Je kunt wereldburger zijn zonder het te willen

Een wereld aan definities
Christine Carabain:
‘Je moet verder
gaan dan
kennisoverdracht’
Denkers en politici hebben het al 2.500 jaar over ‘wereldburgerschap’.
Maar over de precieze betekenis van de term heeft nooit algemene overeenstemming bestaan. Heeft het eigenlijk wel zin om naar een sluitende
definitie te zoeken? Jazeker, meent onderzoeker Christine Carabain.
‘Een goede definitie is uiterst bruikbaar. Ook voor onderwijzers.’
Zelf heeft Carabain het liever niet over ‘wereldburgerschap’, al weet ze dat die term
vaak gebruikt wordt. ‘“Mondiaal burgerschap” vind ik al beter. Maar ik zeg het liefst “de
mondiale dimensie van burgerschap”. Simpelweg omdat die uitdrukking aangeeft dat ik
een bepaalde kánt van burgerschap bedoel, niet een speciaal sóórt burgerschap. Ik vind
dat een belangrijke nuance. In mijn ogen behandelen leraren burgerschap pas volledig, als
zij ook aandacht hebben voor de mondiale kant daarvan. Voor kennis van internationale
vraagstukken. En voor het vermogen om mondiale belangen mee te wegen in morele
keuzes. Alleen een nationale blik voldoet niet.’
Vragen stellen
Carabain deelt deze visie met NCDO, het enige kennis- en adviescentrum in Europa
dat zich exclusief richt op mondiaal burgerschap. Ze werkt daar sinds september 2011
als senior onderzoeker. ‘Mijn afdeling richt zich op de vraag hoe het ervoor staat met
het mondiaal burgerschap onder Nederlanders. We baseren ons onderzoek op onze
omschrijving van de mondiale dimensie van burgerschap. Die dimensie uit zich volgens ons >>
‘Alleen een
nationale blik
voldoet niet.’
Je kunt beter tonen hoeveel zij zelf al
doen voor hun samenleving. Bijvoorbeeld
door een lokaal project uit te lichten
als Pasa la Voz, dat kranten en filmpjes
maakt met Peruaanse straatkinderen.
Zo geven die kinderen zichzelf een
stem, ontwikkelen ze zelfvertrouwen
en maken ze contact met lokale leiders.
Als lesgevende moet je leerlingen ook
aangeven dat wij veel van het Zuiden
kunnen leren. Inspiratie hiervoor zou
je kunnen opdoen op de website
van E-motive. Dit project van NCDO,
MOVISIE, Hogeschool van Amsterdam en
Oxfam Novib brengt de kennis en kunde
uit ontwikkelingslanden naar Nederland.
Er zijn zoveel goede voorbeelden van dit
soort omgekeerde ontwikkelingshulp.
De Oasis Game bijvoorbeeld, waarin
buurtbewoners gezamenlijk hun wijk
opknappen. Dit initiatief startte in
Braziliaanse favelas, maar rolt zich nu ook
uit in Nederlandse krachtwijken. En denk
bijvoorbeeld aan de Latijns-Amerikaanse
vakbondsleden die bij Nederlandse
FNV-kaderleden op bezoek kwamen. Zij
gaven hen allerlei eye-openers over de
omgang met werknemers.’
Carin Boersma
oud-DOCENT EN -onderwijsontwikkelaar,
DEN Haag
‘Lang niet alle onderwijzers
in Nederland kennen het
woord “wereldburgerschap”.
‘Nooit ee
lag de fo rder
een defincus van
wereldb itie van
zo sterk urgerschap
op gedra
g.’
>> in gedrag dat recht doet aan bepaalde beginselen. In het bijzonder aan de principes van
wederzijdse afhankelijkheid in de wereld, de gelijkwaardigheid van mensen, en de gedeelde
verantwoordelijkheid voor het oplossen van mondiale vraagstukken.’
‘Een stevige, veelomvattende definitie‘, noemt Carabain die omschrijving. ‘We hebben
er dan ook een uitgebreide literatuurstudie voor gedaan.’ Toch blijft er ruimte voor
verbetering. ‘Een definitie moet altijd iets levends houden. Voortschrijdend inzicht kan
leiden tot aanscherping. Maar vooralsnog zal dat niet nodig zijn, denk ik. We hebben een
inhoudelijk sterke omschrijving. Eén die niet al te sturend is. En die bovendien iets nieuws
brengt ten opzichte van eerdere definities. Nooit eerder lag de focus zo sterk op gedrag.
Wij noemen iemand pas wereldburger als hij op een bepaalde manier handelt. Alleen
kennis, reflectie of houding is niet genoeg.’
Gedrag vertonen
De focus op gedrag past bij de lijn die Bert Koenders enkele jaren geleden uitzette. De
toenmalige minister voor Ontwikkelingssamenwerking vroeg zich hardop af waar de
wereld uiteindelijk méér aan heeft. Burgers die veel kennis hebben over onrecht? En die
een positieve houding hebben ten opzichte van ontwikkelingssamenwerking? Of burgers
die zich actief inzetten tégen dat onrecht? Hij pleitte voor burgerparticipatie. ‘Natuurlijk is
het niet per se of/of’, zegt Carabain. ‘Kennis en houding hebben in zekere mate invloed op
gedrag. Maar onderzoek toont al jaren aan dat dit verband niet direct is, noch eenvoudig.
Integendeel: het is een concept dat pas de laatste
jaren opgang doet. Studenten hebben volop de
tijd om uit te spitten wat het precies inhoudt.
Leraren vaak niet. Ik vind het daarom best
verrassend hoeveel er al gebeurt op het vlak van
wereldburgerschap. Natuurlijk: het kan meer en
het kan beter. Over tien jaar zou het een heel
normaal aandachtsgebied moeten zijn. Hier is
denk ik een rol weggelegd voor uitgevers. Vooral
voor degenen die bekendheid genieten in het
onderwijs: zij worden sneller serieus genomen dan
kleinere instanties die ook lesmateriaal aanbieden.
Overigens weet ik niet of er nú al een lesmethode
voor wereldburgerschapsonderwijs moet komen.
Daar zou het best te vroeg voor kunnen zijn, ook
al is er onder fanatieke docenten behoefte aan
handvatten. Misschien moet het thema eerst maar
eens wat beter op het netvlies komen te staan. Maar
áls er een methode komt, dan zou die digitaal moeten
zijn. Wereldburgerschap is een beweeglijk thema;
de wereld staat niet stil. En onderwijs op dit vlak
is sterker als het inspeelt op de actualiteit. Online
methodes kunnen zich beter aanpassen aan die
beweeglijkheid en actualiteit dan papieren boeken.’
Maaike van Ruiten
basisschoollerares, Den Haag
En gedrag kan evengoed door andere zaken worden beïnvloed. Zoals het al dan niet
goede voorbeeld van vrienden of familie.’
‘Als iemand de principes van mondiaal burgerschap aanhangt én ernaar handelt, dan is
dat uiteraard ideaal’, aldus Carabain. ‘Maar het kan best zijn dat iemand zich niet bewust
is van deze principes, en toch het gedrag vertoont dat daar recht aan doet. Zo zijn er
mensen die fairtrade-producten kopen zonder stil te staan bij de situatie van producenten
in arme landen. En zijn er jongeren die afval scheiden omdat zij dat altijd hebben moeten
doen van hun ouders; meer uit gewoonte, dus, dan uit betrokkenheid bij het milieu. Wij
noemen ook hen mondiaal burgers.’
Thema’s zoeken
‘Je kunt je afvragen waarom je een definitie nodig hebt voor de mondiale dimensie van
burgerschap’, zegt Carabain. ‘De term wordt maar in kleine kring gebruikt. En door de
eeuwen heen is er weinig overeenstemming over geweest. Toch denk ik dat een goede
invulling van het concept bruikbaar is. Voor NCDO zelf, omdat een kenniscentrum dat
zich richt op mondiaal burgerschap natuurlijk wel moet kunnen vertellen wat het onder
die term verstaat. Maar ook voor andere professionals in de internationale samenwerking
is het zinvol. Want om Nederlanders te kunnen aansporen tot actie of steun, is het handig
te weten welke groepen het best benaderd kunnen worden – en hoe. Onderzoek naar dit
soort vragen heeft baat bij onze strakke definitie.’
‘Sommige jongeren
scheiden afval uit
gewoonte, niet uit
milieubewustzijn.
Wij noemen ook hen
mondiaal burgers.’
E En wereld aan definities
‘Ik vind dat je leerlingen
heel duidelijk moet
maken dat mensen in
ontwikkelingslanden
lang niet allemaal zielig
zijn of wachten op hulp.
dat zo is: wat betekent het woord dan nog? Je moet het dus invullen – en leerlingen
vervolgens laten ervaren wat het volgens jou betekent. Vind je als onderwijzer dat
wereldburgerschap vooral gaat over duurzaamheid? Leg dan met kinderen een
bio-moestuin aan naast de school. Gaat het je eerder om mensenrechten? Nodig een
asielzoeker uit om haar verhaal te doen of ga met de klas naar een asielzoekerscentrum.
Zo gaat het concept pas leven voor leerlingen. Daarbij is het denk ik belangrijk dat je
niet vervalt in clichés. Wereldburgerschap draait om gelijkwaardigheid. Dus moet je
voorkomen dat je in termen spreekt van “wij” en “zij”, van “het mooie, rijke Westen” en
“de zielige Derde Wereld”. Dit voorkom je bijvoorbeeld door leerlingen via e-learning
te laten communiceren met leeftijdsgenoten. Of nog eenvoudiger: door hen in contact
te brengen met lekker eten of mooie muziek uit “derdewereldlanden”. Haal die dingen
naar hen toe, in hun eigen omgeving. Of laat zien dat er in hun eigen wijk van alles is
dat een link heeft met landen over de grens. Om te zorgen dat je leerlingen snappen
wat de term “wereldburgerschap” betekent, is het goed om klein, concreet en dichtbij
te beginnen. Pas daarna kun je wat dieper ingaan op grotere thema’s.’
‘Weer iets op ons bord!
Hier heb ik geen tijd
voor! Een nieuwe hype
zeker! Ik hoor het leraren regelmatig
zeggen. Niet iedereen is enthousiast
over wereldburgerschapsonderwijs.
Toch is het zeker geen tijdsverspilling.
Het is ontzettend belangrijk dat we
kinderen leren omgaan met anderen in de
samenleving – zeker nu die samenleving
steeds complexer en internationaler
wordt. Daarom laten wij aankomende
leraren goed nadenken over lokaal en
mondiaal burgerschap. Wat betekent de
term volgens hen, hoe zien zij de relatie
die mensen met anderen moeten hebben,
en hoe gaan ze dat opnemen in hun
lessen? We sporen hen ook aan stage te
lopen buiten hun vertrouwde omgeving
– bijvoorbeeld op een islamitische of
Joodse school, en sowieso een keertje in
het buitenland.’
Geke Kieft
VOORMALIG Pabo-docente, Ede
27 Een wereld aan definities
‘Op zichzelf lijkt “wereldburgerschap” een lege
term. Iedereen is toch een wereldburger? Maar als
Geke Kieft
VOORMALIG Pabo-docente, Ede
MONDIA
BURGERSACL
H
VAN DRAAGV
>> Datzelfde geldt voor wereldburgerschapsonderwijs, stelt Carabain. ‘De thema’s in onze
omschrijving geven onderwijzers en docenten richting, zelfs al zijn ze te abstract om direct
te gebruiken in de klas. Het lijkt mij tenminste niet verstandig kinderen les te geven onder
het kopje “De Gedeelde Verantwoordelijkheid voor Mondiale Vraagstukken”. Je zult als
lesgevende echt moeten zoeken naar subthema’s, zoals de energie- of klimaatcrisis, om die
vervolgens concreter te maken. Hoe gaan je leerlingen thuis met energie om? Wat doen ze
‘De thema’s in onze omschrijving van de
term “wereldburgerschap” geven leraren
richting. Ik hoop dat zij door de definitie
verder gaan dan alleen kennisoverdracht.’
zelf voor de natuur? En wat zouden ze kunnen doen? Ik hoop dat onze definitie ertoe leidt
dat leraren daadwerkelijk verder gaan dan kennisoverdracht. Dat zij zich bij elke uitleg van
mondiale kwesties afvragen: “Welk gedrag verwacht ik van mijn leerlingen? En hoe kan ik
dat gedrag stimuleren?”’
3 x burgerschap
1. Definitie van burgerschap
NCDO presenteerde in 2012 het boekje
Mondiaal burgerschap (van draagvlak naar
participatie). Daarin staat onder andere
hoe de organisatie is gekomen tot haar
nieuwe visie op de mondiale dimensie van
burgerschap. Zij vat die visie bovendien
samen in de volgende definitie: ‘De
mondiale dimensie van burgerschap uit zich
in gedrag dat recht doet aan de principes
van wederzijdse afhankelijkheid in de
wereld, de gelijkwaardigheid van mensen en
de gedeelde verantwoordelijkheid voor het
oplossen van mondiale vraagstukken.’
2. Dimensies van burgerschap
‘Burgerschap’ heeft een nationale en
een mondiale dimensie, aldus Mondiaal
burgerschap. Wat de nationale dimensie
betreft, is er sprake van een formele en een
morele kant. De eerste gaat over de juridische
relatie tussen de burger en de staat (de
wederzijdse rechten en plichten). De morele
kant gaat over het juiste sociale gedrag van
burgers in de maatschappij. De mondiale
dimensie kent geen formele kant (want er is
geen wereldstaat) maar wel een morele. De
universele mensenrechten zijn een belangrijke
leidraad voor deze mondiale ethiek.
NCDO - MONDI
LAK NA AR
AP
PARTICIPATI
E
AAL BURGER
SCHAP
1
3. Theorieën van burgerschap
Mondiaal burgerschap beschrijft vier
theorieën over burgerschap. In de liberale
theorie betekent goed burgerschap
dat iemand zijn persoonlijke doelen kan
nastreven. De communautaristische variant
stelt dat een goede burger juist bijdraagt
aan de doelen van zijn sociale en culturele
gemeenschap. De republikeinse theorie wijst
erop dat vooral de politieke gemeenschap
belangrijk is. En voor neo-republikeinse
theoretici betekent burgerschap het
vermogen om goed om te gaan met
culturele, religieuze en politieke diversiteit.
Bestel of download Mondiaal Burgerschap (van draagvlak naar participatie) op www.ncdo.nl