Briefing scheidsrechters

BRIEFING CLUBSCHEIDSRECHTERS SEIZOEN 2014-2015
In deze briefing behandelen we een aantal belangrijke spelregels en geven we aan hoe clubscheidsrechters
deze moeten hanteren. Dit helpt om samen met je collega voorspelbaar te fluiten, zodat spelers, begeleiders
en publiek weten waar ze aan toe zijn en niet voor verrassingen komen te staan.
Op het afgelopen WK in Den Haag waren een aantal spelregels van toepassing die uitsluitend
internationaal én in onze Hoofdklasse Dames en Heren gelden. Dit betreft het mogen spelen van een bal
boven schouderhoogte en een tijdstraf van twee minuten bij een groene kaart. Deze regels gelden niet voor
wedstrijden gefloten door clubscheidsrechters binnen uw club!
Speciale spelregels die alleen gelden in de Hoofdklasse
• In de hoofdklasse geldt voor een groene kaart een tijdstraf van twee minuten.
• In de hoofdklasse is het spelen van de bal boven schouderhoogte, mits niet gevaarlijk, toegestaan.
Hierdoor is de spelregel rond hengelen in de hoofdklasse niet van toepassing. De speler die de bal speelt
is er verantwoordelijk voor dat er geen gevaar ontstaat. Hij zal zich dus moeten realiseren dat hij een hoge
bal niet moet proberen te spelen als er tegenstanders te dichtbij staan.
• In de hoofdklasse geldt dat er 17 spelers op het wedstrijdformulier mogen staan, mits twee van hen op 1
oktober jonger zijn dan 21 jaar.
Selfpass
• Een spelhervatting (vrije slag, inslag, uitslag, lange hoekslag en beginslag) mag met een selfpass worden
genomen. Dit geldt niet voor het nemen van een strafcorner, strafbal en bully.
Aanvallende spelhervatting binnen 23-metergebied
• Bij een spelhervatting (vrije slag, inslag en lange hoekslag) voor de aanvallende partij binnen het 23metergebied moeten met uitzondering van de nemer alle spelers op minimaal vijf meter afstand staan.
• Krijgt een aanvaller binnen vijf meter van de cirkelrand een vrije slag, dan moet de bal teruggelegd worden
tot vijf meter buiten de cirkel, zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding.
• De bal mag vanuit deze spelhervatting niet direct de cirkel in gespeeld worden. Dit mag wel door of via
een andere speler (medespeler of tegenstander), die bij het nemen van de spelhervatting op minimaal vijf
meter afstand staat. Ook met een selfpass mag de bal door de nemer de cirkel in worden gebracht, maar
dan moet de bal eerst minimaal vijf meter hebben afgelegd, voordat hij de cirkel in gespeeld mag worden.
Dat betekent: na die vijf meter de bal opnieuw raken om de cirkel in te spelen. De bal vijf meter laten rollen
voordat de cirkellijn wordt gepasseerd zonder opnieuw te spelen, is dus niet toegestaan.
• Indien een aanvallende vrije slag is toegekend voor een overtreding binnen het 23-metergebied moet de
vrije slag ook binnen het 23-metergebied worden genomen. En dus niet er net buiten om daarmee de
moeilijkheid van het niet rechtstreeks de cirkel in mogen spelen te omzeilen.
Keeper
• De vliegende keep is een veldspeler met een shirt van afwijkende kleur, die als keeper mag optreden als
hij in zijn cirkel is. Hij mág binnen zijn 23-metergebied met een helm op spelen, maar hoeft dat niet.
• Het wisselen van ‘soort keeper’ mag op momenten dat spelerswissels zijn toegestaan. Dit mag dus niet
bij een strafcorner maar wel bij een strafbal. Als een keeper bij een strafcorner tegen, niet verder kan of
mag spelen, moet hij worden vervangen. Als er op dat moment met een vliegende keep wordt gespeeld,
mag deze alleen door een andere vliegende keep worden vervangen.
• Bij het verdedigen van een strafcorner of een strafbal moet de vliegende keep zijn helm op, maar mag hij
geen andere keeperuitrusting aandoen, zoals keeperhandschoenen.
Commissie Spelregels augustus 2014
Briefing clubarbitrage seizoen 2014 - 2015
1
Gebruik van lichaam en stick
• Een sliding door een veldspeler waarbij de tegenstander onderuit wordt gehaald, wordt bestraft als een
opzettelijke overtreding. Dus met naast de strenge spelstraf ook een gele kaart (tien minuten!) voor de
dader. Je hier niet aan houden heeft tot gevolg dat spelers niet meer weten waar de grenzen zijn.
• Het stoppen of spelen van de bal met de stick boven de schouder is m.u.v. het verdedigen van een
doelpoging niet toegestaan en moet worden afgefloten. Indien je als scheidsrechter oordeelt dat het
opzettelijk is, zal je binnen het 23-metergebied een strafcorner moeten geven. Vaak is dit het geval
wanneer er een aanvaller achter de verdediger staat die zonder die sticks kansrijk zou worden.
Strafcorner
• Een verdediger mag tijdens de strafcorner een glad masker dragen. Met dit masker op mag hij zijn
verdedigende actie afmaken maar niet actief mee gaan doen aan een aanval buiten zijn 23-metergebied.
Als na de strafcorner het spel wordt hervat met een uitslag of verdedigende vrije slag moet hij eerst zijn
masker afzetten alvorens de spelhervatting te mogen nemen.
• Als een verdediger bij een strafcorner te vroeg uitloopt, wordt de strafcorner opnieuw genomen en moet
deze verdediger achter de middenlijn plaatsnemen. Indien de keeper of de vliegende keep te vroeg uitloopt
wordt een andere verdediger achter de middenlijn gestuurd. De verdedigende partij bepaalt zelf direct
welke verdediger dit moet zijn. In beide gevallen verdedigt het team de strafcorner met een man minder.
• Indien een aanvaller te vroeg de cirkel inloopt moet hij ook achter de middenlijn plaatsnemen. Maakt de
aangever een duidelijke schijnbeweging, dan moet hij als aangever worden vervangen en dan hoeft de te
vroeg uitgelopen verdediger niet naar de middenlijn.
• Als na het aangeven van de strafcorner een nieuwe strafcorner wordt gegeven voor bijvoorbeeld een
overtreding van een verdediger mag deze nieuwe strafcorner weer met vijf verdedigers worden
verdedigd. Ook een eventueel achter de middenlijn gestuurde aanvaller of aangever mag dan weer
meedoen.
Gedrag spelers en begeleiders
• Een strafcorner leidt vaak tot wat commentaar bij de verdedigers die zich klaar maken om de strafcorner te
gaan verdedigen. Vaak is dat gewoon wat gefrustreerd gemopper wat niet direct voor de oren van de
scheidsrechter is bedoeld. Het is beter om in deze fase iets meer op afstand van hen te gaan staan.
Persoonlijke straffen
• Als je een kaart geeft, doe dat dan rustig en niet emotioneel en voorkom dat je in discussie gaat met een
speler. Toon de kaart en daarmee is bereikt wat je wilt. Een gesprek erbij is helemaal niet nodig en leidt
vaak tot discussie en een reactie van de speler.
• De straftijd voor een gele kaart is in principe vijf minuten. Alleen voor een fysieke overtreding, op het
lichaam gericht is de straf tien minuten. Slidings, neerhalen van spelers, etc. wordt dus bij een gele kaart
bestraft met tien minuten, andere gele kaarten betekenen vijf minuten tijdstraf.
Samenwerken
• Laat aan de spelers zien dat je met je collega het derde team op het veld bent. Geef duidelijk aan wat je
bedoelt als je collega om advies vraagt en wees zelf ook niet om advies te vragen als je dit nodig hebt.
• Soms zie je iets niet goed. Dan is het als team van scheidsrechters belangrijk om zoveel mogelijk van
elkaar gebruik te maken. Het is de teams om het even wie er de beslissing neemt, zolang het maar de
juiste is. Daarvoor hoef je echt niet steeds naar elkaar toe te lopen; oogcontact of een simpel gebaar is
vaak al voldoende.
• Overleg alleen met je collega als je denkt dat hij het voorval vanuit zijn positie ook gezien kán hebben. Aan
de houding van je collega kun je vaak al zien of overleg wel zin heeft. En als je collega aangeeft dat hij het
níét gezien heeft en je dus helaas niet kan helpen, dan moet je dus zélf je beslissing nemen.
Commissie Spelregels augustus 2014
Briefing clubarbitrage seizoen 2014 - 2015
2
•
•
Natuurlijk moet je fouten trachten te voorkomen, maar áls je ze gemaakt hebt, is de manier waarop je met
de vervolgsituatie omspringt vaak bepalend voor je de manier waarop je in de wedstrijd geaccepteerd
wordt. Probeer direct je hoofd weer leeg te maken en klaar te zijn voor de volgende beslissing.
Mocht je een waarnemingsfout gemaakt hebben, probeer dan om niet eigenwijs vol te houden dat jij
absoluut gelijk hebt. Vaak leidt die houding tot veel meer agressie bij de spelers dan de fout zelf. Zeg wat
je waarneming was, leg eventueel de beslissing uit, maar denk niet dat de wereld vergaat als je een fout
toegeeft.
De Commissie Spelregels wenst je veel succes het komende seizoen !!!
Commissie Spelregels augustus 2014
Briefing clubarbitrage seizoen 2014 - 2015
3
Spelregels achttal hockey
Hoe ziet het speelveld eruit?
Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen
Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen
De zijlijnen doen dienst als achterlijnen. De achterlijn en middenlijn doen dienst als
zijlijnen.
In plaats van een cirkel is er het 15 meter doelgebied. Dit wordt aangegeven door de
pylonnen. Beschikt de vereniging over een veld met twee “oefen”cirkels in breedte richting
van het veld, dan is het doelgebied de cirkel.
De doelen worden midden op de “achterlijn’ gezet d.m.v. pylonnen of originele
(mini)doelen (achterplank met zijschotten). Deze hebben een onderlinge afstand van
3,66m (de normale breedte van een hockeydoel).
Het wedstrijddoel (11:11) op de zijlijn, in verband met gevaar, tijdens het spelen
weghalen.
De bal
De bal die gebruikt wordt is een normale hockey bal.
Teams
Een team bestaat uit maximaal 7 veldspelers en 1 doelverdediger. Er mogen wisselspelers
zijn.
Spelers mogen worden gewisseld op elk moment bij de (denkbare)middenlijn, maar niet
als er een strafcorner is toegekend. Eerst speler eruit dan (wissel) speler erin.
De doelverdediger draagt een helm, legguards, klompen, handschoenen, een body
protector en een tok. Daarnaast heeft hij een stick in zijn hand.
Het is niet toegestaan om met een ‘vliegende keep’ te spelen.
Voordat de wedstrijd begint loten (tossen) de aanvoerders. Het team dat de toss wint,
kiest voor de beginslag of voor een speelhelft.
Wedstrijdduur
Een wedstrijd duurt 2x30 minuten met een korte rust van maximaal 5 minuten.
Spelleiding
Nu het speelveld groter is en het spel sneller wordt gespeeld zal, wordt het spel geleid
door twee spelbegeleiders. De spelbegeleiders zijn geen scheidsrechters en moeten het
spel begeleiden. Indien nodig kunnen zij het spel onderbreken om uitleg te geven over
situaties die de spelers niet begrijpen.
Algemene regels
Het spelen van de bal mag alleen met de platte kant van de stick.
Ook met de zijkant van de stick mag worden gespeeld maar niet als de bal hiermee
omhoog gaat.
Binnen de cirkel of het 15 meter doelgebied mag de doelverdediger de bal stoppen met het
lichaam, schoppen met zijn klomp (maar niet gevaarlijk omhoog) of tegenhouden met de
handschoen en wegslaan.
Doelpunt
Een doelpunt kan alleen worden gemaakt door een aanvaller van binnen het doelgebied .
Als een aanvaller van binnen het doelgebied de bal richting doel speelt, maar de bal gaat
via een voet of stick van een verdediger in het doel, is er ook een doelpunt gemaakt.
(gewijzigd per 1 februari 2014)
De bal mag bij een poging op doel niet hoger dan 46cm (plankhoogte) worden gespeeld.
Gevaarlijk en ruw spel
Gevaarlijk en ruw spel zijn altijd verboden. Hieronder valt:
- ‘snijden’ (de bal met opzet omhoog spelen)
- (naar) spelers (of hun stick) slaan of trappen, vasthouden of duwen, laten struikelen,
blokkeren met het lichaam, of ander onsportief gedrag
- de bal opzettelijk tegen een speler aan spelen
Wat mag niet?
1) gevaarlijk zwaaien met de stick
2) op de stick slaan van een tegenstander
3) de bal hoog spelen
4) je tegenstander duwen
5) de bal met de voet spelen
Afhouden
Het is niet toegestaan een tegenstander van de bal af te houden door tussen hem en de
bal te draaien waardoor de tegenstander de bal niet kan spelen. Dit kan met het lichaam
of met de stick.
Afstandsregel
Bij een spelhervatting moet de tegenstander minimaal 5 meter afstand van de bal nemen.
Bij een aanvallende vrije slag bij het doelgebied moeten beide partijen minimaal 5 meter
afstand van de bal nemen.
Begin van het spel
De beginslag wordt genomen vanaf het midden van het veld en deze mag in alle richtingen
worden gespeeld. Na de rust is de beginslag voor het andere team. De tegenstanders
moeten minimaal 5 meter afstand van de bal houden.
Vrije slag
De bal:
- moet genomen worden op de plaats van de overtreding.
- moet stil liggen.
- mag niet omhoog worden gespeeld.
- mag vanaf 5 meter van het doelgebied nooit rechtstreeks het doelgebied ingespeeld
worden
De bal moet dan:
- eerst 5 meter hebben afgelegd of
- eerst door een andere speler dan de nemer zijn aangeraakt voordat hij het doelgebied in
gaat.
Aanvaller maakt een overtreding binnen het doelgebied
De verdedigende partij krijgt een vrije slag. De bal moet op de 15 meterlijn worden gelegd
recht tegenover de plaats waar de overtreding heeft plaats gevonden. Afstand tegenpartij
minimaal 5 meter.
Verdediger maakt een overtreding binnen 5 meter van het doelgebied
De aanvallende partij krijgt een vrije slag. De vrije slag moet zo dicht mogelijk bij de plek
van de overtreding worden genomen, maar niet binnen 5 meter van het doelgebied.
Afstand beide partijen(behalve de nemer) minimaal 5 meter.
Verdediger maakt een onopzettelijke overtreding in het doelgebied
De aanvallende partij krijgt een strafcorner.
Verdediger maakt een opzettelijke overtreding binnen het 15m gebied, maar buiten de
cirkel/doelgebied.
De aanvallende partij krijgt een strafcorner
Verdediger slaat met opzet de bal over zijn eigen achterlijn
De aanvallende partij krijgt een strafcorner
Verdediger maakt een opzettelijke overtreding in het doelgebied of een niet opzettelijke
overtreding waardoor een doelpunt wordt voorkomen
De aanvallende partij krijgt een strafbal
Uitslaan
De bal gaat, als laatste aangeraakt door een aanvaller, over de achterlijn: uitslaan door
een verdediger op de 15 meterlijn recht tegenover de plaats waar de bal over de achterlijn
ging. Afstand alleen de aanvallende partij 5 meter.
Lange corner
De bal gaat, als laatste aangeraakt door een verdediger, zonder opzet over de
achterlijn:lange corner voor het aanvallende team.
De bal wordt op zijlijn gelegd, 5 meter van de achterlijn.
De bal mag niet rechtstreeks richting doel worden gespeeld. De bal moet eerst 5 meter
zijn verplaatst of zijn aangeraakt door een andere speler. Afstand beide partijen(behalve
de nemer) minimaal 5 meter.
Inslaan
Vrije slag op de zijlijn daar waar de bal over de zijlijn ging door het team dat de bal niet
het laatst aanraakte.
Inslaan binnen doelgebied door aanvaller
De bal mag niet rechtstreeks richting doel worden gespeeld. De bal moet eerst 5 meter
zijn verplaatst of zijn aangeraakt door een andere speler. Afstand beide partijen minimaal
5 meter.
Strafcorner
De bal
- moet op de achterlijn, minimaal 10 meter van het doel gelegd worden.
- mag van beide kanten van het doel aangespeeld worden.
- moet eerst buiten de cirkel of het 15 meter doelgebied zijn gespeeld.
- mag niet hoger dan plankhoogte(46cm) in het doel komen.
De verdedigers (4 spelers + 1 keep)
- staan op minimaal 5 meter van de bal.
- moeten voeten en sticks achter de doellijn/achterlijn hebben.
- mogen pas uitlopen als de bal gespeeld is.
De overige verdedigers moeten achter de andere 15m lijn staan.
De aangever
- die de bal aangeeft moet ten minste 1 voet achter de achterlijn plaatsen.
- moet de bal in1 keer spelen
- mag geen schijnbeweging maken
De aanvallers
- moeten zich buiten de cirkel of het 15 meter doelgebied opstellen.
- mogen, na aangeven, in het doelgebied komen.
Strafbal
De tijd wordt stil gezet.
De bal
- wordt op 6,4m midden voor het doel gelegd.
- mag niet hoger dan plankhoogte(46cm) in het doel worden gespeeld.
De doelverdediger
- moet met beide voeten op de doellijn.
- mag pas van de doellijn komen als de aanvaller de bal heeft gespeeld. Bij te vroeg van
de doellijn, wordt de strafbal opnieuw genomen. Tenzij wordt gescoord, dan telt doelpunt.
De nemer
- moet achter de bal staan
- moet wachten op het fluitsignaal van de spelleider.
Speelt de nemer de bal voordat de scheidsrechter heeft gefloten; strafbal opnieuw nemen
als de bal in het doel gaat.
Als de bal niet in het doel gaat volgt een vrije slag verdediging op 15m midden voor het
doel.
- mag de bal alleen met een push, flick of scoop spelen. Geen (schuif-) slag.
- mag de bal maar 1x spelen
- mag geen schijnbeweging maken
De overige spelers moeten tijdens het nemen van de strafbal achter de 15 meterlijn staan.
Een strafbal eindigt zonder doelpunt als:
- de aanvaller een overtreding maakt = vrije slag verdedigende partij op 15m midden voor
het doel
- de doelverdediger de bal stopt =vrije slag verdedigende partij op 15m midden voor het
doel
- de bal de doellijn niet haalt = vrije slag verdedigende partij op 15m midden voor het doel
Self-pass
Bij beginslag, vrije slag, inslaan, uitslaan en lange corner mag de nemer de bal zelf spelen
zonder dat hij de bal naar een medespeler moet spelen. De speler mag daarna gelijk gaan
lopen met de bal.
Time-out
Een time-out kan worden gegeven om de coaches van beide teams gelegenheid te geven
de spelers extra aanwijzingen te geven, zodat het spel beter kan verlopen.
- een time-out kan op initiatief van de spelleider worden gegeven
- een time-out kan gevraagd worden door de coach van een team
Spelregels drietal hockey
Hoe ziet een speelveld er uit?
5m
5m
5m
2m
2m
2m
speelrichting
speelrichting
2m
2m
5m
5m
2m
5m
5m
.
Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen
Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen
De achterlijnen worden gevormd door de zijlijnen en de denkbeeldige lijn tussen eerste
doelpaalpunt vanaf de zijlijn en de 23m lijn.
De afmetingen zijn 23 bij 23 meter.
De zijlijnen worden gevormd door de achterlijn en de 23m lijn.
De doelen van team A staan op de zijlijn en de doelen van team B daar tegenover.
Elk team heeft twee doelen te verdedigen! De doelen staan 4m van de zijlijn en worden gevormd
door twee pylonnen die 2 meter van elkaar staan.
Het wedstrijddoel (11:11) op de zijlijn, in verband met gevaar, tijdens het spelen weghalen.
In plaats van een cirkel is er het 5m doelgebied. Dit wordt aangegeven door de pylonnen.
De bal
De bal die gebruikt wordt is een normale hockey bal.
Teams
Een team bestaat uit maximaal 3 veld spelers. Er is geen doelverdediger.
Er mogen wisselspelers zijn die op elk moment kunnen worden ingezet. Eerst een speler eruit, dan
een speler erin dit gebeurt bij de middenlijn.
Wedstrijdduur
Een wedstrijd duurt 2x15 minuten met een korte rust van maximaal 5 minuten.
Omdat een F-hockeyteam bestaat uit minimaal zes spelers, waaruit u dus twee teams kunt
vormen, spelen dus synchroon twee teams tegelijk naast elkaar. Na een speelse warming up speelt
team 1 van partij A tegen team 1 van partij B en team 2 van partij A tegen team 2 van partij B. Na
de rust wisselen de teams. De wedstrijdjes zijn dan: 1A-2B en 1B-2A. Ieder speelt dus totaal 30
minuten.
Spelleiding
Het speelveld is zo klein dat kan worden volstaan met 1 spelleider.
De spelleider is geen scheidsrechter en moet het spel begeleiden en kan bij voorkeur het spel
onderbreken om uitleg te geven over situaties die de spelers niet begrijpen.
Begin van het spel
Voordat de wedstrijd begint loten (tossen) de aanvoerders.
Het team dat de toss wint, kiest voor de beginslag of voor een speelhelft.
De beginslag wordt genomen vanaf het midden van het veld en deze mag in alle richtingen worden
gespeeld.
Algemene regels
Het spelen van de bal mag alleen met de platte kant van de stick door middel van een push,
schuifslag of flats. De stick mag hierbij in de achterzwaai niet los van de grond en in de voorzwaai
niet hoger dan de knie komen.
Doelpunt
Een doelpunt kan alleen worden gemaakt door een aanvaller van binnen het doelgebied . Als een
aanvaller van binnen het doelgebied de bal richting doel speelt, maar de bal gaat via een voet of
stick van een verdediger in het doel, is er ook een doelpunt gemaakt.
Wat mag niet?
- gevaarlijk zwaaien met de stick
- op de stick slaan van een tegenstander
- de bal hoog spelen
- de tegenstander duwen
- de bal met de voet spelen
Afstandsregel
Bij een spelhervatting moet de tegenstander minimaal 3m afstand van de bal nemen. Bij een vrije
slag bij het doelgebied moeten beide partijen minimaal 3m afstand van de bal nemen.
Begin van het spel
De beginslag wordt genomen vanaf het midden van het veld en deze mag in alle richtingen worden
gespeeld. Na de rust is de beginslag voor het andere team.
Vrije slag
Als een speler iets doet wat niet mag (overtreding) krijgt het andere team een vrije slag.
De bal:
- moet genomen worden op de plaats van de overtreding.
- moet stil liggen.
- mag niet omhoog worden gespeeld.
- mag vanaf 3 meter van het doelgebied nooit rechtstreeks het doelgebied ingespeeld worden.
Dus de bal moet dan:
- eerst 3 meter hebben afgelegd of
- eerst door een andere speler dan de nemer zijn aangeraakt voordat hij het doelgebied in gaat.
Aanvaller maakt een overtreding binnen het doelgebied
De verdedigende partij krijgt een vrije slag. De bal moet op de 5m lijn worden gelegd recht
tegenover de plaats waar de overtreding heeft plaats gevonden. Afstand alleen aanvallende partij 3
meter.
Verdediger maakt een overtreding in het doelgebied of binnen 3m van het doelgebied
De aanvallende partij krijgt een vrije slag. De vrije slag moet zo dicht mogelijk bij de plek van de
overtreding worden genomen, doch op minimaal 3m van het doelgebied. Afstand beide partijen 3
meter.
Uitslaan
De bal gaat, als laatste aangeraakt door een aanvaller, over de achterlijn: uitslaan door een
verdediger op de 5m lijn recht tegenover de plaats waar de bal over de achterlijn ging. Afstand
alleen aanvallende partij 3 meter.
Lange corner
De bal gaat, als laatste aangeraakt door een verdediger, over de achterlijn: lange corner voor het
aanvallende team.
De bal wordt op zijlijn gelegd, net buiten het 5 meter gebied.
Beide partijen moeten minimaal 3m afstand van de bal nemen.
De bal moet eerst 3 meter hebben afgelegd of eerst door een andere speler dan de nemer zijn
aangeraakt voordat hij het doelgebied in gaat. (gewijzigd per 1 sept. 2014)
Inslaan
Vrije slag op de zijlijn daar waar de bal over de zijlijn ging door het team dat de bal niet het laatst
aanraakte. Alle tegenstanders moeten minimaal 3 meter afstand houden.
Inslaan binnen doelgebied door aanvaller
De bal wordt op de zijlijn gelegd, net buiten het 5 meter gebied. Beide partijen moeten (behalve de
nemer) minimaal 3 meter afstand van de bal nemen. De bal moet eerst 3m zijn verplaatst of zijn
aangeraakt door een andere speler voordat hij het doelgebied in gaat. (gewijzigd per 1 sept. 2014)
Self-pass
Bij beginslag, vrije slag, inslaan, uitslaan en lange corner mag de nemer de bal zelf spelen zonder
dat hij de bal naar een medespeler moet spelen. De speler mag daarna gelijk gaan lopen met de
bal. De self-pass mag, maar moet niet (accent leggen op samenspelen).
Time-out
Een time-out kan worden gegeven om de coaches van beide teams gelegenheid te geven de
spelers extra aanwijzingen te geven, zodat het spel beter kan verlopen.
- een time-out kan op initiatief van de spelleider worden gegeven
- een time-out kan gevraagd worden door de coach van een team
Spelregels zestal hockey
Hoe ziet een speelveld eruit?
10m
10m
speelrichting
speelrichting
10m
.
10m
Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen
Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen
Zoals in de tekening weergegeven kunnen er op een heel veld 2 zestal hockey velden
worden uitgezet. Ook kunnen er 4 velden worden uitgezet. Een nadeel is dat de bal op een
ander veld komt.
De zijlijnen doen dienst als achterlijnen. De achterlijn en 23m lijn doen dienst als zijlijnen.
In plaats van een cirkel is er het 10m doelgebied. Dit wordt aangegeven door de pylonnen.
De doelen worden midden op de “achterlijn’ gezet d.m.v. pylonnen of originele
(mini)doelen (achterplank met zijschotten). Deze hebben een onderlinge afstand van
3,66m (de normale breedte van een hockeydoel). Een origineel (mini)doel heeft de
voorkeur.
Het wedstrijddoel (11:11) op de zijlijn, in verband met gevaar, tijdens het spelen
weghalen.
De bal
De bal die gebruikt wordt is een normale hockey bal.
Teams
Een team bestaat uit maximaal 5 veldspelers en 1 doelverdediger. Er mogen wisselspelers
zijn. Spelers mogen op elk moment worden gewisseld bij de (denkbare)middenlijn. Maar
eerst speler eruit, dan pas (wissel) speler erin.
De doelverdediger draagt een helm, legguards, klompen, handschoenen, een body
protector en een tok. Daarnaast heeft hij een stick in zijn hand.
Het is niet toegestaan om met een ‘vliegende keep’ te spelen. Om goed op te vallen draag
je een ander kleur shirt dan je teamgenoten en de tegenpartij.
Ieder team heeft een aanvoerder. Deze geeft voor het begin van de wedstrijd de
spelbegeleider en de aanvoerder van de tegenpartij een hand. Je wenst elkaar een prettige
wedstrijd. De spelbegeleider en de aanvoerders van beide teams tossen. De winnaar van
de toss kiest de speelrichting of de beginslag.
Wedstrijdduur
Een wedstrijd duurt 2x25 minuten met een korte rust van maximaal 5 minuten.
Spelleiding
Het speelveld is zo klein dat kan worden volstaan met 1 spelleider.
De spelleider is geen scheidsrechter en moet het spel begeleiden en kan bij voorkeur het
spel onderbreken om uitleg te geven over situaties die de spelers niet begrijpen.
Algemene regels
Het spelen van de bal mag alleen met de platte kant van de stick.
Ook met de zijkant van de stick mag worden gespeeld maar niet als de bal hiermee
omhoog gaat.
Binnen het doelgebied mag de doelverdediger de bal stoppen met het lichaam, schoppen
met zijn klomp (maar niet gevaarlijk omhoog) of tegenhouden met de handschoen en
wegslaan.
Doelpunt
Een doelpunt kan alleen worden gemaakt door een aanvaller van binnen het doelgebied .
Als een aanvaller van binnen het doelgebied de bal richting doel speelt, maar de bal gaat
via een voet of stick van een verdediger in het doel, is er ook een doelpunt gemaakt.
De bal mag bij een schot op doel niet hoger dan 46cm (plankhoogte) worden gespeeld.
Wat mag niet?
- gevaarlijk zwaaien met de stick
- op de stick slaan van een tegenstander
- de bal hoog spelen
- je tegenstander duwen
- de bal met de voet spelen
Afhouden
Het is niet toegestaan een tegenstander van de bal af te houden door tussen hem en de
bal te draaien waardoor de tegenstander de bal niet kan spelen. Dit kan met het lichaam
of met de stick.
Afstandsregel
Bij een spelhervatting moet de tegenstander minimaal 5 meter afstand van de bal nemen.
Bij een aanvallende vrije slag bij het doelgebied moeten beide partijen(behalve de nemer)
minimaal 5 meter afstand van de bal nemen.
Begin van het spel
De beginslag wordt genomen vanaf het midden van het veld en deze mag in alle richtingen
worden gespeeld. Na de rust is de beginslag voor het andere team.
Vrije slag
Als een speler iets doet wat niet mag (overtreding) krijgt het andere team een vrije slag.
De bal:
- moet genomen worden op de plaats van de overtreding.
- moet stil liggen.
- mag niet omhoog worden gespeeld.
- mag vanaf 5 meter van het doelgebied nooit rechtstreeks het doelgebied ingespeeld
worden
De bal moet
- eerst 5 meter hebben afgelegd of
- eerst door een andere speler dan de nemer zijn aangeraakt voordat hij het doelgebied in
gaat.
- de tegenstanders altijd op minimaal 5m afstand van de bal
Aanvaller maakt een overtreding binnen het doelgebied
De verdedigende partij krijgt een vrije slag. De bal moet op de 10 meterlijn worden gelegd
recht tegenover de plaats waar de overtreding heeft plaats gevonden. Afstand alleen
tegenpartij minimaal 5 meter.
Verdediger maakt een overtreding in het doelgebied of binnen 5 meter van het doelgebied
De aanvallende partij krijgt een vrije slag. De vrije slag moet zo dicht mogelijk bij de
plaats van de overtreding worden genomen, doch op minimaal 5 meter van het
doelgebied. Afstand beide partijen minimaal 5 meter.
Uitslaan
De bal gaat, als laatste aangeraakt door een aanvaller, over de achterlijn: uitslaan door
een verdediger op de 10 meterlijn recht tegenover de plaats waar de bal over de achterlijn
ging. Afstand alleen aanvallende partij minimaal 5 meter.
Lange corner
De bal gaat, als laatste aangeraakt door een verdediger, over de achterlijn: lange corner
voor het aanvallende team.
De bal wordt op zijlijn gelegd, net buiten het 10 meter gebied.
Beide partijen moeten (behalve de nemer)minimaal 5 meter afstand van de bal nemen.
De bal moet eerst 5 meter hebben afgelegd of eerst door een andere speler dan de nemer
zijn aangeraakt voordat hij het doelgebied in gaat. (gewijzigd per 1 sept. 2014)
Inslaan
Vrije slag op de zijlijn daar waar de bal over de zijlijn ging door het team dat de bal niet
het laatst aanraakte. Alle tegenstanders moeten minimaal 5 meter afstand houden.
Inslaan binnen doelgebied door aanvaller
De bal wordt op de zijlijn gelegd, net buiten het 10 meter gebied. Beide partijen moeten
(behalve de nemer) minimaal 5 meter afstand van de bal nemen. De bal moet eerst 5
meter hebben afgelegd of eerst door een andere speler dan de nemer zijn aangeraakt
voordat hij het doelgebied in gaat. (gewijzigd per 1 sept. 2014)
Strafbal
Een opzettelijke overtreding in het doelgebied door een verdediger of een niet opzettelijke
overtreding waardoor doelpunt wordt voorkomen. De tijd wordt stilgezet.
De bal
- wordt op 6,4m midden voor het doel gelegd.
- mag niet hoger dan 46cm(plankhoogte) in het doel worden gespeeld.
De doelverdediger
- moet met beide voeten op de doellijn staan
- mag pas bewegen als de aanvaller de bal heeft gespeeld. Bij te snel bewegen, wordt de
strafbal opnieuw genomen.
De nemer
- moet achter de bal staan
- moet wachten op het fluitsignaal van de spelleider.
- mag de bal alleen pushen.
- mag de bal maar 1x spelen
- mag geen schijnbeweging maken
De overige spelers moeten tijdens het nemen van de strafbal achter de 10 meterlijn staan.
Een strafbal eindigt zonder doelpunt als:
- de aanvaller een overtreding maakt = vrije slag verdedigende partij op 10m midden voor
het doel
- de doelverdediger de bal stopt = vrije slag verdedigende partij op 10m midden voor het
doel
- de bal de doellijn niet haalt = vrije slag verdedigende partij op 10m midden voor het doel
Bij een doelpunt neemt de partij die het doelpunt tegen kreeg een beginslag.
Self-pass
Bij beginslag, vrije slag, inslaan, uitslaan en lange corner mag de nemer de bal zelf spelen
zonder dat hij de bal naar een medespeler moet spelen. De speler mag daarna gelijk gaan
lopen met de bal. De self-pass mag, maar moet niet.
Time-out
Een time-out kan worden gegeven om de coaches van beide teams gelegenheid te geven
de spelers extra aanwijzingen te geven, zodat het spel beter kan verlopen.
- een time-out kan op initiatief van de spelleider worden gegeven
- een time-out kan gevraagd worden door de coach van een team