Download bestand - Kanker in Beeld

Kwikzilver
Chemo, zegt steevast iets in mij. Die
verdomde chemo is de hoofdschuldige.
Voor mijn gevoel ben ik ‘het’ kwijtgeraakt
sinds die kuren ruim een jaar geleden.
‘Het’ is mijn kwikzilver. Mijn oude energie
waarmee ik hele meutes op sleeptouw kon
nemen. Nu al meer dan een jaar een
beetje lodderig. Te, naar mijn zin. Want ik
heb het weer nodig: juist nu ik mezélf op
sleeptouw moet nemen.
En dat niet alleen; ik heb sinds de chemo
ook een leesbrilletje nodig. En als ik een
muggenbult heb en daaraan krab, zie je
na een week de krabsporen nog omdat er
allemaal kleine bloeduitstortinkjes
ontstaan. Had ik vroeger nooit.
‘Heb je een permanent
genomen?’
Waar ik blij mee ben is mijn krullenbos. De
mooiste die een mens zich kan wensen.
Jammer genoeg begint het nu een beetje
uit te groeien. Na een goed jaar raak je
die krullen weer kwijt. “Heb je een
permanent genomen?” wordt me weleens
gevraagd, vooral nu de uitgroei zichtbaar
is. “Nee hoor, dat zijn chemo-krullen” zei ik
een poosje geleden nog luchtig maar
waarheidsgetrouw terug. Alleen
verraadde ik dan ook mijn patiëntenstatus.
En patiënt dat voel ik me niet meer.
Tegenwoordig zeg ik dus braaf, “Ja, zit een
één of ander chemisch spulletje in”.
Tenslotte ook niets aan gelogen.
Mijn haat-liefdeverhouding met de
chemo. Pruttel-pruttel, klaag-klaag. Ach,
relativeer ik daarna, wie heeft er nu geen
leesbrilletje nodig boven de 40? En soms
moet je toch ergens de schuld aan
kunnen geven, kijkend door je eigen
gekleurde bril? Het is een innerlijke dialoog
die ik van tijd tot tijd voer. Waarschijnlijk
om mijn ongeduld, de draad weer op te
kunnen pakken, een beetje te dimmen.
Om weer even goed in de gaten te krijgen
hoe het zit. Want zonder die chemokuren
zat ik hier nu niet achter mijn tafel te
schrijven. Zo simpel is het.
Annelies Weijschedé (najaar 2005)
When life gives you lemons, make lemonade…