2.2 en 3.12 Interventieplan en multidisciplinaire

15-­‐04-­‐14 Inhoud
•  Achtergrond
•  Het zorgprogramma
Grip op probleemgedrag
een zorgprogramma voor probleemgedrag bij mensen met
dementie in het verpleeghuis
•  Implementatie & resultaten
•  Lessons learned
Martin Smalbrugge, SO/hoofd Gerion/onderzoeker
Sandra Zwijsen, psycholoog/promovendus
Achtergrond
Achtergrond
3
Achtergrond
4
Achtergrond
•  Probleemgedrag /psychofarmaca komt veel voor op pg-afdelingen
(prevalentie> 80%)
•  Richtlijnen worden maar mondjesmaat gevolgd….hoe kan dat?
•  Er zijn verschillende evidence-based richtlijnen voor het omgaan met
•  Richtlijnen geven weinig praktische aanwijzingen
probleemgedrag, de richtlijnen overlappen grotendeels
•  Richtlijnen vertellen niet wie wat wanneer moet doen..
•  Hoofdpunten uit de richtlijnen:
* Tijdig signaleren
* Multidisciplinair werken
* Oorzaak achterhalen (analyse)
*
Begin 2010: ontwikkeling zorgprogramma Grip op Probleemgedrag
Psychosociale interventies toepassen
* Behandeling evalueren
6
1 15-­‐04-­‐14 Het Zorgprogramma
Signaleren
•  Methodisch werken (de richtlijnen volgen) :
•  Start met detecteren
–  In dagelijkse zorg (aandacht in trainingen)
–  Via detectieformulier zorg
tijdig signaleren,
multidisciplinair analyseren,
multidisciplinair behandelen,
gestructureerd evalueren.
7
Analyseren
8
Analyseren
•  Na detecteren -> Analyseren
•  Analayseformulieren gebaseerd op verklaringsmodellen
•  Afdelingsmedewerkers vullen zelf het analyseformulier zorg in:
•  Zorg kiest voor inschakelen arts of psycholoog
Analyseformulier zorg
NB: bij crisissituaties/acute ernstige gedragsproblemen: direct arts consulteren!
Naam bewoner:Mw V
Afdeling:
Naam verzorgenden:
Datum:
Doel: beschrijven probleemgedrag en in kaart brengen van mogelijke oorzaken
NB: Vul dit formulier bij voorkeur in met één of meer collega’s
Wat zie je?
Hoe komt het?
1. Kun je het gedrag beschrijven (wat zie je, wat maakt het gedrag problematisch)?
Waardoor denk je dat het gedrag veroorzaakt wordt?
Mw. weert af en knijpt en schreeuwt met name bij naar bed brengen
2. Hoe vaak komt het gedrag voor?
Denk bijvoorbeeld aan:
-Lichamelijke oorzaken (bijvoorbeeld pijn, infectie, enz.):
Bijna elke dag
-Omgevingsfactoren (bijvoorbeeld lawaai, medebewoner):
3. Voor wie is het gedrag belastend (bewoner/
-Persoonlijke achtergrond (bijvoorbeeld belangrijke levensgebeurtenis, beroep, enz.):
mantelzorger/zorgverlener/medebewoners)?
Angst, bang om alleen te zijn; ze voelt zich onveilig in een voor haar vreemde omgeving.
Voor haarzelf & voor de zorg & voor de medebewoners
In welke situaties komt het gedrag voor?
1. Is er iemand in de buurt als het gedrag plaats vindt?(bv familie, personeel, bewoners)
Personeel
Wat heb je al geprobeerd?
1. Wat heb je al geprobeerd te doen aan het probleemgedrag?
2. Gebeurt er iets in de directe omgeving voordat het gedrag plaats vindt? (bv muziek,
Bij mw in bed liggen.
geluid, iemand die binnenkomt, bejegening bewoner)
Dialect met mw praten
Ze wordt naar bed gebracht of op een andere manier wordt zorg verleend
2. Wat was daarbij het achterliggende idee en/of je doel?
3. Waar, in welke ruimte, komt het gedrag voor?
liggen
Slaapkamer en huiskamer of in de gang
Herkenbaar geluid (dialect) waardoor mw minder angstig is
Mw. lijkt angstig en om haar gerust te stellen gaat de verzorgende even bij haar in bed
3. Wat was het effect?
4. Op welke momenten van de dag komt het gedrag voor?
Als dit op tijd gedaan wordt gaat mw niet afweren
’s Avonds vooral, ’s ochtends en overdag soms ook
Mw wordt rustiger van dialect praten.
5. Gebeurde er iets met de bewoner voordat het gedrag plaatsvond? (bv net aan activiteit
Stuur deze analyse aan psycholoog of arts van de afdeling (jij beslist aan
wie van beide)
deelgenomen)
Er wordt zorg aangeboden (die zij niet accepteert)
6. Zijn er situaties waarin het gedrag niet of minder voorkomt?
Als je haar met rust laat. Gedrag is minder als medebewoonster al op bed ligt of als je bij
haar gaat liggen.
•  Op deze manier krijgt arts of psycholoog een beter beschreven
casus. Zorg kan direct tot actie over gaan en krijgt hulp hun
kennis te delen.
9
10
Behandelen
Evalueren
•  Na analyse door zorg, arts en/of psycholoog wordt de
behandeling opgesteld op basis van de uitkomst van de analyse
•  Na een afgesproken periode wordt geëvalueerd
11
12
2 15-­‐04-­‐14 Voorbeelden
Mw Visser:
Analyse zorg
Analyseformulier zorg
NB: bij crisissituaties/acute ernstige gedragsproblemen: direct arts consulteren!
Naam bewoner: mw. Visser
Afdeling: Koekoek
Naam verzorgenden: Jannie & Mariska
Doel: beschrijven probleemgedrag en in kaart brengen van mogelijke oorzaken
Hoe komt het?
1. Kun je het gedrag beschrijven (wat zie je, wat maakt het gedrag problematisch)?
Mw. verzet zich tegen zorg, gaat dan slaan en schreeuwen
2. Hoe vaak komt het gedrag voor?
(Bijna) elke ochtend
(Stop analyse)
2. Gebeurt er iets in de directe omgeving voordat het gedrag plaats vindt? (bv muziek,
Nee
Ja
x
Zijn de volgende lichamelijk problemen een mogelijke oorzaak (kruis
q
q
x
Visus:
delier
psychotische stoornis
depressie
q
q
slaapstoornis
q
q
persoonlijkheidspathologie
Buik (obstipatie, mictie, uwi):
1. Wat heb je al geprobeerd te doen aan het probleemgedrag?
2. Wat was daarbij het achterliggende idee en/of je doel?
Dat ze minder in paniek raakt
worden ingeschakeld als deze nog niet betrokken is.
(dient wel op de juiste wijze/op het juiste moment te worden opgezet!).
Mw. heeft artrose en daarvoor nog onvoldoende pijnbestrijding.
q
q, Namelijk:
6. Zijn er situaties waarin het gedrag niet of minder voorkomt?
q
Hem erop aangesproken en hem naar de wc gebracht
q
psychotische stoornis
depressie
angststoornis
q
slaapstoornis
q
persoonlijkheidspathologie
q
Beschrijf de conclusie uit deze analyse. Geef aan of de psycholoog moet
worden ingeschakeld als deze nog niet betrokken is.
q
Door het gebruik van diuretica, de aanwezigheid van een UWI en
Pijn (gebruik eventueel pijnschaal):
q
prostatisme heeft dhr Snel vaker en dringendere aandrang tot urineren.
Suikerziekte:
q
Behandeling van UWI en prostatisme kan de klachten verminderen, het
tijdig vinden van het toilet heeft een andere behandeling
q
Anemie:
2. Wat was daarbij het achterliggende idee en/of je doel?
Hem uit te laten plassen op de wc en hem duidelijk te maken waar de wc is
nee
delier
q
q
Conclusies
Gewrichtsproblemen:
1. Wat heb je al geprobeerd te doen aan het probleemgedrag?
4. Op welke momenten van de dag komt het gedrag voor?
Infectie (luchtweg, urineweg)
x
(psychosociaal?) nodig -> psycholoog
Andere:
x, Namelijk:prostatisme
Bespreek conclusies met verzorging en stel in overleg met zorg (en
eventueel psycholoog) behandelplan op (formulier behandeling) of
verwijs door naar psycholoog.
3. Wat was het effect?
Alle momenten, ook ‘s nachts
5. Gebeurde er iets met de bewoner voordat het gedrag plaatsvond? (bv net aan activiteit
x
q
q
q
Wat heb je al geprobeerd?
geluid, iemand die binnenkomt, bejegening bewoner)
Nee, niets bijzonders
3. Waar, in welke ruimte, komt het gedrag voor?
In de gangen en in zijn slaapkamer
x
Is een van de volgende psychiatrische aandoeningen mogelijk oorzaak?
Nee
Ja
q
Mond/gebit/voedsel en vochtinname:
Hart/longen:
Buik (obstipatie, mictie, uwi):
Soms, maar dat maakt hem niet uit
2. Gebeurt er iets in de directe omgeving voordat het gedrag plaats vindt? (bv muziek,
Stuur deze analyse aan psycholoog of arts van de afdeling (jij beslist aan
wie van beide)
Als Angela of Jannie haar helpen is het soms minder
(Stop analyse)
q
Gehoor:
1. Is er iemand in de buurt als het gedrag plaats vindt?(bv familie, personeel, bewoners)
Bespreek conclusies met verzorging en stel in overleg met zorg (en
eventueel psycholoog) behandelplan op (formulier behandeling) of
verwijs door naar psycholoog.
Het helpt nauwelijks, sommige verzorgenden lijken door rustige benadering
wel wat beter met haar om te kunnen gaan
Het start al als we binnenkomen maar wordt erger als we haar echt willen
Nadere analyse van gedrag is nodig
Kunnen bijwerkingen van medicatie (bijv. psychofarmaca) een oorzaak zijn?
ja
Psychiatrische aandoeningen anders dan dementie
Geen verdere acties
Psycholoog wordt ingeschakeld
Zijn de volgende lichamelijk problemen een mogelijke oorzaak (kruis
oorzaken aan):
Visus:
-Omgevingsfactoren (bijvoorbeeld lawaai, medebewoner):
Door zijn dementie
In welke situaties komt het gedrag voor?
q
Infectie (luchtweg, urineweg)
Andere:
3. Wat was het effect?
‘s ochtends
5. Gebeurde er iets met de bewoner voordat het gedrag plaatsvond? (bv net aan activiteit
deelgenomen)
q
x
q
Lichamelijke problemen/aandoeningen
Waardoor denk je dat het gedrag veroorzaakt wordt?
Denk bijvoorbeeld aan:
-Persoonlijke achtergrond (bijvoorbeeld belangrijke levensgebeurtenis, beroep, enz.):
mantelzorger/zorgverlener/medebewoners)? Voor de zorg en familie
4. Op welke momenten van de dag komt het gedrag voor?
gaan verzorgen
Bespreek analyseformulier zorg met de verzorging en bepaal of er sprake is
van gedrag dat nadere analyse behoeft of dat het gedrag geen verdere
acties behoeft
Hoe komt het?
3. Voor wie is het gedrag belastend (bewoner/
Mw. heeft slechte visus maar haar bril lijkt nog op de juiste sterkte
x
q
Analyse Arts
-Lichamelijke oorzaken (bijvoorbeeld pijn, infectie, enz.):
Meerdere keren per dag
Beschrijf de conclusie uit deze analyse. Geef aan of de psycholoog moet
q
q
Pijn (gebruik eventueel pijnschaal):
Suikerziekte:
Anemie:?
Ja, we willen haar wassen en aankleden
Wat zie je?
1. Kun je het gedrag beschrijven (wat zie je, wat maakt het gedrag problematisch)?
Meneer Snel urineert in de hoeken van de gang en op zijn slaapkamer
2. Hoe vaak komt het gedrag voor?
Conclusies
q
Hart/longen:
Ze roept soms au au, dus ze heeft misschien pijn. Ze lijkt ook angstig,
misschien is er iets in haar verleden gebeurd.
Naam bewoner: Dhr. Snel
Afdeling:Korenbloem
Datum: 12 februari
Doel: nadere analyse probleemgedrag
Aanleiding:
□ melding aanwezigheid probleemgedrag bij contact met afdeling (overweeg alsnog analyseformulier zorg te laten invullen)
□ ontvangst analyseformulier zorg
x verzoek psycholoog
Omschrijving Probleemgedrag
Bijwerkingen medicatie
NB: Vul dit formulier bij voorkeur in met één of meer collega’s
angststoornis
Gehoor:
Analyseformulier arts
Analyseformulier zorg
NB: bij crisissituaties/acute ernstige gedragsproblemen: direct arts consulteren!
Naam bewoner: Dhr. Snel
Afdeling:Korenbloem
Naam verzorgenden: Jet & Eric
Datum: 7 februari
Doel: beschrijven probleemgedrag en in kaart brengen van mogelijke oorzaken
x
q
q
Mond/gebit/voedsel en vochtinname:
Haar rustig benaderen of juist streng toespreken
geluid, iemand die binnenkomt, bejegening bewoner)
nee
Is een van de volgende psychiatrische aandoeningen mogelijk oorzaak?
Nadere analyse van gedrag is nodig
Gewrichtsproblemen:
3. Waar, in welke ruimte, komt het gedrag voor?
q
Psychiatrische aandoeningen anders dan dementie
Geen verdere acties
Psycholoog wordt ingeschakeld
oorzaken aan):
Waardoor denk je dat het gedrag veroorzaakt wordt?
Denk bijvoorbeeld aan:
Wat heb je al geprobeerd?
In de slaapkamer
Bijwerkingen medicatie
Kunnen bijwerkingen van medicatie (bijv. psychofarmaca) een oorzaak zijn?
ja
acties behoeft
q
x
q
Lichamelijke problemen/aandoeningen
-Lichamelijke oorzaken (bijvoorbeeld pijn, infectie, enz.):
-Persoonlijke achtergrond (bijvoorbeeld belangrijke levensgebeurtenis, beroep, enz.):
3. Voor wie is het gedrag belastend (bewoner/
mantelzorger/zorgverlener/medebewoners)? Voor de zorg en voor haarzelf
In welke situaties komt het gedrag voor?
Omschrijving Probleemgedrag
Bespreek analyseformulier zorg met de verzorging en bepaal of er sprake is
van gedrag dat nadere analyse behoeft of dat het gedrag geen verdere
-Omgevingsfactoren (bijvoorbeeld lawaai, medebewoner):
1. Is er iemand in de buurt als het gedrag plaats vindt?(bv familie, personeel, bewoners)
Verzorgenden
Meneer Snel
Analyse zorg
Analyseformulier arts
Naam bewoner: mw. Visser
Afdeling: Koekoek
Datum: 14 maart
Doel: nadere analyse probleemgedrag
Aanleiding:
? melding aanwezigheid probleemgedrag bij contact met afdeling (overweeg alsnog analyseformulier zorg te laten invullen)
? ontvangst analyseformulier zorg
? verzoek psycholoog
Analyse Arts
Datum: 1 maart
NB: Vul dit formulier bij voorkeur in met één of meer collega’s
Wat zie je?
Voorbeelden:
Geen, hij was meestal al klaar met plassen en doet het soms na een paar uur
alweer
deelgenomen)
Geen bijzonderheden
6. Zijn er situaties waarin het gedrag niet of minder voorkomt?
In de ochtend lijkt het wat minder. Als hij met een activiteit bezig is ook,
Stuur deze analyse aan psycholoog of arts van de afdeling (jij beslist aan
wie van beide)
maar soms loopt hij weg van de activiteit en gaat dan dwalen, waarbij hij ook
weer in de hoek van de gang plast.
Formulier behandeling
Naam bewoner: Dhr Snel
Afdeling: Korenbloem
Datum:13 februari
Doel: omschrijven van behandeling, behandeldoel en evaluatiemaat voor het probleemgedrag door
psycholoog en/of arts en verzorging.
Aanleiding: analyse door verzorging, psycholoog en/of arts
Analyse psycholoog:
Behandeling
Analyse psycholoog:
Formulier behandeling
Naam bewoner: mw. Visser
Afdeling:Koekoek
Datum: 18 maart
Doel: omschrijven van behandeling, behandeldoel en evaluatiemaat voor het probleemgedrag door
psycholoog en/of arts en verzorging.
Aanleiding: analyse door verzorging, psycholoog en/of arts
Vaststellen behandeldoel en vaststellen uitgangssituatie met meetschaal
Formuleer zo concreet mogelijk het doel van de behandeling.
Bepaal de uitgangssituatie t.a.v. behandeldoel met de meetschaal (formulier meetschaal) en het
streefniveau dat door behandeling behaald moet worden.
(Als er meer dan één doel is: ook meer dan één meetschaal gebruiken).
Doel:
Analyseformulier psycholoog
Naam bewoner: Dhr Snel
Afdeling: Korenbloem
Datum: 10 februari
Doel: nadere analyse probleemgedrag
Aanleiding:
□ melding aanwezigheid probleemgedrag bij contact met afdeling (overweeg alsnog analyseformulier zorg te laten invullen)
x ontvangst analyseformulier zorg
□ verzoek arts
Mw. weert niet meer af tijdens de ochtendzorg
Behandeling
Geef aan waar de behandeling uit bestaat (exacte omschrijving in zorg/leef/behandelplan van de
instelling; meer dan 1 interventie mogelijk):
Analyseformulier psycholoog
Naam bewoner: mw. Visser
Afdeling: Koekoek
Datum: 12 maart
Doel: nadere analyse probleemgedrag
Aanleiding:
□ melding aanwezigheid probleemgedrag bij contact met afdeling (overweeg alsnog analyseformulier zorg te laten invullen)
x ontvangst analyseformulier zorg
□ verzoek arts
Verkenning gedragsproblematiek
Conclusie
Bespreek analyseformulier zorg met de verzorging en bepaal of er sprake
is van gedrag dat nadere analyse behoeft of dat het gedrag geen verdere
q
Nadere analyse van gedrag
x
Arts wordt ingeschakeld
x
(Stop analyse)
q
x
Psychologisch onderzoek
Gedragsobservatie
Overleg met team
Bewegingsactivering
Gericht activiteitenprogramma
Muziektherapie
Zintuigactivering (bijv. snoezelen, aromatherapie)
Anders
C-: Door afweer wordt zorg pijnlijker en ontstaat een situatie die nog
verwarrender is voor mw.
Conclusie: Mevrouw is door haar verwarring (veroorzaakt door dementie
, ontwaken en slechte visus) angstig, wat zich uit in roepen en afweren
tijdens de ochtendzorg. Daarnaast kan pijn door artrose een rol spelen,
q
Gesprek met familie
de arts controleert dit.
q
Anders….
Bespreek conclusies met verzorging en stel in overleg met zorg (en
eventueel arts) behandelplan op (formulier behandeling) of verwijs
door naar arts.
q
q
q
q
q
q
q
Verkenning gedragsproblematiek
Educatie/voorlichting
Behandeling lichamelijke oorzaken/pijn
Aanpassen medicijngebruik ivm bijwerkingen
Psychofarmaca gericht op probleemgedrag
Vrijheidsbeperkende M&M
Anders
Zijn er omstandigheden waardoor het gedrag als extra belastend wordt ervaren?
q
x
q
q
q
q
Namelijk:
x
q
x
q
q
Namelijk:
Video interactie begeleiding
Anders
q Psychisch functioneren
x ADL
q Relaties en familieomstandigheden
q Huidige relationele omgeving (bijv. familie, medebewoners, verzorgenden)
q Huidige materiële omgeving
q Zorg- en behandelplan (bijv. benaderingswijze, medicatie)
q Dagindeling (bijv. tijden van eten of rusten)
q Deelname aan activiteiten of tijdsbesteding
x
probleemgedrag’
Bewegingsactivering
Gericht activiteitenprogramma
Muziektherapie
Zintuigactivering (bijv. snoezelen, aromatherapie)
Anders
Stel vast wie deelnemen aan de evaluatie:
Sandra/Martin/Jannie
methoden die je gebruikt:
q
q
Psychologisch onderzoek
Gedragsobservatie
x
Overleg met team
q
Gesprek met familie
q
Anders….
x
q
q
q
q
q
q
Namelijk:
Interventies arts (zie ook analyse):
Educatie/voorlichting
Behandeling lichamelijke oorzaken/pijn
Aanpassen medicijngebruik ivm bijwerkingen
S: Aandrang om te plassen
Psychofarmaca gericht op probleemgedrag
Vrijheidsbeperkende M&M
O: lichamelijke klachten (blaasontsteking)??
Anders
q
x
x
q
q
q
Namelijk:
q
q
x
q
q
Namelijk:
Interventies psycholoog:
Dementie, waardoor verwardheid en slecht geheugen
Psycho-educatie
R: Plassen op ongewenste plekken
Individuele psychologische behandeling
Mediatieve therapie
C+: Opgelucht gevoel
Video interactie begeleiding
C-: Reactie omgeving
Anders
Aanvullende diagnostiek
Doe eventueel aanvullende diagnostiek met focus op bewoner of systeem
Stel vast wie de meetschaal invult voor de evaluatie:
Jannie
Evaluatie
(Stop analyse)
(zorgpersoneel, mantelzorg) en beschrijf hieronder de diagnostische
Zo ja, welke veranderingen zijn er opgetreden:
Mw. is lichamelijk slechter geworden, kan niet meer zelfstandig lopen en moet met de tillift
geholpen worden.
Hoe lang duurt de periode waarin het gedrag kan worden waargenomen:
Zolang als de zorg met haar bezig is.
q
x
Doe een nadere analyse m.b.v. het formulier ‘Vragenlijst verkenning
Evaluatie
Stel een evaluatiedatum vast:
28 maart
Frequentie
Sinds wanneer komt het gedrag voor:
+- maand
Hoe vaak wordt het gedrag waargenomen:
(Bijna) elke ochtend
Geen verdere acties
Nadere analyse van gedrag
Dhr Snel plast niet meer op ongewenste plekken
Psychosociale interventies:
Aanpassen fysieke of sociale omgeving
Aanpassen dagprogramma
functieanalyse (SORC-schema vanuit perspectief bewoner en/of
zorgverlener).
Arts wordt ingeschakeld
Doel:
Behandeling
Geef aan waar de behandeling uit bestaat (exacte omschrijving in zorg/leef/behandelplan van de
instelling; meer dan 1 interventie mogelijk):
Beschrijf je conclusies over het gedrag, bij voorkeur m.b.v. een
is van gedrag dat nadere analyse behoeft of dat het gedrag geen verdere
acties behoeft
Nadere analyse
Interventies psycholoog:
Psycho-educatie
Individuele psychologische behandeling
Mediatieve therapie
Veranderingen
Zijn er veranderingen in (kruis aan):
x Lichamelijk functioneren
Vaststellen behandeldoel en vaststellen uitgangssituatie met meetschaal
Formuleer zo concreet mogelijk het doel van de behandeling.
Bepaal de uitgangssituatie t.a.v. behandeldoel met de meetschaal (formulier meetschaal) en het
streefniveau dat door behandeling behaald moet worden.
(Als er meer dan één doel is: ook meer dan één meetschaal gebruiken).
Behandeling
Conclusie
Bespreek analyseformulier zorg met de verzorging en bepaal of er sprake
Namelijk:
Interventies arts (zie ook analyse):
Gaat het om:
q bekend gedrag
x nieuw gedrag
Bij bekend gedrag:
Wat maakt dat er nu hulp wordt ingeroepen?
- Pijn door artrose
C+: Zorg stopt; wordt minder intensief
Aanvullende diagnostiek
x
prikkelverwerking.
R: afweer, zowel verbaal als fysiek
probleemgedrag’
Doe eventueel aanvullende diagnostiek met focus op bewoner of systeem
(zorgpersoneel, mantelzorg) en beschrijf hieronder de diagnostische
methoden die je gebruikt:
S: Aanvang van de ochtendzorg
O: -Dementie (gemengd), daardoor verwarring en langzame
- Slechte visus, draagt bij aan verwarring
Nadere analyse
Doe een nadere analyse m.b.v. het formulier ‘Vragenlijst verkenning
Vragenlijst verkenning probleemgedrag
Gedragsprobleem
Omschrijf het gedrag in neutrale, concrete bewoordingen:
Mw. weert af tijdens zorgmomenten, zowel verbaal als fysiek. Ze roept bijvoorbeeld: rot op! en
au au! en slaat om zich heen
Beschrijf je conclusies over het gedrag, bij voorkeur m.b.v. een
functieanalyse (SORC-schema vanuit perspectief bewoner en/of
zorgverlener).
acties behoeft
Geen verdere acties
Psychosociale interventies:
Aanpassen fysieke of sociale omgeving
Aanpassen dagprogramma
Evaluatie
Stel een evaluatiedatum vast:
28 februari
Conclusie: Dhr voelt duidelijk vaak een (niet te onderdrukken) drang om
Stel vast wie deelnemen aan de evaluatie:
Sandra, Martin, Eric
te urineren. Consult arts voor uitsluiten lichamelijke oorzaken.
Daarnaast lijkt dhr. door zijn dementie niet goed de weg naar het toilet
Stel vast wie de meetschaal invult voor de evaluatie:
te kunnen vinden en te laat te ontdekken dat hij naar het toilet moet.
Eric
Bespreek conclusies met verzorging en stel in overleg met zorg (en
eventueel arts) behandelplan op (formulier behandeling) of verwijs
door naar arts.
Evaluatie
Evaluatie: De arts schrijft pijnmedicatie voor en de psycholoog stelt een omgangsadvies op en legt
daarbij uit dat de dementie van mw. ervoor zorgt dat ze niet goed begrijpt wat er gebeurd als dingen te
snel gaan. Daarnaast ziet mw slecht en is het dus van groot belang dat mw. direct na de binnenkomst
van de verzorgende haar bril op krijgt. Door gerichte adviezen over hoe mw. rustig benaderd kan
worden; welke handelingen op welk moment moeten worden uitgevoerd, wordt geprobeerd de
ochtendzorg beter te laten verlopen. Na 10 dagen wordt geëvalueerd volgens onderstaand schema:
Evaluatie: Na de analyse start de arts de medicatie voor UWI en prostatisme en wordt de diuretica
(plasmedicatie) herzien. De toilet wordt van een duidelijk bordje voorzien en het bed van meneer wordt
zo verplaatst dat hij vanuit het bed de badkamer (waarvan de deur voortaan ’s nachts open gezet wordt)
met het toilet kan zien. Daarnaast geeft de psycholoog het advies aan de zorg om dhr Snel regelmatig
(minimaal 2x per uur) naar het toilet te brengen (zonder hem daadwerkelijk “op” de toilet te zetten; ze
brengen hem in de richting van het toilet zodat hij op het idee kan komen van het toilet gebruik te
maken). Deze interventies hebben effect; dhr urineert nu meestal op het toilet; een paar keer per week
gaat het nog mis en ‘s nachts gaat het nu bijna altijd goed.
13
14
Implementatie zorgprogramma
Het zorgprogramma implementeren
2 dagdelen scholing
–  1ste dagdeel: theorie uitleg zorgprogramma
–  2de dagdeel: oefenen met zorgprogramma
–  1ste dagdeel hele team, 2de dagdeel opgesplitst
•  Implementatie op 17 verpleeghuisafdelingen
•  2 x dagdeel trainen, opvolgen van implementatie door interviews
•  Implementatie niet overal optimaal….
Opvolgen implementatie, elearning voor ongeschoolde
medewerkers.
http://www.gripopprobleemgedrag.nl/cursuspaginasn1567131/
Never
<25%
25-50%
50-75%
100%
Analyse zorg
0
0
3
8
5
Analyse behandelaar
0
2
2
10
2
Behandeling
2
6
4
4
0
Evaluatie
1
8
5
2
0
15
Proces evaluatie
16
Tevredenheid zorgprogramma
•  Waarom wordt het zorgprogramma niet overal goed gebruikt?
Verzorgende: En het mooie vind ik
ook wel dat wij dan gezien worden als
experts, omdat wij gewoon de hele dag
op de woning zijn, dat je dan ook
gehoord wordt over wat jouw
bevindingen zijn
•  Vragenlijst vlak na implementatie:
–  Er is behoefte aan een aanpak voor probleemgedrag
–  Men vertrouwd erop dat het zorgprogramma tot vermindering
van probleemgedrag kan leiden.
Interviews en vragenlijsten over de implementatie en het gebruik
van het zorgprogramma
17
Arts: een voordeel is het structuur
terugkrijgen, van hoe pak ik het aan?[…]
Het haalt een beetje het grijze gebied weg
Psycholoog: Ik denk dat het overleg tussen
arts en psycholoog vaak langs elkaar heen
loopt […] En dan denk je ‘waar komt het effect
nu vandaan? Dat zijn denk ik wel valkuilen die
je nu kunt voorkomen.
18
3 15-­‐04-­‐14 Belemmerende factoren:
Belemmerende factoren:
Organisatiefactoren
Organisatiecultuur
•  Personeelsverloop
•  Werkdruk
•  Andere projecten
•  Ondersteuning door sleutelfiguren
Psycholoog:
en dat er bijvoorbeeld dan met een
mevrouw een plan is gemaakt. Dat
daar dan in mijn afwezigheid een arts,
een nieuwe arts, ook weer even
doorheen vaart met is iets anders
•  Multidisciplinaire structuur
•  Veranderingen in de organisatie
Psycholoog:
ja, nou ja, toch de tijdsdruk dan. ja, toch wel. Ja, en dan, nou ja, ook eh.. mijn eigen betrokkenheid. Ik
merk, dat ik gewoon weinig op de afdeling ben en dat ik ook eigenlijk zoiets heb van nou, doe maar
vooral niet, want ik kan er even niks bij hebben. En ja, dat vind ik eigenlijk heel zorgelijk, want dat is wel
19
een heel dubbel signaal wat je dan afgeeft.
•  Houding ten opzichte van veranderingen
EVV:
Nee, mensen zitten heel vaak vast aan het oude systeem. Iets nieuws
uitproberen willen ze niet altijd. Maar ik denk wel als je straks tijd dan
overhoud is het wel in het belang van de bewoners.
Psycholoog:
Sommige hebben we van gezegd, bewust nou even niet invullen, we doen toch even
nog op de oude weg, want we moeten wel zorgen, dat we die zomerperiode
doorkomen
20
Resultaten
Belemmerende factoren:
Kenmerken van het zorgprogramma
•  Gem. leeftijd 84, 70% vrouw, 49%
Alzheimers’
•  Het zorgprogramma is niet digitaal beschikbaar
•  Significante effecten op
verschilscore tussen de interventie
groep en de controle groep (-2.44,
95%CI -4.29 to -0.60)
•  Veel formulieren…
•  Geen significant effect op totale
aantal NPI symptomen
Teamleider: Het enige wat denk ik niet in zozeer in het voordeel werkt, maar
wat je wel heel erg nodig hebt, zijn de verschillende formulieren en ik denk
dat als je he dat uhm zo op tafel zet van nou dit zijn de formulieren. Dat dat
dus mensen af kan schrikken
•  Significante resultaten op individuele
symptomen (wanen, depressie,
apathie, ontremming en doelloos
repetitief gedrag)
Odds
rati
on
Wanen
0.67
Agitatie
0.82
95%CI
P
0.03
0.470.96
0.47
0.481.39
Depressie
0.42
Angst/Nervositeit
0.81
<0.01
0.290.60
0.41
0.501.32
Apathie
0.76
0.03
0.600.97
Ontremd gedrag
0.63
Prikkelbaarheid
1.03
0.01
0.450.89
0.91
0.591.83
21
Doelloos repetitief
gedrag
0.65
Nachtelijke onrust
0.91
<0.01
0.480.86
0.57
0.681.24
Veranderd eetgedrag
0.76
0.10
0.541.06
Resultaten
Resultaten
•  Significante effecten antipsychotica
•  Ondanks minder medicatie, geen toename vrijheidsbeperkende
maatregelen
•  Significante effecten op antidepressiva
•  Geen verhoogde werkdruk, wel verhoogde arbeidstevredenheid
•  Niet significant effect op anxiolytica
•  Zorgprogramma implementeren kost € 190,- per bewoner (tijd
kwijt aan scholing)
24
4 15-­‐04-­‐14 Lessons learned….
•  Gestructureerd werken leidt tot minder psychofarmacagebruik
zonder toename van probleemgedrag (zelfs enige afname van
probleemgedrag)
•  Het is zinvol het implementatieproces te monitoren
•  Randvoorwaarden implementatie moeten vooraf én tijdens het
proces bewaakt worden
•  Door ontwikkelen Grip op Probleemgedrag implementatiepakket
-> start juli 2014
[email protected] / [email protected]
25
26
5