Diplomabonificatie zal niet

Pensioenen – Diplomabonificatie
zal niet meer meetellen
Waarover gaat het?
De diplomabonificatie houdt in dat studieperiodes onder bepaalde voorwaarden kunnen meegeteld
worden voor het pensioen. Het gaat enkel om studieperiodes hoger onderwijs voor zover die als een
benoemingsvoorwaarde zijn gesteld. De personeelsleden van niveau A en B zijn dus bij deze kwestie
betrokken.
Het regeerakkoord voorziet in ‘onderhandelingen met de vakbonden van het overheidspersoneel over
de mate waarin een uitfasering met 6 maanden per kalenderjaar van de diplomabonificatie vanaf 2015
mogelijk is voor de loopbaanvoorwaarde voor het vervroegd pensioen.’
In deze fase ligt de afbouw van de bonificatie op tafel voor de in aanmerking neming voor het vervroegd pensioen.
In een latere fase (bij de uitwerking van het nieuw pensioensysteem met punten dat vanaf 2030 moet
in werking treden) zal er ook worden onderzocht om de diplomabonificatie niet meer te laten meetellen voor de berekening van het pensioen. De bestaande regeling wordt dan eventueel vervangen
door een regularisatie van de studieperiodes mits betaling van een persoonlijke bijdrage.
De regering heeft de onderhandelingen met de vakbonden opgestart
De federale regering was aanvankelijk zinnens de afbouw van diplomabonificatie te laten ingaan op
1.1.2015. 0ndertussen heeft zij al aanvaard dat dit niet realistisch is. Mensen kunnen immers een jaar
vooraf hun pensioen aanvragen. De regering wou de maatregel aanvankelijk ook realiseren via de
programmawet. Via informele contacten wisten we dit te voorkomen. De wijzigingen van de pensioenen voor het overheidspersoneel zijn uit de programmawet gehaald. De programmawet zal immers
gestemd worden voor het jaareinde. Die timing liet eigenlijk geen inhoudelijk overleg met de vakbonden toe.
1
De onderhandelingen over de diplomabonificatie vinden plaats in het comité A. Daar ontmoeten de verschillende regeringen de vakbonden van het overheidspersoneel. Ondertussen hebben in comité A twee besprekingen
plaats gevonden op basis van een wetsontwerp (op 16 en 19 december jl.).
Wat is de regering concreet zinnens?
Het wetsontwerp dat de regering heeft uitgewerkt voorziet in de afbouw van de in aanmerking neming van de diplomabonificatie voor
het vervroegd pensioen vanaf 1.1.2016 met 6
maanden en ieder jaar nadien telkens opnieuw
met 6 maanden. Op die manier dooft de diplomabonificatie voor het vervroegd pensioen helemaal uit tegen 2029. Vanaf 2030 voorziet de
regering immers in een nieuw pensioensysteem op basis van punten.
Let wel: je mag niet uit het oog verliezen dat de
regering vanaf 2017 ook voorziet in strenger
anciënniteits- en leeftijdsvoorwaarden om vervroegd op pensioen te gaan. De afbouw van de
diplomabonificatie vermindert het aantal anciënniteitsjaren dat je hierbij in aanmerking kan
doen nemen.

Op 19 december konden we ter nauwer nood
voorkomen dat de kabinetschef van de premier, meteen een einde zou stellen aan de discussie. Hij wou immers voorkomen dat PDOS
begin januari niet meer in staat zou zijn om te
antwoorden aan de pensioenaanvragen die
over een jaar (begin 2016) zouden ingaan.
We weten dat de kabinetschef van de premier
onder zware druk staat van vooral NV-A en
Open VLD. Die partijen zien in de eerste plaats
de budgettaire opbrengsten van de afschaffing
van de bonificatie. Maar dit laatste kan voor
ons niet het uitgangspunt zijn.
Hoe hebben we de onderhandelingen aangepakt?
Inhoudelijk hebben we in onze positionering
meerdere ‘verdedigingscirkels’ opgebouwd.

Zijn er sinds de opstart van de onderhandelingen nieuwe elementen in de positie van de regering?
De eerste bespreking op 16 december (dit was
overigens de eerste bijeenkomst van het comité A sinds het aantreden van de nieuwe federale regering) verliep bijzonder moeilijk. Uiteindelijk werd afgesproken dat de regering zou
nadenken over de mogelijkheden om verworven rechten te vrijwaren.
Op de bijeenkomst van 19 december jl. zijn 2
correcties voorgesteld. De regering is ermee
akkoord dat:

Wie in 2016 de leeftijd van 59 of 58
jaar bereikt, niet meer dan 1 respectievelijk 2 jaar langer zou moeten werken
dan voorzien bovenop de vorige hervorming van 2011.
Wie reeds voor 9.10.2014 (=start federale regering) het akkoord kreeg om uiterlijk tegen 1.4.2015 in disponibiliteit
voorafgaand aan het pensioen te gaan,
niet onder de nieuwe maatregel valt.

In een eerste fase hebben we aangevoerd dat de regering verworven rechten moet in acht nemen. Dit houdt in
dat wie een voordeel door de diplomabonificatie heeft opgebouwd, dit moet
kunnen behouden. Dit komt eigenlijk
neer op een overgangsregeling tot
pakweg 2055.
De federale regering is niet bereid
hierop in te gaan. Ze heeft enkel de 2
bovenvermelde aanpassingen voorgesteld. Die komen uiteraard niet tegemoet aan onze vraag.
Vervolgens hebben we gesteld dat de
regering geen nieuwe maatregelen
kan nemen zolang de overgangsperiode van de hervorming van 2011
loopt. De vorige hervorming houdt nog
wijzigingen in voor iedereen tot 2016
2

en voor de personeelsleden met prefeDe regering onderzoekt nog deze
rentiële pensioenbreuken tot 2022.
vraag. We weten dat dit voorstel voor
Met dit argument hebben we gepoogd
het gros van de personeelsleden meede in werking treding van de nieuwe
brengt dat de afbouw van de diplomawijzigingen uit te stellen (en dus pas
bonificatie eigenlijk met 4 jaar wordt
dan de gefaseerde vermindering te lauitgesteld. In de regel hebben niveaus
ten starten).
A 5 jaar (bijv. juristen) of 4 jaar bonifiDe regering wijst deze piste af, omdat
catie. Het omkeren van de afbouw
zij in haar begroting al een budgettaire
brengt mee dat zij pas vanaf 2021 geopbrengst in 2015, 2016 en volgende
confronteerd worden met een (gejaren heeft voorzien.
deeltelijke) vermindering. Voor wie
Om deze budgettaire problemen te
een bonificatie van 3 jaar heeft (niveau
counteren hebben we voorgesteld de
B) start de vermindering dan pas in
wijziging van de cumulatieregeling
2025.
voor plus 65 jarigen (volledige cumulaHet is zeer de vraag welke logica bintievrijheid) uit te stellen en de budgetnen de regering de meeste kans
taire kost van deze maatregel (30 milmaakt: budgettaire opbrengst (want
joen euro) te gebruiken om de afschafmet ons voorstel haalt de regering uifing van de diplomabonificatie uit te
teraard niet de budgettaire opbrengstellen.
sten die ze had voorzien) dan wel sociOok hierop wil de federale regering
ale rechtvaardigheid en redelijkheid
niet ingaan, dit keer om louter poli(sterke schouders).
tieke redenen. De cumulatievrijheid
 Het regeerakkoord voorziet dat er van
voor plus 65 jarigen was voor Open
2017 tot 2019 een reeks nieuwe maatVLD immers een ‘trofee’ bij de regeregelen komen. Die voorzien in zwaarringsonderhandelingen. Zij wil die niet
der eisen op vlak van loopbaan- en
laten vallen voor het overheidspersoleeftijdsvoorwaarden om vervroegd
neel.
op pensioen te kunnen gaan. We hebWe hebben ook voorgesteld om het afben aangetoond dat het overheidsperbouwscenario
om
te
keren.
soneel door de afschaffing van de diWat betekent dit? Nu voorziet de regeplomabonificatie eigenlijk drie maal
ring voor iedereen vanaf 2016 in
een aftrek met 6 maanden, het
jaar nadien opnieuw met 6
maanden, het jaar nadien … enz.
Wie dus een kleiner voordeel
heeft door de diplomabonificatie
(niveau B) verliest eerst volledig
het voordeel. Wie een groot
voordeel heeft (geneesheren en
apothekers bijv.), behoudt langst
een deel van het voordeel. We
hebben voorgesteld de afbouw
om te keren: eerst -6 maand voor
Minister van Pensioenen Bacquelaine heeft al veel verklaringen afgelegd in de media
wie een bonificatie heeft van 7 maar heeft de vakbonden nog niet persoonlijk ontvangen. Hij laat zich in de onderhanjaar, dan weer 6 maand, … enz. In delingen vertegenwoordigen door z'n kabinetschef.
dat geval dragen de sterke
schouders eerst de lasten.
3

zo hard wordt getroffen door de pensioenmaatregelen dan werknemers in
het algemeen. Wij zien hierin een bijkomend argument om de voorgestelde maatregel uit te stellen tot
2020.
We hebben kunnen aantonen dat het
voorstel van de regering om enkel een
tempering toe te kennen aan diegenen
die in 2016, 58 of 59 jaar worden ertoe
leidt dat personeelsleden die in hun
schooltijd bijv. een jaartje gedubbeld
hebben of die in 1959 geboren zijn,
zwaar worden afgestraft: zij moeten
met 1 jaar verschil meteen 4 of 5 jaar
langer werken.
Binnen de regering lijkt men bereid dit
probleem te bekijken.
Hoe zit het met de kwestie van
de validering van de studieperiode voor de pensioenen door
persoonlijke bijdragen? Maakt
de regering dit eventueel mogelijk?
De kwestie van de validering van de studieperiodes door persoonlijke bijdragen is van een
gans andere orde. Ze heeft niets van doen met
de huidige besprekingen.
In deze fase worden de voorwaarden gewijzigd
om vervroegd op pensioen te kunnen gaan
(dwz. voor de leeftijd van 65 jaar). Tot 2030
zouden er geen wijzigingen komen aan de manier waarop studieperiodes worden gevalideerd voor berekening van het pensioenbedrag.
De regering voorziet wel dat dit laatste dient
uitgeklaard in het kader van de besprekingen
van de zgn. pensioencommissie. Zij wil eigenlijk
dat overheidspersoneel op dat ogenblik bijdraagt voor de validatie voor de berekening
van het pensioen, net zoals dit vandaag gebeurt voor werknemers. Over de opstart van
die pensioencommissie zou de regering in het
voorjaar van 2015 duidelijkheid brengen.
Hoe zit de verdere procedure nu
in elkaar?
Op 19 december jl. is in het comité A afgesproken dat de vakbonden de komende dagen hun
opmerkingen, bezwaren en problemen nog op
papier zetten. We zijn dit aan het voorbereiden
samen met de andere centrales voor het onderwijs en de overheidsbedrijven (FCSOD).
Begin januari zal de federale regering die input
onderzoeken. Dit zal gebeuren via interkabinettenwerkgroepen. Op 14 januari zal de federale regering ook overleggen met de deelstaten.
Op 23 januari is er dan een nieuwe bijeenkomst van het comité A. Alles laat voorzien dat
dit een afsluitende bijeenkomst wordt. De kabinetschef van de premier heeft dit alvast zo
aangekondigd.
Wat wordt onze positie?
De maatregel over de afschaffing van de diplomabonificatie is een zware negatieve maatregel. Voor ons gaat hij volledig in tegen de afspraken die pas in 2012 gemaakt zijn naar aanleiding van de pensioenhervorming die minister Q (Van Quickenborne) heeft ingezet. We
hebben ook geen enkel begrip voor het gebrek
aan samenhang in de aanpak. Langs de ene
kant voorzien in strenger leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden en langs de andere kant
tegelijk meteen voorzien in de afschaffing van
de diplomabonificatie is niet logisch noch
rechtvaardig. Dit leidt ertoe dat het overheidspersoneel meer dan dubbel wordt aangepakt.
Ook de manier van afschaffen van de diplomabonificatie waarbij diegenen die het kleinste
voordeel hebben, ook eerst het verlies incasseren, is voor ons een brug te ver.
Het is ten andere niet logisch dat de regering
een pensioenhervorming voorziet tegen 2030
en ons geen zicht heeft op het globale plaatje.
We zetten ons af tegen deze salamipolitiek.
4
Bij de besprekingen hebben we inhoudelijke
argumenten aangebracht. We hebben ons niet
genesteld in een comfortabele afwijzingspositie. Maar we verwachten van de regering wel
inhoudelijk een constructieve opstelling. Doet
de regering dat niet, dan is haar verhaal over
de ‘uitgestoken hand voor de sociale dialoog’
voor het overheidspersoneel werkelijk een
farce.
Wat doen we ondertussen?
We roepen onze leden van niveau A en B op
dat zij rechtstreeks aan de Eerste Minister, de
minister van Pensioenen en de verschillende
vicepremiers zouden reageren over de zware
gevolgen van de impact van de afschaffing van
de diplomabonificatie.
Uit het verleden weten we hoezeer een sterke
positionering aan de onderhandelingstafel ondersteund door rechtstreekse reacties van
mensen aan politici elkaar kunnen versterken.
In het verleden is die aanpak succesvol gebleken. Laat hem ons dus opnieuw hanteren!
22.12.2014
5