Handleiding kwaliteit vvto Engels

Handleiding kwaliteit vvto Engels
Inhoud
1
Inleiding
3
2
Ter voorbereiding
3
3
Startmoment
3
4
Het vvto-model
4
5
Toelichting op het vvto-model
6
6
Ideaalprofiel van vvto-leerkracht
9
7
Toelichting op het ideaalprofiel van de leerkracht
11
8
Hoe bereikt de leerkracht de gevraagde competenties?
13
9
Wat kan de leerling?
14
10
Laat uw school keuren!
16
2 / 16
1 Inleiding
In deze handleiding treft u een model aan voor het vroeg vreemdetalenonderwijs Engels vanaf groep 1.
Aan de hand hiervan kunt u vaststellen hoe u uw onderwijs Engels verder kunt verbeteren, zodat uw
school in de toekomst zal voldoen aan de voorwaarden uit de Standaard vvto Engels. Dit model is een
streefmodel, dat wil zeggen dat u het als richtlijn kunt gebruiken voor het opzetten en verbeteren van vvto
Engels, waarbij elke school het eigen tempo bepaalt hoe en wanneer de kwaliteitscriteria bereikt worden.
De handleiding is ontwikkeld door het Europees Platform in samenwerking met enkele talenexperts en
ervaren vvto-leerkrachten. Het Ministerie van Onderwijs steunt deze kwaliteitsimpuls voor het
basisonderwijs.
2 Ter voorbereiding
Alvorens te starten met vvto Engels is het belangrijk om na te gaan wat men op school wil bereiken met
het aanbieden van vvto Engels. Wat is de reden om te starten met vvto Engels? Wat is de visie van de
school en hoe past vvto daarin? Elke school heeft natuurlijk zijn eigen redenen, maar hier zijn enkele
veelvoorkomende overwegingen:










De taalgevoelige leeftijd is voordat kinderen 7 jaar zijn.
Kleuters leren een vreemde taal zoals ze hun moedertaal geleerd hebben.
Spelenderwijs een taal leren is leuk.
Het belang van Engels als internationale communicatietaal.
Profilering van de school.
Jonge leerlingen de mogelijkheid bieden met buitenlandse leerlingen te communiceren,
bijvoorbeeld via e-mail en Skype.
Zo vroeg mogelijk begrip voor andere talen en culturen willen meegeven aan de leerlingen.
Goede voorbereiding op de toekomst in onze internationale samenleving.
Vervolgonderwijs wordt steeds vaker (gedeeltelijk) in het Engels aangeboden.
English is fun!
Natuurlijk is het van groot belang dat alle betrokkenen binnen de school achter het vvto Engels staan. Het
vvto Engels vraagt namelijk om een investering in tijd, nascholing, materialen, organisatie, coördinatie et
cetera, dus ondersteuning vanuit het bestuur, de directie, het gehele team en de ouders is noodzakelijk.
3 Startmoment
Als helder is wat men op school met het Engels wil bereiken, kan een keuze worden gemaakt over het
startmoment. In welke klas begin je met het aanbieden van Engels? Is dat zo vroeg mogelijk bij de
kleuters, of wordt het startmoment alleen met een of twee jaar vervroegd, dus van een start in groep 7
naar een start in groep 5? Bij het bepalen van het startmoment moet ook gekeken worden naar de
mogelijkheden die er op school zijn en of bepaalde keuzen haalbaar zijn.
Als de keuze voor een start in groep 1 is gemaakt, kunt u deze handleiding als streefmodel nemen om het
vvto Engels op een gedegen en gestructureerde manier op te zetten en uit te voeren.
3 / 16
4 Het vvto-model
In het vvto-model zijn de verschillende kwaliteitscriteria onderverdeeld in de volgende categorieën:






Curriculum
Taallessen & Lesmateriaal
Evaluatie
Internationalisering
Extra vvto-taken
Profiel van de vvto-leerkracht
Per categorie is kort aangegeven wat de kwaliteitscriteria zijn. In hoofdstuk 5 wordt per categorie een
uitleg gegeven over wat met de kwaliteitscriteria bedoeld wordt en hoe dat toe te passen is op uw school.
Het ideaalprofiel van de vvto-leerkracht wordt apart behandeld in hoofdstuk 6 met een toelichting in
hoofdstuk 7 en een advies hoe deze competenties te behalen in hoofdstuk 8.
Vervolgens wordt in hoofdstuk 9 per model een voorzichtig overzicht gegeven van de talenkennis Engels
van de leerling aan het einde van een schooljaar. Dit is een voorzichtige schatting, omdat verschillende
factoren van invloed zijn op de kennis van de leerling, zoals het aantal uren vvto Engels en de
aangeboden lesstof..
4 / 16
Model voor vvto Engels vanaf groep 1
Curriculum:
 Het Engels wordt gegeven in groep 1 t/m 8.
 Leerlingen krijgen in hun gehele schoolloopbaan tussen de 320 en 960 uur Engels
(gemiddeld is dat tussen de 60 en 180 minuten per week).
 Er is een doorlopende leerlijn door alle groepen.
 Er is een coördinator vvto Engels.
 Er wordt op school naar gestreefd om de doelen in dit model te verwezenlijken. Dit staat
omschreven in het beleidsplan van de school.
Taallessen en lesmateriaal
 De vvto-coördinator kan taaldoelen voor de school als geheel opzetten, maar ook per bouw en per
leerling.
 De vvto-coördinator heeft zicht op een duidelijke doorgaande leerlijn voor vvto Engels binnen de
school en op de aansluiting naar het VO.
 Engels wordt onderwezen in samenhang met andere vakken en activiteiten.
 Er wordt gebruik gemaakt van Engelstalige lesmaterialen en/of methoden.
 Er wordt veel gebruik gemaakt van muziek, liedjes, rijm, verhalen, drama, TPR (Total Physical
Response) et cetera, waarbij rekening gehouden wordt met de cognitieve ontwikkeling en leeftijd.
 Lesmaterialen zijn in voldoende mate aanwezig.
 Bibliotheek/mediatheek heeft ondersteunend materiaal (leesboekjes, documentatie voor
zelfstandig werken, cd-roms, spelletjes, computerfaciliteiten etc.).
 Eventueel kunnen de leerlingen in groep 8 een toets/examen doen (dit is bedoeld ter stimulering).
 Doeltaal = voertaal in de hele les.
Evaluatie:
 Er vindt regelmatig een evaluatie plaats van de lessen Engels.
 De vorderingen van de leerlingen worden gemonitord.
Internationalisering:
 De school organiseert internationale activiteiten die het vvto-programma en de ontwikkeling van
de doeltaal ondersteunen.
 De school kan contact hebben met partnerscholen in het buitenland, waar men mee samenwerkt
aan een bepaald project.
 De leerlingen e-mailen met buitenlandse leerlingen.
 Het team heeft een internationale oriëntatie.
 Het team organiseert internationale activiteiten die het vvto-programma en de ontwikkeling van
de doeltaal ondersteunen, zoals e-mailprojecten, Comenius-samenwerkingsprojecten,
uitwisselingen et cetera.
Extra vvto-taken
 Tussen de vvto-school en de omliggende VO-scholen vindt interactie plaats wat betreft het
vreemdetalenonderwijs (wederzijds informeren, samenwerking en overleg over doorgaande
leerlijn).
 De vvto-coördinator houdt zich actief bezig met de ontwikkelingen op het gebied van vvto.
Profiel van de vvto-leerkracht:
 Zie het profiel van de vvto-leerkracht in hoofdstuk 6.
5 / 16
5 Toelichting op het vvto-model
In dit hoofdstuk worden de categorieën toegelicht.
Curriculum
 Het Engels wordt gegeven in groep 1 t/m 8. Leerlingen krijgen in hun gehele schoolloopbaan
tussen de 320 en 960 uur Engels. Gemiddeld is dat tussen de 60 en 180 minuten per week.
Behalve het startmoment vaststellen, zijn er meer keuzen die gemaakt moeten worden, zoals het
aantal uren dat men wil en kan besteden aan vvto Engels. Is het aantal uren Engels gelijk voor
alle groepen of wisselt dat per groep? Hoe zijn de lesuren verdeeld over de week of de dag? Hoe
past de keuze voor het aantal uren in het rooster?
Aan te raden is om vooral in de laagste groepen de lesmomenten vvto Engels te verdelen over de
week, dus bijvoorbeeld elke dag 20 minuten Engels. Voor de oudste leerlingen kunnen de lessen
beter van langere duur zijn, bijvoorbeeld twee keer per week een uur.

Er is een doorlopende leerlijn door alle groepen.
De doorlopende leerlijn voor vvto Engels is van belang voor de continuïteit en de effectiviteit van
het vvto-programma.

Er is een coördinator vvto Engels.
De coördinator Engels heeft een aantal uren per week de tijd om ervoor te zorgen dat de doelen in
het model behaald worden.

Er wordt op school naar gestreefd om de doelen in dit model te verwezenlijken. Dit staat
omschreven in het beleidsplan van de school.
Daarnaast is een andere vraag interessant. Hoe wordt de link gelegd tussen het vvto Engels en het
didactische principe (Montessori, Dalton, Jenaplan et cetera) van de school?
Taallessen & Lesmateriaal
 De vvto-coördinator kan taaldoelen voor de school als geheel opzetten, maar ook per bouw en
per leerling. De vvto-coördinator heeft zicht op een duidelijke doorgaande leerlijn voor vvto
Engels binnen de school en op de aansluiting naar het VO.
De vvto-coördinator draagt zorg voor de doorlopende leerlijn van het vvto Engels. Hij stelt de
(taal)doelen op die men wil bereiken met het vvto Engels, zodat elke leerkracht weet wat er dat
jaar verwacht wordt.
Hij neemt ook contact op met de scholen voor voortgezet onderwijs waar de leerlingen naartoe
gaan, zodat zij in de brugklas goed opgevangen worden en verder kunnen met het Engels waar zij
gebleven zijn.

Engels wordt onderwezen in samenhang met andere vakken en activiteiten.
Wat vooral van groot belang is, is om het Engels op een aansprekende manier aan de leerlingen
aan te bieden die past bij de interesses van het kind. De leerdoelen voor Engels zijn goed te
combineren met andere leerdoelen, zoals die van wereldoriëntatie, muziek, etc. Door
vakoverstijgend te werk te gaan, spaart u tijd en leren de kinderen het Engels op een natuurlijke
manier. Als kinderen met plezier een vreemde taal leren, zullen ze ook in het voortgezet
onderwijs met plezier de taallessen oppakken.
6 / 16

Er wordt gebruik gemaakt van Engelstalige lesmaterialen en/of methoden. Er wordt veel gebruik
gemaakt van muziek, liedjes, rijm, verhalen, drama, TPR (Total Physical Response) et cetera,
waarbij rekening gehouden wordt met de cognitieve ontwikkeling en leeftijd van de leerlingen.
Lesmaterialen zijn in voldoende mate aanwezig. Bibliotheek/mediatheek heeft ondersteunend
materiaal (leesboekjes, luisterboekjes, documentatie voor zelfstandig werken, cd-roms, spelletjes,
koptelefoons, computerfaciliteiten etc.).
Er is Engelstalig materiaal van buitenlandse uitgeverijen dat geschikt is voor vvto op Nederlandse
scholen. Ook van Nederlandse uitgeverijen komt steeds meer lesmateriaal voor vvto Engels. Een
overzicht van relevante materialen vindt u op www.europeesplatform.nl/vvto.

Eventueel kunnen de leerlingen in groep 8 een eindtoets doen (hetgeen voornamelijk bedoeld is
ter stimulering en motivering).
Een examen is niet verplicht voor vvto-scholen, maar veel leerkrachten en vooral ouders willen
graag enig bewijs van de voortgang van de leerling zien. Vandaar dat sommige scholen ervoor
kiezen om leerlingen een examen te laten doen. Vaak blijkt dat het de leerlingen stimuleert en
motiveert.
Er zijn verschillende toetsen en examens Engels beschikbaar. Toetsen voor het basisonderwijs
zijn bijvoorbeeld de examens van Anglia (www.anglia.nl), de Cito-toets Engels (www.citogroep.nl) en de examens van het Cambridge International Primary Programme (www.cie.org.uk).
Anglia-examens zijn beschikbaar op vele niveaus en dus al te gebruiken vanaf de middenbouw.
Het voordeel van de verschillende niveaus is dat een kind altijd examen doet op zijn eigen niveau
en daardoor zo goed als altijd slaagt. Het examen wordt vooral gebruikt als motivatie voor de
leerling en om een mooi diploma te hebben.
De Cito-eindtoets voor Engels toetst leerlingen op de kerndoelen voor het verplichte Engels op de
basisschool (Eibo), wat betekent dat de toets ervan uitgaat dat leerlingen alleen in groep 7 en 8
Engels hebben gehad.
De Cambridge examens zijn er voor allerlei vakken en dus ook voor het Engels. Kinderen doen
op een vast niveau examen, maar er zijn wel voortgangstoetsen die tussentijds de voortgang
meten. De examens zijn geproduceerd voor de internationale markt en dus geschikt voor
leerlingen die Engels niet als moedertaal hebben.
Een overzicht van alle toetsen vindt u op www.europeesplatform.nl/vvto.
Evaluatie
 Er vindt regelmatig een evaluatie plaats van de lessen Engels.
Evaluatie van het vvto-programma is van belang voor zowel de leerkracht zelf alsook voor de
inspectie, de ouders, de leerlingen en de school zelf. Door het programma regelmatig te evalueren
aan de hand van dit model, kunnen eventuele knelpunten besproken worden en kan er wellicht
passende (na)scholing gezocht worden of kunnen andere aanpassingen plaatsvinden.
Leerkrachten kunnen bijvoorbeeld bij elkaar in de les kijken om van elkaar te leren.

De vorderingen van de leerlingen worden gemonitord.
Dat alle leerkrachten een goed beeld hebben van de doorgaande leerlijn is belangrijk, net als dat
ze een overzicht moeten hebben van de voortgang van de leerling. Een taal leren gaat bij iedereen
anders en elke leerling heeft een andere woordenschat. Dat is dus moeilijk te meten, maar men
kan wel in de gaten houden of leerlingen zich redden in de Engelse les of zij alles kunnen volgen,
gesprekken met elkaar en met de leerkracht kunnen voeren, et cetera. Een punt van overweging
kan zijn of men een leerlingvolgsysteem wil gebruiken of een andere vorm van evaluatie.
Bespreek hoe men omgaat met zorgleerlingen.
7 / 16
Internationalisering
 De school organiseert internationale activiteiten die het vvto-programma en de ontwikkeling van
de doeltaal ondersteunen.
Internationalisering is een onderdeel van het vvto-programma. Het doel van het leren van Engels
is immers om de leerlingen te kunnen laten communiceren met leeftijdgenootjes in het
buitenland, maar ook om de leerlingen voor te bereiden op de internationale samenleving. Dit
doel kan bereikt worden door samen te werken met een partnerschool in het buitenland waar de
leerlingen ook Engels leren en ongeveer hetzelfde taalvaardigheidsniveau hebben. Contacten
kunnen bijvoorbeeld plaatsvinden via e-mail, internet, Skype, brieven of fysieke uitwisselingen.
Verschillende projectideeën en kant-en-klare opdrachten om te doen met een partnerschool vindt
u op www.etwinning.net.

De school kan contact hebben met partnerscholen in het buitenland, waar men mee samenwerkt
aan een bepaald project.
Op www.etwinning.net kunt u in de scholendatabase een partnerschool vinden.

De leerlingen e-mailen met buitenlandse leerlingen. Het team heeft een internationale oriëntatie.
Het team organiseert internationale activiteiten die het vvto-programma en de ontwikkeling van
de doeltaal ondersteunen, zoals e-mailprojecten, Comenius-samenwerkingsprojecten,
uitwisselingen et cetera.
Op school wordt meer aan internationalisering gedaan dan alleen de lessen in het Engels. Er
wordt aandacht besteed aan andere culturen, landen en talen. Dit kan in het klein door
bijvoorbeeld te inventariseren welk kind familie heeft in het buitenland en daarover te praten.
Maar een project uitwerken over natuur en milieu wat de hele wereld aangaat is ook
internationaliseren. Een school ondersteunen in een ontwikkelingsland hoort daar ook bij.
Grootschaliger projecten als Comenius Schoolpartnerschappen waarbij u samenwerkt met een
aantal basisscholen in Europa zijn ook een mogelijkheid. Via het Europees Platform kunt u voor
Comenius-projecten subsidie aanvragen.
Ook kunt u een studiereis naar het buitenland (laten) organiseren voor de leerkrachten of voor de
leerlingen. Voor beide studiereizen bestaan subsidiemogelijkheden bij het Europees Platform via
het subsidieprogramma Bios.
Extra vvto-taken
 Tussen de vvto-school en de omliggende vo-scholen vindt interactie plaats wat betreft het
vreemdetalenonderwijs (wederzijds informeren, samenwerking en overleg over doorgaande
leerlijn).
Voor de leerling is het van belang dat de vo-school waar hij zijn onderwijs zal vervolgen, inspeelt
op de opgedane kennis van het Engels. De leerling moet de mogelijkheid krijgen om verder te
leren op zijn eigen niveau. Het voortgezet onderwijs zal dus meer gedifferentieerd moeten
werken. Het Europees Platform en het Ministerie van Onderwijs werken aan een doorlopende
leerlijn van po naar vo. Een tip voor de basisscholen is om contact op te nemen met de docenten
Engels van middelbare scholen in de buurt. Vaak leidt een gesprek over wat beide scholen doen
aan Engels tot een goede samenwerking en een betere opvang van de vvto-leerlingen.

1
De vvto-coördinator houdt zich actief bezig met de ontwikkelingen op het gebied van vvto.
Het vroeg vreemdetalenonderwijs staat volop in de belangstelling. Het aantal vvto-scholen groeit
sterk, in de pers wordt regelmatig aandacht aan dit onderwerp besteed en er worden regelmatig
nieuwe onderzoeksresultaten gepubliceerd. Het is goed als het vvto-team op de hoogte is van de
laatste ontwikkelingen en van nieuwe inzichten op het gebied van didactiek of taalverwerving
zodat deze in het vvto-programma verwerkt kunnen worden1.
De relevante onderzoeken over vvto zijn te downloaden via www.europeesplatform.nl/vvto.
8 / 16
6 Ideaalprofiel van vvto-leerkracht
Het volgende profiel is een ideaalprofiel van de vvto-leerkracht of van het vvto-team. Dat wil zeggen dat
deze competenties niet allemaal in een persoon vertegenwoordigd hoeven te zijn, maar dat alle
competenties wel binnen het team aanwezig moeten zijn.
Deze minimale competenties van de ideale vvto-leerkracht zijn onderverdeeld in de categorieën
taalvaardigheid, pedagogische en didactische kennis en achtergrondkennis vvto.
1.1 Taalvaardigheid Engels van niet-moedertaalspreker
 Een niet-moedertaalspreker heeft kennis van het Engels op minimaal B2-niveau voor de
deelvaardigheden spreken, verstaan en lezen. Indien de leerkracht alleen leerlingen jonger dan 8
jaar onderwijst, volstaat niveau B1 voor schrijven2.
 De leerkracht heeft kennis van schoolspecifieke taaluitdrukkingen (Classroom English).
 De leerkracht spreekt een internationaal verstaanbare en grammaticaal correcte vorm van Engels
(Global English).
 De leerkracht is in staat om de gehele (taal)les Engels te spreken; doeltaal=voertaal.
1.2 Taalvaardigheid van moedertaalspreker
 Een moedertaalspreker Engels heeft kennis van het Nederlands op minimaal B1-niveau voor de
deelvaardigheden spreken, verstaan en lezen. Voor schrijven volstaat A2-niveau.
 De leerkracht spreekt een internationaal verstaanbare en grammaticaal correcte vorm van Engels
(Global English).
 De leerkracht is in staat om de gehele (taal)les Engels te spreken; doeltaal=voertaal.
 De leerkracht heeft kennis van het Nederlandse onderwijssysteem en de Nederlandse
(school)cultuur.
2 Pedagogische en didactische kennis en vaardigheden
 De leerkracht kan in een vreemde taalomgeving veiligheid creëren voor alle leerlingen.
 De leerkracht kan leerlingen op een correcte (positieve) wijze en op verschillende manieren
corrigeren, zoals door herhaling, ontkenning, vragen, non-verbale feedback.
 De leerkracht gebruikt de vreemde taal zo dat dit de leerlingen stimuleert om zich ook in die taal
uit te drukken.
 De leerkracht is in staat om de vreemde taal op een goede manier aan te bieden en toegankelijk te
maken voor de leerlingen.
 De leerkracht kan differentiëren en vvto Engels op maat aanbieden.
 De leerkracht weet hoe hij de door het team opgestelde taaldoelen kan omvormen tot praktische
lessen die passen bij de leeftijd van het kind.
 Wanneer er sprake is van vak-geïntegreerd taalonderwijs, is de leerkracht in staat om bepaalde
vakken in het Engels te onderwijzen.
 De leerkracht weet lesmateriaal te vinden en kan dit beoordelen op geschiktheid.
 De leerkracht kan lesmateriaal selecteren op basis van taalniveau en interesses van de leerlingen.
 De leerkracht heeft kennis van verschillende audio-visuele materialen.
 De leerkracht heeft kennis van ict en hoe dit gebruikt kan worden in de taalles.
 De leerkracht kent het gebruik van mime en gebaren en weet hoe dit het taalbegrip kan
stimuleren.
2
De niveau’s A1, A2, B1, B2, C1 en C2 zijn niveaubepalingen van het Europees Referentiekader voor Talen: een internationaal
vergelijkingsinstrument om taalvaardigheidsniveau’s te kunnen duiden. Meer informatie hierover vindt u op www.erk.nl..
9 / 16





De leerkracht heeft kennis van activerende en enthousiasmerende didactische werkvormen, zoals
‘Total Physical Response’ (TPR), drama, muziek, handpoppen en spellen.
De leerkracht is vaardig in dramatische expressie.
De leerkracht is creatief; d.w.z. kan inspelen op verschillende situaties in de les.
De leerkracht is in staat om zijn eigen lessen en die van zijn collega’s te beoordelen en te
evalueren.
De leerkracht is in staat om de taalkennis van de leerlingen te beoordelen en te evalueren.
3 Achtergrondkennis vvto
 De leerkracht heeft kennis van taalverwervingsprocessen bij kinderen in de basisschoolleeftijd en
kent de verschillen tussen de leeftijden.
 De leerkracht heeft algemene kennis van de taalontwikkeling bij baby’s, peuters, kleuters en
kinderen.
 De leerkracht heeft zich gespecialiseerd in de taalverwervingsprocessen van de leeftijdsgroep
(bouw) waaraan hij lesgeeft.
 De leerkracht heeft kennis van taalontwikkeling L1, L2 en L3.
 De leerkracht is zich bewust van het feit dat de vreemde taal een communicatiemiddel is.
10 / 16
7 Toelichting op het ideaalprofiel van de leerkracht
Taalvaardigheid Engels van de leerkracht
Wil men vaststellen of alle competenties in het vvto-team aanwezig zijn, dan zal men als eerste moeten
stilstaan bij de keuze of de groepsleerkrachten het vvto Engels gaan verzorgen of dat er een vakleerkracht
komt. Het meest praktisch is dat de groepsleerkracht vvto geeft, maar soms heeft een school wel budget
voor een vakleerkracht.
Het nadeel van een vakleerkracht aanstellen is dat het tot gevolg heeft dat het vvto Engels afhankelijk is
van een persoon en niet meer van het team als geheel. Vaak wordt dan door de groepsleerkrachten weinig
meer gedaan aan Engels. Een manier om dat tegen te gaan is om de vakleerkracht een gedeelte van de
vvto-lessen te laten geven, waarna de groepsleerkracht de stof op een later moment in de week nog eens
herhaald.
Een andere vraag die opkomt is of de school een native speaker wil of niet. Het is zeker geen vereiste
voor een vvto-school, maar wel aan te raden. Belangrijk is echter dat deze native speaker wel over een
onderwijsbevoegdheid beschikt en thuis is in de didactiek van het vreemdetalenonderwijs voor jonge
kinderen. Een native speaker in het team kan de anderen helpen bij hun eigen leerproces in
taalvaardigheid en ondersteuning beiden bij de materiaalkeuze en dergelijke. Sommige scholen hebben
een native speaker als vrijwilliger aangesteld.
Natuurlijk zijn er ook andere manieren om een native speaker in de klas te halen. Cd’s met liedjes,
luisterboeken en dvd’s zijn vaak allemaal opgenomen met native speakers. Via het digitale schoolbord
zijn er vele mogelijkheden om naar een ‘fictieve’ native speaker te luisteren.
Vragen die opkomen bij de bespreking van de competenties van de leerkrachten zijn: Hoe ziet de formatie
van het personeel er uit? Hoe gaat men om met de werving van nieuw personeel en de scholing van het
huidige personeel? Wat gebeurt er als de vakleerkracht wegvalt?
Pedagogische en didactische kennis en vaardigheden
Het is belangrijk dat elk kind zich veilig voelt in de les. Elk kind leert op zijn eigen manier en in zijn
eigen tempo. Het is absoluut niet erg als kinderen het eerste jaar nog niets terugzeggen in het Engels. Bij
sommige kinderen duurt dat proces heel lang, maar dat wil niet zeggen dat ze niets geleerd hebben. De
receptieve taalkennis wordt opgebouwd en wanneer het kind klaar is om de vreemde taal te produceren
zal het dat doen en niet eerder. Stille kinderen zullen door het gezamenlijk zingen van liedjes bijvoorbeeld
wel hun uitspraak oefenen ook al zijn ze nog niet in staat om een gesprek aan te gaan.
Het is belangrijk dat de vreemde taal aangeboden wordt in een context die de kinderen aanspreekt en past
bij hun leeftijd. Maar veelvuldig gebruik van gebarentaal, zodat kinderen ook zien wat de bedoeling is.
Vraag een kind niet naar woorden die het nog niet kent, maar volg altijd het principe: eerst een woord
aanbieden, bijvoorbeeld met een plaatje of in een verhaal, dan herhalen in de vorm van een spelletje, nog
een verhaal, een liedje en daarna pas vragen of een kind het woord al kent.
Onthoud dat het doel van vvto Engels op de basisschool voornamelijk spreekvaardigheid en
luistervaardigheid is. Het allerbelangrijkste is dat kinderen plezier hebben in het leren van Engels.
Spelenderwijs leren dus!
Achtergrondkennis vvto
Elk kind heeft ooit zijn moedertaal geleerd. Niet volgens een voorgedrukte methode, maar gewoon door
heel veel taal om je heen te horen en er daarna mee te oefenen. Iedereen kan op deze manier een taal
11 / 16
leren, ook op oudere leeftijd. Voor de vvto-leerkracht is het nuttig om te weten hoe taalverwerving in de
hersenen plaatsvindt.3
Met L1, L2 en L3 wordt respectievelijk de moedertaal bedoeld (Language 1), de tweede verworven taal
(Language 2) en de derde taal (Language 3).
Het leren van een vreemde taal is geen doel op zich, maar leerlingen leren Engels om te kunnen
communiceren met anderen. Wees u daarvan bewust.
3
Meer informatie over taalverwervingsprocessen bij jonge kinderen is te vinden in de bundel ‘Early English: a good start!,
Europees Platform, 2007. Te bestellen via http://www.europeesplatform.nl/basisonderwijs/webwinkel.
12 / 16
8 Hoe bereikt de leerkracht de gevraagde competenties?
Het profiel van de vvto-leerkracht is een ideaalprofiel waarmee bedoeld wordt dat de leerkrachten toe
kunnen werken naar het verkrijgen van de gevraagde competenties. De competenties kunnen via
verschillende opleidingsmogelijkheden bereikt worden:
Nascholing
Een leerkracht kan nascholing volgen in een van de volgende deelgebieden, afhankelijk van zijn reeds
opgedane kennis:





Eigen taalvaardigheid Engels en taalgebruik in de klas (Classroom English), bij voorkeur in een
Engelstalig land4
Taalontwikkeling en taalverwervingsprocessen van verschillende leeftijdsgroepen.
Didactiek van vreemdetaalverwerving voor verschillende leeftijdsgroepen; o.a. aanpak, doelen
formuleren, lessen samenstellen, lesmateriaal beoordelen, corrigeren, mime, differentiëren.
Didactische methoden als TPR, drama, muziek, handpoppen en spellen.
Internationalisering en ict.
Men kan er ook voor kiezen om samen met het hele team een motiverende en enthousiasmerende
nascholingscursus Engels te volgen bij bijvoorbeeld een Pabo of een cursusinstituut dat cursussen op
maat aanbiedt. Vaak kunnen deze cursussen bij u op school aangeboden worden.
Lerarenopleiding
De toekomstige leerkracht volgt een (extra) module vvto Engels op de Pabo. Deze module bevat vakken
als:







Eigen taalverwerving en taalgebruik in de klas (Classroom English).
Taalverwervingsprocessen.
Taalontwikkeling L1 en L2 in verschillende leeftijdsgroepen.
Didactiek van vreemdetaalverwerving voor verschillende leeftijdsgroepen; o.a. aanpak, doelen
formuleren, lessen samenstellen, lesmateriaal beoordelen, corrigeren, mime, differentiëren.
Didactische methoden als TPR, drama, muziek, handpoppen en spellen.
Internationalisering en ict.
Sterk aangeraden: een studieperiode of stage in het buitenland doen5.
Er zijn al enkele Pabo’s in Nederland die een module vvto Engels aanbieden aan hun studenten. Ook zijn
er verschillende nascholingstrainingen voor vvto Engels te volgen via een aantal Pabo’s. Voor het
overzicht kunt u kijken op http://www.europeesplatform.nl/vvto/vvto-engels/vvto-engels-nascholing/.
4
Leerkrachten kunnen een studiebeurs aanvragen bij het Europees Platform via het subsidieprogramma Comenius Nascholing
om een cursus in Groot-Brittannië te volgen op het gebied van vvto Engels. De reis-, verblijfs- en cursuskosten kunnen uit deze
beurs betaald worden. Zie www.europeesplatform.nl.
5
Er zijn verschillende subsidiemogelijkheden voor Pabo-studenten om naar het buitenland te gaan. Men kan stage lopen met een
stagevergoeding van het Europees Platform via het subsidieprogramma Bios. Men kan ook een periode studeren aan een
buitenlandse hogeschool met een Erasmusbeurs van het Nuffic, zie www.nuffic.nl.
13 / 16
9 Wat kan de leerling?
In dit hoofdstuk is een voorzichtige schatting gegeven van wat de leerling zou moeten kunnen nadat hij
verschillende lessen vvto Engels heeft meegemaakt. Natuurlijk is het mogelijk dat de leerlingen meer
kennis opgedaan hebben dan hier beschreven staat. Dit is mede afhankelijk van het aantal uren vvto
Engels dat gegeven wordt en de capaciteiten van de leerling.
Daarnaast zijn de volgende drie uitgangspunten van belang:



De leerling heeft aan het einde van groep 8 minimaal A2-niveau van het Europees
Referentiekader voor de vijf deelvaardigheden Spreken (productie en interactie), Begrijpen
(luisteren & lezen) & Schrijven.
De leerling heeft weet van zijn extra talenkennis.
De leerling houdt zijn talenkennis bij (bijvoorbeeld in een taalportfolio).
Taaldoelen Engels per leerjaar:
Eind groep 2:
 De leerling begrijpt de opdrachten en bedoeling van de vvto-leerkracht.
 De leerling kan verschillende Engels liedjes (mee)zingen.
 De leerling is bekend met enkele prentenboeken en verhalen.
 De leerling kan meedoen met de Engelse spelletjes en activiteiten in de klas.
 De leerling kan iets terugzeggen in het Engels.
Eind groep 4:
In groep 3 en 4 worden de Engelse lessen voortgezet. Er wordt veel herhaald uit de voorgaande jaren. Dit
om het Engels te verankeren en omdat de leerlingen vooral in groep 3 veel herhaling nodig hebben. Veel
energie gaat namelijk naar het leren lezen en schrijven in het Nederlands.
Sommige kinderen zullen al in de kleutergroepen veel actieve kennis van het Engels hebben en dit
duidelijk laten blijken, terwijl andere kinderen pas later gaan spreken.
Daarnaast is het belangrijk dat het kind in de groepen 1 t/m 4 zoveel passieve kennis van het Engels heeft
opgebouwd dat hij aan het einde van groep 4 in het Engels durft te praten. Zelfvertrouwen en een veilige
omgeving is daarbij van groot belang.










De leerling kan tellen.
De leerling kan de primaire kleuren benoemen.
De leerling kan enkele lichaamsdelen benoemen.
De leerling kan enkele voorwerpen benoemen die hij thuis heeft.
De leerling kan enkele voorwerpen benoemen die hij op straat tegenkomt.
De leerling kan enkele voorwerpen benoemen die hij op school ziet.
De leerling kan enkele dieren benoemen.
De leerling kan enkele speelgoedvoorwerpen benoemen waar hij mee speelt.
De leerling kan uit zichzelf iets vertellen.
De leerling kan een kort (van tevoren geoefend) toneelstukje opvoeren.
Eind groep 6:
14 / 16
Het spreken en verstaan blijft centraal staan, maar er wordt in groep 5 of 6 (afhankelijk van de leerling)
een voorzichtige start met lezen en schrijven gemaakt. Meelezen met een luisterboekje is een effectieve
en gewaardeerde methode onder leerlingen. Luisterboekjes zijn op vele niveaus en in talloze onderwerpen
beschikbaar.
De kringgesprekken worden soms in het Engels gehouden en iedereen is in staat om zelf actief aan de
gesprekken deel te nemen en te begrijpen wat anderen vertellen.
Eind groep 8:
De leerling kan een eenvoudige tekst lezen en begrijpen. De leerling kan e-mails lezen en zelf schrijven,
zodat hij in staat is om contact te hebben met buitenlandse leerlingen.
In de Engelse les wordt nu ook af en toe aandacht besteed aan spelling en grammatica.
De leerling is in staat om mee te doen aan een internationaal samenwerkingsproject met een buitenlandse
partnerschool, waarbij de communicatie in het Engels verloopt.
15 / 16
10 Laat uw school keuren!
Voldoet uw school aan alle bovenstaande kenmerken? Wilt u kunnen aantonen dat u kwalitatief goed vvto
aanbiedt? Laat uw school dan keuren door een van de volgende instellingen:
o
o
o
Kijkwijzer (EarlyBird)
TalenT-keurmerk (CHE, Marnix Academie, HAN)
Drietalige scholen in Friesland (Cedin)
Alle drie de instelling zijn erkend door het Europees Platform. Met het keurmerk toont u aan dat uw vvtoprogramma voldoet aan de Landelijke Standaard vvto.
Europees Platform - internationaliseren in onderwijs
Kennemerplein 16
2011 MJ Haarlem
t 023 553 11 50
f 023 542 71 74
[email protected]
www.europeesplatform.nl/vvto
16 / 16