liturgische suggesties 2015

Liturgische Suggesties
voor de
Veertigdagentijd 2015
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ...................................................................................................................... 3
Ter inleiding ........................................................................................................................... 5
Deel I
Hij zal u dopen met de heilige Geest (Mc 1, 8) ...................................................... 7
Hij zal u dopen met de heilige Geest (Mc 1, 8)
Het Marcusevangelie, verhaal op de paasweg in het B-jaar ............................................... 8
Het Raamverhaal ........................................................................................................... 8
In de Woestijn ................................................................................................................ 9
Transfiguratie ................................................................................................................. 9
Lijdensverhaal ...............................................................................................................10
Zalving te Betanië..........................................................................................................10
Een jongeling laat zijn witte kleed in de steek ................................................................11
Paasverkondiging ..........................................................................................................11
Besluit ...........................................................................................................................12
Deel II
Overwegingen van zondag tot zondag ................................................................13
Eerste zondag ...............................................................................................................14
Tweede zondag .............................................................................................................15
Derde zondag ................................................................................................................16
Vierde zondag ...............................................................................................................17
Vijfde zondag ................................................................................................................18
Deel III
Liturgische gebedsvieringen op de weekdagen ..................................................19
Ervoor kiezen om op een dag in de week samen te komen in gebed.
Een uitdaging… ook voor uw federatie?!...........................................................................20
Gebedsviering in de eerste week ..................................................................................21
Gebedsviering in de tweede week .................................................................................26
Gebedsviering in de derde week ...................................................................................32
Gebedsviering in de vierde week ...................................................................................37
Gebedsviering in de vijfde week ....................................................................................42
Gebedsviering in de vijfde week - feest van Maria Boodschap ......................................49
Deel IV
Deel in mijn vreugde! - Viering voor het sacrament van de verzoening ............55
4
Ter inleiding
Veertig dagen zijn ons gegeven om onszelf en onze christelijke gemeenschappen weer voor
te bereiden op het paasfeest. De liturgie in het B-Jaar nodigt ons bij uitstek uit de Heer te
ontmoeten in de paradox van zijn Paasmysterie: de afgebroken en heropgebouwde tempel
van zijn Lichaam, de Mensenzoon omhoog geheven aan het kruis, de graankorrel die sterft
en vrucht draagt. Onze voorbereidingsweg voert ons naar de hernieuwing van de
doopbeloften en de viering van Pasen. Zo kunnen we ons, met de oproep van paus
Franciscus mee, opnieuw bewust worden van onze zending als “missionaire leerlingen.”
***
Vooreerst vind je twee inhoudelijke bijdragen bij de geloofsweg naar Pasen die het
liturgische B-jaar ons aanreikt. In “Hij zal u dopen met de heilige Geest” ontdekken we het
Marcusevangelie als christelijk Paasverhaal, nauw aanleunend bij de christelijke initiatie van
de doopleerlingen. Zo leren we als gedoopte christenen ons leven weer verstaan in
navolging van de verrezen Gekruisigde. Het is een tekst voor persoonlijke meditatie, maar hij
kan ook worden gebruikt als inleiding voor geloofsgesprek.
De tweede bijdrage, “Overwegingen van zondag tot zondag in de veertigdagentijd”, legt
een band tussen de Schriftlezingen, het jaarthema - Naar buiten … met de vreugde van het
evangelie - en het persoonlijke leven. Moge het inspiratie zijn voor Bijbelgesprek, voor de
homilie of voor verkondiging.
Verderop in deze bundel vind je een aanbod van een ‘gebruiksklaar’ en door plaatselijke
gebedsleiders gemakkelijk op te nemen geheel van vijf “Liturgische gebedsvieringen op
weekdagen” in de veertigdagentijd. Bespreek in uw federatie de mogelijkheid om deze
momenten van gebed in federatieverband te laten doorgaan. Overleg eveneens waar elke
viering het beste zal plaats vinden en betrek hierbij de in de federatie beschikbare
gebedsleiders.
Met “Deel in mijn vreugde!”, bieden we een uitgewerkte viering van het sacrament van de
verzoening aan. Het is een kans om in federatieverband christenen in het kader van
bezinning en inkeer ook te helpen de stap zetten naar het sacrament van de verzoening. In
zijn brief “De vreugde van het evangelie” spoort paus Franciscus elke christen aan om zijn
persoonlijke ontmoeting met Jezus Christus te hernieuwen, want niemand is uitgesloten van
de vreugde die de Heer brengt. Wanneer iemand een kleine stap in de richting van Jezus
zet, ontdekt hij dat Jezus al op hem wachtte, met open armen.
***
5
Voor de viering van Aswoensdag en de zondagen in de veertigdagentijd tot en met
Pasen veronderstellen we dat altaarmissaal, lectionarium en aanvullend materiaal, zoals dit
van I.C.L.Z. “Liturgische suggesties voor de zondagen” binnen handbereik zijn. Vorige
uitgaven van de Diocesane Commissie (B-jaren 2012, 2009, 2006…) kunnen ok inspireren.
We verwijzen graag naar de brochure Liturgie en spiritualiteit 2015, een uitgave van
Broederlijk Delen. – Broederlijk Delen voert dit jaar campagne voor de boeren in Peru, meer
bepaald in Ccoyani, waar de waterbevoorrading, zo noodzakelijk voor de landbouw, bedreigd
wordt door grootschalige mijnbouw. – We gaan staan in de oproep tot geloof en solidariteit
die klinkt vanuit het liturgische thema: Rotsvast vertrouwen. In de brochure lezen we:
“Tijdens de vasten van 2015 willen we de verbondenheid met God en het rotsvast
vertrouwen van God in ons centraal stellen. In de zondagslezingen horen we dat het
Verbond tussen God en de mensen onder druk komt te staan. We kunnen deze gedachte
doortrekken naar onze dagelijkse realiteit. Spontaan bekijken we crisissen in het leven
negatief. Toch kan een ogenschijnlijk doodlopende weg het begin zijn van een nieuwe start.
De opstandingsverhalen in de Bijbel maken ons dat duidelijk. Crisissituaties – van binnenuit
én van buitenaf – kunnen mensen van koers doen veranderen en roepen hen op tot actie.
Nieuwe perspectieven dienen zich aan. Doorheen de pijn, de strijd en het verzet kunnen zij
dan even God ervaren als een zachte, verfrissende en bevrijdende bries. Hierdoor krijgen ze
opnieuw energie om te doen wat gedaan moet worden. God wordt dan Diegene ‘die met
mensen meegaat’ en wiens Naam is: ‘Ik zal er zijn’...”
***
Op vraag van velen gaan we ook dit jaar digitaal. Het materiaal is terug te vinden op
www.bisdomhasselt.be/vuurplekken. De suggesties voor de zondagen vanuit Broederlijk
Delen en nog veel meer kan je na registratie op www.winkel.broederlijkdelen.be downloaden.
***
Gaarne dank je wel aan allen die op een of andere wijze hebben bijgedragen tot deze
publicatie. Veel leesgenot. En deugddoende liturgische ervaringen gewenst op de weg van
het paasgeloof!
De Diocesane Commissie voor Liturgie
Karel D’Huys, vicaris-generaal voor de parochies
6
Deel I
Hij zal u dopen met de heilige Geest
(Mc 1, 8)
7
Hij zal u dopen met de heilige Geest (Mc 1, 8)
Het Marcusevangelie, verhaal op de paasweg in het B-jaar
Het Marcusevangelie lijkt bedoeld om in één ruk te lezen of te beluisteren. Het Joodse ritueel
van het paasmaal voorziet een uitvoerig verhaal van de uittocht. Zo kan je het
Marcusevangelie benaderen als een christelijke Paasvertelling over Jezus’ leven, dood en
verrijzenis. Het is de hypothese die broeder Benoît Standaert, O.S.B. in de jaren ’80 naar
voren bracht. De situatie waarin het Marcusevangelie klinkt, wordt zo wel heel concreet: een
christelijke gemeenschap – misschien wel te Rome – bijeengekomen in de grote wake voor
het paasfeest. Zulke tekst wil niet alleen vertellen over Jezus en diens leven, maar bouwt
voort op mondeling doorgegeven tradities en op voorafgaande catechese.
De bedoelde lezers/toehoorders zijn de catechumenen die gedoopt zullen worden aan het
einde van de paaswake, samen met de verzamelde christelijke gemeenschap. De
ontmoeting zelf van de leerlingen met de Verrezen Heer wordt niet verteld; deze ontmoeting
gebeurt immers in de initiatie door doopsel en eucharistie, die in diezelfde wake tegen de
ochtend wordt gevierd.
De hints die B. Standaert ter ondersteuning in zijn hypothese in de
tekst aanwijst, komen grotendeels uit de fragmenten die we lezen in
de veertigdagentijd. We willen er enkele voorstellen. Ze nodigen je uit
om jezelf, op jouw weg naar Pasen en bekering, voor te bereiden op
de hernieuwing van je doopbeloften. Je leest best verder met de
Bijbel open!
HET RAAMVERHAAL
Van het Marcusevangelie in zijn geheel gaat een initiërende kracht uit. Het is één tocht,
Jezus achterna. Laten we samen in grote stappen door de tekst wandelen. Je wordt als lezer
uitgenodigd met de leerlingen – de twaalf, de bredere kring van leerlingen, de vrouwen –
Jezus achterna te gaan en vanuit de meeleefervaring met Hem gezonden te worden in
dienst van het Rijk Gods en zijn verkondiging (Mc 1, 16-20; 3, 13-19; 6, 6b-12). Je laat je
confronteren met groeiende tegenstand en onbegrip… tot op het punt van de fundamentele
vraag: “En jij, wie zeg jij dat Ik ben?” (Mc 8, 29). Je wordt meegesleurd op tocht, onderweg
naar Jeruzalem, waar je leert wat navolging en échte dienstbaarheid zijn, in het spoor van de
Meester “die gekomen is niet om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te
geven als losprijs voor velen (Mc 10, 45)” (zie Mc 8, 26 - 10, 52).
In Jeruzalem aangekomen (Mc 11, 1 - 15, 47), worden de conflicten ten top gedreven; van
twistgesprekken tot lijdensverhaal. Op het kruis wordt de ware identiteit van Jezus Messias,
de Zoon van God, voor allen duidelijk en werkelijkheid. Het verhaal eindigt bij het lege graf
en het getuigenis van de jongeling, de boodschapper. Het breekt abrupt af: “Ze zegden er
niemand iets van, want ze waren bang…” (Mc 16, 1-8).
Dit abrupte einde is tevens een nieuw begin. “Ga naar Galilea, daar
zal je Hem zien.” (Mc 16, 7-8) De initiërende kracht van het verhaal
gaat verder, ook buiten het verhaal. Het einde verwijst naar een
nieuw begin, en dit is tevens een hernieuwde lezing van heel het
verhaal. Initiatie richt zich nu naar de beleving naar buiten… met de
vreugdeboodschap van het evangelie. Dan zul je Hem zien!
8
IN DE WOESTIJN
De eerste zondag van de veertigdagentijd (jaar B) worden de verzen Mc 1, 12-15 gelezen,
een gedeelte uit de proloog van het Marcusevangelie, “In de woestijn” (Mc 1, 1-15). Op
minder dan drie minuten luisteren krijg je, als in een soort inleiding, alles te horen wat nodig
is om het hele boek te verstaan: wie Jezus is, hoe Hij zich verhoudt tot God, tot de Schrift en
de traditie, tot Johannes en het volk.
Een sleutel voor de proloog is de werking van de heilige Geest. De profetische Geest spreekt
in het Schriftcitaat, zogenaamd uit Jesaja maar eigenlijk uit Exodus, Maleachi en Jesaja (Mc
1, 2-3). Johannes weet vanuit zijn doopsel tot bekering te spreken over méér: “Hij zal u
dopen met heilige Geest” (Mc 1, 8).
Als een duif daalt de Geest neer over Jezus – nu gedoopt in de Jordaan. Een stem
openbaart zijn diepste wezen als “veelgeliefde Zoon”. Diezelfde Geest drijft Jezus de
woestijn in. Veertig dagen – een lange tijd van beproeving en voorbereiding – worden
samengevat in dit ene vers (Mc 1, 12-13).
Voor iedere lezer die Jezus echt achterna wil gaan, geldt: op de proef
gesteld worden, maar ook: uit de worsteling komen en méér weten.
Jezus heeft de overwinning behaald. Degene die zal dopen met
heilige Geest is ook degene die zegt: bekeer u en geloof in de Blijde
Boodschap (Mc 1, 14-15). Iedere doopleerling, iedere christen die zijn
doopbeloften hernieuwt, moet passeren langs deze oproep tot
bekering!
TRANSFIGURATIE
Bij de tweede zondag in de veertigdagentijd voert de liturgie ons naar het scharnierstuk of de
kern van de compositie van het Marcusevangelie: Mc 8, 26 - 9, 13. Jezus’ woorden over
kruis, verloochening en navolging (Mc 8, 34 - 9, 1) zijn de praktische consequentie voor ieder
die ervoor gekozen heeft Hem achterna te gaan en stap voor stap ingewijd te worden in de
ware identiteit van Jezus, de Christus. Christen worden en je kruis opnemen horen nu
eenmaal samen.
In het geheel van het evangelie wordt de ware identiteit van Jezus nochtans pas door een
mens beleden ná het voltrekken van de kruisdood: “Waarlijk, deze mens was de Zoon van
God” (Mc 15, 39). De onontkoombare dood is blijkbaar de poort voor het volle begrip voorbij
lijden en kruis… maar dat vraagt tijd!
Toch blikt het evangelie van deze zondag, het verhaal van de gedaanteverandering
(Mc 9, 2-9), op dit voltooide perspectief van de Paasboodschap vooruit. Bovenop de berg –
Tabor, zegt de traditie – worden Petrus, Jacobus en Johannes deelgenoot van de intimiteit
van Jezus’ eigen gebed: Elia en Mozes met daartussen Jezus in stralend gewaad van
gedaante veranderd! Het is geen verrijzenisontmoeting maar wel een vooruitzicht op de
komende heerlijkheid.
De drie bevoorrechte leerlingen mogen delen in dit intieme moment: Gods Woord aan Jezus,
“de Veelgeliefde”, is nu tot hen gericht. “Luister naar Hem”, zo krijgen ze mee!
In voorbereiding op de ritus van sterven en verrijzen met de Heer in
de onderdompeling, wordt de dopeling deelgenoot van het intieme
gebed van Jezus en mag hij proeven van de verwachte Heerlijkheid.
En toch moeten de leerlingen naar beneden, de berg af, het gewone
leven in. Ze moeten de Heer volgen op de weg die Hij is ingeslagen,
naar Jeruzalem (Mc 8, 26 – 10, 52). Daar leren ze beseffen wat ware
dienst en broederlijkheid zijn. Zo is het ook voor de doopleerling en
9
voor ieder die de band met zijn doopsel aanhaalt, op weg naar
Pasen.
LIJDENSVERHAAL
In de drie volgende zondagen van de veertigdagentijd wordt het spoor van het
Marcusevangelie verlaten. Johannes krijgt het woord. Maar op Palmzondag is Marcus’
wegwijzer naar Pasen terug: het lijdensverhaal. (Mc 14,1 - 15,47)
Het parallellisme tussen de opbouw van Goede Week naar Pasen en de opbouw van
lijdensverhaal naar Paasverhaal is evident. De doopcatechese van de paaswake bereikt hier
een hoogtepunt.
Er is de strategie van de hogepriesters, er is het verraad van Judas. De groep leerlingen en
Jezus zelf vechten met het mysterie van Getsemane. Het mondt uit in Jezus’ eigen woord
“Niet mijn wil maar Uw wil geschiede” (Mc 14,36) maar evengoed in het verhaal van de
leerlingen: “Allen namen de vlucht” (Mc 14, 50).
Monnik Benoit Standaert schrijft: “Het licht valt niet enkel op Jezus en zijn tragische einde
maar evenzeer op de relaties – positief en negatief – bij leerlingen, overheden en volk, ten
opzichte van de vereenzaamde enkeling die vrij zijn messiaanse dood tegemoet gaat.” (p.
156)
De doopleerlingen wordt stellingname gevraagd, in confrontatie met
Jezus’ lijden en sterven. Je kunt je als lezer niet anders dan laten
uitdagen hetzelfde te doen in het licht van jouw weg naar Pasen, in
het licht van jouw uitdrukkelijke belijdenis van het geloof.
ZALVING TE BETANIË
Het lijdensverhaal start – naast de plannen van tegenstand (Mc 14, 1-2) en het verraad van
Judas (Mc 14, 10-11) – met een huistafereel (Mc 14, 3-9). Bij Simon de melaatse vindt een
maaltijd plaats. Jezus is aanwezig. Een vrouw balsemt de voeten van Jezus. Er volgt
discussie over verkwisting ten aanzien van de zovele armen. Jezus duidt het gebeuren: zij
heeft dat gedaan met het oog op zijn begrafenis. Zij doorziet en toont het geheim van Jezus,
de Verrezene. Daarom zegt Jezus dat telkens wanneer dit verhaal verteld wordt, de Blijde
Boodschap klinkt. De omstaanders in het huis van Simon zien/horen wat er gebeurt en wat
er gezegd wordt, net zoals iedere lezer/luisteraar doorheen de geschiedenis.
De toehoorder moet “dit verhaal” als evangelie lezen en vooral
handelen naar het model van de vrouw met haar albasten vaasje met
balsem: doorheen het gebeuren het Mysterie zien van Jezus de
Verrezen Heer. Iedere gemeenschap waar het verhaal klinkt, wordt
zo een huiskerk. Je doopbeloften hernieuwen vanuit zulke lezing van
het lijdensverhaal is: kruis, lijden en dood van de Heer omarmen en
meegaan op zijn weg… begrijpen omdat je méér ziet.
10
EEN JONGELING GERED DOOR ZIJN WITTE KLEED
Vrouwen zijn meegegaan in het lijdensverhaal, ten einde toe. Zij zijn nog altijd erbij, helemaal
tot onder het kruis – de honderdman had nog gezegd: “Waarlijk, deze man was een Zoon
van God” (Mc 15, 39). (Zie Mc 15, 40-41)
Heel anders dan deze vrouwen vergaat het de leerlingen tijdens de dramatische afloop van
de arrestatie. Allen namen de vlucht (Mc 14, 50). Behalve één!
“Een jongeman probeerde Hem achterna te gaan, gekleed met een laken-lijnwaad op het
naakte lichaam, en ze grepen hem vast. Maar hij liet het laken-lijnwaad los en naakt vluchtte
hij weg” (Mc 14, 51-52).
Het woord “jongeman” zou wel eens een technische term voor “doop-kandidaat” kunnen zijn.
Het gebeuren met het lijnwaad en het naakte lichaam verwijst misschien naar de doopritus
ter afsluiting van de catechese. De naakte onderdompeling is immers het sterven met
Christus, terwijl het opstijgen uit het water geduid wordt als opstaan uit het graf om met
Christus te verrijzen.
Wat een contrast tussen het verlangen en verwachten van de
doopleerlingen en de pijnlijke vlucht van “allen” te midden Jezus’
lijdensverhaal! Maar wat een uitdaging tegelijkertijd voor de
gedoopte, om niet in de beproeving ten onder te gaan. “Kun je dan
geen uur met Mij waken?” had Jezus aan zijn leerlingen gevraagd.
Het zijn woorden ter bezinning voor ieder die waakt, zijn doopbeloften
hernieuwt en Pasen viert!
PAASVERKONDIGING
Als Evangelielezing van de paaswake klinkt de zogenaamde “epiloog”, het slot van het
Marcusevangelie (Mc 16, 1-8). Het is het verhaal van het lege graf. Opnieuw zijn de vrouwen
aan zet, vol verlangen om het dode lichaam van Jezus te balsemen… vroeg in de morgen.
Maar ze zien de steen weggerold, het graf leeg en aan de rechterzijde een “jongeling”
neerzitten; hij draagt een wit gewaad! De gelijkenis met de ontsnapte en geredde jongeling
van (Mc 15, 41-42) is frappant. De ene staat voor een engel, boodschapper; de andere
misschien voor de doopleerling. Maar deze mag zich spiegelen aan de eerste en beseffen:
ook ik word getuige van de Verrezene, bij het lege graf! “Gij zoekt Jezus, de Nazoreeër die
gekruisigd is. Hij is verrezen, Hij is niet hier.” (Mc 16, 6) De vrouwen krijgen de opdracht op
hun beurt boodschappers te worden… van wat niet wordt verteld. “Ga aan de leerlingen en
aan Petrus zeggen: “Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult gij Hem zien, zoals Hij u gezegd
heeft.” (Mc 16, 7)
De ontmoeting met de Verrezene wordt niet – zoals in andere
evangelies – verteld. Ze gebeurt in de initiatieritus van doopsel en
eucharistie; diep in de paasnacht, wellicht al vroeg in de morgen
(cf. Mc 16, 1).
De ontmoeting met de verrezen Heer gebeurt bij iedere lezer die de
pijltjes van de tekst volgt… en terugkeert naar Galilea, d.w.z. naar het
begin van het evangelieverhaal. De proloog zou er dan zo uitzien
(gewijzigd): “Toen Jezus was overgeleverd, gingen de leerlingen naar
Galilea en verkondigden er Gods Blijde Boodschap” (Mc 1, 14). In die
verkondiging – en nu buiten het verhaal! – gebeurt de ontmoeting met
de verrezen Heer. Want daar zullen ze Hem zien! (Mc 16, 7)
Je wordt als lezer/doopleerling gevraagd jouw verhaal, jouw
“evangelie” te schrijven en te vertellen.
11
BESLUIT
De doop met de heilige Geest door Johannes aangekondigd (Mc 1, 8), heeft verstrekkende
gevolgen. Iedere christen en iedere Kerkgemeenschap is geroepen zich weer te herkennen
als navolgers, boodschappers en uitvoerders van de Blijde Boodschap. Naar buiten… met
de vreugde van het Evangelie krijgt als oproep vlees en bloed. Tot op dit punt lokt de
initiatiekracht van het Marcusevangelie als Paasvertelling de lezer, de doopleerling en
onszelf mee. Ga maar naar buiten… dáár zal je de Heer ontmoeten. B. Standaert schrijft het
zo:
“Marcus’ epiloog is vervuld van het blije licht van de verrijzenis, dat
intenser is dan onze innigste verlangens en vlugger dan onze
zoekende nieuwsgierigheid. Dit licht komt onze meest levendige hoop
aanraken en vuurt onze actieve verwachting aan naar een
ontmoeting met de Verrezen Gekruisigde (a.w., p. 191).
Laten wij ons met het oog op deze ontmoeting voorbereiden, onze initiatie hernieuwen en
leven vanuit de Blijde Boodschap van Pasen. “Naar buiten… met de vreugde van het
Evangelie!”
Karel D’Huys
Tekst geput uit: B. STANDAERT, O.S.B., Marcus: geweld en genade. De actualiteit van het
Marcusevangelie (Woord en Beleving 6; Lannoo Antwerpen 1985).
12
Deel II
Overwegingen
van zondag tot zondag
13
EERSTE ZONDAG – “IN DE VLOEDGOLF - STAANDE BLIJVEN”
Gen 9, 8-15 Het verbond met Noach
Ps 25, 4bc-5ab, 6-7bc, 8-9
1 Petr 3, 18-22 De ark te midden van het water
Mc 1, 12-15 Jezus in de woestijn
Van oudsher is de veertigdagentijd voor ons een tijd van
inkeer, bekering. We willen het als het ware in deze
voorbereidingstijd op Pasen over een andere boeg gooien.
Het is de tijd van de lenteschoonmaak, vooral dan die van het
hart. En terecht. Vanuit het prille begin van onze tocht,
Aswoensdag, is duidelijk geworden dat we maar mensen
zijn. Vol goede wil en vele mogelijkheden maar tegelijk ook
beperkt en fragiel. Ja, het is nodig om onze ontmoeting met
de verrezen Heer op Pasen goed voor te bereiden!
Wie in deze bijzondere tijd op weg gaat, ontdekt niet enkel
zijn eigen onvermogen om mens te zijn in de volheid maar
verbaast zich telkens hoe God zich op een nieuwe wijze aan
ons toont. Hij treedt naar buiten. Niet alleen maar met een
boodschap van hoop en leven maar Hij komt zélf naar buiten.
De eerste lezing uit het boek Genesis is hiervan een pracht
voorbeeld. Nooit nog zal de mens verdelgd worden. God zelf staat hiervoor garant en om zijn
woord gestand te doen, plaatst Hij de boog aan de hemel. ‘Ik zal denken aan het verbond
tussen mij en u en alle levende wezens’. Daar waar het water een beeld was van vernietiging
en ondergang wordt het nu beeld van leven. Een beeld dat verder nog zal worden aangevuld
door het doopsel van Jezus die ‘alle wateren heiligt’. Ons doopsel en de vernieuwing ervan
tijdens de paaswake zijn een aanraking door Hem zelf. Ons hart is de plek waar de boog van
het verbond geplaatst is voor altijd.
Niet alleen in de eerste lezing toont God zich aan ons. In de strijd die Jezus aangaat met het
kwade en de bekoringen in de woestijn ligt een duidelijk beeld van God. Hij strijdt met ons
mee in alles wat ons verwijdert van Hem en van elkaar. Hij is geen God van de hoogte maar
een God die meegaat in het leven van de mens. Ook al kost oprechte bekering ons moeite
en strijd, het is meer dan dat. Jezus laat ons namelijk zien dat het wél mogelijk is om nieuwe
mensen te worden; om ons echt voor te bereiden op de ontmoeting met Hem.
Deze zondag nodigt ons uit om naar buiten te treden met de vreugde van het evangelie vanuit
deze invulling: een leerling van Jezus verzet
zich tegen het kwade in de wereld; hij komt op
voor de mens in nood; hij spreekt woorden van
hoop en bevrijding. Wie zo naar buiten treedt,
spreekt en handelt vanuit die vreugde.
Laten we ons bevragen in welke mate we in
deze veertigdagentijd niet enkel bezig zijn met
de eigen bekering, hoe belangrijk ook. Moge
het vooral een tijd zijn waarin we getuigen zijn
van de vreugde van Jezus in onze
gemeenschappelijke strijd tegen alle vormen
van kwaad, alle bekoringen die de mens
verzwakken, of die hem leeg maken.
14
TWEEDE ZONDAG – “ROTSVAST - VERTROUWEN”
Gen 22, 1-2.9a.10-13.15-18 Het offer van Abraham
Ps 116B (115)
Rom 8, 31b-34 God heeft zijn Zoon niet gespaard
Mc 9, 2-10 Dit is mijn Zoon, de Welbeminde
Wie in onze tijd de zending wil vervullen om naar ‘buiten te treden’ die doet er goed aan om
eerst de binnenkant uit te zuiveren. Zuiveren in bijbelse zin betekent niet enkel bekering van
minder fraaie elementen uit ons leven. Zuivering krijgt op deze tweede zondag in de
veertigdagentijd de betekenis van geloofsbeproeving. De eerste lezing spreekt ons hiervan:
Abraham wordt door God op de proef gesteld. En dit nog wel met als inzet zijn enige zoon
Isaak.
God kan vanuit deze lezing al snel gezien worden als een wraakzuchtige God die dingen van
de mens eist die onmenselijk zijn. Maar het laatste wat we over Hem zouden kunnen
zeggen, is dat Hij onmenselijk is. Integendeel, het geluk en de vreugde van de mens zijn juist
zijn grootste verlangen. God wil helemaal niet de dood van de jongen maar God wil Abraham
in zijn geloofstrouw toetsen. Is het niet dat de mens vaak zijn kwaliteiten en beperkingen
leert kennen in de beproeving? In die zin staat niet de mogelijke dood van de jongen centraal
in het verhaal, maar wel de geloofstrouw van Abraham. Het onverwoestbare geloof dat God
altijd trouw blijft aan de mens. De overtuiging dat God doorheen de beproeving aanwezig is
en blijft.
Zo bekeken is de geloofsbeproeving, die wij allemaal kennen en meemaken, geen uitsluitend
negatief gegeven. Het kan ons helpen om onszelf beter te leren kennen. Het helpt ons te
ontdekken of de liefde voor God in het eerste uur van ons leven er ook is in het laatste,
donkere uur van het leven. Het leert ons dat gelovig zijn niet enkel iets is van zoete en mooie
woorden maar ook van ruggengraat, van evangelische sterkte.
Hoe kan dit ons helpen om met de vreugde van het evangelie naar buiten te treden? Wellicht
omdat we juist doorheen onze trouw aan God doorheen de beproeving, een teken van hoop
zijn voor anderen. Niets is zo erg als de christen die altijd en overal een antwoord klaar heeft.
Veel betekenisvoller is het wanneer de christen langs de ander staat in stilte en troost, gerijpt
doorheen het eigen leven met zijn wel en wee.
Dit brengt ons bij het ‘stralingsgehalte’ van deze zondag. Jezus straalt omdat God zelf Hem
aangeraakt heeft. Geen oproep om de beproeving te ontvluchten maar om ze te volbrengen tot
heil van allen. De vreugde van het evangelie beleven, ook in het leven zoals het vaak is.
15
DERDE ZONDAG – “TIEN WOORDEN - OM ONS TE RICHTEN”
Ex 20, 1-17 De wet, door Mozes gegeven
Ps 19B (18B)
1 Kor 1, 22-25 Wij verkondigen een gekruisigde Jezus
Joh 2, 13-25 In drie dagen zal Ik de tempel doen herrijzen
Het leven van een christen zou gekleurd moeten zijn door een grote vreugde. Een vreugde
die zich toont aan de anderen van onze Kerk, aan onze wereld waar we deel van uitmaken.
Naar buiten met onze vreugde! Voor vele mensen staat vreugde gelijk aan vrijheid. Mijn
eigen leven uitbouwen, zelf kunnen aangeven wat ik belangrijk vind, mijn eigen waarden en
normen hanteren. Structuren, regels en geboden lijken ons dan eerder iets van vroeger te
zijn. We zijn toch bevrijd…zo klinkt het vaak.
Dat laatste is zeker waar. Deze veertigdagentijd herinnert ons juist aan onze grootste
bevrijding, deze van zonde en dood, door Jezus’ zelfgave. Maar kan een christen zo maar
leven, ‘los’ in de wereld? De eerste lezing van deze derde zondag in de veertigdagentijd is
confronterend. Een eerste reeks van geboden spreekt ons over onze relatie tot God:
vertrouwen en eerbied. Een tweede reeks spreekt ons over onze onderlinge, menselijke
relaties. Ze nodigen ons uit om onze liefde voor God en voor elkaar concreet en tastbaar te
maken in goede afspraken. Ze willen normerend zijn voor ons leven zonder uit het oog te
verliezen dat we hierin vaak falen. Zou het niet zo kunnen zijn dat voor een christen juist
deze afspraken een reden tot blijheid zijn, eerder dan een reden tot afwijzing? De grondtoon
van deze Exoduspassage is dat voor een gelovige er de openheid moet zijn dat God iets
mag zeggen over mijn leven, dat van anderen en onze wederzijdse verhoudingen.
Ons onvermogen om op een goede manier met God en met elkaar om te gaan, doet ons
wellicht verstaan hoezeer ook onze eigen tempel gezuiverd moet worden. Net zoals Jezus
vandaag de tempel van de Vader opnieuw wil zuiveren om de echte plaats en functie te
verstaan in de religieuze beleving, zo moeten ook wij geregeld bevrijd worden van
bijkomstigheden om terug te keren naar de essentie. Een rovershol ontstaat trouwens niet in
één keer maar groeit langzaam aan. De vuiligheid wordt beetje bij beetje groter waarbij we
het soms niet eens merken. De grootste rommel ontstaat waar we de eerlijkheid verliezen
tegenover onszelf, de ander en God.
Naar buiten treden met de vreugde van het evangelie betekent dus ook dat we onze broeders
en zusters soms een spiegel moeten voorhouden. Niet uit betweterigheid, niet om beter over te
komen maar uit oprechte liefde. Ook dat is veertigdagentijd. Samen de weg gaan van
bekering. Openstaan voor wat de ander mij meegeeft. Vooral de bereidheid om God binnen te
laten treden en te laten corrigeren. Dit
vraagt niet alleen geloof maar gewoon ook
moed, veel moed.
16
VIERDE ZONDAG – “IN HET VOLLE LICHT - HANDELEN”
2 Kron 36, 14-16.19-23 Ballingschap en bevrijding van het volk
Ps 137(136)
Ef 2, 4-10 Dood door onze zonden, danken wij aan zijn genade onze redding
Joh 3, 14-21 De Mensenzoon, omhoog geheven
Met deze vierde zondag in de veertigdagentijd kent de aankondiging van Jezus’ lijden,
sterven en verrijzen een hoogtepunt. ‘ De Mensenzoon
is niet gekomen om te oordelen maar om te redden’.
Als teken hiervan zal Hij worden omhoog geheven als
eens de slang in de woestijn. Deze zondag nodigt ons
uit om niet enkel verdiept naar dit teken te kijken maar
het ons ook werkelijk voor te stellen. Gods eigen Zoon
wordt voor het zicht van heel de wereld aan het kruis
genageld. Een man, trouw aan de zending van zijn
Vader, gebroken voor ons. Wie dit tafereel voor ogen
haalt die kan niet anders dan te verstillen. Hoe groot is
de liefde van God voor de mens!
Deze gave van God voor de mens, welke Jezus
realiseert in zijn levensoffer, bepaalt wezenlijk onze
houding naar buiten toe. Als het zo is dat Jezus niet
gekomen is om te oordelen maar om te redden, dan is
dit onze wezenlijke taak om zo ook in de wereld
aanwezig te zijn. Het gebeurt al te vaak dat wij als
christenen met de nodige vermaningen – soms onbewust – spreken zonder ons te realiseren
welke de draagkracht is van onze woorden. De veertigdagentijd is dan ook een sterke
uitnodiging om met de vreugde van het evangelie in het eigen hart naar buiten te kunnen
treden. Hoe mooi is het niet om mensen te kunnen bevrijden van datgene wat hen vasthoudt
of onderdrukt? De ongelooflijke ellende die mensen meemaken, vaak verborgen, zou ons ten
diepste moeten raken. Mensen kunnen losmaken uit de ballingschap van fouten en
onvermogen tot verandering, is wellicht één van de grootste redenen tot vreugde. God zelf
geeft ons in de eerste lezing hiertoe de aanzet. Zoals het Joodse volk mag terugkeren, zo is
ieder mens geroepen om terug te mogen keren naar zijn bedoelde waardigheid.
De taak om bevrijdend en levengevend aanwezig te zijn in de wereld, heeft wel een stevig
persoonlijk fundament nodig: we moeten staan in het licht van de waarheid. Het is de
heilzame tijd om te zwijgen en om God aan het woord te laten. Wat heeft Hij over mijn leven
te zeggen? Waarvan kan Hij mij bevrijden? Dat lijkt gemakkelijker dan het wellicht is. In het
licht van de waarheid gaan staan, vergt ook hier moed en vertrouwen. Vooral het geloof dat
ook in mijn leven God niet gekomen is om te oordelen maar om te redden. We willen ons dus
laten raken door Gods woord op deze zondag. De vreugde van de bevrijding zelf ervaren en
zo met deze vreugde naar buiten treden om anderen mee te bevrijden tot wie de mens echt is:
beeld en gelijkenis van God.
17
VIJFDE ZONDAG - “VAN HARTE - VRUCHTBAAR ZIJN”
Jer 31, 31-34 Ik zal een nieuw verbond sluiten
Ps 51 (50)
Hebr 5, 7-9 Christus heeft gehoorzaamheid geleerd
Joh 12, 20-33 Als de graankorrel in de aarde sterft
In onze menselijke ervaring kennen we verschillende vormen van vreugde. Er is de vreugde
die samengaat met emotie, er is de gedeelde vreugde, er is de innerlijke vreugde; een
gevoel van innerlijke harmonie. Maar in het hart van de mens is er nog een mogelijkheid
gelegd die vreugde kan geven: die van het gegeven leven. Ze is niet vanzelfsprekend en
past niet in de moderne opvatting over het leven
van de mens. Onze wereld richt zich helaas vaak
enkel maar op de ontplooiing van het zelf.
Het beeld van de graankorrel op deze vijfde
zondag in de veertigdagentijd geeft stof tot
nadenken. Wie wil leven moet bereid zijn om te
sterven. Het is de weg gaan van de graankorrel
die, ontdaan van de buitenkant, vruchten
voortbrengt. Datgene wat we trouwens kennen uit
de natuur, krijgt in deze evangeliepassage een heel
andere betekenis. Het gaat namelijk om Jezus zelf.
Zijn leven zal eindigen in totale gegevenheid: trouw
aan de Vader, trouw aan de mens. Maar deze
zelfgave verloopt via alle menselijke pijnen van
lijden, verachting, verlatenheid.
De tijd die ons voorbereidt op Pasen is meer dan
enkel maar een uitkijken naar nieuw leven. Het is ons ook realiseren dat wij als leerlingen
van de Heer geroepen zijn om dezelfde weg te gaan. En toch mogen wie hier niet te snel
spreken. Zichzelf verliezen omwille van de anderen is niet zo vanzelfsprekend. Van nature
uit laten we ons als mens niet zomaar ‘doen’. Wie aan deze weg van de zelfgave begint als
een soort van overwinningstocht, heeft er wellicht weinig van begrepen. Het is enkel die
mens die in alle nederigheid aan God om kracht vraagt om deze weg te kunnen gaan. Ja, hij
geeft vreugde; de vreugde van het evangelie….maar het realiseert zich niet zonder slag of
stoot.
Het is de taak van een christen om de wereld te wekken uit de slaap van het zelfbehoud
maar het is gelijktijdig een delicaat iets. Wie kan er in alle vrijmoedigheid spreken over de
geschonken vreugde doorheen de zelfgave, en dit zonder al te grote pretentie? Misschien
kan een christen beter met zijn leven getuigenis af leggen dan door te spreken.
Deze veertigdagentijd wil ons een weg van vreugde aanbieden via de bekering. Of beter
gezegd: via een hart dat zich openstelt voor de Heer. De eerste lezing die trouwens erg
parallel is qua gedachtegang met de profeet Ezechiël in de paaswake spreekt ons hierover.
Een nieuwe wet wordt in ons binnenste gelegd. De wet die ons bevrijden zal van
liefdeloosheid tot liefde en getrouwheid. Laten we als christenen getuigen van de weg die tot
de vreugde van de zelfgave kan leiden. Dat is ongetwijfeld een bijzonder vorm van het naar
buiten treden met het evangelie vanuit een grote innerlijkheid.
Ali Cornelissis, priester
18
Deel III
Liturgische gebedsvieringen
op de weekdagen
19
Ervoor kiezen om op een dag in de week samen te komen in gebed.
Een uitdaging… ook voor uw federatie?!
Naast onze persoonlijke intentie tot vasten en onze solidariteit met de armen – dit jaar met
de boeren in Ccoyani, in het hooggebergte van Peru – is voor christenen het maken van tijd
voor gebed een derde belangrijke pijler in de beleving van de veertigdagentijd.
Daarom reiken wij ook dit jaar aan federaties in ons bisdom het aanbod aan van vijf
gebruiksklare gebedsvieringen, één voor elke week in de veertigdagentijd.
Zo een wekelijks moment van gezamenlijk gebed kan een weg zijn tot diepere beleving van
de voorbereiding op Pasen.
Als vertrekpunt voor elke gebedsviering kozen wij voor de evangelielezing van de woensdag
van elke week. Voor de vijfde week is er naast een gebedsviering voor het feest van Maria
boodschap (woensdag 25 maart) evenzeer nog voorzien in een andere gebedsviering voor
hen die samenkomen op een andere dag in die week.
Bij de psalm is een passende antifoon voorzien. Deze kan vooraf door de gebedsleider en
aan het einde (en/of tussenin) door allen kan worden gebeden of gezongen
Elke viering bevat eenzelfde opvallend terugkerend moment: vooraleer het Evangelie te
beluisteren wordt het licht bij het Woord aangestoken, gevolgd door een kort gebed. Zo
wordt week na week een band gelegd met het jaarthema waardoor de vreugde van het
evangelie telkens weer centraal staat. We eindigen de evangelielezing met de woorden:
“Blijde boodschap van de Heer Jezus voor ons vandaag”.
Na de evangelielezing volgt een moment van stilte waarin of in vraagvorm of in een korte
overweging aan de aanwezigen een hulp wordt gereikt om bij het evangelie van die dag te
blijven stilstaan. Vanuit dit stiltemoment zingen we een Taizélied.
Wat betreft de keuze van de liederen maakten wij dankbaar gebruik van de nummers 300en 800- in Zingt Jubilate (ZJ). Daarnaast kozen wij voor enkele liederen en refreinen uit
Taizé. Vanzelfsprekend kan deze keuze worden aangepast aan de eigen mogelijkheden.
Aarzel niet om beroep te doen op de gebedsleiders in uw federatie. Draag zorg voor een
hartelijke uitnodiging via Kerk en leven en bij de mededelingen op zondag in de verschillende
vieringen in uw federatie. Sommige federaties houden er ondertussen aan om – in de sfeer
van de veertigdagentijd – aansluitend te voorzien in een moment van ontmoeting…
Mogen wij door ons gezamenlijk gebed de lijdende, gestorven en verrezen Heer echt
ontmoeten in deze veertigdagen- en paastijd.
Diocesane Commissie voor Liturgie
20
GEBEDSVIERING IN DE EERSTE WEEK
Lc. 11, 29-32: Het teken van Jona (woensdag 25 februari 2015)
Welkom – Kruisteken
Broeders en zusters, van harte welkom hier bij God, onze Vader, thuis.
Het is hartverwarmend dat jullie op de uitnodiging zijn ingegaan
om onderweg naar Pasen tijd te maken voor een moment van bezinning en gebed.
Laten wij hier dan dankbaar samen zijn
+ in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
De veertigdagentijd is de uitgelezen tijd om in het leven wat te vertragen, ja misschien zelfs
even stil te staan. Stilstaan bij onze manier van leven en bij de oproep van Broederlijk Delen
om oog en oor te hebben voor noodlijdenden in de Derde wereld. Dit jaar gaat onze
aandacht in het bijzonder naar de boeren in Peru, die in hun watervoorziening ernstig door
de mijnbouw worden bedreigd. Samen met Marco en zijn familie willen we vanuit een
rotsvast Godsvertrouwen de toekomst van de boeren in Ccoyani tegemoet zien.
Allen zijn wij geroepen tot de levensstijl van het ‘genoeg’, van het delen met elkaar en van de
solidariteit met de armen. Wie anders dan Jezus zelf is hierin ons grote voorbeeld…
Met zijn schrijven De vreugde van het Evangelie roept paus Franciscus ons op ons hart te
openen voor de ontmoeting met Jezus Christus. Dit jaar klinkt daarbij in ons bisdom de
oproep om met deze Evangelische vreugde naar buiten te gaan…
Laten wij vandaag samen bidden dat wij ons hart openen voor de diepe vreugde die het
evangelie schenkt.
Lied: “Onze hulp is de naam van de Heer”
ZJ 318
Psalm 145
De Heer is goed voor alles en iedereen
Antifoon: Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept
ZJ P198
U wil ik roemen, God mijn koning,
Uw naam zegenen voor altijd.
U wil ik zegenen alle dagen,
Uw naam loven voor eeuwig en altijd.
Groot is de Heer, lofwaardig bovenmate,
Zijn grootheid is niet te doorgronden.
Elke generatie verkondigt Uw werken,
maakt melding van Uw machtige daden.
Uw luisterrijke glorie, Uw majesteit,
Uw wonderwerken blijf ik overdenken.
Zij spreken over Uw ontzagwekkende kracht;
ik wil Uw grootse daden verkondigen.
21
Zij roemen Uw rijkdom aan goedheid,
Uw rechtvaardigheid bejubelen zij.
De Heer is genadig, barmhartig,
geduldig en in liefde groot.
De Heer is goed voor alles en iedereen,
barmhartig voor alles wat Hij heeft gemaakt.
En wat U gemaakt hebt, is U dankbaar Heer,
Uw vrome mensen zegenen Uw naam.
Zij spreken van Uw prachtig koningschap,
maken melding van Uw machtige daden.
Zo weten de mensenkinderen hoe machtig U bent,
hoe groot Uw pracht en koningschap.
Uw koningschap is voor alle tijden,
Uw heerschappij voor alle generaties.
De Heer is een steun voor iedereen die struikelt;
ligt iemand verslagen, dan richt Hij hem op.
De ogen van alle mensen kijken naar U uit,
U geeft hun voedsel op de juiste tijd.
U opent Uw handen
en voldoet aan het verlangen van alles wat leeft.
Rechtvaardig is de Heer op al Zijn wegen,
liefdevol is Hij in alles wat Hij doet.
De Heer is nabij voor iedereen die Hem roept,
iedereen die oprecht om Hem roept.
Hij vervult het verlangen van wie Hem vreest;
Hij hoort hun kreten, Hij brengt hen redding.
Iedereen die Hem liefheeft, houdt Hij in leven,
maar de bozen verdelgt Hij allemaal.
Mijn mond spreekt de lof van de Heer:
laat alles wat leeft Zijn Heilige naam zegenen.
Eer aan de Vader en de Zoon
en de Heilige Geest.
Zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Antifoon: Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept
ZJ P198
Schriftlezing
Wij ontsteken een kaars bij de heilige Schrift
Wij bidden samen:
Dat uw Woord, Heer, een licht mag zijn op onze levensweg.
Dat uw Woord, Heer, de vreugde mag doen branden in ons hart.
Dat uw Woord, Heer, ons in deze veertigdagentijd mag helpen
groeien in geloof in Jezus, voor ons gestorven en verrezen.
22
Inleiding op de lezing
Een menigte rond Jezus verzameld.
Een menigte op zoek… naar een antwoord… naar een teken.
Alleen, het is niet echt het soort teken dat zij hadden verwacht.
Zoals Jona een teken was voor de Ninevieten
en Salomo voor de koningin van Sheba,
zo zal de Mensenzoon een teken zijn voor jullie, zegt Jezus.
Een heldere boodschap, of toch niet?
Wie mag die Mensenzoon dan wel zijn?
Evangelielezing
Wij lezen uit het heilig evangelie volgens Lucas.
(Lc 11, 29-32)
Het teken van Jona
Terwijl de mensenmassa almaar aangroeide, zei Hij: deze generatie is een
generatie die niet deugt. Zij verlangt een teken, maar geen teken zal gegeven
worden dan het teken van Jona. Zoals Jona voor de inwoners van Nineve een
teken is geweest, zo zal de Mensenzoon dat zijn voor deze generatie. De
koningin van het Zuiden zal bij het oordeel opstaan met de mensen van deze
generatie en hen veroordelen. Want zij kwam van het uiteinde van de aarde om
Salomo's wijsheid te horen; maar hier is meer dan Salomo. De mensen van
Nineve zullen bij het oordeel opstaan met deze generatie en haar veroordelen.
Want zij bekeerden zich tot de verkondiging van Jona; maar hier is meer dan
Jona.
Blijde boodschap van de Heer Jezus voor ons vandaag.
Acclamatie: “Dat het licht”
ZJ 818 - refrein
Stilte – Ter overweging
Zoals Jona voor de inwoners van Nineve, zo is de mensenzoon een teken voor mensen
vandaag…
Hoe kan Jezus voor mij een teken zijn in deze veertigdagentijd?
Lied: “C'est Toi, ma lampe”
Taizé
Mijn lamp ontsteekt U, o Heer.
Mijn God, verlicht mij in mijn duister.
Mijn God, mijn God, verlicht mij in mijn duister.
Mijn God, mijn God, verlicht mij in mijn duister.
23
Voorbede
Antwoordrefrein: “Laat ons bidden”

ZJ 10b
Voor de vele Christenen die lijden onder vervolging en terreur
omwille van hun geloof in de verrezen Heer.
Voorzang: Laat ons bidden
Antwoord: Laat ons bidden in de stilte van ons hart, dat de Vader ons daartoe bezielen mag.

Voor de gezinnen in onze federatie en wereldwijd.
Dat hun liefde rijper mag worden aan fijngevoeligheid en waardering voor elkaar.
Voorzang: Laat ons bidden
Antwoord: Laat ons bidden in de stilte van ons hart, dat de Vader ons daartoe bezielen mag.

Voor de boeren in Peru, dat zij mede door onze hulp kunnen rekenen op de
beschikbaarheid van water voor hun landbouw.
Voorzang: Laat ons bidden
Antwoord: Laat ons bidden in de stilte van ons hart, dat de Vader ons daartoe bezielen mag.

Voor ons allen, dat wij ons in deze veertigdagentijd verdiepen in Gods Woord.
Dat wij de kracht vinden om te getuigen van de vreugde van het evangelie voor
mensen vandaag.
Voorzang: Laat ons bidden
Antwoord: Laat ons bidden in de stilte van ons hart, dat de Vader ons daartoe bezielen mag.

24
In een laatste bede kunnen wij een situatie opnemen uit de actualiteit dichtbij of veraf
waarnaar ons gebed zeker dient uit te gaan.
…
Voorzang: Laat ons bidden
Antwoord: Laat ons bidden in de stilte van ons hart, dat de Vader ons daartoe bezielen mag.
Vader, wij danken U omdat Gij luistert naar ons gebed.
Laat ons nu al de vreugde smaken van Uw koninkrijk,
in Jezus Christus, Uw Zoon en Onze Heer. Amen.
Onze Vader
Laten wij opstaan en elkaar de handen reiken
en zo bidden met de woorden die Jezus zelf ons leerde.
Onze Vader… Want van U is het koninkrijk…
Bezinning
Niet in het geweldige geluid van een stormwind die de rotsen breekt,
is het Uw stem die tot ons spreekt.
Niet in de diepe trilling van de aarde of in de siddering van het riet,
is het dat Gij U openbaren wilt.
Niet in het al verblindend licht van vuur, niet in een vlammengloed,
is het dat Gij wilt dat de mens U ontmoet.
Maar als de koelte rondom ons waait, als het zachte suizen ons vervult,
dan weten wij dat Gij komen zult, daar ontdekken wij dan Uw gelaat.
Slotgebed
God, op U zijn onze ogen gericht, U bent onze Bevrijder.
Kijk naar ons met Uw liefdevolle blik.
Blijf bij ons onderweg in deze veertigdagentijd
en waak over ons, wanneer wij soms onze eigen weg willen gaan.
Houd onze ogen gericht op U,
wij vragen het U door Jezus Christus, Uw Zoon en onze Heer,
die met U leeft en heerst, God, in de eeuwen der eeuwen. Amen
Zegenwens
Veertig dagen lang mogen wij op weg gaan naar het grote Paasgebeuren.
Dag na dag, week na week, komen wij dichter bij het mysterie van de gestorven en verrezen
Heer. Moge ieder van ons doorheen deze veertigdagentijd Jezus en Zijn Woord beter leren
kennen. Moge God ons hiertoe zegenen,
+ in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Lied: “Wij zoeken hier Uw aangezicht”
ZJ 329
25
GEBEDSVIERING IN DE TWEEDE WEEK
Mt 20, 17-28: Voorspelling van Jezus’ dood (woensdag 4 maart 2015)
Welkom - Kruisteken
Welkom omdat jullie in deze tweede week van onze tocht op weg naar Pasen, hier willen
komen bidden. Laten wij ons innerlijk openstellen voor Gods Woord.
In de evangelielezing van vandaag spreekt Jezus over zijn komende lijden. Er klinkt voor ons
een duidelijke oproep tot navolging. “Belijden dat Jezus zijn bloed voor ons heeft vergoten,
laat geen enkele twijfel meer bestaan aan zijn grenzeloze liefde die aan iedere mens een
adellijke waardigheid geeft”, zo schrijft onze paus in zijn brief De vreugde van het Evangelie.
(Evangelii Gaudium, nr. 178)
Laten we hier samen zijn
+ in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Opening
Dat Jezus zou moeten lijden, begrepen zijn leerlingen niet.
Hij was toch de Heiland, de Redder. Het paste dan ook niet in hun denken
dat Jezus aan de hogepriester en Schriftgeleerden
zou worden overgeleverd en ter dood zou worden gebracht.
Dat Hij op de derde dag zou verrijzen, verstonden ze helemaal niet.
Jezus’ boodschap staat in fel contrast met wat de moeder van de zonen van Zebedeus
Jezus vraagt: ereplaatsen voor haar beide zonen. Jezus waarschuwt omdat het bij zijn
leerlingen niet mag gaan als bij de heersers op aarde. De leerlingen echter hadden nog altijd
niet begrepen dat het Rijk van God van een heel andere orde is …
Lied: “Uw Koninkrijk komt”
ZJ 579
Psalm 111
Gods verbond met zijn mensen
Antifoon: Ik mag weer leven onder Gods oog in ’t land van de levenden
De Heer wil ik danken uit heel mijn hart,
te midden der vromen, voor heel de gemeente.
Geweldig is alles wat Hij verricht,
de aandacht boeiend van elk die het nagaat.
Mildheid en majesteit spreekt uit zijn daden,
eeuwig blijft Hij rechtvaardig en trouw.
Wonderen deed Hij om nooit te vergeten,
minzaam en liefdevol toont zich de Heer.
Voedsel geeft Hij aan die Hem vereren,
altijd herinnert Hij zich zijn verbond.
26
ZJ P153
Hij toonde zijn volk de kracht van zijn daden
en gaf hun het heidense land in bezit.
het werk van zijn handen is goed en betrouwbaar,
al wat Hij besluit staat onwrikbaar vast.
Het blijft door de eeuwen en altijd van kracht,
het is doordacht en rechtvaardig.
Hij heeft zijn volk verlossing gebracht,
voor eeuwig met hen zijn verbond gesloten;
heilig en hooggeëerd is zijn Naam.
De vrees voor God is het begin van wijsheid,
verstandig doet ieder die hem vereert;
in eeuwigheid moet men Hem loven.
Eer aan de Vader en de Zoon
en de heilige Geest.
Zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Antifoon: Ik mag weer leven onder Gods oog in ’t land van de levenden
ZJ P153
Schriftlezing
Wij ontsteken een kaars bij de heilige Schrift
Wij bidden samen:
Dat uw Woord, Heer, een licht mag zijn op onze levensweg.
Dat uw Woord, Heer, de vreugde mag doen branden in ons hart.
Dat uw Woord, Heer, ons in deze veertigdagentijd mag helpen
groeien in geloof in Jezus, voor ons gestorven en verrezen.
Korte inleiding op de lezing
Jezus spreekt klare taal tot zijn apostelen als Hij het over zijn eigen toekomst heeft.
Hij zal de beker drinken, Hij zal gekruisigd worden. Maar de derde dag zal Hij verrijzen.
Dat is ook de weg van zijn volgelingen. Wie onder hen groot wil zijn moet dienaar zijn, zoals
de Mensenzoon.
Evangelielezing
We lezen uit het heilig Evangelie volgens Matteus
(Mt 20, 17-28)
Voorspelling van Jezus' dood.
Onderweg naar Jeruzalem nam Jezus de twaalf leerlingen apart. Hij zei tegen
hen: ‘We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden
uitgeleverd aan de hogepriesters en de Schriftgeleerden, die Hem ter dood zullen
veroordelen. Ze zullen Hem uitleveren aan de heidenen, die de spot met Hem
zullen drijven en Hem zullen geselen en kruisigen. Maar op de derde dag zal Hij
worden opgewekt uit de dood.’ Daarop kwam de moeder van de zonen van
Zebedeus met haar zonen naar Hem toe. Ze viel voor Hem neer om Hem een
27
gunst te vragen. Hij vroeg haar: ‘Wat wilt u?’ Ze antwoordde: ‘Beloof me dat deze
twee zonen van mij in uw koninkrijk naast U mogen zitten, de een rechts van U
en de ander links.’ Maar Jezus zei hun: ‘Jullie weten niet wat je vraagt. Kunnen
jullie de beker drinken die Ik zal moeten drinken?’ ‘Ja, dat kunnen wij,’
antwoordden ze. Toen zei Hij: ‘Uit mijn beker zullen jullie inderdaad drinken,
maar wie er rechts en links van Mij zullen zitten kan Ik niet bepalen, die plaatsen
behoren toe aan hen voor wie mijn Vader ze heeft bestemd.’ Toen de andere
leerlingen hiervan hoorden, werden ze woedend op de twee broers. Jezus riep
hen bij zich en zei: ‘Jullie weten dat heersers hun volken onderdrukken en dat
leiders hun macht misbruiken. Zo zal het bij jullie niet mogen gaan. Wie van jullie
de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie van jullie de
eerste wil zijn, zal jullie dienaar moeten zijn – zoals de Mensenzoon niet
gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als
losgeld voor velen.’
Blijde boodschap van de Heer Jezus voor ons vandaag.
Acclamatie
“God u bent liefde, bron van het leven.”
ZJ 30a
Stiltemoment - Ter overweging
Jezus moest de weg ten einde toe gaan; de weg die Hij voorheen in woorden en gebaren
had voorgehouden: liefhebben tot het uiterste toe, tot de dood op het kruis.
Kunnen wij onze verantwoordelijkheid in Kerk en samenleving in vreugde op ons nemen en
beleven als dienstbaarheid aan anderen?
Hoe kan Jezus’ leven en dood ons hierin bemoedigen?
Lied: “In de Heer…”
28
Taizé
Voorbede
Antwoordrefrein: “Laat ons bidden”
ZJ 10b
God, U wilt dat alle mensen leven in vreugde. Bij U mogen wij komen met ons gebed.

Voor allen die verantwoordelijkheid dragen in Kerk en wereld; dat zij naar het
voorbeeld van Christus, niet zichzelf maar de anderen ten dienste staan.
Voorzang: Laat ons bidden
Antwoord: Laat ons bidden in de stilte van ons hart, dat de Vader ons daartoe bezielen mag.

Voor ouders, leraren en allen die verantwoordelijkheid dragen bij de opvoeding van
jongeren; dat zij vanuit een christelijke inspiratie jongeren nabij zijn en hen helpen om
de waarden van inzet en dienstbaarheid vorm te geven in het leven.
Voorzang: Laat ons bidden
Antwoord: Laat ons bidden in de stilte van ons hart, dat de Vader ons daartoe bezielen mag.

Voor allen die werken aan verzoening en vrede en aan een meer rechtvaardige
verdeling van de rijkdommen van deze aarde; dat hun oproep om broederlijk te delen
gehoord wordt en leidt tot waarachtige solidariteit.
Voorzang: Laat ons bidden
Antwoord: Laat ons bidden in de stilte van ons hart, dat de Vader ons daartoe bezielen mag.

Bidden wij voor onszelf en voor al onze medegelovigen; dat wij in deze
veertigdagentijd meer open staan om in liefde en trouw dienstbaar te zijn aan de
naaste. Dat wij onze roeping als christen waar maken in ons leven.
Voorzang: Laat ons bidden
Antwoord: Laat ons bidden in de stilte van ons hart, dat de Vader ons daartoe bezielen mag.

In een laatste bede kunnen wij een situatie opnemen uit de actualiteit dichtbij of veraf
waarnaar ons gebed zeker dient uit te gaan.
…
Voorzang: Laat ons bidden
Antwoord: Laat ons bidden in de stilte van ons hart, dat de Vader ons daartoe bezielen mag.
29
Onze Vader
Bidden we nu samen het gebed dat Jezus ons leerde.
Laten we daarvoor opstaan en elkaar de hand reiken.
Onze Vader…
Want van U…
Bezinning
“Wanneer je vast, trek dan geen somber gezicht …Maar zalf je hoofd.”
Wanneer je vast, zwaai dan de luiken
van je strakke denkbeelden wijd open
en laat een frisse wind naar binnen stromen.
Wanneer je vast,
speur naar de wortels die je ziel verharden
en hak ze uit tot je minzaam elkeen tegemoet kan komen.
Wanneer je vast, bedenk hoe het leven
ongemeten kwetsbaar blijft verschijnen en durf het aan
om zonder tellen eigen kracht en geestdrift door te geven.
Wanneer je vast, schep dan een nieuwe orde in je wereld
zodat je lotsverbonden raakt
met ieder mens die brood of recht ontbeert.
Deel in die mate, dat zijn honger wordt gestild.
Wek hoop die dagelijks en voor ontelbaren
een weg aanlegt naar Pasen.
Gebed
God onze Heer,
heel Israël had erop gerekend:
als de Messias eenmaal kwam,
dan zou het zijn
in heerlijkheid en met groot vertoon.
Wij denken dat nog vaak
bij het zien van zoveel kwaad.
Geef dat wij van U mogen leren
dat de Messias komt.
Dat zijn doortocht door het lijden
loopt volgens een weg die moet worden gegaan.
Leer ook ons die weg te volgen:
de paasweg, van kruis naar verrijzenis.
Amen.
30
(Mt 6, 16-17)
Zegenformule
Laten wij onze hoop stellen op de Heer.
Echt liefhebben is: je leven geven, in de meest diepe en religieuze betekenis van het woord.
Het zijn de woorden ‘Ik zal er zijn voor u’ werkelijkheid laten worden in je leven, zowel in de
kleine dingen van elke dag als in onze levenskeuzes. Dit met een trouw die enkel liefde kan
geven. Dan kan Pasen gebeuren.
Moge God ons daartoe zegenen.
+ In de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Lied: "Sta gelovig in het leven"
ZJ 755
31
GEBEDSVIERING IN DE DERDE WEEK
Mt. 5, 17-19: Wie de geboden onderhoudt en dat aan anderen leert,
zal in het koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan (woensdag 11 maart 2015)
Welkom – Kruisteken
Goede vrienden,
vandaag, zomaar een dag in de derde week van de veertigdagentijd
zijn wij hier samen gekomen om het stil te maken, te zingen en te bidden.
Moge dit vreugdevolle samenzijn gezegend worden
+ in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Opening
Tijdens deze viering zullen wij woorden horen over de heerlijkheid van Gods Wet. Het woord
‘wet’ roept bij ons gemakkelijk negatieve gevoelens op, maar zo is het niet bij het Joodse
volk. Voor hen is het een vreugde Gods wet te kennen. Laten wij in dit samenzijn ons hart
openen voor Gods bevrijdend Woord…
Lied: “Een smekeling zo kom ik tot uw troon”
ZJ 567
Psalm 119, 33-40. 57-64
Gelukkig die voortgaan volgens de wet van de Heer.
Antifoon: Heer, Gij hebt woorden van eeuwig leven
Wijs mij, Heer, de weg van uw wetten
en ik zal hem volgen tot aan het einde.
Laat mij zien hoe ik uw wetten moet bewaren,
onderhouden met heel mijn hart.
Leid mij langs het pad van uw geboden,
dat is mijn enige wens.
Richt mijn hart op wat U gebiedt
en niet langer op winstbejag.
Laat het zinloze mijn oog niet verblinden,
laat mij leven vinden op uw weg.
Maak uw beloften aan uw dienaar waar,
want ik heb diep ontzag voor U.
Houd de vernedering die ik vrees weg van mij,
uw voorschriften zijn zo weldadig.
Mijn enige wens is wat U beveelt,
laat mij leven vinden in uw gerechtigheid.
32
ZJ P 232
Ik prijs mij gelukkig, Heer,
dat ik uw woord mag onderhouden.
Ik vraag om uw gunst met heel mijn hart;
schenk mij genade zoals U beloofd hebt.
Ik overdenk de weg die ik ga
en richt mijn voeten naar uw geboden.
Ik haast me en aarzel niet
om te onderhouden wat U gebiedt.
Al spannen de bozen hun strikken rond mij,
uw wet vergeet ik nooit.
Zelfs in het holst van de nacht sta ik op
om uw rechtvaardig bestel te loven.
Ik weet mij verbonden met iedereen die U eert,
met iedereen die onderhoudt wat U bepaalt.
Heel de aarde is vol van uw liefde;
breng mij de kennis van uw wetten bij.
Eer aan de Vader en de Zoon
en de heilige Geest.
Zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Antifoon: Heer, Gij hebt woorden van eeuwig leven
ZJ P 232
Schriftlezing
Wij ontsteken een kaars bij de heilige Schrift
Wij bidden samen:
Dat uw Woord, Heer, een licht mag zijn op onze levensweg.
Dat uw Woord, Heer, de vreugde mag doen branden in ons hart.
Dat uw Woord, Heer, ons in deze veertigdagentijd mag helpen
groeien in geloof in Jezus, voor ons gestorven en verrezen.
Korte inleiding op de lezing
'Wie de geboden onderhoudt en dat aan anderen leert,
zal in het Koninkrijk van de hemel in hoog aanzien staan'.
Evangelielezing
Wij lezen uit het heilig evangelie volgens Matteüs.
(Mt. 5, 17-19)
Wie de voorschriften onderhoudt, zal groot geacht worden
Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten op te heffen. Ik ben niet
gekomen om ze op te heffen, maar om ze te vervullen. Want Ik verzeker jullie;
eer hemel en aarde vergaan, zal er niet één punt of komma van de wet afgaan
voor het allemaal gebeurd zal zijn. Wie één van die geringste geboden ontkracht
33
en dat de mensen leert, zal de geringste genoemd worden in het koninkrijk der
hemelen. Maar wie ze onderhoudt en leert, zal groot genoemd worden in het
Koninkrijk der hemelen.
Blijde Boodschap van de Heer Jezus voor ons vandaag.
Acclamatie: “Uw woord is een lamp voor mijn voet”
ZJ 7d
Stiltemoment – Ter overweging
Vervullen is voor Jezus ware gerechtigheid: harmonie tussen de mens en God, én tussen
mensen onderling. Hij wil doorstoten tot in het hart, tot in de diepste bedoeling van de wet.
En dat is: het geluk, het welzijn van de mens.
Wat mag dit ‘welzijn’ dan voor jou betekenen en voor je naaste mens, kortbij en veraf… tot in
Peru?
Lied:
Taizé
Laat niets je verontrusten, laat niets je beangstigen:
wie zich op God verlaat, zal het aan niets ontbreken.
God alleen is genoeg.
Voorbede
Goede God,
wij leggen onze gebeden voor U neer in het geloof en het vertrouwen dat Gij ons bidden
verhoort en dat Gij ons de weg wijst in het leven.
Antwoordrefrein: “Luister, Heer, wees ons genadig”

34
ZJ 11 c
Met onze ogen gericht op Pasen bidden wij
voor allen die zich ervan bewust zijn dat een leven naar Gods geboden meer is dan
enkel maar het navolgen van een voorschrift; dat vriendschap, liefde, geluk en het
welzijn van mensen hen blijven uitdagen.
Verlicht hun pad, God, ga voor hen uit.
Allen: Luister, Heer, wees ons genadig

Met onze ogen gericht op Pasen bidden wij
dat mensen steeds blijven putten uit die rijke bron die God voor ons is;
dat beleidsverantwoordelijken in Peru de juiste keuzes maken, zodat boeren hun
levensnoodzakelijke landbouwgronden kunnen behouden.
Verlicht hun pad, God, ga voor hen uit.
Allen: Luister, Heer, wees ons genadig

Met onze ogen gericht op Pasen bidden wij
om krachtige profeten die het nooit opgeven hun stem te verheffen tegen onrecht en
haat, maar liefdevol blijven aansporen om broederlijk te delen met mensen in nood,
veraf en dichtbij.
Verlicht hun pad, God, ga voor hen uit.
Allen: Luister, Heer, wees ons genadig

Met onze ogen gericht op Pasen bidden wij
dat wij blijven geloven dat Gods Liefde onze kracht is, zodat wij vanuit Hem
verkondigers mogen worden van uw Blijde Boodschap.
Verlicht ons pad, God, ga voor ons uit.
Allen: Luister, Heer, wees ons genadig

In een laatste bede kunnen wij een situatie opnemen uit de actualiteit dichtbij of veraf
waarnaar ons gebed zeker dient uit te gaan.
…
Verlicht ons pad, God, ga voor ons uit.
Allen: Luister, Heer, wees ons genadig
Goede God,
voltooi wat Gij in ons begonnen zijt. Wijs ons Uw weg ten leven.
Wij vragen het U, in Jezus’ naam en met de kracht van de heilige Geest. Amen.
Onze Vader
Om ten einde toe te kunnen beantwoorden aan zijn opdracht,
trok Jezus zich regelmatig terug in de stilte om te bidden tot zijn Vader.
Ook wij mogen ons richten tot Hem, Hij die onze Vader is.
Onze Vader…
Want van U…
35
Bezinning
De wet vervuld.
Jezus is geen slaaf van de wet.
Hij wil mensen de ruimte ervan laten zien.
Het gaat Hem niet om de letter, maar om de geest.
Hij daagt mensen uit tot respect en eerbied
voor God, voor mens en wereld.
Liefde is daarbij het enige richtsnoer.
Waar liefde in het spel is, daar verdwijnen knellende banden.
Er ontstaat ruimte om te groeien, om mens te worden, volop.
De wet is dan geen meetlat, waarmee goed en kwaad minutieus worden afgemeten,
maar eerder een bron van inspiratie om te werken aan goede verhoudingen.
Jezus is geen slaaf van de wet.
Als geen ander wijst Hij mensen richting.
Op grond van de wet ontplooit Hij een creativiteit die kiest voor het leven.
Hij bevestigt mensen in hun streven naar goedheid en liefde.
Tegelijk houdt Hij een ideaal voor.
Liefde en bevrijding blijven immers vragen om inzet
en om doorzettingsvermogen.
Alleen daardoor kan de wet worden vervuld.
Wim Holterman, osfs
Gebed
Goede God,
de lucht die wij ademen geeft ons krachtige adem die leven schenkt,
het vuur dat hartstochtelijk in ons brandt, geeft flakkerende vlammen vol ideeën,
het water geeft bruisend leven, overstromend van liefde en vriendschap,
het brood geeft leven, geeft toekomst waarin we delen met iedereen,
de aarde is een vaste bodem voor keuzes op onze levensweg, waar geluk kan openbloeien,
de veertigdagentijd is een tijd van ommekeer, een tijd van nieuwe kansen, van anders leven.
Zegen ons en behoed ons, opdat wij uw licht- en vreugdedragers mogen zijn,
hier en nu en altijd, + in de naam van de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.
Lied: “Waar is de plaats die vrede lacht?”
36
ZJ 324
GEBEDSVIERING IN DE VIERDE WEEK
Joh. 5, 17-30: Zoals de Vader de doden opwekt en levend maakt,
zo maakt ook de Zoon levend wie Hij wil (woensdag 18 maart 2015)
Lied: “Jezus U bent het licht in ons leven”
Taizé
Welkom – Kruisteken
Goede vrienden, weest allen welkom hier vanavond in het huis van de Heer.
Veertig dagen lang zijn wij onderweg naar het paasfeest.
In déze veertigdagentijd weten wij ons bijzonder verbonden met de boeren in Ccoyani - Peru,
vooral met Marco en zijn familie, voor wie water niet zomaar beschikbaar is om aan
landbouw te kunnen doen.
Vandaag zijn we reeds in de vierde week van deze veertigdagentijd.
Meer en meer spreken de verhalen uit het evangelie ons in de komende weken
over Jezus’ lijden en dood.
In het evangelie van vandaag stellen de Joden Jezus voor de zoveelste keer op de proef.
Ze gaan ervan uit dat Hij vroeg of laat wel door de mand zal vallen …
Jezus echter doorziet hun listige manier van spreken,
en maakt van deze gelegenheid handig gebruik
om hen te spreken over Zijn sterke verbondenheid met de Vader.
God, Gij die ook onze Vader zijt, tot U willen wij vandaag bidden
+ in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
37
Psalm 145, 8-9.13cd-14.17-18
Antifoon: Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept
ZJ P198
De Heer is vol liefde en medelijden,
lankmoedig en zeer goedgunstig.
De Heer is bezorgd voor iedere mens,
barmhartig voor al wat Hij maakte.
Waarachtig is God in al zijn woorden
en heilig in al wat Hij doet.
Antifoon: Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept
De Heer ondersteunt die dreigen te vallen,
richt al wie gebukt gaat weer op.
De Heer is rechtvaardig op al zijn wegen,
en heilig in al wat Hij doet.
Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept,
Voor elk die oprecht tot Hem bidt.
Eer aan de Vader, en de Zoon
en de heilige Geest.
Zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Antifoon: Nabij is de Heer voor elk die Hem aanroept
Schriftlezing
Wij ontsteken een kaars bij de heilige Schrift
Wij bidden samen:
Dat uw Woord, Heer, een licht mag zijn op onze levensweg.
Dat uw Woord, Heer, de vreugde mag doen branden in ons hart.
Dat uw Woord, Heer, ons in deze veertigdagentijd mag helpen
groeien in geloof in Jezus, voor ons gestorven en verrezen.
Inleiding op de lezing
Vandaag horen we Jezus zichzelf verdedigen.
Doordat Hij God zijn Vader noemt, verwijt men Hem dat Hij zichzelf aan God gelijk stelt.
Jezus echter schrikt voor deze aanklacht van de Joden niet terug, integendeel,
het geeft Hem de kans voluit te spreken over zijn Vader die de Zoon alles in handen geeft.
Weldra zullen de Joden verbaasd staan over de wonderbare werken van de Vader in de
Zoon …
38
Evangelielezing
Joh. 5, 17- 30
We lezen uit het heilig Evangelie volgens Johannes
Zoals de Vader de doden opwekt en levend maakt,
zo maakt ook de Zoon levend wie Hij wil.
In die tijd verdedigde Jezus zich tegen de Joden met de woorden: “Tot op de dag
van vandaag is mijn Vader voortdurend aan het werk en houd ook Ik niet op met
werken”. Om die reden waren de Joden er nog meer op uit om Hem te doden: Hij
tastte immers niet slechts de sabbat aan, maar Hij noemde zelfs God zijn eigen
Vader. Hij maakte daardoor zichzelf aan God gelijk. Hierop nam Jezus opnieuw
het woord en sprak: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De Zoon kan niets uit zichzelf
maar alleen datgene wat Hij de Vader ziet doen. En alles wat Deze doet, doet de
Zoon insgelijks. De Vader toch heeft de Zoon lief en laat Hem alles zien wat Hij
doet. Nog grotere werken dan deze zal Hij Hem tonen, zodat gij verbaasd zult
staan. Want zoals de Vader de doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de
Zoon levend wie Hij wil. De Vader oordeelt niemand, maar Hij heeft het oordeel
geheel en al in handen van de Zoon gelegd, opdat allen de Zoon zouden eren
zoals zij de Vader eren. Wie de Zoon niet eert, eert evenmin de Vader die Hem
zond. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie luistert naar mijn woord en gelooft in
Hem die Mij zond, heeft eeuwig leven en is aan geen oordeel onderworpen; hij is
immers reeds uit de dood naar het leven overgegaan. “Voorwaar, voorwaar, Ik
zeg u: er zal een uur komen, ja het is er al, waarop de doden de stem van Gods
Zoon zullen horen en die haar horen, zullen leven. Zoals de Vader leven heeft in
zichzelf, zo gaf Hij ook aan de Zoon leven in zichzelf te hebben. Hij heeft Hem
macht gegeven om oordeel te vellen; Hij is immers de Mensenzoon. Verwondert
u niet hierover: er zal een uur komen waarop allen die in de graven zijn, zijn stem
zullen horen. Dan zullen zij die het goede deden eruit tevoorschijn komen tot de
opstanding ten leven, maar die het kwade deden tot de opstanding ten oordeel.
Ik kan niets uit Mijzelf: Ik oordeel naar wat Ik hoor en mijn oordeel is
rechtvaardig, omdat Ik niet mijn eigen wil zoek maar de wil van Hem die Mij
zond”.
Blijde Boodschap van de Heer Jezus voor ons vandaag.
Acclamatie: “Lof en eer zij U”
ZJ 3d
Stiltemoment – Ter overweging
Blijven we even stilstaan bij enkele woorden van Jezus uit het evangelie van vandaag…
“Wie de Zoon niet eert, eert evenmin de Vader die Hem zond”.
Besef ik dat Jezus dé weg is naar God?
Besef ik dat ik God de Vader dien, door zijn Zoon Jezus te volgen?
“Ik kan niets uit Mijzelf”
Wat kan ik uit mezelf? Durf ik leven in volledig vertrouwen op God?
39
Lied: “Bonum est confidere”
Taizé
Het is goed te vertrouwen en te hopen op de Heer
Voorbede
God, op U stellen wij ons vertrouwen, op U hopen wij.
Wil luisteren naar het bidden van uw volk opdat uw Rijk onder ons mag komen.
Antwoordrefrein: “Luister Heer, wees ons genadig”

ZJ 11c
Bidden wij voor christenen waar ook ter wereld,
dat zij de volle rijkdom van deze voorbereidingstijd op Pasen mogen beleven.
Laten wij bidden.
Allen: Luister Heer, wees ons genadig

Bidden wij voor een rotsvast vertrouwen voor Marco en voor alle boeren in het
hooggebergte van Peru. Dat zij mogen blijven geloven in een toekomst waarin zuiver
water een recht is.
Laten wij bidden.
Allen: Luister Heer, wees ons genadig

Bidden wij voor onszelf,
dat wij in deze veertigdagentijd thuiskomen in de liefde van de Vader en de Zoon;
dat wij mogen groeien in Godsvertrouwen
en onze manier van leven afstemmen op het voorbeeld van Jezus
zodat God zichtbaar kan worden in ieder van ons.
Laten wij bidden.
Allen: Luister Heer, wees ons genadig

Als laatste intentie kunnen wij een situatie opnemen uit de actualiteit dichtbij of veraf
waarnaar ons gebed zeker dient uit te gaan.
…
Laten wij bidden.
Allen: Luister Heer, wees ons genadig
40
Onze Vader
Jezus bad tot zijn Vader. Hij vraagt dit ook van ons.
Bidden wij daarom met de woorden die Jezus aan zijn leerlingen leerde.
Laten wij hiertoe opstaan en elkaar de handen reiken.
Onze Vader…
Want van U is het Koninkrijk…
Bezinning
Mijn kind,
als Ik naar jou kijk,
dan zie Ik jou net zoals Jezus,
mijn geliefde Zoon!
God, je Vader
Gebed
God, onze Vader,
wij danken U omdat wij ons verlangen naar liefde en geluk
mochten voeden aan uw Woord.
Wij vragen U,
help ons om in deze tijd van voorbereiding op Pasen
meer en meer te gelijken op uw Zoon.
Wek in ons de heilige onrust die ons naar buiten doet gaan
om van anderen te ontvangen
en om anderen te laten delen in de genade van uw aanwezigheid.
Dit vragen wij U, Heer, Gij die Liefde zijt,
In de Vader en de Geest,
God, onze vreugde en onze kracht. Amen.
Zegenformule
Gods Woord roept ons in deze vierde week van de veertigdagentijd op
om ontvankelijk en met vreugde mensen tegemoet te gaan.
Moge de Heer ieder van ons hiertoe zegenen en zenden,
+ in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
Lied: “Dat het licht”
ZJ 818
41
GEBEDSVIERING IN DE VIJFDE WEEK
Joh. 8, 1-11: Wie zonder zonden is, werpe als eerste een steen op haar
(maandag 23 maart 2015)
Welkom – Kruisteken
Welkom, jullie allen.
Wij zijn blij en dankbaar omdat jullie naar deze kerk gekomen zijn
om in de aanloop naar Pasen samen te vieren, te bidden en te luisteren
naar Gods Woord voor ons vandaag.
Wij mogen hier samen zijn
+ in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Opening
Goede vrienden, de campagne van Broederlijk Delen
brengt ons naar het platteland van Peru,
waar eenvoudige boeren het moeten opnemen
tegen grote industriële vennootschappen
om hun recht op zuiver water te laten gelden.
Het is een ongelijke zaak,
gezien het grote verschil in financiële mogelijkheden.
Nochtans verdienen deze boeren een kans
en wij kunnen helpen hen die kans te geven.
In het evangelie van vandaag
gaat het ook over het schenken van een nieuwe kans.
“Wie van u zonder zonde is,
moet dan maar als eerste een steen op haar werpen”.
Dit woord van Jezus, tweeduizend jaren geleden uitgesproken,
roept ons vandaag op, onze medemensen niet te veroordelen
maar eerder mild en begripvol te zijn.
Het roept ons op om mensen een nieuwe kans te geven.
Op het eerste gezicht lijkt dit voor christenen vanzelfsprekend,
maar is het dat in werkelijkheid ook?
Lied: « Dans nos obscurités »
Taizé
Ontsteek in onze duisternis het vuur dat nooit uitdooft
42
Psalm 32
Antifoon:
Mijn toevlucht zijt Gij, mijn redder in nood,
Gij hult mij in voorspoed en vreugde
ZJ P51
Gelukkig degene wiens fout werd vergeven,
wiens zonde door God werd bedekt.
Gelukkig de mens die geen schuld heeft bij God,
wiens hart geen misdaad verbergt.
Zolang ik bleef zwijgen, kwijnde ik weg
en sleet ik zuchtend mijn dagen.
Uw hand drukte zwaar op mij dag en nacht,
mijn kracht vloeide weg als in gloeiende hitte.
Toen heb ik mijn zonde beleden voor U,
mijn schuld niet langer ontkend.
Ik sprak: ‘Voor de Heer beken ik mijn fout’.
Toen hebt Gij mijn zonde vergeven.
Daarom zal de vrome zich keren tot U
wanneer hij door onheil bedreigd wordt.
Al breekt er een stortvloed over hem los,
de rampspoed zal hem niet raken.
Mijn toevlucht zijt Gij, mijn redder in nood,
Gij hult mij in voorspoed en vreugde.
‘Ik toon u de weg die ge voortaan moet gaan,
Ik leid u en waak over u.
43
Wees niet eigenwijs als een paard of een muildier,
wiens drift men moet temmen met teugel en bit,
omdat het anders niet luistert’.
Want talrijke rampen treffen de zondaar,
maar God beschermt die vertrouwen op Hem.
Wees blij in de Heer, alle vromen,
verheug u en jubel, oprechten van hart.
Eer aan de Vader, en de Zoon
en de heilige Geest.
Zoals het was in het begin en nu en altijd,
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Antifoon:
Mijn toevlucht zijt Gij, mijn redder in nood,
Gij hult mij in voorspoed en vreugde
ZJ P51
Schriftlezing
Wij ontsteken een kaars bij de heilige Schrift
Wij bidden samen:
Dat uw Woord, Heer, een licht mag zijn op onze levensweg.
Dat uw Woord, Heer, de vreugde mag doen branden in ons hart.
Dat uw Woord, Heer, ons in deze veertigdagentijd mag helpen
groeien in geloof in Jezus, voor ons gestorven en verrezen.
Evangelielezing
Lezing uit het heilig Evangelie volgens Johannes
(Joh 8, 1-11)
Ook Ik veroordeel u niet. Ga heen en zondig voortaan niet meer.
Toen ging iedereen naar huis, terwijl Jezus naar de Olijfberg ging. Maar in de
vroegte was Hij alweer in de tempel en heel het volk stroomde naar Hem toe. Hij
ging zitten en onderrichtte hen. Nu kwamen de Schriftgeleerden en de farizeeën
aanzetten met een vrouw die betrapt was op echtbreuk. Ze brachten haar voor
Hem en zeiden: “Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt op echtbreuk.
Mozes heeft ons in de wet voorgeschreven zulke vrouwen te stenigen. Hoe staat
U daar tegenover?” Met deze vraag wilden ze Hem op de proef stellen, om te
zien of ze een aanklacht tegen Hem konden indienen. Maar Jezus bukte zich om
met Zijn vinger op de grond te schrijven. Toen ze op een antwoord bleven
aandringen, keek Hij op en zei: “Wie van u zonder zonde is, moet dan maar als
eerste een steen op haar werpen”. En weer bukte Hij zich om op de grond te
schrijven. Zij echter trokken na die woorden weg, de een na de ander, te
beginnen met de oudsten, zodat Hij alleen achterbleef met de vrouw daar voor
Hem. Jezus keek op en vroeg haar: “Waar zijn ze gebleven, vrouw? Heeft
niemand u veroordeeld?” “Neen, Heer, niemand”, antwoordde ze. Waarop Jezus
zei: “Ik veroordeel u ook niet. Ga nu maar, en zondig voortaan niet meer”.
Blijde boodschap van de Heer Jezus voor ons vandaag.
44
Acclamatie: “Laudate omnes gentes”
Taizé
Stilte – Ter overweging
Wij maken het stil, zodat wij de woorden uit het evangelie kunnen toetsen aan ons eigen
leven…
Geven wij een reële nieuwe kans aan een medemens die faalde?
Zouden wij voor onszelf ook niet uitkijken naar het krijgen van een nieuwe kans …
Hoe spreken wij over hen die in het verleden een zware misstap begingen?
Lied: “Bleibet hier”
Taizé
Blijf hier en waak met mij, waak en bid!
Voorbede
God, onze Vader, Gij zijt met ons begaan en meer dan wij durven denken kent Gij ons.
Gij kent onze kleinheid en onze zwakte, onze zorgen, onze pijn en onze onmacht.
Luister naar ons, nu wij met onze vragen tot bij U komen.
Antwoordrefrein: “Ubi caritas Deus ibi est”
Taizé
Waar liefde en dienstbaarheid leven, is God in ons midden
45

Laten wij bidden voor allen die in hun leven verkeerde wegen zijn ingeslagen.
Dat zij hun fout zouden inzien, het onrecht dat daardoor ontstond, rechtzetten
en tot eerlijk berouw komen.
Laat ons zingend bidden.
Allen: Ubi Caritas

Laten wij bidden voor onze christelijke gemeenschappen.
Dat zij naar het voorbeeld van Jezus falende mensen bij de hand nemen
en hen op weg zetten naar een gelukkig leven.
Laat ons zingend bidden.
Allen: Ubi Caritas

Laten wij bidden voor onze broeders en zusters in Peru
die een ongelijke strijd voeren voor het recht op zuiver water.
Dat zij niet moedeloos worden in hun streven
en steeds de weg van overleg blijven volgen
met begrip voor de standpunten en de meningen van de anderen.
Laat ons zingend bidden.
Allen: Ubi Caritas

Laten wij bidden dat wij in navolging van het evangelie
begripvolle mensen mogen zijn die niet veroordelen
maar daadwerkelijk proberen onze medemensen een tweede kans te geven.
Laat ons zingend bidden.
Allen: Ubi Caritas

Als laatste intentie kunnen wij een situatie opnemen uit de actualiteit dichtbij of veraf
waarnaar ons gebed zeker dient uit te gaan.
…
Laat ons zingend bidden.
Allen: Ubi Caritas

Laten wij bidden voor hen die om ons gebed hebben gevraagd.
Bidden wij ook voor onze persoonlijke intenties.
Laat ons zingend bidden
Allen: Ubi Caritas
46
Onze Vader
God, onze Vader,
aanhoor de beden die wij U vandaag toevertrouwen.
Zoals Uw Zoon het leerde aan zijn leerlingen, zo willen wij ons ook nu tot U richten.
Staan wij hiervoor op en reiken wij elkaar de hand
als teken van onze verbondenheid met elkaar.
Onze Vader …
Want van U …
Gebed
Bidden wij samen het gebed dat bisschop Patrick schreef
bij het jaarthema ‘Naar buiten… met de vreugde van het evangelie’:
Heer Jezus Christus,
Gij immer aanwezige vreugde
in het hart van ons bestaan,
vuur ons aan om U te herkennen
in de schepping en in de Schriften,
in de sacramenten en in ons bidden,
in het mysterie van het kruis
en in elke mens.
Geef dat wij ons niet opsluiten
in het comfort van ons eigen wereldje.
Wek in ons de heilige onrust,
die ons naar buiten doet gaan
om van anderen te ontvangen
en om anderen te laten delen
in de genade van Uw aanwezigheid.
Dit vragen wij U, Heer, Gij die Liefde zijt,
in de Vader en de Geest,
God, onze vreugde en onze kracht. Amen
Zegenformule
Goede vrienden,
wij waren hier vanavond samen in gebed rond het Woord van het evangelie.
Het is goed dat wij ertoe worden opgeroepen om eerst in ons eigen hart te kijken.
Het laatste woord van Jezus aan de vrouw in het evangelie
is van onschatbare waarde: ‘Ook Ik veroordeel U niet. Ga heen en zondig niet meer’.
Jezus geeft ons, mensen een tweede kans maar tegelijkertijd roept Hij ons op
om in ons leven te kiezen voor een ommekeer.
Moge de almachtige en barmhartige God ons zijn heilige Geest schenken
opdat wij elke mens zouden ontmoeten zoals Jezus het ons heeft voorgeleefd.
Moge God ons in deze veertigdagentijd hiertoe zijn zegen schenken
+ in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.
47
Lied: “Bonum est confidere”
Taizé
Het is goed te vertrouwen op de Heer,
goed op Hem te hopen
48
GEBEDSVIERING IN DE VIJFDE WEEK
TER GELEGENHEID VAN HET FEEST VAN MARIA BOODSCHAP
Lc. 1, 26-38: De boodschap aan Maria (woensdag 25 maart 2015)
Welkom en kruisteken.
Goede vrienden,
van harte welkom in dit moment van gebed en bezinning.
Wij mogen hier samen zijn
+ in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
Opening
Op het feest van Maria Boodschap zijn wij hier samen gekomen om te bidden tot onze
hemelmoeder. Door Gods wilsbeschikking werd zij de Moeder van Jezus Christus, Gods
mens geworden Woord en de Redder van de wereld.
Maria was een jonge vrouw wiens leven zou worden getekend door de vreugde maar tegelijk
ook door het lijden van haar Zoon. Maria bewaarde vanaf het begin alles in haar hart.
Zij is een vrouw in wie elke moeder zich kan herkennen.
Mensen met zorgen en verdriet vinden bij haar troost en rust.
Op het kruis heeft Jezus haar aan ons gegeven als moeder van alle mensen.
Zo draagt zij ook onze zorgen en onze angsten, ons verdriet en onze pijn, maar ook onze
vreugde en ons geluk.
Laten wij daarom samen bidden:
Maria,
gij hebt Gods Geest ontvangen
en u volkomen opengesteld voor Hem.
En zie, heel de wereld
is er beter van geworden.
Dankzij u hebben miljoenen mensen
God op aarde leren vinden.
Dankzij u weten wij,
dat God voor ons een menselijk gezicht heeft.
Dankzij u is God mens geworden,
God met ons, een naam, een gezicht.
49
Ook wij hebben Gods Geest ontvangen
in ons doopsel en vormsel,
en wij bidden u:
vraag voor ons dat God weer zichtbaar wordt,
handen en voeten krijgt in ons handelen,
en herkenbaar wordt in ons.
Zo wordt onze gemeenschap en onze aarde
een hemelse plaats om te wonen.
Amen.
Lied: “Lief Vrouwke”
Lief Vrouwke,
ik kom niet om te bidden
maar om een poos bij u te zijn.
Ik heb u niets te geven,
niets te vragen deze dag.
Ik bezit alleen de grote vreugde,
dat ik u bekijken mag. (2x)
Lief Vrouwke,
ik kom niet om te zingen,
maar om een poos bij u te zijn.
Ik heb u niets te bieden,
niets te vragen deze dag.
Laat voor mij alleen de grote vreugde,
dat ik Moeder zeggen mag. (2x)
Lief Vrouwke,
ik kom niet om te spreken
maar om een poos bij u te zijn.
Ik heb u niets te zeggen,
niets te vragen deze dag.
Maar bewaar voor mij de grote vreugde,
dat ik u bekijken mag. (2x)
Lieve Moeder,
mag ik eens wederkomen,
als ik Uw steun niet missen kan.
Als ik eens ziek ben, hulp’loos,
vol ellende, zek’re dag.
Geef mij dan toch weer die grote vreugde,
dat ‘k op u vertrouwen mag. (2x)
Schriftlezing
Wij ontsteken een kaars bij de heilige Schrift
Wij bidden samen:
Dat uw Woord, Heer, een licht mag zijn op onze levensweg.
Dat uw Woord, Heer, de vreugde mag doen branden in ons hart.
Dat uw Woord, Heer, ons in deze veertigdagentijd mag helpen
groeien in geloof in Jezus, voor ons gestorven en verrezen.
Op het feest van Maria Boodschap lezen wij uit het evangelie volgens Lucas
De aankondiging van de geboorte van Jezus.
In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in
Galilea, met de naam Nazareth, naar een maagd, die verloofd was met een man
genaamd Jozef, die uit het huis van David stamde. Haar naam was Maria. De
engel trad bij haar binnen en zei: “Verheug u, begenadigde, de Heer is met u”. Zij
raakte geheel in verwarring door wat hij zei en vroeg zich af wat deze begroeting
te betekenen had. Maar de engel zei: “Schrik niet, Maria, u hebt genade
gevonden bij God. U zult zwanger worden en een zoon baren, die u de naam
Jezus moet geven. Hij zal een groot man zijn, en Zoon van de Allerhoogste
worden genoemd. God, de Heer, zal Hem de troon van Zijn vader David geven.
50
Hij zal eeuwig koning zijn over het huis van Jacob, en aan zijn koningschap zal
geen einde komen”.
“Maar hoe moet dat dan?” zei Maria tegen de engel. “Ik heb geen omgang met
een man”. De engel antwoordde haar: “De Heilige Geest zal op u komen en de
kracht van de Allerhoogste zal u overdekken. Daarom zal het kind heilig
genoemd worden, Zoon van God. Bovendien, ook Elisabeth, uw verwante, is op
haar oude dag zwanger van een zoon. Zij werd onvruchtbaar genoemd, maar zij
is al in haar zesde maand. Want voor God is niets onmogelijk”. Toen zei Maria:
“Ik ben de dienares van de Heer, laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt”.
Toen ging de engel van haar weg.
Acclamatie: “Magnificat, jubelt allen in de Heer, jubelt om uw heil”
ZJ 501 (Refr.)
Stilte – Ter overweging
Goede vrienden, het verhaal uit het evangelie gaat verder. Maria werd zwanger en kreeg een
Zoon. Zij zag Hem opgroeien, jong en beloftevol, met iets ontembaars in zijn ogen en zijn
haren. Zij zag Hem verre wegen gaan, onbegaanbare paden in de bergen, tot in de woestijn,
vele dagen lang. Zij luisterde vaak naar zijn verhalen, maar zij verstond nooit helemaal wat
Hij bedoelde. Zij zag Hem over zieken gebogen, zij zag Hem kleine kinderen optillen in het
zonlicht. Zij zag hoe Hij melaatse mensen tegemoet ging, terwijl alle anderen terugweken.
Zij zag Hem binnengaan bij zondaars om er te eten, en hoorde van een grote zondares die
Hem gezalfd had. Zij zag haar Zoon toen Hij werd weggevoerd en hoorde de mensen
zeggen: "Het moest er eens van komen…"
Op de heuveltop waar alle misdadigers worden terechtgesteld, heeft zij Hem teruggezien.
Hij scheen zo ver, zo onwezenlijk ver, ook al kon zij nog enkele lieve woorden van Hem
opvangen.
Zij werd de stille kracht bij de verslagen vrienden, de vrouw die ondanks al het leed dat zij
had gedragen, vrede had gevonden. Zij heeft de leerlingen door de eerste strijd geloodst en
door de eerste ruzies, zodat zij haar "moeder" gingen noemen. Zij zag hen verre wegen gaan
over zeeën en bergen naar alle mensen, groot en klein.
Zij luisterde naar hun verhalen en begreep dat Hij nog altijd levend was.
Toen zag zij hoe overal ter wereld slaven werden vrijgelaten, armen niet verstoten werden en
zieken met liefde werden opgenomen.
Toen zij het wonder van een nieuwe wereld zag gebeuren, bad zij:
“Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder:
Hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is Zijn naam.
Barmhartig is Hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie hem vereert.
Hij toont zijn macht en de kracht van Zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen.
Heersers stoot Hij van hun troon
en wie gering is, geeft Hij aanzien.
Wie honger heeft overlaadt Hij met gaven,
maar rijken stuurt Hij weg met lege handen.
Hij trekt zich het lot aan van Israël, Zijn dienaar,
zoals Hij aan onze voorouders heeft beloofd:
Hij herinnert zich Zijn barmhartigheid
51
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid.
Zie, Hij maakt alles nieuw.”
Laten wij in stilte nadenken over deze beloftevolle woorden.
Lied: “Maria, poort van Gods genade”
ZJ 558
Voorbede
De weg naar God lijkt ons niet langer onmogelijk als gij, Maria, ons de weg wijst.
Daarom willen wij vandaag bidden, om uw voorspraak.

Bidden wij voor alle moeders, dat zij zoals Maria, met veel zorg en aandacht hun
kinderen nabij zijn en niet loslaten, wat er ook gebeurt.
Wees gegroet, Maria …

Bidden wij voor alle kinderen ter wereld, dat zij mogen opgroeien in een gezin, waar
de liefde tussen mensen merkbaar aanwezig is, zodat zij levensblije mensen worden,
die op hun beurt aandacht hebben voor diegenen met wie zij samenleven.
Wees gegroet, Maria …

Bidden wij voor alle mensen, die pijn hebben of verdriet. Voor hen die door het leven
gekwetst werden of het niet meer zien zitten, voor hen die ontgoocheld werden door
hun medemensen; dat zij mensen mogen ontmoeten die hen met veel liefde en zorg
omringen, mensen die voor hen het leven weer leefbaar en zinvol maken.
Wees gegroet, Maria …

Bidden wij voor allen die zorgzaam bezig zijn met mensen, voor hen die de zwakken
beschermen en het opnemen voor de kleinen. Voor alle doodgewone mensen die het
diepe geheim van het leven verstaan met hun hart, en hun talenten ten dienste
stellen van anderen.
Wees gegroet, Maria …

Bidden wij voor christenen vandaag; dat zij blijven zoeken naar wegen om het geloof
en Gods blijde boodschap te brengen bij hun medemensen. Dat zij het levende
bewijs mogen zijn van een hartelijke en levensnabije kerk waarin iedereen zichzelf
mag zijn.
Wees gegroet, Maria …
Moeder Maria,
dankbaar bidden wij:
bewaar en koester in uw moederhart alles wat wij u hebben toevertrouwd.
Blijf voor ons altijd onze hemelse Moeder.
Wij vragen het u in naam van Jezus, uw Zoon.
Amen.
52
Lied: “O Maria, die daar staat”
O Maria, die daar staat,
Gij zijt goed en ik ben kwaad.
Refrein: Wilt Gij mijn arme ziele gedenken
'k Zal u een Ave Maria schenken.
Ave, ave, Maria. Ave, ave Maria.
O Maria, Gij die weet
Dat mijn hart u is besteed.
O Maria, die mij ziet,
Gij hebt alles en ik niet.
O Maria in de strijd,
Toon dat Gij mijn Moeder zijt.
Slotgebed
God,
Wij danken U omdat Gij Maria hebt uitverkoren om de moeder van Jezus te zijn.
Leer ons in deze tijd van voorbereiding op het feest van Pasen
leven met haar eenvoud en vanuit U.
Dat ook wij ons ja-woord durven uitspreken,
elke dag opnieuw.
Wij vragen het U in Jezus’ Naam en met de kracht van de heilige Geest.
Amen.
Zegenformule.
Mogen onze God ons hiertoe zijn zegen schenken
+ In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
53
Lied: “Liefde gaf u duizend namen”
Liefde gaf u duizend namen,
groot en edel, schoon en zoet.
Maar geen een die ’t hart der Vlamen
even hoog verblijden doet
als de naam, o Moedermaagd,
die gij in ons landje draagt.
Schoner klinkt hij dan al d’ andere
Onze Lieve Vrouw van Vlaand’ren,
Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen!
Waar men gaat langs Vlaamse wegen,
oude hoeve, huis of tronk,
komt men u, Maria, tegen,
staat uw beeltenis te pronk,
lacht ons toe uit lindegroen,
bloemenkrans of blij festoen,
moge 't nimmer hier verand’ren:
o gij Lieve Vrouw van Vlaand’ren,
o gij Lieve Vrouw van Vlaanderen!
Blijf in d’ Vlaamse harte tronen
als de hoogste koningin,
als de beste moeder wonen
in elk Vlaamse huisgezin.
Sta ons bij in alle nood,
nu en in het uur der dood,
ons, uw kind'ren en ook d' and'ren,
liefste Lieve Vrouw van Vlaand’ren,
liefste Lieve Vrouw van Vlaanderen.
54
Deel IV
Deel in mijn vreugde! (Lc 15, 6)
Viering voor het sacrament
van de verzoening
55
Deel in mijn vreugde! (Lc. 15, 6)
Viering voor het sacrament van de verzoening
Openingslied: “Een smekeling, zo kom ik tot uw troon”
zangleider
Van harte welkom in deze viering.
Keren wij ons zingend tot God,
die ons zijn barmhartige liefde schenkt.
ZJ 567
allen staan op
Kruisteken en begroeting
voorganger
Gedoopt zijn wij
in de naam van de Vader
en de Zoon en de heilige Geest.
allen
Amen.
voorganger
De vrede van God, onze Vader
en van Jezus Christus, zijn Zoon, zij met u allen.
allen
Amen.
Openingswoord
voorganger
Medegelovigen,
onderweg naar Pasen willen wij in deze veertigdagentijd
met Christus tot nieuw leven komen.
Wij herbronnen ons geloof in de gekruisigde en verrezen Heer.
In zijn brief “De vreugde van het evangelie”
spoort paus Franciscus elke christen aan
om zijn persoonlijke ontmoeting met Jezus Christus te hernieuwen,
want niemand is uitgesloten van de vreugde die de Heer brengt.
Wanneer iemand een kleine stap in de richting van Jezus zet,
ontdekt hij dat Jezus al op hem wacht, met open armen.
In de viering van dit sacrament wil Jezus ons ontmoeten.
Openen wij ons voor zijn grenzeloze en onwankelbare liefde.
Hij doet ons opnieuw het hoofd oprichten en herbeginnen,
met een tederheid die ons nooit teleurstelt
en ons altijd de vreugde kan terugschenken.
Laten wij niet vluchten voor de verrijzenis van Jezus.
Niets vermag meer dan zijn leven dat ons voortstuwt
om mensen van de verrijzenis te worden.
56
Openingsgebed
voorganger
Laten wij dan bidden om Gods ontferming.
gebed in stilte
voorganger
God, onze Vader, wij komen naar U toe.
Gij verheugt U als wij om vergeving vragen.
Wij vragen U: spreek tot ons een woord dat bevrijding schenkt.
Geef ons een teken dat ons bemoedigt.
Blijf ons omgeven met uw liefde;
dat wij die door Christus' lijden en dood zijn verlost,
delen in de vreugde van zijn verrijzenis,
vandaag en alle dagen tot in eeuwigheid.
allen
Amen.
Psalm 32
voorganger
Voor de gelovige betekent het een grote vreugde
als hij uit vergeving mag leven.
Daarom bidden wij met een oprecht hart psalm 32.
voorzang
“Barmhartig de Heer en genadig”
allen
Barmhartige Heer, genadige God.
voorzang
Lankmoedig en rijk aan ontferming.
allen
Barmhartige Heer, genadige God.
lector
Gelukkig is de mens wiens ontrouw is vergeven,
wiens kwaad vergeten is.
Geluk voor hem, als God zijn zonden niet meer telt,
als hij bekennen durft: ik heb gezondigd.
allen
Barmhartige Heer, genadige God.
lector
Zolang ik doof was voor de stem van mijn geweten,
werd ik verteerd van binnen, vluchtte ik in zelfbeklag.
Uw hand woog zwaar op mij, dagen en nachten lang.
Mijn krachten kwijnden weg zoals een mens wegkwijnt
onder de zomerhitte.
allen
Barmhartige Heer, genadige God.
lector
Maar toen kon ik mijn kwaad niet meer voor U verbergen.
Ik dacht: ik ga naar Hem, zeggen wat ik gedaan heb en Gij hebt mij vergeven.
allen
Barmhartige Heer, genadige God.
lector
Daarom mag elke mens die in uw naam gelooft,
vertrouwvol tot U gaan, zolang Gij U laat vinden.
Al breekt een zondvloed los, hem zal niets overkomen, Gij hebt toch ook mijn angst bezworen,
Gij zijt zelf de ark van mijn behoud.
ZJ 3c
57
Het lied van uw verlossing is overal om mij heen.
allen
Barmhartige Heer, genadige God.
lector
Zo spreekt de Heer uw God: 'Ik zal u wegwijs maken,
mijn raad zal Ik u geven mijn ogen zijn op u.
Wees toch niet redeloos en koppig als een ezel,
een paard dat men met sporen en teugels moet bedwingen het zou u slecht vergaan.'
allen
Barmhartige Heer, genadige God.
lector
Ontvlucht uw God, gij vindt ellende overal,
maar geeft gij u gewonnen, Hij zal genadig zijn.
Mensen van goede wil, Hij is een bron van vreugde,
verheugt u dan in Hem met een gelouterd hart.
voorzang
Barmhartig de Heer en genadig.
allen
Barmhartige Heer, genadige God.
voorzang
Lankmoedig en rijk aan ontferming.
allen
Barmhartige Heer, genadige God.
Eerste lezing:
lector
Ex. 32, 7-11.13-14 (lectionarium C 179)
Uit het boek Exodus.
In die dagen sprak de Heer tot Mozes: “Ga nu naar beneden, want het volk dat
ge uit Egypte hebt geleid, is tot zonde vervallen. Zij zijn nu al afgeweken van de
weg die Ik hun had voorgeschreven; ze hebben een stierenbeeld gemaakt, ze
buigen zich daarvoor neer, ze dragen er offers voor op en schreeuwen: Israël, dit
is de god die u uit Egypte heeft geleid.” Ook sprak de Heer tot Mozes: “Ik zie nu
hoe halsstarrig dit volk is. Laat Mij begaan; dan kan Ik hen in mijn brandende
toorn vernietigen. Maar van u zal Ik een groot volk maken.”
Mozes trachtte de Heer, zijn God, gunstig te stemmen en vroeg: “Waarom, Heer,
uw toorn laten woeden tegen het volk dat Gij met grote kracht en sterke hand uit
Egypte hebt geleid? Denk aan uw dienaren Abraham, Isaäk en Israël, aan wie Gij
onder ede beloofd hebt: ‘Ik zal uw nageslacht talrijk maken als de sterren aan de
hemel, en heel het land waarover Ik heb gesproken zal Ik uw nakomelingen voor
altijd in bezit geven. Het zal voor eeuwig uw erfdeel zijn.’” Toen zag de Heer af
van het onheil waarmee Hij zijn volk had bedreigd.
Zo spreek de Heer.
Antwoordpsalm 51
zangleider
58
Met de psalmist bidden wij dat God ons genadig mag zijn
en de zondigheid uit ons hart doet verdwijnen.
Lied: “Erbarm U, God, en delg genadig”
Tweede lezing:
lector
ZJ 320 (strofe 1, 3, 4)
1 Tim. 1, 12-17 (lectionarium C 180)
Uit de eerste brief van de heilige apostel Paulus aan Timóteüs.
Dierbare, ik zeg dank aan Hem die mij sterkt, aan Christus Jezus onze Heer, dat
Hij mij zijn vertrouwen heeft geschonken door mij in zijn dienst te nemen, hoewel
ik eertijds een godslasteraar was, een vervolger en geweldenaar. Maar mij is
barmhartigheid bewezen omdat ik, nog ongelovig, handelde in onwetendheid. En
ik werd in rijke overvloed de genade van onze Heer deelachtig en daarmee het
geloof en de liefde die in Christus Jezus zijn. Dit woord is betrouwbaar en
volkomen geloofwaardig: “Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaars
te redden.” En de eerste van hen ben ik. Daarom juist is mij barmhartigheid
bewezen: Jezus Christus wilde heel zijn lankmoedigheid bewijzen, aan mij als
eerste, als een model voor allen die in de toekomst op Hem zouden vertrouwen
en eeuwig leven winnen. Aan de Koning der eeuwen, aan de onvergankelijke,
onzichtbare, enige God zij eer en roem in de eeuwen der eeuwen!
Amen.
Zo spreekt de Heer.
Vers voor het evangelie: “Geef mij een ander hart, mijn God”
ZJ 27f
allen staan op
voorzang:
Allen:
Geef mij een ander hart, mijn God, maak mij nieuw, maak mij standvastig.
Geef mij een ander hart, mijn God, maak mij nieuw, maak mij standvastig.
Evangelie:
voorganger
Lc. 15, 1-7 (lectionarium C 181)
Uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas.
In die tijd kwamen tollenaars en zondaars van allerlei slag bij Jezus om naar
Hem te luisteren. De Farizeeën en de Schriftgeleerden morden daarover en
zeiden: “Die man ontvangt zondaars en eet met hen.” Hij hield hun deze
gelijkenis voor: “Wanneer iemand onder u honderd schapen heeft en er één
verliest, laat hij dan niet de negenennegentig in de wildernis achter om op zoek
te gaan naar het verlorene totdat hij het vindt? “En als hij het vindt, legt hij het vol
vreugde op zijn schouders en hij gaat naar huis, roept zijn vrienden en buren bij
elkaar en zegt hun: ‘deelt in mijn vreugde, want mijn schaap dat verloren was
geraakt heb ik gevonden.’ Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over
één zondaar die zich bekeert, dan over negenennegentig rechtvaardigen die
geen bekering nodig hebben.”
Zo spreekt de Heer.
Acclamatie: Uw woord, Heer, heeft een wond’re kracht
ZJ 773 (refrein)
59
Homilie
Uitgaande van de evangelielezing over het verloren schaap
en de twee overige Schriftlezingen kan de voorganger in de homilie spreken
over Jezus Christus die in de wereld is gekomen om zondaars te redden.
Anders dan in de gelijkenis van de verloren zoon,
die zelf terugkeert op zijn stappen en de weg naar huis neemt,
is het in de gelijkenis van het verloren schaap
de herder zelf die op zoek gaat naar het verlorene.
Het is God zelf die het initiatief neemt
en op zoek gaat naar wie verloren is, de zondaar.
Gods barmhartige en vergevende liefde is zuiver genade.
Het evangelie spreekt ook over het delen in de vreugde van God
na het terugvinden van het verloren schaap.
De verzoening van de zondaar met God
is een bron van gedeelde vreugde in het hart van God.
Het sacrament van de verzoening is een bron van vreugde
niet alleen voor de zondaar wiens zonden zijn vergeven maar,
door het gebaar van de verzoening en door de gulheid van God,
die de vreugde omwille van het terugvinden van zijn verloren schaap wil
delen, is het een vreugde voor heel de Kerk.
De vreugde van het evangelie is de vreugde van Pasen,
die ook mag beleefd worden doorheen het sacrament van de verzoening.
Deze vreugde van het evangelie, zo begint paus Franciscus zijn brief,
vult het hart en het hele leven van allen die Jezus ontmoeten.
Toch wordt deze vreugde ook bedreigd door de zonden van de mens.
Alleen als wij ons laten redden door Christus, worden wij bevrijd van zonde,
droefheid, innerlijke leegte en eenzaamheid.
De bekoringen en uitdagingen waarover de pauselijke brief spreekt,
vormen het uitgangspunt voor een grondig gewetensonderzoek.
Stiltemoment
Gewetensonderzoek
60
voorganger
In het gewetensonderzoek
luisteren wij naar woorden van paus Franciscus.
Hij nodigt ons niet alleen uit om de vruchten van de goede geest
te onderscheiden van die van de slechte geest,
maar vooral – en daar gaat het om –
om te kiezen voor de vruchten van de goede geest
en die van de slechte geest af te wijzen.
lector
We dienen neen te zeggen
tegen een economie van uitbuiting en sociale ongelijkheid.
Alles draait om competitiviteit en de wet van de sterkste.
Grote groepen van de bevolking
voelen zich uitgesloten en gemarginaliseerd.
Het menselijk wezen wordt als een consumptiegoed beschouwd.
We hebben een 'wegwerpcultuur' gecreëerd
en een mondialisering van de onverschilligheid ontwikkeld.
We zijn gevoelloos geworden voor de noodkreet van anderen.
(Evangelii Gaudium, nr. 53-54)
overweging in stilte
voorganger
Neen aan de economie van de uitsluitingen.
allen
Heer, ontferm U. Heer, ontferm U. Heer, ontferm U.
lector
De aanbidding van het gouden kalf
kreeg een nieuw en meedogenloos gezicht
in het fetisjisme van het geld
en de dictatuur van een economie zonder gelaat,
die niet op de mens is gericht.
De mens wordt herleid tot een enkele behoefte: consumeren.
Daarbij komt nog een wereldwijde corruptie
en een egoïstische belastingontduiking met mondiale dimensies.
De rijken moeten de armen helpen, respecteren en aanmoedigen.
Ik roep u op tot een belangeloze solidariteit,
een terugkeer van de economie en van het financiewezen
naar een ethiek ten bate van de mens. (EG, nr. 55-58)
ZJ 10d
overweging in stilte
voorganger
Neen aan het geld dat regeert in plaats van te dienen.
allen
Heer, ontferm U. Heer, ontferm U. Heer, ontferm U.
lector
Zolang er sociale uitsluiting en ongelijkheid blijft bestaan
in de samenleving en tussen de volkeren,
wordt het geweld niet uitgeroeid.
Dit niet alleen omdat sociale ongelijkheid
een gewelddadige reactie oproept
bij hen die buiten het systeem vallen,
maar ook omdat het sociale en economische systeem
intrinsiek onrechtvaardig is.
De mechanismen in ons huidige economische bestel
werken een overdreven consumptie in de hand.
Dit leidt tot ongebreidelde consumptiedrift en sociale ongelijkheid.
(EG, nr. 59-60)
overweging in stilte
voorganger
Neen aan sociale ongelijkheid die leidt tot geweld.
allen
Heer, ontferm U. Heer, ontferm U. Heer, ontferm U.
lector
Velen lopen de bekoring op te veel aandacht te besteden
aan zichzelf en ontspanning.
De identificatie met de christelijke boodschap neemt af.
Soms relativeert men zo sterk dat men doet alsof God niet bestaat,
alsof er geen armen zijn, alsof de anderen niet bestaan,
alsof er niemand is aan wie de Blijde Boodschap moet verkondigd worden.
Zo zien we bij veel mensen, ook al bidden ze, individualisme,
een identiteitscrisis, een verflauwing van de ijver,
61
een minderwaardigheidscomplex dat er toe leidt
dat ze hun christelijke identiteit en overtuiging relativeren of wegstoppen.
Vaak vervalt men in een manier van leven
waarbij veel belang gehecht wordt aan macht en menselijke eer,
in plaats van zijn leven te geven voor de ander. (EG, nr. 78-80)
overweging in stilte
voorganger
Ja aan een enthousiast missionaire spiritualiteit.
allen
Heer, ontferm U. Heer, ontferm U. Heer, ontferm U.
lector
Velen vrezen dat iemand hen oproept
om een apostolische taak te vervullen
en ze proberen ieder engagement
dat hen hun vrije tijd zou kunnen ontnemen, te ontvluchten.
Soms blijft men vastzitten in een verlammende verzuring
en ziet men een engagement voor het evangelie
niet als een blij antwoord op de liefde van God
die ons tot deze zending oproept en ons vervult en vruchtbaar maakt.
Christenen veranderen in museumstukken.
Ontgoocheld door de realiteit, door de Kerk of door zichzelf,
worden ze constant bekoord zich te wentelen
in een zoete treurnis, zonder hoop. (EG, nr. 81-83)
overweging in stilte
voorganger
Ja aan de vreugde van de evangelisatie
en het missionair gezonden zijn.
allen
Heer, ontferm U. Heer, ontferm U. Heer, ontferm U.
lector
De kwalen van onze wereld – en van onze Kerk –
zouden geen excuses mogen zijn
om onze inzet en onze ijver te laten verflauwen.
Een van de ergste bekoringen die ijver en moed verstikken,
is het gevoel van mislukking dat van ons ontevreden,
ontgoochelde en sombere pessimisten maakt.
Op vele plaatsen in de wereld heeft zich een woestijnvorming voltrokken.
Deze is het resultaat van samenlevingen
die zich zonder God willen ontwikkelen
of hun christelijke wortels uitroeien.
Soms worden christenen,
door het gewelddadige verzet tegen het christendom,
verplicht om hun geloof bijna in het verborgene te beleven.
Dit is een andere, heel pijnlijke vorm van woestijnervaring.
Zelfs de eigen familie en het werkmilieu
kunnen die dorre omgeving zijn.
In de woestijn hebben we vooral nood aan mensen van geloof
die door het voorbeeld van hun leven
de weg tonen naar het Beloofde Land
en zo de hoop levend houden. (EG, nr. 84-86)
overweging in stilte
62
voorganger
Ja aan de hoop.
allen
Heer, ontferm U. Heer, ontferm U. Heer, ontferm U.
lector
Velen ontvluchten de anderen voor een comfortabel privéleven
of voor een beperkte intieme kring en doen afstand van de realiteit
van de sociale dimensie van het evangelie.
De grote bekoring bestaat erin de intermenselijke relaties
alleen maar te zien doorheen gesofistikeerde apparaten,
beeldschermen en systemen die men aan- en uitzet als men het wil.
Het evangelie nodigt ons steeds weer uit ons te wagen
aan het risico van de ontmoeting met het gelaat van de ander,
met zijn fysieke aanwezigheid die ons opvordert,
met zijn lijden en zijn vragen,
met zijn aanstekelijke vreugde in een totale nabijheid.
We moeten Jezus leren ontdekken in het gelaat van de anderen,
in hun stem, in hun vragen.
We moeten leren lijden en de gekruisigde Christus omarmen
wanneer we onterecht agressie of ondankbaarheid ervaren,
en onvermoeid blijven kiezen voor broederlijkheid. (EG, nr. 87-92)
overweging in stilte
voorganger
Ja aan de gemeenschap met Jezus en de medemensen.
Allen
Heer, ontferm U. Heer, ontferm U. Heer, ontferm U.
Lector
De bekoring bestaat erin menselijke eer en persoonlijk welzijn
na te streven en niet de glorie van God
en het eigenbelang te zoeken en niet dat van Jezus Christus.
Soms houdt men van bepaalde normen of kennis of levensstijlen
waarmee men niet evangeliseert, maar de ander analyseert,
klasseert, controleert en oordeelt.
Waar een wereldlijke spiritualiteit, een spiritualiteit zonder God, heerst
is er geen evangelische ijver meer,
maar de valse vreugde van een egocentrische genoegdoening.
Het moet vermeden worden en de Kerk moet ertoe worden bewogen
om uit zichzelf te treden, in een zending die op Jezus Christus gericht is
en een engagement voor de armen. (EG, nr. 93-97)
overweging in stilte
voorganger
Ja aan het evangelie.
Allen
Heer, ontferm U. Heer, ontferm U. Heer, ontferm U.
Lector
Wat voor strijd wordt er niet gevoerd binnen het Gods Volk
en de verschillende gemeenschappen!
Hoeveel strijd wordt niet gestreden uit afgunst en jaloezie
in onze buurt, op de werkvloer, ook onder christenen!
Bij sommigen maakt het hartelijk behoren tot de Kerk
plaats voor een geest van controverse.
Christenen dienen getuige te zijn van een broederlijke verbondenheid
die aantrekkelijk en verhelderend is.
63
Dat allen mogen bewonderen hoe jullie zorg dragen voor elkaar,
hoe jullie elkaar bemoedigen en hoe jullie elkaar begeleiden.
Wees op uw hoede voor de verleiding van de afgunst!
Laten we aan de Heer vragen dat Hij ons de wet van de liefde doet begrijpen.
Bidden voor de persoon die ons irriteert, is een mooie stap in de liefde
en is een daad van evangelisatie. (EG, nr. 98-101)
overweging in stilte
voorganger
Ja aan de broederlijke verbondenheid in liefde.
Allen
Heer, ontferm U. Heer, ontferm U. Heer, ontferm U.
Gebed
voorganger Wij willen nu bidden,
want het voelt goed, telkens als wij afdwalen
naar de Heer terug te keren.
God wordt het nooit moe ons te vergeven.
Vragen wij om zijn barmhartigheid.
Hij vergeeft ons zeventig maal zeven keer.
Steeds opnieuw neemt de Heer ons op zijn schouders.
Allen
Heer,
ik heb me iets wijs laten maken;
op duizenden manieren heb ik uw liefde afgewezen,
maar hier ben ik om mijn verbond met U te hernieuwen.
Ik heb U nodig.
Verlos mij, Heer,
en neem mij in uw armen.
Amen.
Persoonlijke belijdenis
voorganger
Met onze kleinheid en gebrokenheid
mogen wij nu tot God gaan.
Hij zal tot ons zijn bevrijdend
en vergevend woord spreken.
Men kan nu persoonlijk tot bij de priester gaan
en een korte belijdenis formuleren.
Onder handoplegging spreekt de priester de absolutie uit.
64
boeteling
Heer Jezus, Zoon van God, wees mij zondaar genadig.
Ik vraag God om vergeving...
priester
God de barmhartige Vader,
heeft de wereld met zich verzoend
door de dood en de verrijzenis van zijn Zoon,
en de heilige Geest uitgestort
tot vergeving van de zonden;
Hij schenke u door het dienstwerk van de kerk
vrijspraak en vrede.
En ik ontsla u van uw zonden
in de naam van de Vader,
en de Zoon + en de heilige Geest.
boeteling
Amen.
Danklitanie
voorganger
Christus is de goede Herder
die op zoek gaat naar het verloren schaap
en als Hij het gevonden heeft,
het vol vreugde op zijn schouders legt.
Laat ons met een dankbaar hart bidden:
lector
Jezus, Gij zijt ons leven,
Gij die in de wereld gekomen zijt
opdat allen leven zouden bezitten en wel in overvloed.
Lied:
“God is de Herder”
allen:
Liefelijk lokt mij zijn wenkende stem:
God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem.
lector
Jezus, goede Herder,
die uw leven hebt gegeven voor uw schapen.
allen
Liefelijk lokt mij zijn wenkende stem:
God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem.
lector
Jezus, getrouwe waarheid,
die ons vrijmaakt.
allen
Liefelijk lokt mij zijn wenkende stem:
God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem.
lector
Jezus, enige weg,
waarlangs allen moeten komen die tot de Vader gaan.
allen
Liefelijk lokt mij zijn wenkende stem:
God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem.
lector
Jezus, verrijzenis en leven,
door wie alle mensen die in U geloven,
zullen leven, ook al zijn zij gestorven.
allen
Liefelijk lokt mij zijn wenkende stem:
God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem.
ZJ 713 (refrein)
65
lector
Jezus, ware wijnstok,
wiens ranken de Vader zuivert,
opdat zij meer vrucht dragen.
allen
Liefelijk lokt mij zijn wenkende stem:
God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem.
Gebed van de Heer
voorganger
Tot God, de Vader vol barmhartigheid
en de Vader van alle mensen,
bidden wij met de woorden die Jezus ons gegeven heeft.
allen
Onze Vader
Danklied: “Onze Hulp is de naam van de Heer”
66
zangleider
Met de woorden van psalm 103
willen wij God loven en danken voor zijn barmhartige liefde.
voorzang
Onze hulp is de naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Hij is voor ons een barmhartige Vader
en tot in eeuwigheid duurt zijn trouw.
allen
Onze hulp is de naam van de Heer
en tot in eeuwigheid duurt zijn trouw.
voorzang
Hij roept mijn leven weg uit het graf,
Hij maakt mijn dagen vol van geluk
en als een arend herleeft mijn jeugd.
allen
Onze hulp is de naam van de Heer
en tot in eeuwigheid duurt zijn trouw.
voorzang
Deze God beschuldigt ons niet
en nooit zal Hij kwaad met kwaad vergelden,
groter dan onze zonden is Hij.
allen
Onze hulp is de naam van de Heer
en tot in eeuwigheid duurt zijn trouw.
voorzang
Zoals een man voor zijn zonen barmhartig is,
zo is Hij voor ons een barmhartige Vader,
Hij kent ons toch, Hij heeft ons gemaakt.
Onze hulp is de naam van de Heer,
die hemel en aarde gemaakt heeft.
Hij is voor ons een barmhartige Vader
en tot in eeuwigheid duurt zijn trouw.
ZJ 318
allen
Onze hulp is de naam van de Heer
en tot in eeuwigheid duurt zijn trouw.
Wegzending
allen staan op
voorganger
Wij zijn geliefde kinderen van God, onze Vader.
Jezus Christus, zijn Zoon, is voor ons gestorven en verrezen.
De Geest die in ons woont, leidt ons langs rechte wegen.
Moge God ons tot zegen zijn.
Allen
Amen.
voorganger
De Heer heeft uw zonden vergeven.
Ga heen in vrede en vreugde.
allen
Wij danken God.
Feestelijk orgelspel
Deze “gids” werd samengesteld door
de Diocesane Commissie voor Liturgie en het Parochievicariaat bisdom Hasselt
67
Pastoraal Informatiecentrum vzw (P.I.C.)
Tulpinstraat 75, 3500 Hasselt
 011 24 90 10
 [email protected]
D/2015/1671/1