Zoals alle andere nieuwe leden van de Akademie van Kunsten die voor mij hebben gesproken, kreeg ik de opdracht te reageren op de vraag (ik laat hem nog een keer horen): waar vecht u voor, dan wel, waar strijdt u tegen? En hoe zou u de Akademie van Kunsten daarvoor willen inzetten? Het doet me goed te merken dat het het idee van de Akademie is dat het een strijdbaar apparaat zal zijn. En ik zal dan ook beginnen met het beantwoorden van de tweede helft van deze vraag: Als we deze nieuwe Akademie kunnen benutten om het aanzien, de positie, de reputatie, het BEELD van de kunsten in de publieke sfeer te herstellen; en om een ander beeld op te bouwen - ook naar onze beleidsmakers en uitvoerders toe – en als we een kritisch lichaam kunnen worden waarmee rekening moet worden gehouden in het formuleren van nieuwe inzichten en nieuw beleid voor alle institutionele vormen binnen het vakgebied, en ook zeker het onderwijs, dan denk ik dat ik mijn positie goed heb kunnen gebruiken. Het thema van deze avond en de formulering van de het kader waarin ik de kans krijg mij voor te stellen roept echter vragen bij mij op, maakt dat ik aarzel om de opdracht serieus te beantwoorden: “waar vecht je voor, dan wel, waar strijd je tegen? voor – tegen? vechten en strijden? – in mijn werk? In mijn houding? Waarom is er al een suggestie van vechten en strijd voordat ik het zelf zo beschrijf? Ik vraag me af... Ik aarzel... Ik twijfel... Ik stel een beslissing uit. Ik kan ook nog weigeren. Dit lijkt namelijk geen open vraag. Het terrein is al afgebakend. En ik aarzel of ik mij wel in termen van strijd wil uitdrukken, wanneer ik door middel van mijn praktijk juist subtiele en gevoelige vormen van begrip probeer op te wekken. Strijdbaarheid is te waarderen, en zoals ik al zei wil ik de positie die mij is aangeboden binnen de Akademie beslist inzetten om mijn overtuigingen publiek te maken. Echter, juist die opdracht om mijn overtuigingen aan u te moeten voorstellen in termen van strijd en vechten past mij niet. De vraag zelf is in feite een mijn werk als kunstenaar. Een zeker van) – een kader schept eens zijn: dit kader beperkt, al te veel, de toon is gezet: nog worden ingevuld. voorbeeld van datgene waar ik me tegen verzet in vraag, die – ongewenst, en onbedoeld (daar ben ik voor elk antwoord. Met zo'n kader kan ik het niet versimpelt, insinueert. De vraag zelf impliceert wij vechten en strijden. Alleen de thema's kunnen En zijn er werkelijk maar een paar keuzes? Verleiden of bestrijden? Ik ben er zeker van dat geen van de aanwezigen hier vanavond zouden zeggen dat ze vóór simplificatie zijn. Juist niet. Iedereen die hier voor de kunst zit, zit hier ook tegen de simplificatie. Maar waarom, vraag ik me af, wordt dan juist vanavond de gehele belevingspotentie in een richting gedwongen door het scheppen van zo'n smal kader? Ik kan niet anders dan juist dit bevragen – als antwoord op de vraag natuurlijk. Het zijn deze kaders die het discours versimpelen en vernauwen - en juist dat moeten we herkennen, bevragen en aanspreken. Het gaat mij erom de gevoeligheid voor nuance en complexiteit te ontwikkelen, en waarde te geven. Niet alleen om daarmee van de kunsten te kunnen genieten, maar ook om kritische en sensibele burgers te kunnen zijn. Het huidige klimaat van vooropstellen van consumeer- en marktwaardes waarin de meeste dingen op hun efficiëntie hierin worden beoordeeld, is hier absoluut geen voedingsbodem voor. En wat mij betreft zijn de kunsten het gebied waar in ieder geval aan het opbouwen en voeden van deze sensibiliteit kan worden gewerkt. De beste voorbeelden van kunst hebben u geraakt vanwege de complexe verweving van thema's en het bijeen brengen van onverenigbaarheden. Of het nu Goya's aangrijpende, maar mooie beelden van executies zijn, of de complexe verknoping van standpunten van waar uit een boek als Disgrace van J.M. Coetzee of Invisible Man van Ralph Ellison geschreven zijn. Of de onsympathieke keuzes waarmee Fassbinder zijn script voor Berlin Alexanderplatz opbouwt. Of de verweving èn confrontatie van verschillende stemmen in de stem van één persoon in een werk als So Different... and Yet van de Ierse kunstenaar James Coleman, of in de geniale performance van Andrea Fraser Men on the Line. Het is juist de manier waarop we de complexiteit van het leven en de tegenstrijdigheden erin kunnen gaan beleven, die belangrijk is. Zodat we dit leren meenemen in onze dagelijkse beslissingen en discussies. Niet het voorbijstreven ervan. De gevoeligheid voor complexe emotionele of esthetische invloeden komt echter niet vanzelf, deze moet gevoed worden. Er moet aandacht aan worden gegeven, zowel in het maken als in de overdracht. Zodat de kwaliteit om die complexe emotionele en esthetische invloeden te kunnen waarderen en erop te kunnen reageren, of er gehoor aan geven, kan worden ontwikkeld en uitgebouwd. Dat is wat mij betreft de taak voor elke vorm van overdracht en alle niveaus van onderwijs. Het is een werk dat moet worden gedaan door middel van het erkenen van de fijnheden in het gebruik van taal en beeld en het voeden van het begrip van de macht hiervan, maar ook de mogelijkheden die het biedt. Een sensibilisering die we vervolgens gebruiken in elke reflectie, discussie en presentatie. Ik dank u voor de gelegenheid om deze overweging met u te kunnen delen en ik dank de Akademie van Kunsten voor de uitnodiging een rol te komen vervullen. Dank u.
© Copyright 2025 ExpyDoc