Wijziging Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 Op 20 mei 2014 is het ‘Reken- en meetvoorschrift geluid 2012’ (RMG2012) gewijzigd. Na de vorige wijziging van het RMG2012 bleek dat langs wegen met snelheden vanaf 70 km/u er in veel gevallen een hogere geluidsbelasting, soms wel tot 2 dB, werd berekend. Deze hogere geluidsbelastingen konden in bepaalde situaties een belemmering opwerpen voor de ontwikkeling van nieuwe (woning)bouwprojecten. In het kader van de invoering van ‘Swung-2’ wordt een pakket van normen en maatregelen ontwikkeld. Onderdeel van dit pakket is een versoepeling van de maximale ontheffingswaarde voor woningbouw langs rijkswegen met maximaal 5 dB. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft, vooruitlopend op de invoering van Swung-2, besloten om vanaf 21 mei 2014 tot 1 juli 2018 een versoepeling van de norm voor woningbouw langs (buitenstedelijke) wegen toe te passen. Deze versoepeling wordt bewerkstelligd door de waarde van de aftrek van artikel 110g Wgh te aan te passen. De wijziging van het RMG2012 maakt woningbouw langs wegen die vanwege de wijziging van het reken- en meetvoorschrift in 2012 niet meer mogelijk waren alsnog mogelijk. Deze tijdelijke (artikel 3.4 tweede lid) aftrek is geregeld in art. 3.4, eerste lid RMG2012 en bedraagt: a) 3 dB voor wegen met snelheid van 70 km/u of meer en de geluidsbelasting tgv de weg, zonder aftrek art. 110g Wgh, 56 dB bedraagt; b) 4 dB voor wegen met snelheid van 70 km/u of meer en de geluidsbelasting tgv de weg, zonder aftrek art. 110g Wgh, 57 dB bedraagt; c) 2 dB voor wegen met snelheid van 70 km/u of meer en de geluidsbelasting tgv de weg, zonder aftrek art. 110g Wgh, afwijkt van bovengenoemde bedragen; d) 5 dB voor overige wegen; e) 0 dB bij bepaling van de geluidwering van de gevel (toepassing art. 3.2 en 3.3 Bouwbesluit 2012 en art. 111b Wgh). In het Reken- en meetvoorschrift zijn met de wijziging de leden a en b toegevoegd aan artikel 3.4. Hierbij kan bij bepaalde geluidbelastingen een aftrek van 3 of 4 dB toegepast worden alvorens getoetst wordt aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder. Na 1 juli 2018 vervallen de leden a en b weer. Voor het onderzoeken of er sprake is van een reconstructie in de zin van de Wet geluidhinder gelden de leden a en b niet. Dit is geregeld in het derde lid van artikel 3.4, dat stelt dat voor het bepalen van een verschil in geluidbelasting er geen aftrek wordt gehanteerd. Uitzondering hierop: als er sprake is van een eerder vastgestelde waarde, waarbij deze gewijzigde aftrek wel is toegepast. In dat geval wordt ook bij de berekende geluidsbelastingen de gewijzigde aftrek toegepast. Daarnaast is de aftrek niet van toepassing bij de bepaling van geluidproducties op referentiepunten. Hierbij wordt nog steeds geen aftrek volgens art. 3.4 RMG2012 toegepast. In het wijzigingsbesluit is tevens opgenomen dat de aftrek van 2 dB voor de effecten van Europees bronbeleid (stille banden, art. 3.5 RMG2012) ook van toepassing is op dicht asfaltbeton (andere benamingen: referentieasfalt/DAB/fijn asfalt). Dit is echter geen wijziging, maar een verduidelijking van hetgeen al in het RMG2012 stond. Voor gebruikers van de Geomilieu-software van DGMR betekent dit het volgende: · De huidige software (v.2.30/2.40) is up-to-date: de aftrek van 2 dB voor referentieasfalt, conform art. 3.5 RMG2012, zat hier al in verwerkt. Let op: deze aftrek treedt pas in werking bij snelheden van 70 km/u of meer. · Het gebruik van de functie groepsreducties voor de aftrek art. 110g Wgh (art. 3.4 RMG2012) is een stuk lastiger geworden, omdat deze aftrek niet afhankelijk van de hoogte van de geluidsbelasting kan worden gesteld. Let op: de gewijzigde aftrek geldt alleen bij wegen met een snelheid van 70 km/u of meer. Aanbevolen wordt dan ook om deze extra aftrek achteraf toe te passen op het rekenresultaat.
© Copyright 2024 ExpyDoc