sjabloon Brief

Postadres Postbus 8456, 1005 AL Amsterdam
AAN:
De Voorzitter en leden van de Vaste Commissie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer
der Staten Generaal
Postbus 20018
2500 AE Den Haag
Datum
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Telefoonnr.
Onderwerp
E-mail
30 januari 2015
GvD/LR/02
Algemeen Overleg 5 februari 2015
Bezoekadres
Houttuinlaan 3
3447 GM Woerden
Postadres
Postbus 8456
1005 AL Amsterdam
T 0900 330 0300
I fnv.nl
020 58 16 323
[email protected]
Geachte dames en heren,
Op 5 februari a.s. heeft u een Algemeen Overleg met de minister van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over het beleid voor de komende jaren, de uitbetaling van de
kinderopvangtoeslag aan de kinderopvangorganisaties, vereenvoudiging van de regeldruk
voor ondernemers en de kwaliteit. Voor dit overleg wil de FNV u een aantal punten
meegeven.
Samenvattend vindt de FNV dat:
•
alle kinderen, ongeacht of beide ouders werken, recht moeten krijgen op
tenminste twee dagdelen gratis kinderopvang. De benodigde investering hiervoor
kan worden gevonden in het verlagen van de IACK, het inkomensafhankelijk maken
van de Kinderbijslag en financiering vanuit de VVE gelden.
•
de huidige kwaliteitseisen voor de kinderopvang uitgangspunt moeten zijn voor de
harmonisering van de kwaliteit van peuterspeelzalen en kinderopvang;
•
de werknemers moeten worden betrokken bij de ontwikkeling van de plannen voor
versterking van de pedagogische kwaliteit;
•
de kwaliteit van kinderopvang en peuterspeelzalen grotendeels afhankelijk is van de
werknemers;
•
er structureel geïnvesteerd moet worden in de kwaliteit van kinderopvang,
peuterspeelzalen en de werknemers door het kabinet, ook na de harmonisatie;
Datum
30 januari 2015
Ons kenmerk
GvD/LR/02
Pagina('s)
2 van 6
•
het onderscheid in financieringssystematiek tussen ouders die beiden werken en
ouders die niet (beiden) werken, gelijk moet zijn en gebaseerd op het
gezinsinkomen van de ouders;
•
het kabinet met een duidelijke visie moet komen over de toekomst van de
kinderopvang voor kinderen van 0 tot 12 jaar waarbij kwaliteit, doorlopende
leerlijnen en samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang centraal staan;
•
het kabinet met een plan moet komen om alle belemmeringen, zowel juridisch als
financieel, weg te nemen zodat gemeentelijke initiatieven om te komen tot
integrale kindcentra, brede scholen, e.d. zonder problemen kunnen worden
gerealiseerd;
•
het kabinet moet erkennen dat kinderopvang niet alleen een
arbeidsmarktinstrument is maar ook een pedagogisch instrument belangrijk voor de
ontwikkeling van kinderen;
•
de bestaande tweedeling in de kinderopvang moet worden opgeheven en er een
systeem van kinderopvang moet komen voor alle kinderen in Nederland, ongeacht
of ouders beiden werken;
•
ook werknemers in de kinderopvang recht hebben op koopkracht en echte banen.
De FNV geeft hieronder haar reactie op de verschillende onderdelen.
Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzalen
De FNV is het eens met het voorstel van de VNG voor tenminste 2 gratis dagdelen
kinderopvang voor alle kinderen, ongeacht of beide ouders werken. De FNV en vele
organisaties uit het veld bepleiten dit al langer.
De FNV stelt voor om de extra investering van 285 miljoen die hiervoor nodig is, te
realiseren door verlaging van de Inkomensafhankelijke Combinatiekorting (IAK) en het
inkomensafhankelijk maken van de kinderbijslag. Daarom stelt de FNV voor om voor alle
kinderen tussen de 2,5 en 4 jaar tenminste twee dagdelen gratis kinderopvang aan te
bieden, inclusief de VVE kinderen. Hiermee wijkt de FNV af van het voorstel van de VNG.
Voor de sociale vaardigheden en integratie is het van belang om kinderen zo jong mogelijk
met elkaar te laten spelen en opgroeien. Dat voorkomt problemen op latere leeftijd. De FNV
vindt het belang van de integratie en de ontwikkeling van alle kinderen op jonge leeftijd vele
malen groter dan de investering die hiervoor volgens de minister nodig is. Bovendien
verdient investeren in kinderen op jonge leeftijd zich in de toekomst driedubbel en dwars
terug.
Een afschrift van dit schrijven is verzonden aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer L.F. Asscher.
Pagina 2
Datum
30 januari 2015
Ons kenmerk
GvD/LR/02
Pagina('s)
3 van 6
Ook betekent het toekennen van 2 gratis dagdelen kinderopvang voor alle kinderen een
flinke verlichting van de administratieve lasten voor zowel gemeenten als belastingdienst en
daarmee een besparing op de uitvoeringskosten.
De FNV zet een belangrijke kanttekening bij de plannen van de minister inzake de
harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzalen en de financiering voor ouders en
vraagt zich af waarom de keuze om het onderscheid in stand te houden tussen kinderen van
werkende ouders en kinderen van kostwinnersgezinnen of uitkeringsgerechtigde ouders. De
minister houdt daarmee de tweedeling in stand door verschil te blijven maken in de
vergoeding van de kosten kinderopvang tussen kinderen van ouders die beiden werken en
kinderen van kostwinnersgezinnen en uitkeringsgerechtigden.
Daarom pleit de FNV ervoor om dit onderscheid op te heffen en alle ouders, ongeacht het
feit of zij wel of geen betaald werk hebben, onder het systeem van de kinderopvangtoeslag
te brengen en iedereen een gelijke, naar rato van het inkomen, vergoeding voor de kosten
kinderopvang toe te kennen. Voor kostwinnersgezinnen en uitkeringsgerechtigden kan het
deel dat nu wordt gedekt door de werkgeversbijdrage worden gedekt door een bijdrage van
de gemeente of overheid.
Tegelijkertijd pleit de FNV voor een verhoging van de kinderopvangtoeslag voor alle
inkomensgroepen, zodat kinderopvang betaalbaar wordt voor alle ouders en toegankelijk
voor alle kinderen. Uit onze enquête samen met “Voor werkende ouders”, blijkt dat ouders
in de hoogte van de kosten kinderopvang nog steeds de grootste belemmering zien voor de
combinatie arbeid en zorg.
Pedagogische kwaliteit
De Commissie Kwaliteit van BKK heeft een advies uitgebracht voor de kwaliteitsvisie
kinderopvang. Een kwaliteitsvisie die recht doet aan het belang van de pedagogisch
medewerker voor de kwaliteit van de kinderopvang. Een kwaliteitsvisie mede ontwikkeld
door FNV.
De kwaliteit van de kinderopvang valt of staat bij de werknemers, de Pedagogisch
Medewerkers (PM-ers). De werkdruk van de PM-ers is zeer hoog. De door de wet
vastgestelde leidster-kind-ratio (BKR) is niet in overeenstemming met (internationaal)
gedeelde opvattingen van pedagogen/ ontwikkelingspsychologen over wat optimaal is voor
een kind en zeker voor een baby ( nu mag één leidster voor vier baby's en een peuter zorgen
terwijl we weten dat één op drie baby's beter is voor het welbevinden van het kind).
Naast een standaard hoge werkdruk kampen de PM-ers ook met de gevolgen van de sterke
bezuiniging op de kinderopvang.
Een afschrift van dit schrijven is verzonden aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer L.F. Asscher.
Pagina 3
Datum
30 januari 2015
Ons kenmerk
GvD/LR/02
Pagina('s)
4 van 6
Omdat wij in Nederland hebben gekozen voor marktwerking, worden
kinderopvangondernemers gedwongen om strak te sturen op hun hoogste kostenpost: het
personeel. Dat heeft een aantal negatieve gevolgen voor de PM-ers die ook door de
kinderen gevoeld wordt:
•
•
•
Oudere ervaren leidsters worden vaak als eerste ontslagen bij reorganisaties. Dit
gaat bijna altijd ten koste van de kwaliteit.
Het aantal PM-ers met een vast contract is nu minimaal. Daarnaast wordt er
gewerkt met flexpools. Het is zeer waarschijnlijk dat de onzekerheid van een
flexcontract de betrokkenheid van de werknemer zal verminderen. Dat zal zeker
afstralen op de kinderen. Daarnaast leidt het flexcontract er toe dat leidsters te
maken krijgen met veel verschillende kinderen ( ze worden immers op verschillende
groepen ingezet). Hierdoor zullen ze nooit een hechte band met de kinderen kunnen
opbouwen. Dat maakt het werk van de leidsters minder interessant en de zorg voor
de kinderen minder goed (de mogelijkheid om je te kunnen hechten aan een vaste
verzorger is voor kinderen van cruciaal belang)
Om de kosten te drukken, bezuinigen veel kinderopvangondernemers ook op extra
personeel: schoonmakers, koks en pedagogen/trainers die op de werkvloer
aanwijzingen geven. Veel van hun werk komt nu ook op de schouders van de PM-ers
terecht. Dit gaat ten koste van de (toch als schaarse) tijd die PM-ers met de kinderen
kunnen doorbrengen.
De sleutel voor de pedagogische kwaliteit van de kinderopvang ligt bij de pedagogisch
medewerkers. De pedagogisch medewerker is van groot belang in het bieden van stabiliteit.
Dat wil zeggen een vaste medewerker op vaste dagen, vaste groepssamenstelling, vaste
ruimte, vast programma etc. De commissie constateert dat stabiliteit direct gevolgen zal
hebben voor de kwaliteit.
Het verhoogt de kwaliteit van werk met directe positieve gevolgen voor de kinderen.
Het bieden van goede werkomstandigheden voor de pedagogisch medewerkers geeft de
pedagogisch medewerkers mogelijkheden om hun talent in te zetten; het stimuleren van de
ontwikkeling van kinderen.
Door de jarenlange bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag en de grote financiële
gevolgen hiervan op de sector, wordt bezuinigd op pedagogisch medewerkers, onder
andere door nog meer nul-contracten en andere flex-contracten, waardoor er niet gewerkt
kan worden aan kwaliteit.
Een afschrift van dit schrijven is verzonden aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer L.F. Asscher.
Pagina 4
Datum
30 januari 2015
Ons kenmerk
GvD/LR/02
Pagina('s)
5 van 6
Kinderopvangtoeslag uitbetalen aan kinderopvangorganisatie
De FNV begrijpt de overwegingen om de kinderopvangtoeslag direct aan de
kinderopvangorganisatie uit te betalen en de ouders slechts de eigen bijdrage te laten
overmaken; het gaat in sommige gevallen om zeer hoge bedragen die maandelijks op de
rekening van de ouder(s) worden gestort. In een aantal gevallen zelfs hoger dan het
gezinsinkomen zelf. Dan is inderdaad de verleiding groot om met dit geld andere gaten in de
gezinsbegroting te vullen.
Uit onze enquête onder 360 ouders met jonge kinderen, samen met “Voor werkende
ouders”, blijkt dat 42% dit voornemen een goed idee vindt, 34% vindt het een slecht idee en
24% heeft hier geen mening over.
De FNV is niet tegen het voornemen om de kinderopvangtoeslag in plaats van aan de ouders
direct aan de kinderopvangorganisatie of gastouderbureau uit te betalen, maar heeft wel
een aantal vragen en kanttekeningen bij dit voorstel:
•
Wij zijn bezorgd over de positie van de ouders. De toeslagsystematiek is niet
veranderd en de beschikking van de belastingdienst zal dus door de ouders goed
moeten worden gecontroleerd. Ouders moeten een beschikking accorderen waarin
de eigen bijdrage wordt vermeld en de vraag is of deze beschikking door alle ouders
wel even goed gelezen zal worden. Ouders zullen zich vooral focussen op de hoogte
van de eigen bijdrage. Dit kan alsnog tot grote terugvorderingen gaan leiden.
•
De kinderopvangtoeslag en de eigen bijdrage worden berekend op het vastgesteld
gezinsinkomen. Dit vastgesteld inkomen is gebaseerd op het inkomen van 2 jaar
terug. Wij vrezen dat dit tot vele navorderingen gaat leiden. Jonge mensen hebben
steeds minder vaak vast werk en daarmee geen vast inkomen. Er is sprake van
periodieken en loonsverhogingen en over ouders die flexibel werken of ZZP’er zijn
maar te zwijgen.
•
We voorzien een enorme administratieve rompslomp tussen ouders,
kinderopvangorganisatie en belastingdienst bij ouders die een onregelmatig
inkomen hebben. Er zal iedere keer een nieuwe beschikking moeten worden
gestuurd bij een herberekening van het inkomen (als die al tijdig wordt
aangevraagd) en aanpassing van de af te nemen uren kinderopvang. Door de
gegevensuitwisseling voor uitbetaling aan de kinderopvangorganisatie zal er al snel
sprake zijn van vertraging waardoor de kans op terugvorderingen weer toeneemt.
Een afschrift van dit schrijven is verzonden aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer L.F. Asscher.
Pagina 5
Datum
30 januari 2015
Ons kenmerk
GvD/LR/02
Pagina('s)
6 van 6
•
Wij vragen ons af waar precies de verantwoordelijkheid ligt bij fouten in de
uitbetaling of de gegevens. Indien een kinderopvangorganistatie b.v. te veel uren
heeft doorgegeven, wat zijn dan de consequenties voor de ouder(s), indien dit leidt
tot een navordering van de te veel uitbetaalde kinderopvangtoeslag en een te hoge
eigen bijdrage?
•
Ook maken wij ons zorgen over de gevolgen voor de ouders in geval van vertraging
van de gegevens uitwisseling bijvoorbeeld bij een (aankomend) faillissement of
wanbeleid van een kinderopvangorganisatie of gastouderbureau.
•
Wij zetten onze vraagtekens bij de genoemde efficiencywinst voor de
belastingdienst/uitvoerder. Deze efficiencywinst betreft alleen de uitbetaling wat
betreft het aantal contactmomenten met de ouders. Het aantal
afstemmingsmomenten voor de uitvoerder wordt echter meer. De belastingdienst
vraagt de contractinformatie aan de opvanginstelling (circa 4000 instellingen),
maakt vervolgens een beschikking, waarmee de ouders akkoord moeten gaan
alvorens de gehele bijdrage aan de kinderopvanginstelling wordt uitbetaald. Ouders
moeten veranderingen zo snel mogelijk doorgeven. Hiermee is de administratie en
het contact met de ouders (circa 400.000) zeker niet minder geworden.
•
Met dit voorstel wijkt de minister af van het geld-volgt-kind principe.
De FNV beschouwt dit voorstel als een eerste stap in de richting van een basisvoorziening.
Voor ouders verdwijnt met dit voorstel het zicht op de kosten kinderopvang omdat zij
slechts een eigen bijdrage gaan betalen aan de overheid. Hiermee is de marktwerking voor
ouders wel erg ver uit beeld.
De conclusie van de FNV is dan ook dat het stelsel van kinderopvang inclusief de
marktwerking als achterhaald kan worden beschouwd en pleit er daarom voor om dit bij de
evaluatie van de Wet Kinderopvang dit voorjaar, in ogenschouw te nemen.
Met vriendelijke groet,
Gijs van Dijk,
Dagelijks Bestuurder FNV
Ilse van der Weiden,
Bestuurder Kinderopvang
Abvakabo FNV
Een afschrift van dit schrijven is verzonden aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer L.F. Asscher.
Pagina 6