alta dignidad
Achalay, achalay!
Spanjaarden
Denk je eens in
dat er iemand anders zou bestaan
zo verheven in haar waardigheid.
Laten we blij zijn! 6 Olivier Messiaen Louange à l’Éternité de Jésus
Lof op de eeuwigheid van Jezus
Mon arc-en-ciel d’amour, désert d’amour,
mon Jésus, restez en moi, parlez en moi.
Mon Jésus, mon silence, mon royaume de
silence.
Lancez l’auréole de l’amour, mon amour,
mon Dieu, priez en moi.
Mijn regenboog van liefde, woestijn van
liefde,
Mijn Jezus, blijf in mij, spreek door mij.
Mijn Jezus, mijn stilte, mijn koninkrijk van
stilte.
Omring mij met een stralenkrans van
liefde, geliefde, mijn Heer, bid in mij.
Ce oui qui chante comme un écho de
lumière,
mélodie rouge et mauve en louange du Père,
Louange de la Gloire à mes ailes de terre,
Mon Toujours de la lumière, mon
dimanche,
que le ciel parle en moi, rire, ange nouveau,
ne me réveillez pas: c'est le temps de
l'oiseau!
Dit ja dat zingt als een echo van licht,
Een wijs, rood en mauve, tot lof op de
Vader,
Lof op de Glorie op mijn aardse vleugels,
Mijn Altijd licht, mijn zondag,
Dat de hemel spreke in mij, lachen, nieuwe
engel,
Wekt me niet: het is de tijd van de vogels!
Il a prié le Bien-Aimé, il est parti, c’est pour
nous,
pour l’amour, modèle en bleu pour anges.
Il est riche, le bienheureux.
Il est monté le Bien-Aimé, lui se dit en lui.
L’Esprit c’est la présence, le Bien-Aimé.
De Geliefde heeft gebeden, hij is vertrokken,
voor ons,
voor de liefde, hemels voorbeeld voor
engelen.
Hij is rijk, de gelukzalige.
De Geliefde is opgegaan, heeft in zichzelf tot
zichzelf gesproken.
De Geest is de aanwezigheid, de Geliefde.
Trompette bleue qui prolonge le jour,
L’ancre d’or, près et loin,
Un sceau sur mon coeur, par le dieu
d’amour.
Blauwe trompet, die de dag verlengt,
Gouden anker, dichtbij en ver weg,
Een stempel op mijn hart, van de god van
de liefde.
Louange du père, substance du père,
verbe de l’amour, l’amour du père,
chant de l’amour, par le dieu d’amour.
Lof voor de vader, het lichaam van de
vader,
Woord van liefde, liefde van de vader,
Liefdeslied, van de god van de liefde.
tekst: Olivier Messiaen
Dmitri Sjostakovitsj
Prelude en Fuga no. 12 in gis min
- instrumentaal -
Claudio Monteverdi Lamento d’Arianna
Klaagzang van Ariadne
Lasciatemi morire
Lasciatemi morire,
E chi volete voi, che mi conforte
in così dura sorte,
in così gran martire?
Lasciatemi morire.
Laat me sterven
Laat me sterven,
Wie zou mij kunnen troosten
In mijn bitter lot
En mijn zo ondraaglijk lijden?
Laat me sterven.
7 O Teseo, o Teseo mio
O Teseo, o Teseo mio,
sì che mio ti vo’ dir, che mio pur sei,
benché t’involi, ahi crudo, a gl’occhi miei.
Volgiti Teseo mio
Volgiti Teseo, o dio
Volgiti indietro a rimirar colei
che lasciato ha per te la patria, e il regno,
e in questa arena ancora
cibo di fere dispietate, e crude
lascierà l’ossa ignude.
O Teseo, o Teseo mio
se tu sapessi, o dio,
se tu sapessi, ohimè, come s’affanna
la povera Arianna,
forse, forse pentito
rivolgeresti ancor la prora al lito;
ma con l’aure serene
tu te ne vai felice, ed io qui piango.
A te prepara Atene
liete pompe superbe, ed io rimango
cibo di fere in solitarie arene.
Tu l’un e l’altro tuo vecchio parente
stringerai lieto, ed io
più non vedrovvi, o madre, o padre mio.
O Theseus, mijn Theseus
O Theseus, mijn Theseus,
Ja, ik wil je nog de mijne noemen,
Want je behoort me toe, hoewel je,
wreedaard, mijn aangezicht ontvlucht.
Keer terug, mijn Theseus, o God!
Keer terug en aanschouw haar
die voor jou haar land en koninkrijk
verliet, en op dit strand,
Ten prooi aan meedogenloos wrede
dieren, slechts haar naakte gebeente zal achterlaten.
O Theseus, mijn Theseus.
Als je wist, o God,
Ach, als je wist hoe vreselijk
de arme Ariadne lijdt,
Misschien zou je dan berouw tonen
en weer op deze kust afstevenen.
Maar in de kalme zeewind vaar jij heen,
blij van gemoed, en laat mij hier wenend achter.
Jou bereidt Athene een feestelijk onthaal, en ik
blijf achter, ten prooi aan wilde dieren
op deze verlaten stranden.
Blij zul jij je grijze ouders een voor een omhelzen,
en ik zal noch mijn moeder, noch mijn vader ooit
weerzien.
Dove, dove è la fede
Dove, dove è la fede,
che tanto mi giuravi?
Così ne l’alta sede
tu mi ripon de gl’avi?
Son queste le corone
onde m’adorni il crine?
Questi li scettri sono,
Queste le gemme, e gl’ori?
Lasciarmi in abandono
a fera, che mi stracci, e mi divori?
Ah Teseo, ah Teseo mio,
lascierai tu morire
in van piangendo, in van gridando aita
la misera Arianna,
ch’a te fidossi, e ti die’ gloria e vita?
Waar, waar is de trouw
Waar, waar is de trouw,
Die jij me zo plechtig hebt gezworen?
Is dit de voorouderlijke troon
Die je mij beloofd hebt?
Zijn dit de kronen
waarmee je mijn hoofd tooit?
Zijn dit de scepters,
de juwelen en gouden ornamenten:
Mij achterlaten, overgeleverd
aan wilde dieren die me verscheuren
en verslinden? Ach Theseus, mijn
Theseus, laat je mij sterven,
tevergeefs wenend en om hulp
roepend, de ongelukkige Ariadne,
die je vertrouwde, en roem en leven schonk?
Ahi, che non pur risponde
Ahi, che non pur risponde;
Ahi, che più d’aspe sordo a miei lamenti.
O nembi, o turbi, o venti
sommergetelo voi dentro a quell’onde.
Correte Orchi e Balene,
e de le membre immonde
empiete le voragini profonde!
Che parlo, ahi, che vaneggio?
Misera, ohimè, che chieggio?
O Teseo, o Teseo mio,
Ach, hij antwoordt niet eens
Ach, hij antwoordt niet eens.
Ach, stokdoof is hij voor mijn geween.
O donderwolken, hozen en winden,
Laat hem verzwolgen worden door
Deze golven. Snelt toe, zeemonsters
En walvissen. En vul de gapende
Diepten met zijn vuige lijf.
Wat zeg ik, ach, wat ijl ik?
Och ik ellendige, wat verlang ik?
O Theseus, o mijn Theseus,
8 non son quell’io che i feri detti sciolse,
parlò l’affanno mio, parlò il dolore,
parlò la lingua sì, ma non già‘l core.
Ik ben het niet die deze dwaze woorden sprak:
Mijn ontreddering sprak, mijn verdriet;
Mijn tong sprak wel, maar niet mijn hart.
tekst: Ottavio Rinuccini (1562-1621)
Raaf Hekkema
Prelude & interludes for
Monteverdi’s Lamento
- instrumentaal -
Daniel Bjarnason - Ek ken die Nag
Ek ken die nag se binnekant,
met oë gesper, met hand en tand
het ek sy omtrekke betas,
sy ryk van hoek tot kant gemeet.
Geen uithoekie waar ek nie was,
die soet wegsink het my versaak,
elke sekondevolle uur
het my ronddolery aangevuur,
my meer gewys as wat ek wou weet.
Sy gramadoelas afgepas
het ek die nag omstandig meegemaak,
ken ek sy binnekant.
tekst: Elisabeth Eybers (1915-2007)
Raaf Hekkema
Trad. Amavolovolo & Meadowlands
Bheka Dlamini - Woah lashona
De zon gaat onder
Woah Lashona woohh…
De zon gaat onder…
O Lashona k’lezontaba maa!
Amathunz’ asemade ayophalal’ emazansi
Isibhakabhaka sesibhej’ igazi.
De zon gaat ten onder achter de bergen,
Lange schaduwen strijken over de hellingen,
De onmetelijke hemel is bloedrood gekleurd.
Awebheke laphaya?
Ngibon’ amankankane endizel’ekudeni
Ayakhala ayolal’ emaweni
O’ mina angazi ng’zolala kwa bani
Kijk daar?
Ik zie de nijlgans ver weg, hoog in de lucht.
De vogels vliegen fluitend naar hun nest.
Ach, ik weet niet waar ik mij vannacht te ruste
leg.
Where to this winding road?
Where to this rugged road?
It’s muddy and rough,”
But no matter what it takes
This road will lead me home
Noma kanjani ng’yofik’ekhaya.
Waarheen voert deze bochtige weg?
Waarheen voert deze hobbelige weg?
Modderig, vol met gaten.
Ik ben moe, maar ik zet door,
dit is de weg naar huis!
Ik zet door, op weg naar huis!
Carry on just for a while
Hold on just for a while
Siyeekhaya ekhaya s’yofika Lashona
Areyang hae, Areyeng s’yofika Lashona
Nog even, loop door
Nog even, houd vol
We gaan naar huis
Laten we naar huis gaan, vanavond
zullen we er zijn.
9