Verslag regionale bijeenkomst de Gemeente 2020 in Brabant

Lokaal wat kan, bovenlokaal wat moet
Inniger samenwerking tussen gemeenten op steeds meer terreinen stelt uitdagingen aan de lokale
democratie. Hoe geven volksvertegenwoordigers inhoud aan hun rol als besluitvorming op een
ander niveau plaatsvindt? Een prominent vraagstuk in Tilburg tijdens de zesde VNGregiobijeenkomst over de Gemeente 2020.
‘In 2020 bestaat de gemeente niet meer, zou de doelstelling moeten zijn’, twittert ene
Roel@Lettera22 naar aanleiding van de bijeenkomst in het stadhuis van Tilburg op 25 maart. Zo ver
zullen de meeste aanwezigen niet gaan, maar dat de positie van gemeenten aan herziening toe is,
staat vast. Op allerlei terreinen gaan maatschappelijke ontwikkelingen zo snel, dat gemeenten hun
uiterste best moeten doen om de veranderingen bij te benen. Neem de paradox van VNGdirectieraadvoorzitter Jantine Kriens in haar inleiding: enerzijds mogen gemeenten als gevolg van de
drie decentralisaties meer dan ooit op lokaal niveau keuzes maken, anderzijds zijn zij voor de
uitvoering daarvan meer dan ooit afhankelijk van regionale samenwerkingsverbanden. Dat brengt
een politiek spanningsveld met zich mee. ‘Want hoe verhouden de individuele gemeenteraden zich
nog tot die regionale uitvoerders’, vraagt zij zich af. ‘Zeker in een samenleving waarin je gezag en
legitimiteit elke dag opnieuw moet verdienen.’
Het is een van de vraagstukken waarover Brabantse raadsleden, wethouders en burgemeesters zich
deze middag in groepjes buigen. Als we de uitvoering opschalen, moeten we ook bestuurlijk
opschalen, vindt een deelnemer. ‘Anders krijg je alleen maar ingewikkelde constructies.’ Maar lang
niet iedereen is gecharmeerd van het vooruitzicht dat na alle fusies nog maar een beperkt aantal
gemeenten zou overblijven. ‘Zo verliezen we onze lokale wortels en zingen we ons los van de kiezer’,
reageert iemand uit de zaal. Wil de gemeenteraad haar democratische legitimiteit behouden, dan is
het essentieel dat zij bij gemeenschappelijke regelingen ‘aan de voorkant’ inspraak krijgt. Dus
voordat de plannen op papier staan. Een van de aanwezigen adviseert om daarbij vooral de
samenwerking te zoeken met raadsleden van buurgemeenten. ‘Anders ben je slechts een van de
velen en is je invloed minimaal.’ Ook belangrijk: laat je goed bijpraten over de voortgang,
bijvoorbeeld door de verantwoordelijke wethouder. De controle achteraf moet zich vooral afspelen
op hoofdlijnen, op ‘output’, zoals een van de aanwezigen het liever omschrijft.
Gemeenschappelijke regelingen zijn in elk geval geen panacee, zo is de consensus. Sommige zaken
moet je gewoon lokaal blijven oppakken. De mantra die daarbij veelvuldig wordt gebezigd: doe lokaal
wat kan en bovenlokaal wat moet.
Overigens maken al die gemeenschappelijke regelingen het werk van de raadsleden er niet
eenvoudiger op. Het is daarom hoog tijd dat we de raad professionaliseren, vindt een van de
sprekers. Maar hoe precies, daarover zijn de meningen verdeeld. ‘Geef raadsleden een hogere
vergoeding’, stelt iemand, ‘zodat ze ook meer tijd hebben om al die pakken papier door te werken.’
Een ander ziet meer in deskundigheidbevordering in de vorm van cursussen. Raadsleden moeten
immers over steeds ingewikkelder materie hun mening geven en daarvoor ‘op het juiste niveau
worden gebracht’. ‘En het is niet de bedoeling dat er alleen academici in de raad zitten.’ De kans om
je persoonlijk te ontwikkelen is bovendien een goede manier om de aantrekkelijkheid van het
raadswerk te bevorderen. Ook wenselijk: een steviger mandaat voor raadsleden. Manieren om dat
voor elkaar te krijgen? Het introduceren van een verkiezingstermijn van zes jaar, oppert iemand uit
de zaal. Een andere suggestie is een kiesdrempel te introduceren om zo politieke versplintering tegen
te gaan. ‘Zoals in Duitsland. Nadeel is dat je een kleine minderheid uitsluit, maar het voordeel is dat
het politieke landschap overzichtelijker is.’
1
Gemeenten krijgen meer op hun bordje, maar kunnen ook meer taken aan inwoners overlaten. Dat
is nog niet eenvoudig. Want: hoe geef je al die burgerinitiatieven een plekje? Incorporeer je ze in het
bestaande systeem of moet het bestaande systeem zich aanpassen aan de initiatieven? Om
initiatieven niet in de kiem te smoren, moet er snelheid komen in gemeentelijke processen, daarover
is iedereen het eens. Een raadslid uit Oirschot vertelt over een stel boeren dat de handen ineen heeft
geslagen. ‘Ze bespreken de problemen die de intensieve veehouderij met zich meebrengt. Ook
ontplooien ze initiatieven op het gebied van zorg en beveiliging van de buurt. Maar als zo’n
buurtschap een goed idee heeft en vervolgens een halfjaar moet wachten op een antwoord van de
gemeente? Dat kun je je niet permitteren.’ Dus moet de gemeentelijke organisatie op de schop, stelt
hij. Het begrip ‘super-ambtenaar’ valt: ambtenaren met een vrije rol die initiatieven van de grond
helpen trekken.
Wil je meer aan inwoners overlaten, dan moet een gemeente durven loslaten, stelt een spreker.
‘Neem vergunningloos bouwen. Waarom maken we niet de architect verantwoordelijk ervoor te
zorgen dat zijn ontwerp overeenkomt met de ruimtelijke verordening? En laten we daar dan echt op
vertrouwen en niet in de ‘controlekramp’ schieten, ook als het om de centjes gaat. Durf te zeggen:
‘dit is jullie potje met geld, hier gaan jullie over.’ Opnieuw dus: loslaten. En dat is nog lang niet
gemakkelijk, blijkt uit de stroom reacties uit de zaal. Maar wie het aandurft, wordt beloond met
prachtige en breed gedragen initiatieven. Een van de sprekers noemt het voorbeeld van Markdal,
een natuurgebied van honderd hectare nabij Breda. ‘Dat is “teruggegeven” aan de inwoners: een
vereniging is opgericht om het gebied op duurzame wijze in te richten, met wandel- en fietspaden en
eigen streekproducten. En bovenal: minimale overheidsbemoeienis.’
Maar de reflexen van de ‘oude politiek’ zijn sterk. Neem de hoogspanningsverbinding WestBrabant. ‘Op klassieke wijze is een voorkeurstraject tot stand gekomen. Daarna gaat het pas de
inspraak in’, vertelt een raadslid. ‘En wat gebeurt er? Binnen enkele weken heeft een groepje
inwoners een alternatief tracé bedacht inclusief doorrekening. Waarom die mensen niet aan de
voorkant betrekken? Laat inwoners via crowdsourcing een route samenstellen. Het levert goede
ideeën op met als bonus dat veel weerstand op voorhand is weggenomen.’
Wat kun je eigenlijk allemaal overlaten aan je inwoners? Best veel, zo blijkt. Het beheren van de
speelvoorzieningen wordt genoemd, berm- en plantsoenonderhoud of het runnen van de
dorpssupermarkt als de grootgrutter er geen heil meer in ziet. Maar hoe zit het bijvoorbeeld met
wegenonderhoud? ‘Als het niet goed gaat en er gebeurt een ongeluk, dan komt het toch op ons
bordje terecht’, zegt een raadslid, ‘geen goed idee dus.’ Daarom is het belangrijk om de risico’s op
voorhand in kaart te brengen. ‘Een simulatie kan daar enorm bij helpen adviseert iemand, ‘ook als
het bijvoorbeeld om jeugdzorg gaat. Vraag je vooraf af: wat kan er misgaan? En wat doen we dan?
Om te voorkomen dat we in een kramp schieten als zich een incident voordoet.’
Je kunt het ook omdraaien. Dus niet de vraag: wat kunnen de inwoners zelf? Maar: waar moet de
gemeente minimaal voor zorgen? Kerntaken waarover iedereen het eens is, zijn: veiligheid, een
goede infrastructuur en zorgen voor een sociaal vangnet. Ook zal de gemeente de variëteit in
dienstverlening moeten bewaken omwille van de leefbaarheid. Maar, concludeert de zaal, dat laat
nog steeds veel ruimte voor maatwerk. Inwoners blijken soms heel veel zelf te kunnen. Zoals in
Pingjum, een dorp van zeshonderd inwoners in Friesland, dat Jantine Kriens als voorbeeld geeft in
haar afsluitende woorden. ‘Uit een gezamenlijk protest tegen windmolens is een coöperatie
voortgekomen die prachtige dingen organiseert, voor en door bewoners. Een eetgroep, een
dorpsbus, een dorpstuin, maar ook collectieve energie-inkoop.’ In wezen, zo signaleert Kriens, keren
we met deze coöperatieve gedachte terug naar de essentie van wat een gemeente is. ‘Waarom zijn
2
we ooit met gemeenten begonnen? Omdat het verstandiger is om dingen collectief te doen dan
alleen.’
Voor meer informatie over de Gemeente 2020, waaronder de verslagen van de andere regionale
bijeenkomsten en het online forum, gaat u naar www.degemeente2020.nl
3