Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Azië en Oceanië
Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Postbus 20061
Nederland
www.rijksoverheid.nl
Onze Referentie
MINBUZA-2014.334951
Uw Referentie
2014Z08901/2014D20648
Datum 11 juli 2014
Betreft Uw verzoek inzake brief Moluccan Human Rights Organization m.b.t.
inperking vrijheid van meningsuiting in de Molukken
Geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor
Buitenlandse Zaken van 5 juni 2014 met kenmerk 2014Z08901/2014D20648
inzake brief Moluccan Human Rights Organization m.b.t. inperking vrijheid van
meningsuiting in de Molukken.
U verzocht om in de beantwoording specifiek in te gaan op de passage in de brief
waarin wordt gesteld dat door de gebeurtenissen op 25 april jl. de mening van het
Nederlandse kabinet dat het ideaal van een vrije Zuid-Molukken alleen in
Nederland leeft, "onderuit" zou zijn gehaald.
Het kabinet heeft begrepen dat de bijeenkomst in Ambon van 25 april jl. een
kleine groep deelnemers betrof en dat hun arrestatie niet voor publieke onrust
heeft gezorgd. De bijeenkomst zou georganiseerd zijn met als doel de aandacht te
vestigen op het uitroepen van de onafhankelijke Republiek der Zuid-Molukken
(RMS) in 1950. Deze organisatie krijgt in Ambon weinig weerklank.
Nederland erkent de territoriale integriteit en soevereiniteit van de Republiek
Indonesië, en onderhoudt geen contacten met de zogenoemde RMS. In de
reguliere dialoog tussen Nederland en Indonesië kunnen alle onderwerpen aan de
orde komen, waaronder mensenrechten en de positie van gevangenen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Frans Timmermans
Pagina 1 van 1