Pedagogisch werkplan

Pedagogisch werkplan
Locatie: Kindzorg
‘t Ottertje
Dit pedagogisch werkplan is een uitwerking van het pedagogisch beleid van Kindzorg/Freekids.
Hierin wordt uiteengezet hoe de uitgangspunten uit het pedagogische beleid op deze locatie ten uitvoer
worden gebracht. Ouders krijgen bij de intake op de locatie een exemplaar van dit pedagogisch werkplan
.Zo is de opvang op onze locatie georganiseerd.
Gegevens locatie:
Naam locatie: ’t Ottertje
Grootte: klein kinderdagverblijf
Locatie gevestigd: Otterkoog 28,
1822 BW, Alkmaar
Aantal groepen:2
Aantal medewerkers:4
Namen van de groepen: 0-2 groepen en 2-4 groep
Capaciteit van de locatie:165 kindplaatsen per week
Dagelijkse opkomst kinderen: 0-2 groep maximaal 12 kinderen per dag
2-4 groep maximaal 14 kinderen per dag
Indeling pand:
De locatie is gelegen in een ruim pand op industrieterrein de beverkoog.
Via de entree is er de toegang tot de gang die toegang heeft tot de verschillende groepen, de 0-2 speelgroep
en de babygroep grenzen aan elkaar en de 2-4 groep is gelegen aan de andere kant van het pand naast de
keuken en de speelhal. De slaapkamers van de 0-2 groep bevinden zich op de gang en de overige
slaapkamers van de groepen en de grenzen aan de groep en de speelhal. De toiletvoorziening van de
groepen bevinden zich op de groepen zelf. Op de 0-2 groep en in de speelhal bevindt zich de deur naar de
buitenspeelruimte, welke is gelegen aan de achterkant van het pand.
Tijdstippen waarop wordt afgeweken van BKR; (maximaal drie uur per opvangdag):
Bij opening om 7.00 uur starten er 2 medewerkers op de 0-2 groep om daar alle kinderen van alle groepen op
te vangen.
Op het moment dat de volgende medewerkers komen wordt er gesplitst naar de eigen groepen en dat
gebeurt tussen 8.00 uur en uiterlijk 9.00 uur.
Tevens wordt er aan het eind van de dag, als er een medewerker alleen staat op de groep weer
samengevoegd met een andere groep om 18.00 uur, op de 0-2 groep.
Pauzes van de medewerkers worden gehouden tussen 13.00 uur en 14.30 uur. Er gaat altijd een medewerker
per groep per keer, zodat er altijd een medewerker aanwezig is op de groep
Alle pedagogisch medewerkers zijn 9 uur werkzaam.
Plaatsing van kinderen; intake, mentoraat (tekst in ped beleid):
Kinderen kunnen bij het Ottertje geplaatst worden vanaf de leeftijd van 10 weken. De eerste twee weken van
de overeenkomst worden gezien als de gewenningsperiode voor het kind. Hierbij wordt de ontwikkeling van
het kind extra in de gaten gehouden. Het kind heeft tijd nodig om te wennen aan een nieuwe omgeving.
Voor aanvang van plaatsing van het kind neemt de assistent leidinggevende contact op met de ouder(s) /
verzorger(s). De assistent leidinggevende maakt een afspraak met de ouder(s) / verzorger(s) voor een intake
gesprek met de mentor leidster en de assistent leidinggevende. Deze afspraak wordt een maand voor de
plaatsing gemaakt.
In het intake gesprek worden formulieren doorgenomen en ingevuld, zodat alle informatie omtrent het kind
wordt verzameld.
Ook wordt uitleg gegeven aan de ouder(s) / verzorger(s) over de manier van werken van Kindzorg.
Mentoraat:
Alle pedagogisch medewerkers hebben een aantal kinderen die zij het best kennen, de mentorkinderen. De
mentor is contactpersoon en eerste aanspreekpunt van de ouders met betrekking tot opvang en begeleiding
Het Inhoudelijke (en methodische) deel van de opvang op onze locatie.
Basisdoelen uit wet Kinderopvang:
In de Wet Kinderopvang staat vermeld dat kinderopvang gericht moet zijn op deze vier basale
pedagogische doelen:




Bieden van fysieke en emotionele veiligheid: Kinderen behoren zich thuis te voelen en op hun
gemak te zijn op de groepen
Kinderen leren omgaan met verschillende soorten gebeurtenissen die het kind raken, zoals
bijvoorbeeld een verhuizing, ziekte of een scheiding van ouders.
Verwerven van persoonlijke competenties: Kinderen worden gestimuleerd om zich zowel
verstandelijk (cognitief) als motorisch (lichamelijk) te ontwikkelen.
Verwerven van sociale competenties: door op een goede manier samen met elkaar te spelen
kunnen kinderen veel van elkaar leren.
Overdragen van normen en waarden: kinderen leren zich te houden aan afspraken en regels op de
groep, rekening te houden met elkaar, op een respectvolle manier met elkaar en andermans spullen
omgaan. Het gaat bij overdragen van normen en waarden om stimulering van de
gewetensontwikkeling, kinderen leren wat hoort en wat niet.
Kenmerkende werkwijze Kindzorg kinderdagverblijf: ontwikkelingsgericht werken:
Met ontwikkelingsgericht werken wordt bedoeld dat in ons werk bewust die activiteiten tijdens de opvang
worden aangeboden die passen in de ontwikkelingsfase van het kind en het kind stimuleren om zich verder te
ontwikkelen.
Er worden verschillende manieren gebruikt om de motorische ontwikkeling, cognitieve ontwikkeling,
taalontwikkeling, sociale ontwikkeling en de creativiteit bij het kind te ontwikkelen en te stimuleren. Zo komen
dagelijkse activiteiten terug als bijvoorbeeld het gezamenlijk eten wat de sociale ontwikkeling stimuleert en
buitenspel wat de motorische ontwikkeling stimuleert. Ook de zelfstandigheid van het kind wordt doorgaans
de dag gestimuleerd door het kind veel zelf te laten doen als bijvoorbeeld uitkleden, drinken inschenken,
opruimen, etc.
Naast deze dagelijkse activiteiten worden gestructureerde activiteiten aangeboden als bijvoorbeeld knutselen
of kringspelen. Hierbij worden verschillende ontwikkelingsgebieden gestimuleerd.
Kwaliteit van de groepsleiding:
De pedagogisch medewerkers van Kindzorg zijn allen gekwalificeerde en gediplomeerde professionals die
regelmatig worden bijgeschoold en getraind in de belangrijkste interactievaardigheden die nodig zijn in de
omgang met kinderen. Alle pedagogisch medewerkers beschikken over een beroepskwalificatie zoals die
benoemd staat in de CAO Kinderopvang.
Aspecten van de benodigde deskundigheid voor ontwikkelingsgericht werken zijn:
 De pedagogisch medewerkers hebben kennis over de ontwikkelingen in leeftijdsfasen van kinderen
 De pedagogisch medewerkers hebben de kennis en vaardigheden om ontwikkelingsproblemen al vroeg
te herkennen.
 De pedagogisch medewerkers weten welke vorm van ondersteuning bij welke ontwikkelingsproblemen
past.
Observaties en handelingsplan:
Kindzorg werkt met de observatiemethode ‘Zo doe ik, zo beweeg ik, zo praat ik’ die is opgesteld door de
CED-groep.
Deze observaties worden aan de hand van een planning op leeftijd van het kind ingevuld. Op de babygroep
wordt het kind elke vijf maanden geobserveerd en op de dreumes en peutergroep elke zes maanden.
De vragen die worden gesteld in de methode worden bij deze observaties allemaal ingevuld. Door middel van
deze observatiemethode krijgen de pedagogisch medewerkers een goed beeld van de ontwikkeling van het
kind. Aan de hand van dit beeld kunnen zij vaststellen in welk ontwikkelingsgebied het kind ondersteuning
nodig heeft. Hierop schrijft de mentor van het kind een handelingsplan, zodat een bewuste aanpak voor het
individuele kind kan worden omgezet om zijn ontwikkeling te stimuleren.
Overlegvormen:


Groepsbespreking 1 keer per maand met de medewerkers van een groep en de assistent
leidinggevende. Hierin wordt besproken: de samenwerking onderling, benodigdheden voor de groep
en de planning van de activiteiten, werkafspraken, risico inventarisatie.
Kindbesprekingen 1 keer in de maand met de medewerkers van een groep en de assistent
leidinggevende. Hierin word besproken de ontwikkeling van de kinderen, handelingsplannen,
evaluatie van aanpak van de plannen, nieuwe informatie over de kinderen.

Teamvergadering 1 keer in de 5 weken met alle medewerkers van de locatie en de assistent
leidinggevende. Hierin word besproken de organisatorische mededelingen, werkafspraken, voorgang
bedrijfsdoelen, terugkoppeling oudercommissie/ ondernemingsraad, GGD inspectie, beleid en
protocollen en klachten.
Ontwikkelingsgerichte activiteiten:
Pedagogisch medewerkers van Kindzorg gebruiken verschillende manieren om de motorische ontwikkeling,
cognitieve ontwikkeling, taalontwikkeling, sociale ontwikkeling en de creativiteit bij het kind te stimuleren.
Ongeveer elke zes weken wordt er een nieuw thema aangereikt waarbinnen verschillende activiteiten worden
aangeboden voor de verschillende ontwikkelingen.





Motorische ontwikkeling: knutselen (verven, kleien, kleuren, koken) dansen, gymmen, buitenspel
fietsen, ballen, scheppen, bouwen, etc) puzzelen, constructiemateriaal 9lego, blokken, kralen, etc,
bewegingsspel (gymmen, springen op de trampoline, etc)
Cognitieve ontwikkeling: lezen, zingen, uitleg over thema’s, ontwikkelingsspel (memorie, domino,
kleurenspel, oplossingen zoeken, etc), fantasiespel.
Taalontwikkeling: lezen, zingen, gesprekjes voeren, tellen.
Sociale ontwikkeling: samen spelen, eetmomenten, wachten, emoties benoemen, luisteren, praten,
opruimen.
Creativiteit: knutselen, dansen, muziek, zingen.
De indeling van het pand van locatie ’t Ottertje laat toe dat al deze activiteiten allemaal kunnen worden
uitgevoerd op de groepen, speelhal en het buitenspeelplein.
Vanwege de ligging van het pand is er ook de mogelijkheid om buiten het dagverblijf te ervaren en te
ontdekken, er wordt regelmatig met de kinderen gewandeld in de omgeving in de daarvoor bestemde
bolderkar. Daarbij worden de verschillende activiteiten ondernomen zoals picknicken, eendjes voeren, naar
de kinderboerderij of de speeltuin.
Op de locatie worden de activiteiten beschreven in een themabrief. Ouder(s) / verzorger(s) worden
geïnformeerd over deze thema’s en activiteiten in de themabrieven en de nieuwsbrief, de themabrief wordt
aan het begin van ieder nieuw thema aan de ouder(s) / verzorger(s) meegegeven. Ook worden op de groepen
de thema’s kenbaar gemaakt door middel van de thematafel op de gang en de versierde groepen en ramen
op het dagverblijf.
Opendeurenbeleid:
Wij vinden het van belang dat kinderen van verschillende leeftijden elkaar kunnen ontmoeten, zodat zij in
competenties veel van elkaar kunnen zien en leren. Zo kunnen bijvoorbeeld jonge kinderen zien wat oudere
kinderen doen en hierdoor de motivatie vinden hetzelfde te willen kunnen. In sociale competenties leren de
kinderen rekening met elkaar te houden. Samen kunnen er nieuwe ervaringen met elkaar worden opgedaan
en ontstaat er uitdaging voor de kinderen.
Door het samenvoegen van de groepen in de ochtend en de middag zijn de kinderen van verschillende
leeftijden bij elkaar. In deze tijd worden er activiteiten aangeboden die voor alle leeftijden geschikt zijn.
Ook zijn er speelmomenten dat er door de 0-2 groep en de 2-4 groep gezamenlijk gebruik gemaakt wordt van
de speelhal, zodat deze kinderen zich hier samen kunnen vermaken.
Het buitenspeelterrein is zo ingericht dat de kinderen van de 0-2 groep en de 2-4 groep hier samen kunnen
spelen, het is een ruim terrein met veel uitdaging, voor de kleine kinderen van de 0-2 groep is er een
afgeschermd stukje terrein zodat ook de jongste kinderen veilig buiten kunnen spelen, wel kunnen deze
kinderen kijken naar de oudere groep kinderen zodat de baby’s daar wel contact mee hebben.
Dagstructuur:
0-2 groep:












7.00-9.00 uur
9.00 uur
9.30 uur
10.00 uur
11.30 uur
12.00 uur
14.00 uur
14.30 uur
14.30 uur
16.00 uur
17.00 uur
18.30 uur
Brengen
Eetmoment aan tafel met beschuit / cracker en drinken
Verschonen
Activiteit of slapen
Lunch
Verschonen en activiteit of slapen’
eetmoment aan tafel, fruit(hap) en drinken
verschonen
activiteit of slapen
start ophalen
Tussendoortje en drinken
sluiting
Bij kinderen tot circa één jaar oud wordt het dagritme van het kind gevolgd. Op de babygroep slapen de
baby’s naar behoefte. Er wordt geprobeerd om hen wel te laten wennen aan een vast dagritme.
2-4 groep:













7.00-9.00 uur
9.00 uur
9.30 uur
10.00 uur
11.30 uur
12.00 uur
14.00 uur
14.30 uur
14.30 uur
16.00 uur
16.00 uur
17.00 uur
18.30 uur
Brengen
Eetmoment aan tafel met beschuit / cracker en drinken
Verschonen / wc
Activiteit
Lunch
Verschonen / wc en activiteit of slapen
eetmoment aan tafel, fruit en drinken
verschonen / wc
activiteit
verschonen / wc
start ophalen
Tussendoortje en drinken
sluiting
Vast patroon:
De pedagogisch medewerkers dragen zorg voor een helder en geordend dagritme. Daarmee wordt duidelijk
gemaakt welke gebeurtenissen en rituelen er op een dag plaatsvinden.
Kindzorg vindt het belangrijk dat de dag een vast patroon heeft, zodat de kinderen weten waar zij aan toe zijn.
Omdat wij in een groep met kinderen werken vinden wij het belangrijk dat de duidelijkheid er is voor het kind,
zodat hij zich in de groep kan handhaven en leert dat er in groepsverband regels bestaan.
Zo wordt er op onze locatie gezorgd voor emotionele en fysieke veiligheid van de kinderen.
Toegang tot stamgroepen:
De stamgroepen zijn het domein van de kinderen waarin zij zich in alle veiligheid onbezorgd kunnen
ontwikkelen. De stamgroepen zijn alleen toegankelijk voor de pedagogische medewerkers en
(vertegenwoordigers van) de ouder(s) van de kinderen die er worden opgevangen. Uitzonderingen hierop zijn
de Directeur, de Manager van kwaliteit en veiligheid, de, de Assistent leidinggevende en de Medewerker
technische dienst. Daarnaast komt het in de praktijk voor dat er tijdens openingstijden door derden
werkzaamheden of controles uitgevoerd moeten worden op de locaties en de stamgroepen. Te denken valt
aan de GGD- inspecties, brandweercontroles, bezorging van de boodschappen of tuinmannen. Derden
betreden de locaties en stamgroepen alleen onder begeleiding van de assistent leidinggevende of diens
vervanger. Overige personen dan bovengenoemd worden niet op de groepen toegelaten. Zij worden verzocht
plaats te nemen in de entree. Tevens is er voor alle bezoeken van derden een registratielijst aanwezig
iedereen die zich op de locatie heeft bevonden moet zich op deze lijst intekenen.
Vierogenprincipe:
De groepsruimtes zijn zodanig ingericht dat er altijd veel overzicht is. Op de groep 0-2 groep is ook een
tussendeur aanwezig waardoor er veel onderling contact is door de pedagogisch medewerkers. Op deze
manier kunnen de medewerkers ook de kinderen van de andere groep horen en zien indien de tussendeur
open staat. De 2-4 groep is voorzien van veel ramen, zowel naar binnen in de speelhal als naar buiten toe.
Langs deze raampartij lopen veel pedagogisch medewerkers, omdat dit de weg naar de keuken is. Tevens is
er veel controle van ouders tijdens de breng en haal momenten en zijn er ten alle tijden minimaal 2
pedagogisch medewerkers in het pand.
Jaarlijks wordt de Oudercommissie geïnformeerd over de omgang met het vierogenprincipe. In de overleggen
van de Oudercommissie wordt dit besproken.
Ouders worden hierover geïnformeerd tijdens het intakegesprek en via een nieuwsbrief.
Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling:
Er wordt gewerkt met het protocol kindermishandeling die is opgesteld door de gemeenten Amsterdam,
Hilversum en Zaanstad in samenwerking met Bureau Jeugdzorg en Advies- en Meldpunt
Kindermishandeling. Het protocol is bedoeld voor organisaties en zelfstandige medewerkers in
gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg, politie en justitie.
Bij signalering van huiselijk geweld en / of kindermishandeling wordt het stappenplan vanuit dit protocol
gevolgd.
Het protocol ligt inzichtelijk op de locatie.
Achterwachtregeling:
Kindzorg heeft ook op de locatie ’t Ottertje een achterwacht. Deze wordt opgeroepen bij bijvoorbeeld ziek
worden van de medewerker, in geval van een calamiteit, een ongeval of een ander voorval waarbij de
medewerker het nodig acht de achterwacht in te schakelen. De achterwacht is binnen vijftien minuten
aanwezig.
Voor locatie ’t Ottertje zijn twee medewerksters die dichtbij de locatie wonen als achterwacht ingezet.
Ouders als onze samenwerkingspartners.
Overdracht.
Elke dag dat het kind wordt opgevangen wordt aan de ouder(s) / verzorger(s) overgedragen hoe de dag is
verlopen voor het kind. In deze overdracht wordt verteld wat het kind heeft gegeten, hoe het heeft geslapen,
wat het heeft gedaan en of er bijzonderheden zijn geweest.
Dagelijks wordt deze informatie schriftelijk bijgehouden op een daglijst.
Schriftjes:
Elk kind krijgt bij aanvang van de plaatsing een eigen schriftje.
Wekelijks schrijven de pedagogisch medewerkers hier een korte overdracht in over de belevenissen op het
verblijf.
10-minutengesprekken:
Na elke observatie die bij het kind wordt uitgevoerd, zal een gesprek worden aangeboden aan de ouder(s) /
verzorger(s). In dit gesprek worden de bevindingen uit de observaties, de stemming van het kind en de
ontwikkeling van het kind besproken.
De mentor kan eerder een gesprek met ouder(s) / verzorger(s) willen houden wanneer zij hier aanleiding tot
hebben als bijvoorbeeld een zorgelijke ontwikkeling of opvallend gedrag.
Tevens wordt er bij iedere overgang van een groep de ouders een overgangsgesprek aangeboden.
Ook ouder(s) / verzorger(s) kunnen altijd een extra gesprek aanvragen wanneer zij hier behoefte aan hebben.
Oudercommissie:
Aantal leden:
Frequentie van overleg:
4 ouders / verzorgers van kinderen die worden opgevangen. De ouders /
verzorgers zijn niet werkzaam voor Kindzorg.
de oudercommissie bepaalt zelf de frequentie van overleg. Gewoonlijk is dit 4
keer per jaar.
De Assistent leidinggevende is bij dit overleg aanwezig indien de
oudercommissie hierom vraagt.
Een reglement voor de Oudercommissie ligt inzichtelijk op de locatie.
Wijze van klachtafhandeling:
Voor het afhandelen van klachten die ouder(s)/ verzorger(s) kunnen hebben, wordt het protocol
klachtenprocedure gevolgd.
Dit protocol ligt inzichtelijk op de locatie.