CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Minister voor Wonen en Rijksdienst t.a.v. de heer drs. S.A. Blok Postbus 20011 2500EA DEN HAAG Postbus 107 3740AC Baarn I3ezoekadres: Oude Utrechtseweg 19 Bi a rn Telefoon 035 -69 S4 070 lelefax 035 69 94080 Internet httpi/www.cfv.nl C mail [email protected] Ons kenmerk BOINS/15.017 Onderwerp Voorlopige uitvoeringstoets op het werkconcept van AMvB Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting en Nota van toelichting; algemeen deel (versie 5januari 2015) Baarn, 20januari 2015 Geachte heer Blok, p 5januari jI. heeft CFV van uw ministerie het verzoek ontvangen 0 om gegeven de voorziene voorhangprocedure uiterlijk 20januari een uitvoeringsto ets te doen op de AMvB behorend bij de Herzieningswet. 0 p 13januari werd dit verzoek nader geformaliseerd in uw brief met kenmerk 2015-000000803 1. U verzoekt mij daarin het integrale oordee l van CFV op de voorstellen te geven, Ik zou graag voldoen aan dit verzoek, maar de op 5januari via de mail verstrekte versie van de AMvB zelf maakt dit onmogelijk, omdat de uitwerking in de aangereikte stukke n (nog) niet zodanig is dat er sprake kan zijn van een integrale en concludente uitvoeringstoets. Samenvatting Op basis van de verstrekte stukken, concludeert CFV dat de AMvB (nog) niet uitvoerbaar is en dat goed toezicht op veel onderdelen aan de hand van deze AMvB (nog) niet mogelijk is. Veel normering moet nog worden ingevuld in lagere regelgeving. Daarom heeft deze brief en bijgevoegde documenten van CFV het karakter van een voorlopige u itvoeringstoets. CFV trekt in die voorlopige uitvoeringstoets al wel de conclu sie dat zeer grote problemen zijn te voorzien op het onderdeel scheiding DAEB / niet-DAEB en staatssteun, zodanig dat op dit belangrijke onderdeel een fundamentele herziening van de AMvB noodzakelijk wordt geoordeeld. De scheiding DAEB / niet-DAEB kan worden beschouwd als de kern van de herordening in de Herzieningswet die met de gebrekkige uitwerking in de AMvB onder druk komt te staan. De gesignaleerde problemen hebben ook betrekking op het punt van de overcompensatie. Die uitwerking staat op gespannen voet met het uitgangspunt van het (Europ ese) staatssteunrecht dat uitvoering van een DAEB activiteit tegen een redelijke winst mogelijk is. De in de concept AMvB voorgestelde berekeningswijze leidt niet tot het inzicht of het direct rendement hoger of lager is dan in de reguliere huurmarkt en kan daarom leiden tot strijd met deze Europese kaders. Voorts acht CFV het een probleem dat de waarborging van onafhankelijk extern toezicht, zoals op uitdrukkelijke wens van de Kamer in het amendementVerhoeven is vastgelegd in de Herzieningswet, op geen enkele wijze een doorwerking heeft gevonden in de AMvB ; zo wordt op diverse plaatsen aan de minister een oordeelsbevoegdheid inzake de financiële continuïteit van een woningcorporatie toegekend, waar op basis van het amendement de Autoriteit woningcorporaties (Aw) die taak toekomt. Vervola brief BO/NS/1 Ç.O1 7 — ESTELO BIJ BESLUITCENTRALE FONDS VOOR DE VOLKSHUISVESTING ISTAATSBLAD 1988, 483). =1- ING Bank 69 7643 689 K.v.K. 216TiI _________ CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Een voorlopige uitvoeringstoets Het ‘werkconcept’ van het besluit en het concept van de Nota van toelichting bevatten, mede door het ontbreken van een artikelsgewijze toelichting, voor CFV nog een groot aantal onduidelijkheden. Was er meer tijd gegeven, dan zou CFV graag op diverse punten nog in overleg met uw ministerie treden voor nadere toelichting. Dat bleek gegeven het korte tijdpad voor reactie nu niet mogelijk. Daarbij speelt dat in de AMvB nog een aantal PM-punten is opgenomen, waaronder ook onderdelen die voor het financieel toezicht van belang zijn. Tevens bevatten de stukken her en der foute verwijzingen en diverse verwijzingen naar voor ons nog onbekende ministeriële regelingen. Uit contact van CFV met uw ambtenaren is gebleken dat in de afgelopen weken overleg met belanghebbende partijen heeft plaatsgevonden, waarover werd meegedeeld dat als gevolg daarvan enkele teksten van de AMvB nog zullen wijzigen, zonder dat CFV duidelijk is welke wijzigingen dat zullen zijn. Gegeven de kennelijke status (werkconcept’) van de voor de voortvloeiende beperkingen die zich daarbij voor CFV aandie toets aangereikte stukken en de daaruit nden, kan deze toets van CFV niet anders dan een voorlopig karakter hebben. Deze voorlopige uitvoeringsto ets moet aanvullend gelezen worden op de opmerkingen die CFV al in de uitvoeringstoets bij de Novell e (4 maart 2014) en in de Proeve van uitvoeringstoets op de proeve van AMvB van 15 septem ber 2014 (kenmerk GB/RV/14.391) heeft opgenomen. In de toets van CFV is ook uw brief van 10decemb er2014 (kenmerk 2014-0000650434) met uw reactie op de uitvoeringstoets van CFV op de proeve AMvB bij de Novell e weken nadat een meer volledige uitwerking van de AMvB op de Herzieningswet betrokken. CFV zal twee beschikbaar is, vanuit zijn verantwoordelijkheid als financieel toezichthouder alsnog een meer definitieve integrale uitvoeringstoets presenteren. Hoewel u een integraal oordeel vraagt, wordt in deze voorlo pige uitvoeringstoets door CFV de focus gehanteerd van het financiële toezicht en de uitvoerbaarh eid daarvan straks door de Aw. Na afstemming met ILT gaat CFV ervan uit dat ILT in haar uitvoeringstoets inhoudelijk reageert op de relevante aspecten van volkshuisvesteljk toezicht, rechtmatigheid, governance en integriteit. In deze oplegbrief geeft CFV een reactie op de hoofdlijnen van de AMvB. In de bijlage wordt eerst op onderwerp en daarna op artikelniveau een meer uitgeb reide reactie gegeven en een reactie op de toelichting bij de AMvB. Inhoudelijk commentaar op hoofdlijnen Onder verwijzing naar de betreffende onderdelen in de bijlagen en de hierboven gemaakte opmerkingen over de status van de op 5januari aangeboden AMvB, conclu deert CFV dat goed toezicht op veel onderdelen aan de hand van deze AMvB (nog) niet mogelijk is. Veel norme ring moet nog worden ingevuld in lagere regelgeving. Daarbij is niet altijd duidelijk of dat in de ministeriële regeling dan wel beleidsregels vervat zal worden en dus welke Organisatie daarvoor straks verantw oordelijk is. Hieronder worden de belangrijkste inhoudelijke bevindingen van CFV samengevat. Wetgevingskwaliteit Voor een goede uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van regelgeving is het vereist dat die regelgeving helder en duidelijk is. Vanuit de complexiteit van de aangeboden regelgeving heeft CFV daarover grote zorgen. De zeer lastige leesbaarheid, de onbalans in mate van detaillering (blijkend uit bijvoorbeeld de uitvoerige uitwerking van de verkoopregels versus de ontbrekende uitwerking van waardering van het bezit) en de vele nog nader te bepalen zaken, makende uitvoe ring van de wet door zowel de toegelaten instellingen, als voor het extern toezicht op de nalevin g en de voorstellen met betrekking tot de scheiding DAEB en niet-DAEB door de Aw zeer complex. Daarna ast bevat de voorliggende AMvB ook nog diverse inconsistenties in samenhang en verwijzingen. Waorderingsvroogstuk Via mijn brief van 18december2014 (kenmerk JH/NS/14.60 3) heb ik u mijn advies inzake de uitwerking van de marktwaarde in verhuurde staat doen toekomen. In dit advies wordt onder meer ingegaan op de inhoud van hetwaarderingshandboek en het onderscheid tussen een ‘Light’ en ‘Full’ variant daarvan, de introductie van een ‘College marktwaarde woningcorporaties’ dat tot taak moet krijgen om het waarderingshandboek jaarlijks te actualiseren en het tijdpad om het marktwaardeb egrip in de sector in te voeren. In de concept AMvB zoals ontvangen op 5januari zijn geen bepalin gen opgenomen over de uitwerking van de marktw aarde in verhuurde staat, maar wordt verwezen naar minist eriële regeling. Via de e-mail van 19januari is alsnog een concept artikel in de AMvB en concept tekst voor de nota inhoudelijke bepalingen over de uitwerking van de marktw van toelichting toegezonden waarin aarde in verhuurde staat zijn opgenomen. In uw adviesaanvraag heeft u als belangrijk punt meege geven draagvlak moet hebben binnen de sector. Dit is in het advies dat de uitwerking van het marktwaardebegrip instellen van een onafhankelijk College marktwaarde woningonder meer uitgewerkt door middel van het corporaties. De taak van het college is het Vervolg brief BO/N5/i 5.017 — -2- I CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING onafhankelijk vaststellen en actualiseren van het waarde ringshandboek gebruik makend van de expertise van de markt en met draagvlak van alle partijen, op afstand van minister en toezichthouder. In uw voorstel voor de AMvB is het onafhankelijke college niet opgenomen. In de tekst van de concept Nota van toelichting is de achtergrond van uw keuze om het advies op dit punt niet overte nemen niet toegelicht. Gezien het belang van het onafhankelijke college voor draagvlak en inbren g van expertise uit de markt over waarderen van vastgoed, verzoek ik u uw keuze te heroverwegen. Als second best zie ik een oplossing in het instellen van een onafhankelijk college door CFV die de taken zal uitvoeren, zoals omschreven in het advies, Ik ga er dan van uit dat dit college onder de Herzieningswet kan worden gecont inueerd onder verantwoordelijkheid van de Aw. Scheiding DAEB en niet-DAEB De uitwerking in de AMvB over liet al dan niet aan de orde zijn van overcompensatie is naar het oordeel van CFV niet bruikbaar en geeft geen mogelijkheid tot handha ving. Daarenboven staat de wijze waarop de overcompensatie is uitgewerkt in de ogen van CFV op gespannen voet met de doelstellingen die verbonden zijn voor liet verlenen van staatssteun voor het uitvoeren van Diensten van algemeen en economisch belang. CFV voorziet zeer grote problemen met betrekking tot de regelgeving inzake scheiding DAEB en niet-DAEB. Op basis van onze bevindingen acht CFV een fundamentele herijking van de AMvB op dit onderdeel noodzakelijk, en dat niet alleen uit oogpunt van uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, maar ook uit oogpunt van (minimum) wetgevingskwaliteit, rechtszekerheid en doelm atigheid, zowel voor de toezichthouder als de onder toezicht geste Iden. CFV is van mening dat de met de Herzieningswet beoogde herordening op dit onderdeel met deze AMvB niet tot stand gaat komen. In de artikelgewijze toelichting van CFV (zie bijlage 2) wordt daar uitvoerig op ingegaan. Hier beperk ik mij tot de meest opvallende problemen. Zo kan op grond van de AMvB de toegelaten instelling de minister verzoeken om de aflossing van de interne leningen voor niet-DAEB aan te passen. De AMvB maakt daarbij een ruime interpretatie mogelijk. De Raad van State heeft in zijn advies van 5juni 2014 al aangegeven dat uitstel van aflossen op de interne (marktconforme) lening tot gevolg kan hebben dat deze leningen tot in lengte van jaren blijven bestaan. Aangezien het streven is om de omvang van de interne leningen afte bouwen en niet-DAEB geen kerntaak voor een corporatie is, dient voorkomen te worden dat er te gemakkelijk van deze faciliteit gebruik kan worden gemaakt. In dat geval ontstaat geen feitelijke splitsing tussen beide takken. Daarbij roept ook de uitwerking van de instelling van een voorziening ten behoev e na de administratieve scheiding nog veel vragen op, brengt van het verstrekken van extra interne leningen dat forse administratieve lasten met zich mee en is deze uitwerking vanwege de complexiteit in de vormg eving moeilijk handhaafbaar. Het tijdpad in de AMvB dat uitgaat van een scheidingsvo orstel van toegelaten instellingen uiterlijk 1januari 2017 (cfm. brief van 10december2014) is niet uitvoerbaar. CFV gaat uit van het volgende tijdpad: Tijdpad naar een nieuwe beoordelingsm&h odiek G-41o1.e meeh0e Vod.e,.Jn9p4,t boo,deIr, h v n.eow ,v,thoke4 S(h.’w beode9 201 6 ob v re’..e 1 4: 4 415 K2216 Vervola brief BO/NS/15.01 7 -3- CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING In het bovenstaande tijdpad kunnen corporati es het scheidingsvoorstel in de eerste helft van 2017 indienen. Daarmee kunnen corporaties het scheidingsvoo rstel ook laten aansluiten op de door de accounta nt gecontroleerde cijfers in de jaarrekening over versl 1januari 2017 nog niet beschikbaar zijn. CFV dringagjaar 2016. Deze gecontroleerde cijfers kunnen op t er op aan de uiterste datum voor indiening van scheidingsvoorstel door corporaties op 1 mei het 2017 te stellen. Dit is volgens de Herz ieningswet de nieuwe uiterste datum waarop de jaarrekening bij de toezi chthouder ingediend moet worden. Ook maakt onvoldoende mate duidelijk aan welke eisen het de AMvB in scheidingsvoorstel dient te voldoen. De normering met betrekking tot investeringen door de niet-DAEB tak van de toegelaten instelling dient verduidelijkt te worden. Met name omdat de Aw de zienswijze van de borgingsvoorziening ter zake te nemen, dient de relatie tussen de goedkeur dient over ing van het geheel van voorgenomen activiteiten (exploita afzonderlijke niet-DAEB plannen en de beoordeling van tie, verbetering, sloop, nieuwbouw en verkoop) conform de meerjarenprognose van de niet-DAEB tak duidelijk DAEB plan een positieve zienswijze krijgt, terwijl te zijn. Het is goed denkbaar dat een afzonderlijk niet het geheel van de activiteiten in de niet-DAEB tak groot risico oplevert. De Aw moet hierbij de ruim een te te houden om de corporatie op grond van een maat verbeterplan of herstelplan de opdracht te geven regel, het Het bedoelde plan zou hierdoor kunnen sneuvelen geheel van de voorgenomen activiteiten aan te passen. ondanks de goedkeuring van de borgingsvoorzieni ng. Normenkader voorfinancieel beheer Het normen kader voor financieel beheer is niet uitgewerkt in de concept AMvB, waardoor het niet mogelijk is om op dit onderdeel een uitvoeringstoets te geven. Accountantscontro!e Omdat op verschillende onderdelen van de AMvB sprake is van onvolkomenheden in de regelgeving, de regelgeving op dit moment nog niet is ingevuld, dan wel heeft CFV zorgen over de uitvoerbaarheid van de controle door de accountant. CFV ziet het risico dat uitw erking in controleprotocollen problematisch word t, dan wel dat er in veel gevallen sprake zal zijn van niet goed keurende Assurancerapporten. Toezicht In de AMvB wordt op diverse plekken uitgegaan van oordeelsvorming inzake de financiële cont inuït de minister. Nu dit oordeel in art. 61 lid van de wet, als gevolg van het amendement Verhoeven, eit door 3 bij wet de Autoriteit is opgedragen, zullen deze AMvB bepa lingen tot verwarring en rechtsonzekerheid leiden. aan Daarom verzoekt CFV de minister om in één artikel in algemene termen de rol van de Aw bij de in de AMvB genoemde zaken te vermelden. Dit voorkomt dat dit soort kwesties in de uitvoeringspraktijk tot stand zullen moeten komen, hetgeen de rechtszekerheid en de efficiëntie niet ten goede komt. Een eventuele rol Aw waarbij de Aw op basis van art. 35 lid 1 indic van de atief elke gemeente aangeeft welke financiële middelen een toegelaten instelling ter beschikking heeft en welke bijdrage zij kan leveren aan het gemeente lijk volkshuisvestingsbeleid, acht CFV vanuit de optie k van onafhankelijk toezicht zeer onwenselijk. Slotopmerkin gen bij sanering In de Nota van toelichting op de AMvB staat dat sanering moet zijn gericht op de voortzetting van DAEB werkzaamheden die de gemeente van belang vindt, door een toegelaten instelling. Vanuit de werking van de prikkelstructuur wil CFV nogmaals benadrukken dat CFV bij een sanering nadrukkelijk een voor keur heeft voor het door een andere corporatie voortzett en van de DAEB werkzaamheden. Voor de jurid ische entiteit ontstaat op deze wijze een sterkere prikkel om niet te grote risico’s te nemen, omdat de afwenteli collectief in ieder geval leidt tot het verdwijn ng op het en van de eigen rechtspersoon. In de Nota van toelichting staat dat de mogelijkheid van faillissement niet word t uitgesloten. Vanuit de prikkelstructuur acht CFV dit zeer wenselijk en ziet vanuit het oogpunt van rech tszekerheid graag een nadere uitwerking van het faillissementsscenario gericht op niet-DAEB tegem oet. Verder is CFV nog steeds van mening dat met het borging) art. 86 lid 2 nog scherper dient te word oog op de risico’s op oneigenlijke staatssteun (sanering en en verwoord, In alle gevallen dient bij sanering over worden tot de afbouw van de niet-DAEB tak. De gegaan te saneringssteun die uiteindelijk wordt uitgekeer d, levert dan alleen nog een bijdrage aan het voortzetten van de DAEB werkzaamheden. Daarnaast zijn de gron dslagen voor de bijdrageheffingen voor saneringssteun , projectsteun en het toezicht in de AMvB verschille adviseert om alle heffingen op eenzelfde gron nd. CFV dslag te laten plaatsvinden. Hiermee worden de uitvoeringskosten aanzienlijk beperkt. Vervolg brief BO/N5/15.017 CENTRAAL FONDS VOLKSHUISVESTING Ik ben uiteraard bereid deze uitvoeringstoets monde ling nader toe te lichten aan u en uw ambtenaren, zoals ik in mijn van mail van 14januari aan de heer Van Kempen al aangaf. Zodra de AMvB aan de Kamer zal worden aangeboden, zal een kopie van deze uitvoe ringstoets op de website van CFV worden geplaa tst. Met vriendelijke groet, ndslkshuisvesting drs. D.L. Braal-Verhoog directeur Bij lagen: • Bijlage 1: Voorlopige uitvoeringstoets CFV naar onderw erp • Bijlage 2: Voorlopige uitvoeringstoets CFV naar artikel • Bijlage 3: Opmerkingen bij concept Nota van toelich ting Vervolg brief BO/N5/15.o1 7
© Copyright 2024 ExpyDoc