brief - Zorgverzekeraars Nederland

Aan
Vaste Commissie VWS, Tweede Kamer der Staten Generaal
Van
Zorgverzekeraars Nederland
Doorkiesnummer
(030) 698 82 25
Datum
17 november 2014
Onderwerp
Begrotingsbehandeling VWS
Heeft u vragen of wilt u meer informatie dan kunt u contact opnemen met :
Zorgverzekeraars Nederland
 Wouter Kniest, adviseur communicatie en public affairs, 06-310 48 760
Geachte leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en
Sport,
Op 1 januari gaat de Zorgverzekeringswet (Zvw) het tiende jaar in. Sinds 2006
zijn alle Nederlanders verzekerd voor hetzelfde basispakket dat vrijwel alle
medisch noodzakelijke zorg dekt. En op 1 januari 2015 zal ook de grootste
hervorming in de langdurige zorg plaatsvinden na de invoering van de AWBZ in
1
1968. De Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg en de Wet
maatschappelijke ondersteuning vormen vanaf 1 januari de basis voor onze
gezondheidszorg.
Het Nederlandse zorgstelsel is nooit af en blijft altijd in beweging; al was het
maar omdat de samenleving verandert en er steeds nieuwe medische
technieken beschikbaar komen. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) vindt dat
onze gezondheidszorg – waar de Nederlandse bevolking jaarlijks 70 miljard
euro aan besteedt – ook voortdurend een goed debat verdient waarin de
belangen van verzekerden en patiënten centraal dienen te staan.
Zorgverzekeraars staan midden in dit debat. Het is hun taak om binnen de weten regelgeving de verschillende belangen voor hun verzekerden op de beste
manier samen te brengen en te vertalen naar goede zorginkoop en scherpe
premies. Dat is geen eenvoudige taak, maar zorgverzekeraars slagen hier
steeds beter in.
Met het oog op de begrotingsbehandeling 2015 van VWS wil Zorgverzekeraars
Nederland stil staan bij twee belangrijke thema’s:
1. Uitvoering zorgakkoorden cruciaal voor de toekomst
2. 2015 het jaar van de transparantie
1
Afhankelijk van de besluitvorming in de Eerste Kamer
1. Uitvoering zorgakkoorden cruciaal voor de toekomst
De afgelopen twee jaar zijn er belangrijke akkoorden in de zorg gesloten
waarin patiëntenorganisaties, zorgaanbieders, het ministerie van VWS en
zorgverzekeraars afspraken hebben gemaakt om de kwaliteit en doelmatigheid
van de zorg in hoog tempo te verbeteren. De inzet van de afspraken is om de
anders onvermijdelijk pakketmaatregelen te voorkomen. In het regeerakkoord
was namelijk een bezuiniging van anderhalf miljard euro op het basispakket
opgenomen.
ZN benadrukt nog maar eens dat het in het belang is van alle verzekerden dat
de ondertekenaars van de zorgakkoorden erin slagen om de gemaakte
afspraken na te komen. Hoewel ZN op dit moment positief is over de uitvoering
van de akkoorden voor de eerstelijn, GGZ, ziekenhuiszorg en langdurige zorg,
is er toch een aantal zorgelijke ontwikkelingen. Dit heeft betrekking op
achterblijvende wet- en regelgeving en het feit dat er regelmatig wordt ‘terug
onderhandeld’ over de gemaakte afspraken. Hieronder een drietal zorgelijke
voorbeelden:

Aanpassing artikel 13 nog niet gerealiseerd
Op 9 december 2014 behandelt de Eerste Kamer het wetsvoorstel
waarin de aanpassing van artikel 13 in de Zvw is opgenomen. De
aanpassing van het artikel is ook opgenomen in de zorgakkoorden en
zorgverzekeraars beschouwen de aanpassing als één van de
belangrijke voorwaarden om alle Nederlanders toegang te laten
houden tot een breed basispakket. Door de aanpassing van artikel 13
kan een zorgverzekeraar voorkomen dat verzekerden met een
naturapolis ten onrechte (te veel) meebetalen aan zorg die achterblijft
in kwaliteit en/of doelmatigheid. Sommige zorgaanbieders die gebruik
maken van de restitutievergoeding bij naturapolissen hebben fel
gelobbyd tegen de aanpassing van het artikel omdat de ‘vrije artsen
keuze’ in het geding zou zijn. Hier is geen sprake van. Verzekerden
kunnen ten eerste kiezen uit verschillende concurrerende natura- en
restitutiepolissen. Ten tweede hebben zorgverzekeraars een zorgplicht
en om hieraan te voldoen moeten zorgverzekeraars ook bij pure
naturapolissen vele tienduizenden zorgaanbieders contracteren.
Onlangs bleek ook uit het evaluatierapport van de Zvw door KPMG dat
de marktmacht tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars in
disbalans lijkt ten faveure van zorgaanbieders.
Zonder aanpassing van artikel 13 dreigt de betaalbaarheid en
toegankelijkheid van de zorg voor alle verzekerden steeds meer onder
druk te komen staan. ZN pleit daarom bij de Eerste Kamer voor het
aanpassen van artikel 13 waarbij zo min mogelijk beroepsgroepen
worden uitgezonderd.

Bezuiniging uit akkoord wijkverpleging niet haalbaar
Wat betreft het akkoord voor de wijkverpleging dat in maart 2014 is
gesloten, heeft VWS de condities inmiddels aanzienlijk veranderd. De
recente afspraken over specifieke cliëntgroepen, de verlaging van het
2
budgettair kader wijkverpleging met 62,5 miljoen euro ten opzichte van
juli 2014 én het uitzonderen van de wijkverpleging van de aanpassing
van artikel 13, maken de afgesproken bezuiniging op de wijkverpleging
niet haalbaar. ZN houdt in 2015 rekening met een overschrijding van
zo’n 200 tot 250 miljoen euro op het budgettair kader zorg en pleit
ervoor om:
o de financiële gevolgen van de verschuivingen als gevolg van
recente besluitvorming (o.a. Wlz-indiceerbaren) niet in
mindering te brengen op het budgettaire kader voor de
Zorgverzekeringswet en de risicoverevening
(macroprestatiebedrag);
o de verlaging van 62,5 miljoen ten opzichte van het door VWS
in juli afgegeven kader ongedaan te maken;
o zorgaanbieders in 2015 niet te confronteren met een eventuele
inzet van het macrobeheersinstrument.
Dat de bezuinigingen op de wijkverpleging onder druk staan, wordt ook
geïllustreerd door de recente oproep van ActiZ aan haar leden om een
aparte rechtspersoon op te richten waardoor zorgaanbieders op basis
van de aanzienlijke restitutievergoeding bij naturapolissen extra omzet
kunnen genereren. Via deze route kunnen zorgaanbieders van
wijkverpleging naast de contracten met zorgverzekeraars ook gewoon
niet-gecontracteerde zorg in rekening brengen. ZN heeft ActiZ
inmiddels om opheldering gevraagd. Het onderstreept overigens ook
de zorgen van ZN dat zonder de aanpassing van artikel 13 er een
sterke prikkel gaat ontstaat waarbij zorgaanbieders naar
mogelijkheden gaan zoeken om afspraken met zorgverzekeraars over
de kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg te mijden.

Financier geen verrichtingen, maar uitkomsten van zorg
Zorgverzekeraars Nederland (ZN) vindt het erg zorgwekkend en zeer
onterecht dat de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en InEen
recent dreigden dat huisartsen vanaf 2015 geen spiraaltjes bij vrouwen
meer plaatsen. In tegenstelling tot wat de LHV beweert, gaat de
vergoeding voor huisartsen voor het zetten van een spiraaltje in 2015
niet omlaag. In het akkoord over de nieuwe huisartsenbekostiging is er
geen sprake van een bezuiniging ten opzichte van 2014, alleen van
een andere manier van financieren. Bovendien is het plaatsen van een
spiraaltje in een ziekenhuis veel duurder en wordt de verzekerde door
deze handelwijze geconfronteerd met het betalen van een eigen risico
van 375 euro.
Inmiddels heeft de LHV richting ZN erkend dat de financiering van
kleine chirurgische verrichtingen (zoals het plaatsen van een spiraaltje)
onderdeel is van de nieuwe huisartsenbekostiging, conform de
afspraken uit het Bestuurlijk Hoofdlijnenakkoord dat ondertekend is
door het ministerie van VWS, de LHV en ZN. Belangrijk uitgangspunt
bij die afspraken is om meer op resultaten van zorg te bekostigen in
plaats van per verrichting. Naast het plaatsen van een spiraaltje
worden ook andere verrichtingen vanaf 1 januari 2015 vanuit het
3
uitgebreide inschrijftarief (segment 1) gefinancierd. Dit vermindert de
administratieve lasten en maakt een einde aan de beloning op basis
van verrichtingen. Ook is afgesproken dat huisartsen juist meer kleine
chirurgische ingrepen doen in het kader van substitutie.
Zorgverzekeraars hebben daarbij ook de mogelijkheid om huisartsen
extra te belonen als zij meer zelf doen en niet verwijzen naar het
ziekenhuis. Dan telt niet langer hoe vaak de huisarts een verrichting
doet, maar juist het resultaat: minder verwijzingen en minder
ziekenhuisdeclaraties.
2. 2015 het jaar van de transparantie
ZN heeft met belangstelling kennis genomen van de brief van minister
Schippers waarin zij 2015 uitroept tot het jaar van de transparantie. De
invoering van de Zorgverzekeringswet heeft op zichzelf al een enorme bijdrage
geleverd aan de transparantie van de zorg. Zorgaanbieders en
zorgverzekeraars wisselen voortdurend informatie over de geleverde zorg. En
in toenemende mate komt er ook relevante kwaliteitsinformatie beschikbaar.
Maar transparantie is geen doel op zich. Zonder duidelijk doel kan het
transparant maken van allerlei zaken leiden tot onnodige administratieve druk.
ZN vindt daarom dat als de minister 2015 tot het jaar van de transparantie
uitroept, zij samen met veldpartijen moet aangeven welke transparantie helpt
bij het verbeteren van de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg. En de
volgende vraag is dan welke informatie transparant gemaakt moet worden voor
verzekerden zodat zij toegang hebben tot betekenisvolle keuze-informatie.
Zowel zorgverzekeraars als zorgaanbieders hebben, als het gaat om het
transparant maken van betekenisvolle informatie, nog belangrijke stappen te
zetten.
Zorgverzekeraars zitten niet stil en zijn op verschillende terreinen actief om
informatie over de kwaliteit en financiering van zorg voor hun verzekerden
transparant te maken:

Kwaliteit
Eén van de grootste opgaven in de zorg is het transparant maken van
betekenisvolle kwaliteitsinformatie. Zorgverzekeraars werken nauw
samen met patiëntenorganisaties en beroepsverenigingen om te
komen tot indicatoren die werkelijk wat zeggen over de kwaliteit van de
zorg. ZN werkt daarnaast in een gezamenlijk kwaliteitsprogramma aan
het benoemen van relevante kwaliteitsindicatoren voor 30
veelvoorkomende aandoeningen. Het doel is uiteindelijk om onnodige
registraties en kwaliteitsuitvragen te voorkomen en alleen de juiste
kwaliteitsinformatie te verzamelen. Voor verzekerden zodat zij een
gerichte keuze kunnen maken, voor zorgprofessionals zodat zij zichzelf
kunnen spiegelen en verbeteren en voor zorgverzekeraars zodat zij
een gedifferentieerde zorginkoop kunnen onderbouwen.
4
Er worden goede stappen gezet met klinische registraties en het
registreren van patiëntervaringen. Op deze manier komen
zorgprofessionals samen met patiëntenorganisaties en
zorgverzekeraars steeds verder met het in kaart brengen van
uitkomsten van zorg.
Maar helaas blijven patiënten en zorgverzekeraars in sommige
sectoren van de zorg nog erg afhankelijk van afgeleide
kwaliteitsinformatie zoals praktijkvariatie en volumenormen. Met het
oog op de doelstellingen uit de zorgakkoorden vindt ZN dat
beroepsgroepen die achterblijven in de ontwikkeling van goede
kwaliteitsindicatoren, op korte termijn hun verantwoordelijkheid moeten
gaan nemen. ZN vindt daarbij dat het Zorginstituut Nederland
patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars moet helpen om dit proces
te versnellen.

Kostenbewustzijn
Ziekenhuizen en zorgverzekeraars hebben de afgelopen jaren met
succes samengewerkt om de zorgkosten minder te laten groeien. Maar
ook de patiënt kan bijdragen aan zinnig en zuinig gebruik van de zorg,
zo schrijft de minister in haar brief aan de Tweede Kamer op 2 juli
2014. Dat kan bijvoorbeeld door verzekerden meer inzicht te geven in
de kosten van hun zorg.
Ziekenhuizen en zorgverzekeraars hebben daarom hard gewerkt om in
de mijn-omgeving van de zorgverzekeraar de zorgnota’s voor iedere
verzekerde te verduidelijken met uitleg en relevante informatie over de
uitgevoerde verrichtingen. Verzekerden krijgen zo meer inzicht in hun
zorggebruik, bijbehorende kosten en de gevolgen voor het eigen risico.
Ter ondersteuning hebben ziekenhuizen en zorgverzekeraars een
website en campagnemateriaal voor bezoekers van ziekenhuizen
ontwikkeld, waarin zij informatie krijgen over wat er geregeld moet
worden voordat ze naar het ziekenhuis gaan, de systematiek van
DBC’s , hoe een zorgnota eruit ziet en het online bekijken van de eigen
zorgnota’s. Vanaf juli 2014 is de campagnewebsite www.dezorgnota.nl
maar liefst 25.000 keer bezocht.
Ziekenhuizen en zorgverzekeraars werken momenteel aan een plan
om verzekerden ook vooraf meer inzicht kunnen geven in de kosten
van de zorg.

Transparantie premie en gecontracteerde zorg
De afgelopen jaren informeerden Zorgverzekeraars hun verzekerden
op verschillende manieren over de opbouw van de zorgpremie. Om
onduidelijkheden te voorkomen hebben zorgverzekeraars in overleg
met VWS afgesproken dat zij vanaf dit jaar op dezelfde manier inzicht
geven in de premieopbouw. De minister van VWS heeft uw Kamer op
31 oktober 2014 hierover per brief geïnformeerd. Zorgverzekeraars
zullen hun verzekerden deze maand op publieksvriendelijke wijze
informeren over de premieopbouw.
5
Naast de premie zullen zorgverzekeraars voor de naturapolis voor 19
november zo goed mogelijk hun verzekerden informeren over welke
zorgaanbieders zij hebben gecontracteerd voor 2015.
Zorgverzekeraars vinden het belangrijk dat een verzekerde over deze
informatie kan beschikken zodat hij een goede keuze kan maken voor
de zorgverzekering die bij hem past.

Open data
ZN heeft uw Kamer op 4 november geïnformeerd over de open dataset
Zorgverzekeringswet 2012 die via Vektis voor alle Nederlanders
toegankelijk heeft gemaakt. ZN en Vektis ontvangen inmiddels veel
positieve reacties van mensen die het bestand gaan gebruiken voor
verdere analyse. Ook de media hebben verschillende grafieken en
analyses gemaakt op basis van de dataset.
In de toekomst gaan ZN en Vektis samen met veldpartijen
onderzoeken waar behoeftes bestaan voor verdieping van dit bestand,
vanzelfsprekend binnen de wettelijke kaders ten aanzien van privacy
en mededinging. Zorgvuldigheid staat daarbij voorop. Daarom willen
we autoriteiten uit het zorgveld, de wetenschap, overheid en
adviesorganen vragen te adviseren bij de doorontwikkeling van de
open dataset.
Met vriendelijke groet,
Zorgverzekeraars Nederland
dr. P.F. Hasekamp
Algemeen directeur
6