December 2014, Piet Gerbrandy

VSB Poëzieprijs – de beste
poëzie van dit moment
Poëziesuggestie
uit de bundel Vlinderslag
van Piet Gerbrandy
Senia i.s.m. Poetry International Rotterdam
De VSB Poëzieprijs is ieder jaar dé prijs voor Nederlandstalige poëzie en bekroont de beste
dichtbundel van het jaar met een geldbedrag van 25.000 euro. De jury – dit jaar onder
voorzitterschap van NRC hoofdredacteur Peter Vandermeersch - kiest uit de meer dan honderd
verschenen dichtbundels vijf kanshebbers. Aan het begin van de Poëzieweek wordt op 28 januari de
winnaar bekendgemaakt tijdens de feestelijke prijsuitreiking in Kunsthal Rotterdam. De jury van de
VSB Poëzieprijs 2015 heeft de volgende vijf bundels genomineerd:
Piet Gerbrandy – ‘Vlinderslag ‘
Sasja Janssen – ‘Ik trek mijn species aan’
Hester Knibbe – ‘Archaïsch de dieren’
Alfred Schaffer – ‘Mens Dier Ding’
Peter Verhelst – ‘Wij totale vlam’
Samen verhalen en gedichten lezen verbindt mensen en maakt ze sterker. In samenwerking met
Poetry International Rotterdam doet Senia een greep uit de beste Nederlandstalige poëzie van dit
moment en doet u met veel plezier elke maand een gedichten als suggestie aan de hand. Ze zijn
afkomstig uit de vijf bundels die voor de VSB Poëzieprijs 2015 werden genomineerd.
Lees het gedicht als opening of afsluiting van uw bijeenkomst. Enkele vragen helpen een korte
nabespreking van het gedicht op weg.
Meer gedichten
Kijk voor meer gedichten uit de bundel ‘Vlinderslag’ van Piet Gerbrandy op
www.poetry.nl
Dit is de link, daar vindt u ook audio- en video-opnamen van de gedichten
gelezen door de dichter zelf of door juryvoorzitter Peter Vandermeersch.
De dagen waarin je dood waren luttel en lang
en vol schelle vogels de nachten.
Ik heb mijn boeken geopend en zonder knak georeerd.
ik was op dreef en lucide.
Enkele lachers leken op mijn hand.
Ik heb mijn gras gemaaid mijn geurig bed gewied
gesnoeid de blauwste regen van mijn gevel.
Ik heb je brieven geschikt en gekist maar niet om ze te verbranden.
Ik heb met baarden in jurken op hoekige paden
gewandeld hun bidden beluisterd
hun scheurend uitbundige eerbied.
Ik maakte een lijst van je kussen.
Ik maakte een lijst van je ogen.
Ik schreef een lovend artikel over een kutboek.
Ik repeteerde mijn toespraak vol allusies.
Ik heb mijn bieren gekoeld mijn dorsten gelenigd
foute grappen gemaakt met mijn gastvrienden.
De dag dat je opdook geen zonnige dag
en de nachten vol krassende dieren.
Dat slaapgebrek er stevig kan inhakken is eigenlijk geen nieuws.
Om te bespreken na het lezen van het gedicht
-
Wie is er aan het woord in het gedicht? Hoe stelt u zich hem of haar voor? Is het de dichter zelf?
Wat gebeurt er in het gedicht? En wat ging eraan vooraf?
Wat treft u in het gedicht? Welke zin of passage, welk woord?
Is er iets in het gedicht dat u herkent?
Welk beeld blijft hangen na het lezen van dit gedicht?
Piet Gerbrandy - Vlinderslag
In een afwisseling van stemmen, helder gerangschikt over de
pagina’s, brengt Gerbrandy verschillende gedachten bij elkaar. De
poëzie in Vlinderslag gaat over de liefde en het verlangen, de
benaderbaarheid en de ongrijpbaarheid van de ander, maar ook
over de poëzie zelf, de plaats en betekenis ervan in ons huidig
tijdsgewricht en over de wonderlijke en verontrustende
verschijningsvormen van de ons omringende maatschappij. Dat
laatste niet zelden scherp verwoord in zinnen als ´…zelfs vettige oosterburen met
laagste iq´s ziet men wel knipperen´ of ´Ik heb met baarden in jurken op hoekige paden –
gewandeld hun bidden beluisterd – hun scheurend uitbundige eerbied.´
De stemmen die om beurten aan bod komen zijn niet helemaal verschillend. De
vertellende en beschouwende toon die uit de prozagedichten spreekt die op de
linkerpagina’s van de bundel staan afgedrukt, is analytischer en ingetogener dan die van
de lyrische vrije verzen die op de rechterpagina’s staan, maar in de manier waarop beide
stemmen zich over de wereld uitlaten klinkt een zelfde observerende en besliste geest
door. Die besliste toon is vooral te lezen in de derde stem, de commentaarstem die in de
cursief gezette regels onder aan de pagina gemeenplaatsen debiteert zoals we die
kennen uit persberichten, reclamefolders en beleidsmakersproza. Met deze drie
tekstvormen brengt Gerbrandy scherpe contrasten in de bundel aan, zonder de
verbondenheid die uit die teksten spreekt kwijt te raken.
De ik die in de gedichten aan het woord is zoekt in de dingen die hij waarneemt
betekenis en richting, maar is zich steeds bewust van de vergeefsheid daarvan, of het
verlies dat er mee gepaard kan gaan. ‘Willen we een uitsparing in het zijnde zijn dan is
erin opgaan verkeerd. Om je lief te kunnen hebben moet ik je op afstand houden. En
ieder woord zou belachelijk zijn. Je een naam toekennen zou zelfs fataal kunnen zijn.’
Dat onbestemd houden van veel wat zich aan ons voordoet en
tegelijkertijd houvast vinden in de onophoudelijke stroom van
indrukken, gewaarwordingen en gedachten, is het dilemma waar de ik
voortdurend mee in de weer is. Gerbrandy´s Vlinderslag brengt dit
dilemma ook op het niveau van het denken over de poëzie als genre,
fraai uitgewerkt in de door hem bezorgde en vertaalde laat-antieke
dialoog toegeschreven aan Macrobius Ambrosius Theodosius.
Gedichten zijn er niet om behaaglijk van te genieten maar om de lezer
wakker te schudden. Ze dienen de vurige onderstroom van het leven
aan het licht te brengen, 'tot op de bodem kijken, waar kolkend water uit spleten
opborrelt'. In de dialoog stelt Claudianus: ‘Het is de taak van de dichter die duisternis
aan het licht te brengen, maar dan zo dat ze hanteerbaar blijft. Zonder koele vorm werkt
het vuur uit de afgrond verlammend.’ Gerbrandy heeft dat vuur en de koele vorm in
intrigerende gedichten uitgewerkt.
Deze poëzie lezen is, zoals de jury van de VSB Poëzieprijs opmerkte, een feest door de
humor en het vernuft waarmee de dichter te werk gaat, en ook door de zoektocht naar
zin, van 'vorm op zoek naar vrijheid of bestendiging'.