Openingstoespraak Commissaris van de Koning Max van den Berg, symposium ‘Lokale Autonomie onder druk’ ter nagedachtenis aan Alfons Dölle, 19 september 2014, Statenzaal provinciehuis Dames en heren, Ik heet u van harte welkom in de statenzaal van het provinciehuis bij het door de Rijksuniversiteit Groningen georganiseerde symposium ter ere van en nagedachtenis aan Alfons Dölle. Een bijzonder welkom wil ik richten aan Dineke Dölle-Uildriks en dochter Frederieke Dölle. (voor te lezen citaat) ‘’In de verzorgingsstaat zoals die zich aan het einde van de twintigste eeuw heeft ontwikkeld, wordt het leven van mensen meer dan ooit beïnvloed door overheidsbeleid. Overheden ‘produceren’ jaarlijks honderden miljoenen beslissingen, een astronomisch getal waaraan ook de provincie Groningen een bescheiden steentje bijdraagt. Provinciale besluitvorming over subsidies, vergunningen, aanslagen, het eigen personeel, enz. grijpt evenzeer op verschillende wijze en met wisselend gevolg in de leefwereld van burgers. De Algemene wet bestuursrecht onderstreept en bekroont het streven om in dit soort gevallen desnoods een rechter te hulp te kunnen roepen tegen een slordig of zelfs onrechtmatig handelend bestuur, maar diezelfde wet stelt het bestuur in staat er eerst nog eens goed over na te denken in een bezwarenprocedure.’’ Dit zijn niet mijn woorden, maar ik citeer uit het voorwoord dat Alfons Dölle schreef bij een jaarverslag van de bezwarencommissie -nu de Commissie rechtsbescherming- van de provincie Groningen; de commissie waarvan hij ruim 18 jaar voorzitter is geweest. In de zaal hierboven heeft hij op vele vrijdagmiddagen hoorzittingen voorgezeten en tezamen met de andere commissieleden beraadslaagd over aan het provinciaal bestuur uit te brengen adviezen over te nemen beslissingen op ingediende bezwaarschriften en klachten . Hij vond het werk kennelijk de moeite waard en zinvol, hetgeen mag blijken uit de lange periode dat hij deze nevenfunctie heeft vervuld. Ook het volgende citaat uit het eerder genoemde voorwoord bij het jaarverslag getuigt daarvan: (voor te lezen citaat cursief) ‘’Het is nog steeds boeiend om aan de ‘achterkant’ van het bestuur te kunnen kijken. Je kunt aldus iets doen aan het versmallen van de zoveel gesmade kloof tussen burger en bestuur. Een besluit waarover een getroffene klaagt wordt uitgetild uit het anoniem ambtelijk-bestuurlijke complex en uitvergroot en van zoveel mogelijk kanten belicht. De burger of bezwaarmakende organisatie krijgt de ruimte en tijd om zijn visie toe te lichten, waarbij ambtenaren uit de coulissen treden om het gezichtspunt van Gedeputeerde of Provinciale Staten te verklaren. De commissie is uiteraard verheugd dat haar adviezen door het provinciaal bestuur in het overgrote deel van de gevallen worden overgenomen”. Dölle heeft het voorzitterschap van de Commissie Rechtsbescherming al die jaren op zeer bekwame wijze uitgeoefend, hij was bescheiden maar had gezag. Ook tijdens hoorzittingen waarin een geschil tussen partijen hoog op liep, wist hij met een tactische opmerking partijen weer rustig te krijgen. Het verliep altijd goed. Eén van de laatste bezwaarzaken waar hij bij betrokken is geweest, was een zeer omvangrijke door Greenpeace aangespannen Wob-zaak. Het ging om documenten die in het provinciale archief aanwezig waren ten behoeve van de vergunningverlening aan RWE en NUON voor de bouw van energiecentrales in de Eemshaven. In bezwaar stond de openbaarheid van nog zo’n 1000 documenten plus bijlagen ter discussie. In het zeer uitvoerige advies van de commissie over de wijze waarop door Gedeputeerde Staten nog een nadere beoordeling van de documenten diende plaats te vinden, scherpte de commissie onder andere het door Gedeputeerde Staten ingenomen standpunt over wanneer sprake is van documenten opgesteld ten behoeve van intern beraad aan. Het voert nu te ver om hier uitgebreid op in te gaan, maar Gedeputeerde Staten namen het advies van de commissie over in het besluit op bezwaar. De rechtbank schoffelde het in beroep echter onderuit omdat er naar het oordeel van de rechtbank sprake was van een onjuiste opvatting over intern beraad. In hoger beroep vernietigde de Raad van State de uitspraak van de rechtbank weer op dit punt. De opvatting van commissie en provincie over intern beraad bleek toch juist. Het provinciaal bestuur was tevreden. Dames en heren Het is met veel respect dat het provinciaal bestuur terugkijkt op het werk dat Dölle als voorzitter van de Commissie rechtsbescherming voor de provincie heeft gedaan. Toen de vraag vanuit de universiteit kwam of de statenzaal beschikbaar kon worden gesteld voor het vandaag te houden symposium, is dan ook zondermeer “ja” gezegd. Het symposium heeft een actueel en boeiend thema als onderwerp. Ik zal met veel belangstelling luisteren naar hetgeen Douwe Jan Elzinga en Solke Munneke hierover gaan zeggen en wens u allen een mooie en interessante middag toe.
© Copyright 2024 ExpyDoc