Interview aanjager Centrum Vitaliteit Lonneke Baas

Economische bedrijvigheid maken van Vitaliteit
De Leidse regio is wereldwijd bekend vanwege het Leiden Bio Science Park (dat in werkelijkheid ook op Oegstgeester en in de toekomst ook Katwijks
grondgebied ligt). Als het aan het samenwerkingsverband Economie071 ligt, komt daar een nieuw onderwerp bij: Vitaliteit. Het is een van de projecten om
de economische structuur van de regio te verbreden en daarmee te versterken.
De een wijst naar het grote aantallen zorginstellingen in de regio, de
ander wijst op het ontstaan van een vitaliteitsboulevard in Leiderdorp,
terwijl weer een ander de aanwezigheid van twee grote zorgverzekeraars
Zorg en Zekerheid en Zilveren Kruis Achmea aanvoert. De volgende noemt
het Leiden Center of Data Science, zeker in combinatie met LAVA, het
Leyden Academy on Vitality and Ageing.
Economische bedrijvigheid
“Het is een van de uitdagingen van dit project vanuit Economie071: een
eenduidige definitie van het begrip Vitaliteit in relatie tot economie.
Wanneer we die stip aan de horizon hebben bepaald, kunnen we pas echt
goed aan de slag”. Aan het woord is Lonneke Baas. Zij onderzoekt in
opdracht van Economie071 of en welke economische kansen Vitaliteit
biedt. Lonneke werkt als programmamanager Life Sciences and Health bij
het InnovationQuarter.
In de komende maanden richt het project zich er vooral op om te komen
tot een eenduidige doel voor het project. “Vitaliteit is een breed begrip.
Wat we inmiddels weten is dat er tal van initiatieven zijn in de regio, van
groot tot heel klein. Het is één om het eens te worden over wat het nu
precies voor Economie071 betekent, alleen dan is de tweede stap er ook
nog eens om er economische bedrijvigheid van te maken”.
Innovatieve vermogen ontsluiten
Het InnovationQuarter is ook een samenwerkingsverband: van het
ministerie van Economische Zaken, de provincie Zuid-Holland, de steden
Den Haag, Rotterdam, Delft en Leiden, de universiteiten en academische
ziekenhuizen uit de provincie. De rol is gericht op het signaleren van
business kansen, het verkennen, aanjagen en realiseren daarvan met
ondernemers die investeringskracht hebben en trekker kunnen zijn.
Lonneke Baas: “Het is opgericht om het innovatieve vermogen van ZuidHolland te ontsluiten samen met innovatieve ondernemers,
kennisinstellingen en overheden. Er is een investeringsfonds van 28
miljoen euro dat kan worden gebruikt om in bedrijven te investeren. Er is
een groep mensen dat actief bezig is met de werving van buitenlandse
bedrijven. En er zijn programmamanagers zoals ik die binnen een
specifiek thema business kansen signaleren en verkennen en deze
vervolgens in samenwerking verder brengen tot realisatie”.
Big data
Vitaliteit is een onderwerp dat midden in de belangstelling staat. Tal van
grote organisaties als Apple, Nike, Google, ze zijn allemaal bezig met
vitaliteit en gezondheid. Al die organisaties gebruiken de gegevens van
hun klanten (of proberen hun klanten te verleiden die gegevens te delen
via apps of apparaten zoals horloges) om te kijken hoe ze een
commercieel aanbod kunnen doen. Bijvoorbeeld om mensen te
stimuleren meer te bewegen, gezonder te eten, alleen dan wel
gerelateerd aan de eigen persoonlijke situatie en gebaseerd op de
informatie die de organisaties hebben vergaard van alle klanten.
Big Data is het aanknopingspunt, vertelt Lonneke Baas, gekoppeld met de
kennis die wordt vergaard door de onderzoeksinstellingen. “Dat is ook de
kracht van de Leidse regio. Er wordt ontzettend veel onderzoek gedaan
door Hogeschool, universiteit, het LUMC en bedrijven op het Bio Science
Park. Tegelijkertijd beschikt bijvoorbeeld het LUMC over een schat aan
data van patiënten”.
Data alleen is niets
Door alle informatie van individuen en doelgroepen te koppelen aan
kennis kan veel meer aan preventie en vitaliteit worden gedaan. “Het idee
is dat je aan data alleen niets hebt. Je wilt hier concrete informatie van
maken zodat een ieder voor zichzelf kan bepalen wat nu te doen. Voor de
één is dat anders gaan eten of meer bewegen, voor de ander is dat het
zoeken naar de juiste fysio-oefeningen al dan niet in een game-omgeving
om zo pijn van reuma onder controle te houden. Het kan ook zijn dat juist
meer sociale contacten helpen om je weer in balans te krijgen, en minder
depressief te zijn. Ook zorgverleners kunnen op deze wijze tot een andere
dienstverlening komen. Technologie ontwikkeld door de bedrijven op het
Leiden Bio Science Park, zoals bijvoorbeeld het efficiënter produceren van
eiwitten of het in kaart brengen van je DNA, kan dan input zijn voor een
persoonlijk benadering en eventueel behandeling”.
De markt verandert
In het verleden is gebleken dat mensen huiverig zijn informatie te delen
met bijvoorbeeld zorgverzekeraars of via het elektronisch
patiëntendossier. Tegelijkertijd verstrekken mensen – vaak onbewust –
ontzettend veel persoonlijke informatie aan Google, Facebook en andere
bedrijven. “De markt van gezondheid en vitaliteit verandert. Op dit
moment is ons systeem voornamelijk gericht op reparatie. Een
zorgverzekeraar krijgt geld voor een behandeling als mensen ziek zijn, niet
voor preventie. Ze zijn er wel in geïnteresseerd, want preventief ingrijpen
betekent dat er later minder kosten zijn. Onderzoek leidt tot steeds meer
inzichten en kennis om van te voren in te grijpen, te voorkomen dat
iemand ziek wordt. Dat gaat razendsnel. Kijk naar DNA. Een jaar of twintig
geleden wisten wetenschappers hoe DNA in elkaar zat. Daarna konden we
het exact per persoon vaststellen en nu zijn er al de eerste onderzoeken
om het te repareren als er bijvoorbeeld bij een kind in de baarmoeder een
gebrek wordt vastgesteld. Dit biedt allerlei kansen”.
Bedrijven moeten het voortouw nemen
De nieuwe technologie omzetten in economische bedrijvigheid gaat niet
vanzelf. “Artsen zijn vooral gericht op het genezen van hun patiënten,
minder op hoe nieuwe methoden te gelde kunnen worden gemaakt. Dit
betekent dat bedrijven hierin het voortouw moeten nemen om de
technologie en kennis bruikbaar te maken voor artsen en ook voor een
ieder thuis”, aldus Lonneke Baars. En dat is best moeilijk, geeft ze direct
toe. “Als je nu ziek bent, wil je genezen. Dat is een direct resultaat.
Investeren in vitaliteit levert pas op de lange termijn resultaten op”.
Mensen bepalen steeds meer zelf
Maar eerst dus de stip op de horizon. Waarvoor gaat de Leidse regio als
het gaat om vitaliteit? Het kan van alles zijn. Een zorgverzekeraar die met
tien procent van zijn klanten als gangmaker van de stap van repareren
naar preventie gaat, of een slim bedrijf dat wetenschappelijke
ontdekkingen van de Universiteit Leiden omzet in business. Een ander
veld is misschien wel een oplossing waarmee mensen hun eigen data
kunnen gaan beheren. “Maar de wereld verandert heel snel. In mijn ogen
krijgen mensen in de toekomst zelf de beschikking over hun eigen
informatie. Beslissen zelf of en aan wie ze informatie ter beschikking
stellen. Voor onderzoek, of voor preventie, of juist niet”.
Fluïde netwerken
Voor Baas is wel duidelijk dat Vitaliteit niet op dezelfde manier kan
worden neergezet als Leiden Bio Science Park. “Dat was dertig jaar
geleden natuurlijk een hele stoere keuze. Een gebied aanwijzen waar
alleen maar bedrijven uit die sector zich mochten vestigen. Dat getuigde
van lef en een lange termijnvisie, die heeft gewerkt. Nu is de wereld
echter heel anders. Via internet werken instellingen over de hele wereld
samen. Er ontstaan allerlei fluïde netwerken van wetenschappers,
onderzoeksinstellingen, bedrijven die zich met commerciële vertalingen
bezighouden, start ups, et cetera. Het is een illusie dat samenwerking in
die netwerken ophoudt bij de grens van een stad of regio”.