Cardiovasculair risicomanagement (CVRM) bij Reumatoïde Artritis (RA) Hieronder een samenvatting van de lezing van dr. Calin Popa, werkzaam in het UMC St. Radboud, over Cardiovasculair risico bij Reumatoïde Artritis (RA). Ontstekingen blijken een risicofactor bij het ontstaan van hart- en vaatziekten. We kennen de traditionele risicofactoren zoals roken, hoge bloeddruk, hoog cholesterolgehalte en diabetes. Een recent onderkende risicofactor is de aanwezigheid van chronische ontstekingsprocessen en een verhoogde ontstekingsfactor, zoals bij mensen met RA. Chronische gewrichtsreuma gaat gepaard met chronische ontstekingen, die de cholesterolgehaltes verslechteren en een schadelijk effect hebben op de bloedvaten, met als gevolg een grotere kans op een hartinfarct. De kans op hart- en vaatziekten is onder reumapatiënten dan ook tweemaal zo groot als onder de algemene bevolking. De kans dat iemand een hartinfarct krijgt, kan worden bepaald door de verschillende risicofactoren in kaart te brengen; zo wordt een individueel cardiovasculair risicoprofiel vastgesteld. De chronische ontstekingsprocessen geven reumapatiënten een slechter cardiovasculaire risicoprofiel. Daarnaast hebben mensen met een verhoogde ontstekingsfactor C-reactief proteïne (CPR) een hogere kans op een hartinfarct. Atherosclerosis, oftewel slagaderverkalking bij hart- en vaatziekten Dr. Calin Popa vertelde over de atherosclerosis, oftewel slagaderverkalking. (bron: Nederlandse Hartstichting). Hierbij vernauwen de slagaders in het lichaam zich, omdat vetachtige stoffen in het bloed zich als een gelige brij afzetten tegen de binnenzijde van de slagaders. Deze afzettingen, plaques, bemoeilijken de bloeddoorstroming. Als de vetophoping nog niet verhard is, kan de verzwakte wand van de slagader openscheuren, met een hartinfarct of een beroerte als gevolg. In de loop van de tijd hoopt zich calcium in de plaque op, waardoor de plaque harder wordt en het risico op afbrokkelen bestaat. Het komt nauwelijks voor dat een plaque een slagader helemaal afsluit. De kans is groter dat er een scheurtje ontstaat in het bloedvat, waar de plaque zich bevindt, waardoor de inhoud van de plaque in aanraking komt met het bloed, en er een bloedstolsel op deze plek ontstaat. Het bloedstolsel kan in korte tijd de slagader geheel of gedeeltelijk afsluiten, waardoor het weefsel stroomafwaarts minder of geen zuurstofrijk bloed meer krijgt. Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement Het doel van deze richtlijn is om een optimale behandeling van patiënten met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten te bevorderen. Hiermee kan het risico op hart- en vaatziekten en het risico op complicaties en sterfte als gevolg van hart- en vaatziekten worden verminderd. Cardiovasculair risicomanagement omvat de diagnostiek, behandeling en follow-up van risicofactoren voor hart- en vaatziekten, waarbij leefstijladvisering en de begeleiding van patiënten met een verhoogd risico op ziekte of sterfte door hart- en vaatziekten wordt meegenomen. Bij cardiovasculair risicomanagement bestaat de diagnostiek uit het vaststellen van het risicoprofiel en de inschatting van het risico op hart- en vaatziekten met behulp van een risicofunctie. - Een risicoprofiel is een overzicht van de relevante risicofactoren bij de patiënten: leeftijd, geslacht, roken, lichamelijke activiteit, ziekten in de directe familie, voedingspatroon, alcoholgebruik, bloeddruk, body-mass index (BMI, het lichaamsgewicht in kilogrammen gedeeld door het kwadraat van de lichaamslengte in meters = kg/m2), lipidenspectrum, glucosegehalte en geschatte glomerulaire filtratiesnelheid. − Een risicofunctie is een wiskundige vergelijking, die we baseren op longitudinaal bevolkingsonderzoek, waarmee we op basis van een risicoprofiel de kans op een bepaalde uitkomst, zoals ziekte of sterfte ten gevolge van hart- en vaatziekten binnen 10 jaar, kunnen voorspellen. − Een risicoschatting is een berekening van de hoogte van het absolute risico van patiënten op ziekte of sterfte door hart- en vaatziekten binnen 10 jaar met behulp van de risicofunctie voor één patiënt aan de hand van de diverse risicofactoren, zoals leeftijd, geslacht, roken, systolische bloeddruk en totaal cholesterol/HDL-cholesterol-ratio (TC/HDL-ratio). Het opstellen van het risicoprofiel gebeurt door een overzicht van de volgende factoren die worden vastgesteld door middel van anamnese, lichamelijk onderzoek en laboratoriumonderzoek: anamnese: • leeftijd; • geslacht; • roken (in pakjaren); • familieanamnese met hart- en vaatziekten; • voeding (gebruik van verzadigd vet, vis, groente en fruit, zout); • alcoholgebruik (in eenheden/dag); • lichamelijke activiteit. lichamelijk onderzoek: • systolische bloeddruk; • body-mass index BMI (eventueel aangevuld met middelomtrek). laboratoriumonderzoek: lipidenspectrum (TC, HDL, TC/HDL-ratio, LDL, triglyceriden); • glucosegehalte; • serumcreatininegehalte met geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR). Foto: dr. T. Jansen en rechts dr. C. Popa Patiënten met Reumatoïde Artritis (RA) Patiënten met RA vertonen een duidelijk verhoogd risico op het krijgen van een hart- en vaatziekte en voor hen geldt dat het zo goed mogelijk onderdrukken van de ziekteactiviteit van RA belangrijk is. Daarom dient aan alle patiënten met RA altijd het opstellen van een risicoprofiel te worden aangeboden, zodat intensieve behandeling en controle mogelijk is. Bij patiënten met RA wordt voor de risicoschatting 15 jaar bij de huidige leeftijd opgeteld, en worden de risicofactoren vastgelegd zodat de uitgangswaarden bekend zijn en veranderingen kunnen worden gevolgd. De medicatie, waarmee de ziekteactiviteit van RA onderdrukt wordt, kunnen we globaal in 3 stappen indelen: 1. de reumatoloog schrijft meestal eerst pijnstillers voor, 2. bij onvoldoende effect worden hier DMARDS (zoals methotrexaat) aan toegevoegd, en 3. als de ziekte dan nog steeds onvoldoende onder controle is, kan de reumatoloog zogenoemde biologicals (zoals TNF a-blokkers) voorschrijven. Preventief werken via eerstelijnszorg Onderdrukking van de gewrichtsontsteking verlaagt de kans op hart- en vaatziekten, naast bewegen en gezond eten. Het is dan ook belangrijk dat patiënt en arts zich bewust is van het verband tussen (reuma)ontstekingen en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. De risicofactoren op hart- en vaatziekten moeten in kaart worden gebracht om het gehele cardiovasculaire risicoprofiel van de patiënt vast te stellen. De bedoeling is dat dit reeds in de eerstelijnszorg gebeurt, dus in de huisartsenpraktijken. De huisarts is immers het eerste aanspreekpunt voor de patiënt. Bron: RPV Nijmegen e.o. 2012
© Copyright 2024 ExpyDoc