Verduidelijkingen over de evaluatie van het

Verduidelijkingen over de evaluatie van
het “verdienvermogen”
Bij de toekenning van de inkomensvervangende tegemoetkoming, evalueert de DG
Personen met een handicap de invloed van de handicap op de mogelijkheid om te gaan
werken. Iemand kan recht hebben op deze tegemoetkoming als zijn of haar
verdienvermogen omwille van de handicap is verminderd tot 1/3 of minder van wat een
gezond persoon op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen.
Wat we hieronder precies verstaan, wordt verduidelijkt in onderstaande regelgevingen:
-
Wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een
handicap
De inkomensvervangende tegemoetkoming wordt toegekend aan de persoon met een
handicap die ten minste 21 jaar is en op het ogenblik van het indienen van de aanvraag
minder dan 65 jaar is, van wie is vastgesteld dat zijn lichamelijke of psychische toestand zijn
verdienvermogen heeft verminderd tot een derde of minder van wat een gezonde persoon
door het uitoefenen van een beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen.
De algemene arbeidsmarkt omvat niet de beschutte tewerkstelling.
(…)
Hierbij is het belangrijk op te merken dat het gaat over ‘de algemene arbeidsmarkt’ in
tegenstelling tot art 100 e.a. waar men rekening houdt met de arbeidsgeschiktheid in de
beroepscategorie waartoe de beroepsarbeid behoort en de vergelijking maakt met een
persoon van dezelfde stand en met dezelfde opleiding voor de verschillende beroepen die
hij heeft of zou kunnen uitoefenen uit hoofde van zijn beroepsopleiding.
-
Arbeidshof Antwerpen 23 februari 1994 (Soc.Kron. 1995, 182, noot PLAS, D.)
Samenvatting
Het criterium voor de vermindering van het verdienvermogen dat gehanteerd wordt in art. 2
Gehandicaptenvergoedingenwet is niet identiek aan het criterium dat wordt gehanteerd in
art. 56 Z.I.V.-Wet.
Art. 2 Gehandicaptenvergoedingenwet vereist immers niet dat de persoon met een
handicap alle werkzaamheden heeft onderbroken. Behalve bij tewerkstelling in een
beschutte werkplaats, kan er naar gelijk welk beroep op de algemene arbeidsmarkt
verwezen worden.