Eerste verkenning hulp bij het huishouden Projectwerkgroep hulp bij het huishouden d.d. 11 april 2014 Z – 14788 / intern 9407 Inhoudsopgave 1 2 INLEIDING .................................................................................................................... 3 1.1 Aanleiding ............................................................................................................... 3 1.2 Huidige situatie ........................................................................................................ 3 1.3 Tijdsplanning en vervolg ........................................................................................... 4 DE MOGELIJKHEDEN VOOR HET OMVORMEN VAN HULP BIJ HET HUISHOUDEN ..................... 4 2.1 Algemene voorziening ............................................................................................... 5 2.2 Resultaatfinanciering voor een schoon en leefbaar huis ................................................. 6 2.3 Een minder hoog persoonsgebonden budget (pgb) voor zorgverlening in de directe omgeving ........................................................................................................................ 7 2.4 Een gewijzigde indicatiestelling waar meer rekening gehouden wordt met de eigen verantwoordelijkheid......................................................................................................... 8 3 2.5 Organiseren van een gunstigere inkoop ...................................................................... 8 2.6 Koppelingen met andere producten ............................................................................ 8 2.7 Voorlopige conclusie ................................................................................................. 8 OVERGANGSBEPALING, HER-INDICATIES, BEZUINIGING EN AANBESTEDING ....................... 9 3.1 Overgangsbepaling en herindicaties ............................................................................ 9 3.2 Wel of geen gefaseerde bezuiniging op het budget? ..................................................... 10 3.3 Aanbestedingsvorm ................................................................................................. 10 Pagina 2 van 13 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De gemeente krijgt met de nieuwe taken, waaronder de AWBZ/Wmo, de verantwoordelijkheid voor bijna de gehele maatschappelijke ondersteuning van jeugdigen, volwassenen en ouderen. Dit betekent dat ook de hulp bij het huishouden, vallend onder de huidige Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), anders wordt ingericht. Daarbij past het Rijk een bezuiniging toe van 40%. Aan de projectwerkgroep hulp bij het huishouden is de opdracht gegeven om te inventariseren wat de mogelijkheden zijn voor het inrichten van hulp bij het huishouden 2015. Hierbij worden de volgende documenten als uitgangspunt gebruikt: 1. De opdracht projectwerkgroep hulp bij het huishouden d.d. 12 maart 2014 waarin de volgende deelopdrachten zijn opgenomen: a. Op welke wijze kunnen de gemeenten hun huidige beleid en praktijk rondom hulp bij het huishouden toekomstproof, rechtmatig en betaalbaar houden/maken? b. Schrijf een advies betreffende de herindicatiestelling voor hulp bij het huishouden en formuleer een plan van aanpak voor de uitvoering van dit advies. c. Geef uitvoering aan het plan van aanpak en betrek hierbij de uitvoerende afdeling. 2. Integraal stappenplan 3D. 3. De door het Rijk opgelegde financiële kader. Daarnaast zal er aandacht zijn voor de andere vormen, zoals begeleiding en ondersteuning en de samenhang met hulp bij het huishouden. De uiteindelijke notitie geeft een beleidsmatige koers in het kader van hulp bij het huishouden met daarin ook aandacht voor de inkoop/aanbesteding. 1.2 Huidige situatie In het kader van hulp bij het huishouden hebben de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Voorschoten en Wassenaar in het verleden reeds maatregelen genomen om de kosten te beperken. Hierdoor ligt het bestedingspercentage lager dan bij veel andere gemeenten, namelijk tussen de 68% en de 74% (tabel 6) van het totale budget. De besparingsopgave is daardoor lager en ligt tussen de 11% en de 19%. Hierbij moet worden opgemerkt dat uit het huidige budget voor hulp bij het huishouden niet alleen kosten voor hulp bij het huishouden worden betaald. Zo wordt bij de gemeente Voorschoten een deel van de uitvoeringskosten en andere Wmo-gerelateerde zaken vanuit dit budget gefinancierd. Bij de gemeenten Leidschendam-Voorburg en Wassenaar is dit niet zo specifiek naar uitgaven te herleiden. Deze wijze van uitgave is mogelijk omdat het budget dat de gemeente ontving niet gelabeld is voor specifiek hulp bij het huishouden. Voor deze specifieke kosten moet nu een andere dekking worden gevonden. Pagina 3 van 13 Een cijfermatig overzicht van de huidige situatie kunt u terugvinden in bijlage 1. 1.3 Tijdsplanning en vervolg De planning ziet er als volgt uit: 28 april 2014 7 mei 2014 12 mei 2014 13 mei 2014 20 mei 2014 10 juni 2014 23 juni 2014 24 juni 2014 26 juni 2014 7 juli 2014 10 juli 2014 15 juli 2014 Juli/augustus 2014 Definitief advies in PHO Aanleveren voor Bestuurlijk Overleg (wethouders 3D) Bestuurlijk overleg Aanleveren bij agendering voor Collegebehandeling in de drie gemeenten Aanleveren bijdrage voor concept beleidsnota Wmo 2015 Commissie Leidschendam-Voorburg Commissie Wassenaar Commissie Voorschoten Raad Wassenaar Raad Voorschoten Raad Leidschendam-Voorburg Start inkoop/aanbesteding Tot aan 28 april 2014 moet nog veel gebeuren. De opties voor het omvormen van hulp bij het huishouden moet zo spoedig mogelijk worden uitgewerkt. Dit o.a. aan de hand van de input van de zorgaanbieders. De grootste zorgaanbieders1 worden om die reden voor een gesprek uitgenodigd, maar ook wordt aan kleinere organisaties met originele ideeën de mogelijkheid geboden deze de komende weken toe te lichten. De plannen, risico’s en aanbestedingsvormen worden verder uitgewerkt en aangevuld op basis van deze input. Daarbij wordt verder in het definitieve advies een risico-inventarisatie gemaakt welke rekening houdt met de juridische, financiële en communicatieve gevolgen. 2 De mogelijkheden voor het omvormen van hulp bij het huishouden De diverse bezuinigingsmogelijkheden zijn hieronder in een matrix verwerkt en nader toegelicht. 1 Alle partijen die in 2013 meer dan 10.000 uur hulp bij het huishouden hebben geleverd. Pagina 4 van 13 Realisatie 40% bezuiniging WerkOmvang Eigen gelegenheid doelgroep kracht Innovatie 1. Algemene voorziening + -- -- + ± 2. Resultaatfinanciering + + + ± ++ 3. Minder hoog pgb - ± ± - - 4. Eigen kracht bij indicaties 5. Gunstigere inkoop - - - ++ - + - ± - - 6. Koppelingen producten - ± ± - + 7. Dynamisch selectiemodel 8. Zeeuws model + - ± - - - + ± - - 2.1 Algemene voorziening Met een algemene voorziening organiseren we hulp bij het huishouden die vrij toegankelijk is of toegankelijk is met een lichte toets. Inwoners organiseren hun zorg rechtstreeks met de zorgaanbieders. De algemene opvatting is dat tenminste 80% van het huidige cliëntenbestand in staat is zorg zelf te organiseren. De hulpbehoefte heeft vooral een somatische grondslag .Deze mensen zijn doorgaans wel in staat de gewenste regie te voeren. Wanneer voor een algemene voorziening wordt gekozen moet echter financiële ondersteuning worden geboden aan hen die hier geen middelen voor hebben. Hier bestaat mogelijk een link met de Wtcg gelden welke naar de gemeente komen. Voor de 20%hulpbehoevende die organisatorisch en financieel niet in staat zijn de zorg zelf te organiseren is een algemene voorziening een minder goede optie. Zij hebben ondersteuning nodig bij het organiseren van de hulp en het aansturen hiervan. Hiervoor zullen we maatwerk blijven leveren. Overige argumenten voor het inzetten van een algemene voorziening zijn: Een algemene voorziening is goedkoper en minder bureaucratisch dan een individuele voorziening; Vanwege het inzetten van particuliere dienstverleners, in plaats van medewerkers in loondienst, wordt er op loonkosten bespaard; Een algemene voorziening beperkt de toenemende kosten van de Wmo op de lange termijn. Door de vergrijzing en doordat steeds meer mensen langer leven, wordt er in de toekomst steeds meer een beroep gedaan op de zorg; Mensen die zelf zorg kunnen opzetten organiseren de zorg eerder zelf zonder tussenkomst van de gemeente. Dus meer eigen kracht en zelfredzaamheid; Pagina 5 van 13 Dit draagt bij aan een terugtrekkende overheid door niet meer tussen de aanbieders van zorg en inwoners in te staan. Aandachtspunten bij het inzetten van een algemene voorziening zijn: 2.2 Een (grote) groep mensen die nu hulp bij het huishouden ontvangt zal dit zelf moeten organiseren; Gemeente n moeten een vorm van inkomensondersteuning (mogelijk met Wtcg gelden) organiseren voor de mensen die het zelf niet kunnen financieren. Dit kan leiden tot een bureaucratisch proces achteraf; Mogelijke ontslagen bij zorgorganisaties wanneer de omvang van de contracten tussen zorgorganisaties en gemeenten worden teruggebracht. De tarieven voor algemene voorzieningen zijn doorgaans lager waardoor mogelijk overgestapt moet worden naar alfahulpconstructies. Resultaatfinanciering voor een schoon en leefbaar huis Met het invoeren van een resultaatfinanciering wijzigt de huidige financieringssystematiek. Er wordt nog steeds een indicatie gesteld voor ondersteuning, maar het bepalen van de omvang wordt overgelaten aan de hulpverlener en hulpbehoevende. Deze eerste moet zorgen dat het huis schoon en leefbaar is. In Drechtsteden wordt sinds 2013 met deze systematiek gewerkt2. De uitgaven daar liggen op € 180 per periode, per indicatie ongeacht het aantal uur dat geleverd wordt. De € 180,- is gebaseerd op: Een indicatie van 2,25 uur per week; 3 weken vakantie; Ziekteverzuim. Voor het verlenen van deze zorg worden geen alfahulpen ingezet. In onze gemeenten liggen de kosten per periode, per indicatie tussen de € 225,- en de € 259,-3. Bij deze optie wordt er een grotere verantwoordelijkheid gelegd bij de aanbieder en deze zal meer gestimuleerd worden tot innovatie. De gemeente krijgt echter wel minder grip op de invulling van de ondersteuning. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de bezuinigingen niet volledig toe te schrijven zijn aan de vorm van financieren en het geven van meer ruimte aan de professional. Het tarief dat aanbieders krijgen voor het verlenen van zorg ligt lager dan onze gemeenten op dit moment betalen. Wel lijkt het vooralsnog dat partijen een lager tarief eenvoudiger kunnen dragen wanneer ze meer ruimte krijgen om de zorg te organiseren. Argumenten voor het inzetten van een resultaatfinanciering zijn: 2 Informatie ontvangen via Wmo-kantoor. 3 Tabel 5 van bijlage 1 Pagina 6 van 13 Het stimuleert de innovatie bij de zorgaanbieders. Er wordt één bedrag betaald en slimme vormen van zorg komen ten gunste van de leverancier; Minder complexe indicering omdat er geen rekening gehouden moet worden met de omvang; De gemeente trekt zich terug en is regisseur. De gemeente laat de uitvoering over aan de professionals; De kwaliteit van het beoogde resultaat gaat niet achteruit; De maatregel heeft mogelijk minder ingrijpende gevolgen op de werkgelegenheid. Aandachtspunten bij het inzetten van een resultaatfinanciering zijn: 2.3 De gemeente heeft geen grip op de omvang van hulp die geleverd wordt en moet dat los (kunnen ) laten; Het kwaliteitsniveau moet goed bewaakt worden door de gemeente; Deze maatregel houdt in mindere mate rekening met de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt om zelf een oplossing te bedenken. Dit kan echter wel indirect via de aanbieder worden gestimuleerd en wel door dit als onderdeel van de opdracht bij de aanbieder te beleggen . Een minder hoog persoonsgebonden budget (pgb) voor zorgverlening in de directe omgeving De huidige tarieven voor pgb voor hulp bij het huishouden stelt mensen in staat zorg in te kopen bij de zorgpartij van hun keuze. Wanneer de zorg echter in de directe omgeving wordt geleverd zitten hier minder hoge kosten aan vast. Gesteld kan worden dat voor mensen die niet bedrijfsmatig schoonmaakwerkzaamheden verrichten een lager tarief gehanteerd wordt dan voor beroepskrachten. Het wettelijk minimumloon bedraagt € 9,52 per uur. Het bedrag vermeerderen met 20% i.v.m. vakantietoeslag en tegenwaarde verlofuren wordt volgens de Centrale Raad van Beroep als reëel gezien. Dit komt dan neer op een minimum uurloon van € 11,42. De huidige pgb bedragen voor deze zorg variëren in de drie gemeenten tussen de € 15,19 en de € 20,50. Argumenten voor een minder hoog pgb: Volgens de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep betalen we nu meer dan het minimum bedrag; Een hoog pgb-bedrag voor zorgverlening in de directe omgeving ondermijnt de civel society Aandachtspunten bij een minder hoog pgb: De juridische mogelijkheid tot het verlagen van dit uurtarief kan nadelige gevolgen hebben. Vooral bij inwoners die minder gaan weken om zorg te kunnen verlenen in hun omgeving; Mensen die nu hulp bij het huishouden met een pgb organiseren hebben deze zorg ingekocht op basis van de oude bedragen. Het aanpassen van dit bedrag kan gevolgen hebben voor hun ondersteuningsplannen. Pagina 7 van 13 2.4 Een gewijzigde indicatiestelling waar meer rekening gehouden wordt met de eigen verantwoordelijkheid Met de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt een grotere nadruk gelegd op de eigen verantwoordelijkheid en de eigen kracht. Bij de indicatiestelling zou meer rekening gehouden worden met de mogelijkheden van de eigen omgeving om ondersteuning te bieden. De huidige wetgeving biedt deze ruimte slechts in beperkte mate. Het is nog afwachten of de nieuwe wetgeving hier meer ruimte in geeft. Deze optie heeft een sterkt verband met de projectgroep “eigen kracht en communicatie”. Wat verwachten we aan eigen kracht van een gebruiker en zijn of haar omgeving. Dit wordt in overleg met deze projectgroep nader ingevuld. 2.5 Organiseren van een gunstigere inkoop De drie gemeenten hebben een bovengemiddeld uurtarief. Een verlaging van dit uurtarief geeft lagere kosten. Onze gemeenten hebben er in het verleden bewust voor gekozen om een hoger uurtarief in te zetten om onrust te beperken en zorg op een hoger plan te houden. Er kan nu een andere keuze worden gemaakt. Het is niet duidelijk of met deze optie de taakstelling gerealiseerd kan worden. Daarbij is er geen sprake van vernieuwing en/of innovatie. Argumenten voor een gunstigere inkoop: De financiële taakstelling wordt behaald met een korting van 19% op het uurtarief; Wanneer de tarieven omlaag gaan kunnen mensen eerder zelf het product inkopen, zonder tussenkomst van de gemeente. Aandachtspunten bij een gunstigere inkoop: 2.6 Een gunstigere inkoop (zonder andere maatregelen) heeft zeer waarschijnlijk een nadelig effect op de werkgelegenheid doordat partijen minder snel of geen CAO lonen uitbetalen; Er vindt geen verandering plaats binnen het product en ontstaat geen innovatieve; Een gunstigere inkoop (zonder andere maatregelen) houdt geen rekening met de eigen kracht van mensen om zelf oplossingen te vinden. Koppelingen met andere producten De mogelijkheden om hulp bij het huishouden te koppelen aan andere producten zijn met het overgaan van persoonlijke verzorging naar de Zorgverzekeringswet (Zvw) sterk beperkt. De overlap tussen hulp bij het huishouden en begeleiding is veel kleiner dan de overlap tussen begeleiding en hulp bij het huishouden. In het definitieve advies wordt, voor zover mogelijk, stilgestaan bij combinaties met andere vormen van ondersteuning. 2.7 Dynamisch selectiemodel Het dynamisch selectiemodel wordt op dit moment door de gemeente Voorschoten gehanteerd. Onder andere door deze methode heeft de gemeente lage uitgave voor huishoudelijke hulp. Wanneer de bezuinigingen van 40% gerealiseerd moeten worden zal echter het minimum tarief welke nu wordt gehanteerd naar beneden bijgesteld moeten worden. Hierdoor is deze optie vergelijkbaar aan een gunstige inkoop (hoofdstuk 2.5). Pagina 8 van 13 2.8 Zeeuws model Bij het Zeeuwse model concurreren partijen niet op de prijs maar op de kwaliteit van de zorg. Dit wordt bewerkstelligd door van tevoren een prijs af te spreken waarna partijen op kwaliteit kunnen inschrijven . 2.9 Voorlopige conclusie Op basis van de op dit moment beschikbare informatie bij de in paragraaf 2.1 tot en met 2.6 genoemde mogelijkheden neigen wij in onze advisering naar het invoeren van resultaatfinanciering. Met resultaatfinanciering worden de zorgaanbieders verantwoordelijk voor het realiseren van een schoon en leefbaar huis en krijgen zij hiervoor een vast bedrag per periode per persoon. Daarnaast wordt vooralsnog voorkomen dat doelgroepen worden uitgesloten en dit zorgt voor een zachte landing. De verwachting is ook dat deze vorm een minder negatieve impact heeft op de werkgelegenheid dan de andere vormen. Het beste alternatief voor nu is het organiseren van een algemene voorziening. De grootste reden om hier op dit moment niet voor te kiezen is de verwachte impact die dit heeft op de werkgelegenheid en het uitsluiten van doelgroepen. Om definitief te kunnen adviseren is het van belang om zorgaanbieders en adviesraden te laten participeren gedurende de verdere uitwerking van de notitie. Aan de hand van deze participatie en nader onderzoek wordt het mogelijk om paragraaf 2.3 tot en met 2.6 verder uit te werken en te voorzien van argumenten en aandachtspunten. 3 Overgangsbepaling, her-indicaties, bezuiniging en aanbesteding 3.1 Overgangsbepaling en herindicaties Bij het stellen van een nieuwe indicatie moet rekening worden gehouden met de “redelijke” overgangstermijn van 6 maanden. Wanneer de indicaties worden gewijzigd moet dit dus 6 maanden van tevoren worden gecommuniceerd. Volgens de (algemene) informatie van het transitiebureau en de VNG zullen in de Wmo 2015 geen bepalingen worden opgenomen over het overgangsrecht voor de bestaande indicaties hulp bij het huishouden. De concept wetgeving4 wordt door onze juristen echter op dit moment nog niet eenduidig uitgelegd. Om duidelijkheid hierover te krijgen zijn de VNG en het transitiebureau geraadpleegd. De gemeenten Leidschendam-Voorburg, Voorschoten en Wassenaar geven al geruime tijd geen indicaties meer af voor na 1 januari 2015. Hierdoor valt ongeveer 50% van de bestaande klanten buiten deze overgangstermijn en zijn hun indicaties per 1 januari 2015 afgelopen. De andere 50% 4 Art. 7.9 lid 2 Wmo 2015: Het recht zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van enig artikel van deze wet, blijft van toepassing ten aanzien van besluiten genomen op grond van de Wmo. Pagina 9 van 13 heeft een indicatie die ook na 1 januari 2015 doorloopt. Of deze indicaties vervroegd worden beëindigd is op dit moment dus nog niet duidelijk. 3.2 Wel of geen gefaseerde bezuiniging op het budget? In het land zijn meerdere gemeenten bezig met het organiseren van een gefaseerde bezuiniging. De gemeente Eindhoven kiest er bijvoorbeeld voor om als zachte landing in het eerste jaar 15% te bezuinigen en pas in de jaren daarna de overige 25%. De dekking hiervoor wordt elders in de begroting gezocht. Door het lokale beleid van de afgelopen jaren ligt de taakstelling op hulp bij het huishouden tussen de 11 en 19% in plaats van 40%. Een gefaseerde bezuiniging is daardoor in onze optiek niet noodzakelijk. Er kan immers gesteld worden dat de gefaseerde bezuiniging de afgelopen jaren al is ingezet. De taakstelling is hierdoor naar verwachting in 2015 te realiseren. Kanttekening hierbij is dat in de begroting op andere terreinen dekking moet worden gevonden. 3.3 Aanbestedingsvorm De aanbestedingsvorm voor hulp bij het huishouden ligt nog niet vast. De keuze die gemaakt moet worden is mede afhankelijk van de mogelijkheden die partijen zien om hulp bij het huishouden in te richten en kan dus pas in een latere fase beantwoord worden. Bestuurlijk aanbesteden is hiervan één en biedt de mogelijkheid om de toekomstige ontwikkelingen in een convenant te incorporeren. Dit is vooral voordelig voor de combinatie hulp bij het huishouden met de nieuwe taken in 2015. Toch verschilt hulp bij het huishouden met taken als begeleiding. Hulp bij het huishouden is immers geen nieuwe taak die naar de gemeente komt en er is al ruimschoots ervaring mee opgedaan. Pagina 10 van 13 Bijlage 1, een cijfermatig overzicht van 2013 Op 31-12-2013 Gemeente Gemeente Gemeente Leidschendam- Wassenaar Voorschoten Voorburg Zorg in natura (zin)* 1922 609 415 Persoonsgebonden 129 57 57 2051 666 472 budget (pgb) Totaal Tabel 1: Aantal cliënten met een indicatie hulp bij het huishouden in natura Gemeente Gemeente Gemeente Totaal In 2013 per Leidschendam- Wassenaar Voorschoten aanbieder Voorburg 123 Schoonhuis --- 80 391 471 Activite --- 193 15.131 15.324 Algemeen --- --- 705 705 --- --- 939 939 Axxicom* 48.491 --- --- 48.491 Florence 178.851 20.581 10.293 209.725 Groenoord Zorgt --- --- 11.223 11.223 Merson Care --- --- 194 194 Seracosa --- --- 3.821 3.821 St. Johannahuis --- 2.456 --- 2.456 St. Particura --- 5.201 --- 5.201 St. Profzorg --- --- 4.432 4.432 SWZ --- 47.536 --- 47.536 T-zorg --- 135 --- 135 Thuiszorg in --- 2.082 6.306 8.388 --- 2.324 10.026 12.350 1.180 --- --- 1.180 Thuiszorgbureau Alpha&Zorg Holland TSN Thuiszorg ZAB-zorg Zorgondersteuning --- --- 4.668 4.668 --- --- 520 520 26.609 14.498 10.763 51.870 255.131 95.086 79.412 429.629 Nederland Zorgvuldig Pgb Urentotaal Tabel 2: Aanbieders en het aantal geleverde uren in 2013 * incl. de uren van WZH (vanwege overname) In 2013 per uur Gemeente Gemeente Gemeente Leidschendam- Wassenaar Voorschoten Voorburg Zin cat. 1 € 22,96 tot € 23,99 € 20,25 € 22,03* Zin cat. 2(/3) € 22,96 tot € 23,99 € 24,05 € 26,65 € 18,83 --- --- Pgb A 100% --- € 20,25 --- Pgb A 75% --- € 15,19 --- Pgb B 100% --- € 24,05 --- Pgb B 75% --- € 18,04 --- Pgb A --- --- € 16,50 Pgb B --- --- € 20,50 Pgb Tabel 3: uurtarieven voor hulp bij het huishouden in 2013 * Dit zijn de maximale prijzen voor Voorschoten. De gemiddelde prijs in 2013 was voor Zin cat. 1 € 19,09 en Zin cat. 2 € 24,56 In 2013 in totaal Gemeente Gemeente Gemeente Leidschendam- Wassenaar Voorschoten Totaal Voorburg Zorg in natura Pgb Totaal € 5.350.000, - € 1.690.000, - € 1.423.000, - € 8.463.000, - € 500.741, - € 251.659, - € 188.000, - € 940.400, - € 5.850.741, - € 1.941.659, - € 1.611.000, - € 9.403.400, - Tabel 4: uitgaven hulp bij het huishouden in 2013 In 2013 per cliënt Gemeente Gemeente Gemeente Leidschendam- Wassenaar Voorschoten Voorburg Bedrag cliënt Zin € 251, - per periode € 225, - per periode € 259, - per periode Bedrag cliënt Pgb € 323, - per periode € 368, - per periode € 275, - per periode Tabel 5: gemiddelde kosten per cliënt per periode in 2013 Pagina 12 van 13 Besteding in 2013 Gemeente Gemeente Gemeente Leidschendam- Wassenaar Voorschoten Voorburg Inkomsten* € 8,1 milj. € 2,65 milj. € 2,45 milj. Uitgaven € 6 milj. (begroot) € 1,94 milj. € 1,66 milj. % besteding 74 % 73,2 % 67,8 % Tabel 6: inkomsten, uitgaven en bestedingspercentage in 2013 Pagina 13 van 13
© Copyright 2024 ExpyDoc