Startnotitie leerplanontwikkeling tpo

Startnotitie leerplanontwikkeling pilot tweetalig primair onderwijs (tpo)
(Conceptversie 3 juni 2014, Karel Philipsen, Bas Trimbos & Annette Thijs)
Vooraf
In augustus 2014 start een pilot tweetalig primair onderwijs (tpo). Deze notitie wil de wenselijkheid
van een gemeenschappelijke basis voor leerplanontwikkeling als onderdeel van de pilot onder de
aandacht brengen. Tevens wil ze de deelnemende partijen een gezamenlijk begrippenkader
aanreiken. Die partijen zijn de stuurgroep tpo (een voortzetting van de beleidsgroep), SLO, de
deelnemende scholen en de onderzoekers. Deze notitie is geen statisch document. De ervaringen die
worden opgedaan tijdens de vijf jaren die de pilot duurt, zullen worden gebruikt om deze notitie
waar mogelijk aan te scherpen en verder uit te werken. De notitie moet dan ook nadrukkelijk worden
gezien als groeidocument.
1. Pilot tpo
1.1 Uitgangspunten
In 2011 is een werkgroep begonnen zich te oriënteren op de invoering van tpo. Die werkgroep
bestond uit vertegenwoordigers van EarlyBird, het Europees Platform en actieve scholen op het
terrein van vvto. Samen met het ministerie van OCW hebben zij een startnotitie geschreven. Daarin
formuleren zij de onderwijskundige doelstellingen, onderzoeksopzet en samenwerkingsvorm voor
een pilot.
In juli 2013 presenteerde staatssecretaris Dekker het Plan van Aanpak Engels in het primair
onderwijs. Dit Plan van Aanpak geeft de aanzet voor het bij wet vastleggen dat tot 15 % van de
onderwijstijd Engels als doel- en voertaal kan worden gehanteerd. Ook wordt het startschot gegeven
voor een pilot tweetalig primair onderwijs. Maximaal 20 scholen krijgen de ruimte om tot 50 % van
de onderwijstijd les te geven in het Engels.1 Volgens de staatssecretaris is deze verruimde aandacht
voor Engels belangrijk om leerling adequaat toe te rusten als wereldburgers. De sterke internationale
oriëntatie van Nederland vraagt om goede internationale kennis en taalvaardigheden. Een goed
fundament voor Engels draagt bij aan de vaardigheden en zelfvertrouwen van leerlingen op de latere
arbeidsmarkt. Bovendien maakt het aanbieden van onderwijs in een vreemde taal het onderwijs
uitdagender en aansprekender, zo staat in het Plan van Aanpak.
In het schooljaar 2014-15 starten 12 scholen met de pilot. In het daaropvolgende schooljaar is er nog
ruimte voor 8 scholen om mee te doen.
1
De pilot tpo staat ook open voor scholen die dit programma in het Frans of Duits willen geven. In de eerste
ronde hebben alleen scholen met belangstelling voor tpo-Engels gereageerd. In deze startnotitie wordt dan ook
uitgegaan van Engels als tweede onderwijstaal. Mochten scholen met tpo-Duits of tpo-Frans zich in de tweede
selectieronde aansluiten bij de pilot, dan kan onderhavig document gehanteerd worden omdat dezelfde kaders
en doelstellingen toepasbaar zijn.
1
De volgende uitgangspunten staan centraal in de pilot:
- Het aanbod is dekkend voor de kerndoelen.
- Scholen groeien naar een vorm van onderwijs waarbij voor 30-50% van het onderwijs het Engels
de voertaal is. In deze vorm van immersieonderwijs ligt de nadruk op begrip en communicatie. Er
wordt van vloeiendheid naar accuraatheid gewerkt, passend bij het ontwikkelingsniveau van de
leerlingen.
- Het aanbod kent een sterk internationale oriëntatie.
1.2 Doelstellingen
Natuurlijk zullen de leerlingen aan het eind van groep 8 aan dezelfde eisen moeten voldoen als
leerlingen die geen tpo volgen. De pilot voegt daar de volgende doelstellingen aan toe:

Wat Engels betreft moeten de leerlingen het niveau van een onafhankelijk taalgebruiker
bereiken. Bij onafhankelijk taalgebruiker gaat het om een beheersing van het Engels, afhankelijk
van het uitstroomniveau van de leerling, op het B1-niveau dan wel het B2 niveau. Deze ambitie
wordt in de loop van de pilot nader geconcretiseerd en op haalbaarheid onderzocht. Daartoe
wordt jaarlijks 30 tot 50 % van de onderwijstijd gereserveerd voor Engelstalige lessen en
activiteiten. Het principe doeltaal-voertaal is hierbij leidend en Engels wordt in samenhang met
(andere) vakinhouden gebracht.

Leerlingen hebben kennis van de internationale omgeving waarin zij acteren en hebben onder
meer door internationale contacten ervaringen opgedaan die leiden tot meer intercultureel
bewustzijn.
Een belangrijk doel van de pilot is te komen tot een generiek, overkoepelend leerplankader voor tpo
(zie paragraaf 2). Scholen geven in dit verband invulling aan een aanbod voor tpo en delen
ervaringen met elkaar. Die worden bekeken op hun betekenis voor de ontwikkeling van het beoogde
generieke leerplankader.
In genoemde startnotitie tpo worden eisen gesteld aan de schoolorganisatie en de toerusting van
leerkrachten en coördinatoren. De komende vijf jaar zullen ook gebruikt worden om na te gaan in
hoeverre aan die eisen voldaan moet zijn om de (onderwijskundige) ambities van de pilot te
realiseren. De startnotitie spreekt ook over de noodzaak criteria te ontwikkelen voor de borging van
de kwaliteit van het onderwijsaanbod. Paragraaf 3.2 van deze notitie gaat hier nader op in.
1.3 Leerplanontwikkeling
Binnen de kaders van de pilot hebben scholen ruimte voor schoolspecifieke keuzes wat betreft de
ontwikkeling en inrichting van het aanbod tpo. Dit is een belangrijk uitgangspunt: ruimte voor
eigenheid en schoolspecifieke keuzes, passend bij de ervaring, het eigen didactisch concept en de
leerlingenpopulatie. Dit zorgt voor een rijk palet. Echter, een belangrijke doelstelling van de pilot is te
komen tot generieke inzichten over de inrichting van het tpo-aanbod. Daaraan zouden conclusies
moeten worden ontleend voor een gemeenschappelijk leerplankader. Dit betekent dat er naast
eigenheid in keuzes ook gemeenschappelijke elementen en doelen moeten worden vastgesteld en
nagestreefd. Het proces van leerplanontwikkeling in de pilot kent dus twee bewegingen: van de
taakstellende kaders naar de scholen en van de scholen naar de taakstellende kaders. Het
systematisch via onderzoek in kaart brengen van alle factoren die van invloed zijn op het uiteindelijke
leerplankader is een wezenlijk onderdeel van deze pilot.
2
1.4 Onderzoek
De deelnemende scholen hebben zich alle gecommitteerd aan het onderzoek. Dat is meerjarig en
richt zich vanzelfsprekend op de vraag wat de opbrengsten van de pilot tpo voor het Nederlands en
Engels zullen zijn, maar ook op wat tpo vraagt aan didactiek en organisatie. Op scholen in Friesland
wordt tevens onderzocht wat effecten zijn van tpo op taalvaardigheid in het Fries. De pilot zal
gebruik kunnen maken van tussentijdse bevindingen van de onderzoekers. Als daar aanleiding toe is,
zal de pilot aangepast worden. De dynamische opzet van de pilot biedt hier ruimte voor.
2. Leerplankader tpo
2.1 Een samenhangend aanbod voor tpo
Een belangrijk doel van de pilot is om een leerplan voor tweetalig primair onderwijs te ontwikkelen.
De kern van een leerplan betreft doorgaans de doelen en inhouden van het leren. Veranderingen in
die kern veronderstellen meestal ook wijzigingen in andere leerplanonderdelen. Een verhelderende
manier om een en ander in samenhang te visualiseren is het zogenaamde curriculaire spinnenweb
(Van den Akker, 2003).
Figuur 1: Curriculaire spinnenweb
De kern en de negen draden van het spinnenweb verwijzen naar tien onderdelen van het curriculum
die elk een vraag over het (plannen van) leren door leerlingen betreffen.
In de pilot werken scholen aan de ontwikkeling van hun leerplan tpo. Ze doen dit, zoals gezegd,
vanuit de eigenheid van de school en schoolspecifieke keuzes, maar binnen de gezamenlijk
vastgestelde doelstellingen en uitgangspunten. Aan het eind van de pilot moet er een generiek
leerplankader liggen met daarin op hoofdlijnen na te streven doelen en inhouden voor Engels en
internationalisering als onderdeel van het brede leerplan voor tpo. Die doelen en inhouden moeten
vanuit een integrale visie op tpo zijn beredeneerd en verantwoord. Ze zullen in de loop van de pilot
3
worden uitgewerkt naar de verschillende leerjaren. Zowel de einddoelen als tussendoelen zullen –
als daar aanleiding toe is - tussentijds worden bijgesteld.
2.2 Visie als gemeenschappelijk ankerpunt
Zoals te zien in Figuur 1 vormt de visie de kern van het leerplan. De visie fungeert als centrale,
verbindende schakel; de overige onderdelen (leerplanaspecten) zijn verbonden met die visie.
Idealiter zijn ze ook met elkaar verbonden, zodat er sprake is van consistentie en samenhang. De
visie geeft antwoord op de vraag ‘waartoe’ het aanbod dient. Vertaald naar de pilot: wat is de ratio
achter de invoering van tpo? Deze vraag moet beantwoord worden vanuit vier invalshoeken:




Student: hoe draag het programma bij aan het leren van de leerling, welke visie is er op het leren
van de leerling?
Subject: vanuit welke visie op de vakinhoud wordt het programma ingericht?
Society: hoe sluit het aanbod aan bij ontwikkelingen in de maatschappij?
School: hoe sluit het aanbod aan bij het schooleigene?
Verschillende van deze aspecten zijn in het Plan van Aanpak kort benoemd, maar behoeven een
nadere uitwerking om als leidraad voor de ontwikkeling van het tpo-aanbod te kunnen dienen.
Belangrijke vragen voor deze uitwerking zijn:
1. Visie op leren van de leerling (student)
Van welke visie op leren gaat het programma uit: welke rol en inbreng heeft de leerling in het
programma? En wat draagt het aanbod bij aan de vorming van de leerling? De doelstelling van de
pilot is om bij te dragen aan de taalvaardigheid en internationale kennis en competenties. De
verwachting is dat dit leerlingen meer zelfvertrouwen biedt om door te stromen naar het
vervolgonderwijs en de latere arbeidsmarkt tegemoet te treden. Wat is nodig om leerlingen dit
zelfvertrouwen te laten ontwikkelen? En hoe kunnen we de kans om het aanbod uitdagender en
aansprekend te maken voor alle leerlingen zo goed mogelijk benutten?
2. Visie op de vakinhoud (subject)
Welke visie is er op het leren en gebruiken van Engels als onderdeel van een tweetalig of meertalig
aanbod? Hoe benutten we de mogelijkheden die tpo biedt om Engels op een natuurlijke manier aan
te leren zo goed mogelijk? Hoe zien we de ontwikkeling van het Nederlandstalige deel van het
programma: wat zijn aandachtspunten en hoe zorgen we voor samenhang tussen lessen in het Engels
en in het Nederlands? Hoe bereiken we een goede integratie van Engels in vakinhouden?
3. Visie op de bijdrage aan maatschappelijke ontwikkelingen (society)
Door de globalisering van de samenleving worden interculturele vaardigheden en de beheersing van
de Engelse taal van toenemend belang. Tpo-scholen kunnen hier een belangrijke bijdrage aan
leveren, zo staat in het Plan van Aanpak. Hoe benutten we deze meerwaarde zo effectief mogelijk:
hoe kan het tpo-aanbod bijdragen aan de toerusting van leerlingen voor de samenleving? Welke
aspecten van taalvaardigheid zijn van belang? Welke leerinhouden met een internationale dimensie
vinden we belangrijk? Welke activiteiten dragen daaraan bij?
4. Visie op aansluiting bij het schooleigene (school)
4
De school kan een aantal uitgangspunten hebben van waaruit ze haar onderwijsprogramma en beleid geformuleerd heeft. Die uitgangspunten zullen ook van invloed zijn op de visie van de school
op het aanbod. Hoe kan dat aanbod tegen deze achtergrond uitgewerkt worden?
Gezien de centrale rol die ze in het leerplan heeft, is het belangrijk om de visie zorgvuldig en expliciet
te formuleren. Dit helpt om zicht te krijgen op gemeenschappelijke uitgangspunten die als leidraad
kunnen dienen bij het bepalen van de doelen en inhouden van het aanbod. Om als een verbindende
schakel en gemeenschappelijk ankerpunt voor de pilot te kunnen dienen is het van belang om de
visie gezamenlijk te ontwikkelen. De stuurgroep zal hier een leidende rol in spelen. Ze zal scholen
tijdens bijeenkomsten stimuleren een visie te ontwikkelen en bevorderen dat de betrokken scholen
van elkaars opvattingen wat dit betreft kennis nemen. Op deze manier worden uitgangspunten en
ambities verhelderd en aangescherpt.
3. Ontwikkeling van het leerplankader tpo
3.1 Wisselwerking tussen meerdere niveaus
De pilot biedt scholen de ruimte om op eigen wijze invulling te geven aan een aanbod voor tpo, maar
wel vanuit gezamenlijk geformuleerde uitgangspunten en ambities (zie paragraaf 1). Dit betekent dat
scholen weliswaar zelf vormgeven aan een tpo-aanbod, maar dit doen binnen de kaders en
uitgangspunten die op pilotniveau zijn geformuleerd. Het aanbod moet passen bij de leerling in de
klas, moet uitvoerbaar zijn voor de klas als geheel, moet afgestemd zijn met de visie van de school en
aansluiten bij landelijke kaders, waaronder de kerndoelen. Figuur 2 geeft een overzicht van de
verschillende niveaus van leerplanontwikkeling.
Leerplanniveau
Bereik
Betrokkenen
Leerplanproducten
Supra
Internationaal
de Europese Commissie
 ERK
Macro
Nationaal
Ministerie van OCW
 Kerndoelen
Pilotniveau
Stuurgroep tpo
tpo-pilotscholen
 Gemeenschappelijke
School
Schoolleiding
Team
 Schoolbeleidsplan
Meso
visie
 Uitgangspunten
voor
inrichting van het aanbod
 Leerplankader tpo
 Leerplan tpo
voor alle
leerjaren
Micro
Leerjaar
Groep
Leraar
Team
Groep
 Leerlijn met
leerdoelen per
jaar
 Lesplannen
 Lesmaterialen
 Toetsen
Nano
Leerling
Docent
Leerling
5
 Persoonlijke
maatwerk
leerplan:
Figuur 2: Niveaus van leerplanontwikkeling
Bij het ontwikkelen van het tpo-aanbod is een goede uitlijning tussen het pilotniveau, het
schoolniveau en het microniveau van belang. Op het mesoniveau hebben scholen veel ruimte om
eigen keuzes te maken, passend bij de eigen visie, context en leerlingenpopulatie. Die keuzes mogen
echter niet strijdig zijn met de kerndoelen en met de afspraken en ambities die op pilotniveau zijn
vastgelegd. Belangrijk is ook dat er consistentie is in de wijze waarop de visie en ambities van de
school vertaald worden naar doelen, inhouden en activiteiten in de verschillende leerjaren. De pilot
moet ertoe leiden dat uitspraken kunnen worden gedaan over doelen die haalbaar en
nastrevenswaardig zijn, over welke inhouden in het Engels aangeboden kunnen worden en welke
leeractiviteiten in dat verband relevant zijn.
3.2 Kwaliteitscriteria voor het onderwijsaanbod
Uiteindelijk moet de pilot een kwalitatief hoogwaardig leerplan voor tweetalig primair onderwijs
opleveren. De waarde van een leerplan kan worden afgemeten aan de mate waarin het als (i)
relevant, (ii) consistent, (iii) bruikbaar, (iv) effectief, en (v) als schaalbaar en duurzaam beoordeeld
wordt voor de context waarvoor het is ontwikkeld. De kwaliteitscriteria kunnen gedurende de vijf
jaar die de pilot helpen om de ontwikkelde leerplanproducten kritisch te bekijken op wat er nog
beter zou kunnen. Scholen kunnen eigen producten bekijken maar ook in interactie met andere
scholen praten over de relevantie, consistentie, bruikbaarheid en effectiviteit van een ontwikkelde
aanpak.
Relevantie: het aanbod bestaat uit doelen en inhouden die ertoe doen.
Bij het ontwikkelen van het tpo-aanbod is het van belang dat de doelen en inhouden:
 aansluiten bij de kerndoelen;
 relevant gevonden worden door alle betrokkenen (leraren, leerlingen, ouders);
 aansluiten bij inzichten uit onderzoek over tweetalig onderwijs;
 aansluiten bij de ambities en uitgangspunten van de pilot.
Consistentie: het aanbod zit logisch en samenhangend in elkaar.
Bij het ontwikkelen van het tpo-aanbod is het van belang dat er sprake is van samenhang tussen:
 verschillende leerjaren (doorlopende leerlijn);
 onderdelen van het aanbod met Engels als middel (CLIL) en onderdelen van het aanbod met
Engels als doel, immers, het doceren van vakinhoud en van een vreemde taal gebeurt
tegelijkertijd (zie doelstellingen);
 visie en uitgangspunten op pilot-niveau en vertaling ervan in het aanbod op schoolniveau;
 het Engelstalige aanbod en het Nederlandstalige aanbod.
Bruikbaarheid: het aanbod moet uitvoerbaar zijn.
Voor het tpo-aanbod is het van belang dat de activiteiten uitvoerbaar zijn met:
 de beschikbare tijd en middelen (o.a. over de verdeling van de onderwijstijd over de jaarlagen);
 de competenties van leraren (denk hierbij bijv. aan taalvaardigheid, kennis van en vaardigheid in
taaldidactiek).
6
Effectiviteit: het aanbod leidt tot de gewenste resultaten.
Bij het ontwikkelen van het tpo-aanbod is het van belang dat:
 er heldere, voorlopige, ambities zijn wat betreft het eindniveau in groep 8 en dat er doelgericht
naar dit eindniveau wordt toegewerkt (naast de kerndoelen dan nog uit te werken eindtermen
voor Engels en Internationalisering);
 resultaten en opbrengsten van activiteiten in de klas zorgvuldig worden gemonitord;
 het aanbod gedurende de vijf jaar die de pilot duurt voortdurend wordt bijgesteld op basis van
voortschrijdend inzicht met betrekking tot wat wel en wat niet werkt;
 de leeropbrengsten voor leerlingen een soepele overgang mogelijk maken naar vervolgonderwijs
en voldoende voorwaarden bieden voor participatie in de samenleving.
Schaalbaarheid en duurzaamheid.
Voor het tpo-aanbod is het van belang dat:
 de ervaringen en opbrengsten van de pilot op schoolniveau worden vastgelegd en geborgd;
 de ervaringen en opbrengsten van de pilot overdraagbaar zijn voor andere scholen;
 de scholen in de jaren na de pilot de opbrengsten verder ontwikkelen en de lijn doortrekken naar
groep 6 tot en met 8.
4. Ondersteuning van het proces: taken en rollen
De ambities van de pilot tpo zijn groot en er liggen op alle niveaus veel uitdagingen. Dat vraagt o.a.
om verdere uitwerking van het leerplankader op macroniveau, om uitwerking daarvan op
schoolniveau en om bewaking van de kwaliteit van dit proces. Daarbij moet ook goed gekeken
worden naar de voortgang van langlopend onderzoek naar de effecten en organisatie en inrichting
van het programma. Kennisdeling tussen scholen is ook van groot belang. De netwerkbijeenkomst
kunnen hiervoor worden benut, evenals digitale kanalen (oa. Yammer).
Zoals gezegd hebben de scholen de ruimte om binnen het kader van deze pilot hun eigen versie van
een tpo-programma te ontwikkelen. Vragen die scholen daarbij hebben worden door de stuurgroep
in kaart gebracht en gekanaliseerd. Bij vragen die betrekking hebben op hele pilot, dat wil zeggen
relevant zijn voor alle scholen binnen pilot, zal door stuurgroep zorgen voor uitwerking. Individuele
vragen kunnen op kosten van de school beantwoord worden. Het Europees Platform is hierbij het
eerste aanspreekpunt en kan behulpzaam zijn om te bekijken hoe de vraag beantwoord zouden
kunnen worden. SLO is beschikbaar voor advies over inrichting van generieke elementen van het
leerplankader.
7