155 pagina Ontwerp-Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018 onderwerp 4.5 Financiering Inleiding In het treasurystatuut gemeente Arnhem worden de missie en doelstellingen voor het financieringsbeleid beschreven. In het statuut wordt ingegaan op de kaderstelling van de werkorganisatie (taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, mandatering) en op het instrumentarium om de doelstellingen te realiseren. In deze paragraaf komen de onderstaande onderwerpen aan de orde: • Risicomanagement financiering; • Financieringsvolume (incl. delegatie / mandatering); • Kasgeldlimiet; • Renterisiconorm; • Overige risico’s. Risicomanagement financiering Voor wat betreft de financiering wordt onderscheid gemaakt tussen: a. Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte; b. Financiering van de sociale woningbouw; c. Financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen. a. Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte Bij de eigen gemeentelijke financieringsbehoefte gaat het om de financiering van de investeringen van de gemeente Arnhem, de exploitatie van lasten en baten en de Stadsbank. Bij de investeringen moet naast de reguliere financieringen van de gemeentelijke taken worden gedacht aan grote stedelijke projecten, zoals Arnhem Centraal, stadsvernieuwing in de binnenstad, grondexploitatie en onderhoud in de infrastructurele sfeer. Als ‘inkoop’ van geld (de funding) wordt gebruik gemaakt van de volgende financieringsmiddelen (stand per 31 december 2015): • de kapitaalmarkt voor langlopende financieringsmiddelen: f 731,7 miljoen. Het betreft hier dus de leningenportefeuille opgenomen gelden (O/G); • de geldmarkt voor kortlopende financiering (< 1 jaar); het benutten van de zogenaamde kasgeldlimiet tot het toegestane maximum van f 60,1 miljoen; • de binnen Arnhem beschikbare reserves en voorzieningen met een volume van f 137,0 miljoen. De leningenportefeuille uitgezette gelden (U/G), heeft per 31 december 2015 een volume van f 46,6 miljoen. Het betreft hier leningen aan instellingen en aan woningcorporaties. Arnhem en de recessie De kredietcrisis en de daarop volgende economische recessie hebben ertoe geleid dat de gemeente na een aanvankelijke stijging is geconfronteerd met een gestaag dalende rente. In de sfeer van de financiering heeft de recessie daarmee voor de gemeente voordelen opgeleverd. De recessie in de reële economie heeft in eerste instantie relatief kort geduurd. Na eerste tekenen van herstel en groei van veel economieën en van de wereldhandel is echter alsnog de gevreesde “dubbele dip” opgetreden, welke nog steeds aanhoudt. Al zien we ook nu tekenen dat de economie zich langzaam herstelt. Een doorzettend herstel van de economie zal op een zeker moment moeten leiden tot een stijging van de rente. Dat is een zekerheid met de kanttekening dat niet te voorspellen is op welk moment de rentestijging zal gaan optreden. Tot dat moment kan de gemeente voordeel blijven putten uit de historisch lage rente voor leningen. Nooit heeft de gemeente goedkopere leningen kunnen afsluiten dan in 2013 en 2014. b. Financiering van de sociale woningbouw Voor de financiering van de woningbouw wordt door de corporaties nadrukkelijk gekeken naar het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), waarmee de gemeente Arnhem een achtervangovereenkomst heeft gesloten. Dit landelijke fonds fungeert als waarborg ten aanzien van risico’s van wanbetaling en vervult daarmee de garantstellende rol die gemeenten van oudsher hadden. Het bestaan van het WSW samen met ontwikkelingen op het gebied van schaalvergroting en regionalisering van de woningcorporaties verklaart waarom de rol van de gemeente op het terrein van de financiering van woningbouw de afgelopen jaren kleiner is geworden. De omvang van de verstrekte leningen aan woningcorporaties bedraagt per 1 januari 2015 f 14,1 miljoen en volgens de contractueel vastgelegde aflossingsschema’s per 31 december 2015 f 13,9 miljoen. Reserve woningbouw Voor de aan deze financiering verbonden risico’s wordt een reserve aangehouden, de BR Volkshuisvesting. De geprognosticeerde stand per 1 januari 2015 bedraagt f 1,9 miljoen. Financieringsbehoefte per 31-12-2015: Onderstaand schema geeft inzicht in de benodigde geldmiddelen en de manier waarop een en ander kan worden gefinancierd (funding). Benodigd voor Bedrag Financiering middels Bedrag Bedragen x € 1.000 Activiteiten gemeente Arnhem Uitgezette gelden aan gelieerde instellingen en woningcorporaties (leningen u/g) 882.139 46.591 Reserves en voorzieningen 136.984 Opgenomen gelden in de kapitaalmarkt (leningen o/g) 731.685 Rekening courant B.N.G. en kasgeldleningen Totaal Resultaat 928.730 Totaal Resultaat 60.061 928.730 Het totaalvolume van de benodigde financieringen bedraagt t 928,7 miljoen (kort- en langlopend). Vanuit de volumes van de reserves en voorzieningen en vanuit de bestaande leningenportefeuilles voor respectievelijk de vaste financiering en de woningbouw is een bedrag van t 868,7 miljoen beschikbaar. Tevens is vanuit de vlottende financiering (het kasgeld) een bedrag van maximaal t 60,1 miljoen als dekking in te zetten. Dit betreft kortlopende leningen en het arrangement met de Bank Nederlandse Gemeenten. Totaal aan funding is de gevraagde t 928,7 miljoen dus beschikbaar . De financieringsfunctie is hiermee in staat om voldoende middelen beschikbaar te stellen voor dekking van de reeds gepleegde investeringen, de kosten in de grondexploitatie en voor de in 2015 begrote investeringen. Leningenportefeuille 2015 Onderstaand schema geeft inzicht in de samenstelling van de volumes in het jaar 2015 van de huidige leningenportefeuille van de financieringsfunctie. Het betreft leningen opgenomen gelden (O/G) en leningen uitgezette gelden (U/G). onderwerp Korte termijn financiering (vlottende financiering) Bij de kortlopende financiering gaat het om de financiering van de lopende activiteiten en werkzaamheden van de gemeente. Hiervoor wordt geld geleend of (in geval van een tijdelijk overschot) uitgezet voor een periode van maximaal een jaar. Als een extra zekerheid, bijvoorbeeld voor het opvangen van onverwachte fluctuaties in de behoefte aan kasgeld, is een arrangement afgesloten met de Bank Nederlandse Gemeenten waarbij tot een maximaal volume ter hoogte van de kasgeldlimiet uit de wet FIDO tegen een lage rente kasgeld kan worden geleend. Het staat de gemeente vrij om los van dit arrangement zelf kortlopende middelen aan te trekken. In voorkomende situaties zal een deel van de opgenomen kas-/callgelden (O/G) worden omgezet in langlopende financiering, de zogenoemde consolidatie. Een en ander past binnen de regels, zoals vastgelegd in het treasurystatuut. Ontwerp-Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018 Lange termijn financiering (vaste financiering) Zoals reeds toegelicht gaat het hier om de benodigde geldmiddelen voor de eigen gemeentelijke investeringen en projecten; de financiering van sociale woningbouw en de verstrekking van geldleningen aan instellingen, gelieerd aan het beleid van de gemeente Arnhem. pagina Financieringsvolume (delegatie/mandaat) Bij het vaststellen van de MJPB neemt de gemeenteraad een besluit over de omvang van de gemeentelijke activiteiten en daarmee over het financieringsvolume. Afgezien van de eigen middelen in reserves en voorzieningen wordt in de financieringsbehoefte voorzien door middel van leningen voor de lange termijn (vaste financiering) en voor de korte termijn (vlottende financiering). 156 c. Financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen Bij de financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen gaat het om activiteiten die nauw grenzen aan het beleid van de gemeente Arnhem. Het gaat hier vooral om instellingen in de sectoren zorg, sport en cultuur. Ook bij deze financiering wordt de laatste jaren een terughoudend beleid gevoerd. Bij de directe (eigen) financiering van de activiteiten van de instellingen heeft de gemeente Arnhem een gericht toezicht op het reilen en zeilen van de betreffende instellingen. Door aan de te verstrekken leningen waarborgen te verbinden kan bij calamiteiten direct worden gereageerd (voorbeeld: executie bij recht van eerste hypotheek). Tevens bestaan er bij de sectoren zorg en sport waarborgfondsen. Met borgstelling door deze waarborgfondsen kunnen instellingen bij banken een lagere rente bedingen en hoeft de gemeente zelf geen lening te verstrekken. Het waarborgfonds voor de sport (SWS) garandeert maximaal de helft van de lening en eist een garantie voor het resterende deel van de lening van de gemeente. Het is zeker niet ondenkbaar dat een instelling als gevolg van de aanhoudende recessie (eerder) in moeilijkheden komt en daardoor bij de gemeente aan moet kloppen voor ondersteuning. Dat risico wordt substantieel verkleind door de garanties van de waarborgfondsen. Stand 31.12.2015 Aflossing Opname Aflossing Leningen O/G Nog aan te trekken financiering in 2014 Leningent.b.v. portefeuille Leningen woningcorporaties Nog aan te trekken Totaal leningen O/G financiering in 2014 617.026 127.519 Bedragen x € 1.000,-- -97.640 646.905 81.870 81.870 3.038617.026 701.934 79.057 Leningen t.b.v. woningcorporaties Totaal leningen O/G Leningen U/G Stand 31.12.2015 Bedragen x € 1.000,-- Leningen O/G Leningen portefeuille 127.519 127.519 -128 -97.640 -97.768 3.038 699.121 127.519 2.910 646.905 731.685 79.057 -128 2.910 -97.768 728.872 Vaste leningen uitstaand 34.577 -1.926 32.651 Woningcorporaties Leningen U/G 14.069 -129 13.940 Totaal Vaste leningen leningen U/G uitstaand 48.646 34.577 Woningcorporaties 0 -2.055 -1.926 14.069 46.591 -129 32.651 13.940 Rentevisie InTotaal de afgelopen leningen teruggebracht van leningen jaren U/G heeft de gemeente de gemiddelde looptijd van de aangetrokken 48.646 0 -2.055 46.591 Rentevisie 10 jaren naar 6 jaar door middel van het afsluiten van leningen met kortere looptijden. Als gevolg daarvan is de over leningenportefeuille de gemiddeld te betalen rente gedaald looptijd naar ruimvan onder 4%. Deze 4% isleningen het In dedeafgelopen jaren heeft de gemeente de gemiddelde dedeaangetrokken teruggebracht niveau dat we over een lange periode willenvan aanhouden als bovengrens. van 10 jaren naar 6 jaar door middel het afsluiten van leningen met kortere looptijden. Als gevolg daarvan is Rentevisie In 2012, 2013 en 2014 hebben de rentepercentages op de kapitaalmarkt zich bewogen op een historisch laag de over de leningenportefeuille de gemiddeld te betalen rente gedaald naar ruim onder de 4 %. Deze 4 % is het In de afgelopen jaren heeft de gemeente de gemiddelde looptijd van de aangetrokken leningen teruggebracht van niveau. Dit is aanleiding geweest om voor nieuwe leningen weer te kiezen voor langere looptijden met nog steeds niveau dat een lange periode willen aanhouden als bovengrens. een rente forswe onder 4%.middel Hiermee is een rentemarge gecreëerd om in kortere toekomstige jaren -wanneer de rente 10 jaren naar 6 over jaarde door van het afsluiten van leningen met looptijden. Als gevolg daarvan is de voor nieuwe leningen weer op een hoger niveau behulp van leningen metde kortere looptijden over de leningenportefeuille de gemiddeld te terecht betalenkomtrentemet gedaald naar ruim onder 4%. Deze is het In 2012, 2013 en 2014 hebben de rentepercentages op de kapitaalmarkt zich bewogen op4% een historisch laag toch eendat gemiddelde rentelange van maximaal 4% te kunnen blijven niveau we over een periode willen alsrealiseren. bovengrens. niveau. Dit is aanleiding geweest om vooraanhouden nieuwe leningen weer te kiezen voor langere looptijden met nog Als gevolg2013 van de (zierentepercentages hieronder) is een gemiddelde looptijd vanzich korter dan ongeveer jaar In 2012, enrenterisiconorm 2014 hebben de op de kapitaalmarkt bewogen op eenvijfhistorisch laag steeds rente forsnog onder derente) 4 %.voor Hiermee is een rentemarge gecreëerd omzou in toekomstige jaren -wanneer (met eeneen bijbehorende lagere gemeente niet toegestaan. De gemeente dan in een jaar niveau. Dit is aanleiding geweest om voor de nieuwe leningen weer te kiezen voor langere looptijden met nog steeds meer leningen moeten herfinancieren dan is toegestaan. de rente voor nieuwe leningen weer op een hoger niveau terecht komtmet behulp van leningen met kortere een rente fors onder de 4%. Hiermee is een rentemarge gecreëerd om in toekomstige jaren -wanneer de rente looptijden een gemiddelde rente niveau van maximaal 4 % met te kunnen realiseren. voor nieuwetoch leningen weer op een hoger terecht komtbehulp blijven van leningen met kortere looptijden Mandaat (voor nieuw aan te trekken financieringsmiddelen) Als gevolg van de renterisiconorm (zie hieronder) is een gemiddelde looptijd van de korter dan ongeveer vijf jaar toch een gemiddelde rente van maximaal 4% te kunnen blijven realiseren. Met het vaststellen van deze MJPB 2015 – 2018 inclusief de paragraaf financiering mandateert gemeenteraad Als college gevolg vanvoor de renterisiconorm (zierente) hieronder) isde een gemiddelde van korter ongeveer vijfdan jaarin een jaar (met een bijbehorende nog lagere gemeente nietlooptijd De gemeente zou het om de financieringsbehoefte per voor onderscheiden categorie intoegestaan. 2015 leningen aandan te gaan tot de (met een bijbehorende nog lagere rente) voor gemeente niet toegestaan. De gemeente zou dan in een jaar volgende maximumtotalen: meer leningen moeten herfinancieren dan de is toegestaan. meer leningen moeten herfinancieren dan is toegestaan. Mandaat (voornieuw nieuw aan trekkenfinancieringsmiddelen) financieringsmiddelen) Mandaat (voor aan tetetrekken Maximaal toegestane leningen 2015 Maximaal Met hetvaststellen vaststellenvan vandeze deze MJPB2015 2015 – 2018 inclusief de paragraaf financiering mandateert de gemeenteraad Met het MJPB – 2018 inclusief de paragraaf financiering mandateert de gemeenteraad Bedragen xcategorie € 1.000,-- categorie het college financieringsbehoefte per onderscheiden in 2015inleningen aan te gaan het collegeom omvoor voordede financieringsbehoefte per onderscheiden 2015 leningen aantot tede gaan tot de volgende maximumtotalen: volgende maximumtotalen: Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte 250.000 Financiering sociale woningbouw Maximaal toegestane leningen Financiering aan gemeente gelieerde2015 instellingen 100.000 Maximaal 50.000 Bedragen x € 1.000,-- Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte 250.000 Ondanks de in prominentie afnemende positie van de gemeente op het gebied van verstrekken van nieuwe Financiering woningbouw 100.000 leningen aansociale corporaties of derden blijft het oude mandaat voor de categorieën financiering corporaties woningbouw en financiering aan gemeente gelieerde instellingen van kracht 50.000 om met het oog op de huidige, nog Financiering aan gemeente gelieerde instellingen steeds nijpende economische situatie snel te kunnen inspringen wanneer dat nodig is. Kasgeldlimiet De Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden) geeft concrete richtlijnen voor gemeenten voor het beheersen vanin het renterisico afnemende in verband met de korte financiering. Deop kasgeldlimiet is van een wettelijk Ondanks de in prominentie afnemende positie vangemeente de gemeente het gebied verstrekken van nieuwe Ondanks de prominentie positie vantermijn de op het gebied van verstrekken van nieuwe maximum (plafond) voor hetofvolume geldleningen in demandaat vorm vanvoor zogenaamde enfinanciering kasgeldtransacties. leningen aan derden blijftblijft het oude de categorieën corporaties leningen aancorporaties corporaties of derden het oude mandaat voor decallcategorieën financiering corporaties De bovengrensen is financiering bij ministeriële regeling voor het jaar 2015 vastgesteldvan op kracht 8,5 % van woningbouw aan gemeente gelieerde instellingen omhet metlastentotaal het met oog opvan dede huidige, woningbouw en financiering aan gemeente gelieerde om op denog huidige, gemeentelijke begroting. De begroting van de gemeente Arnheminstellingen voor het jaar van 2015kracht heeft een omvanghet vanoog € 707 steeds nijpende economische situatie snel te kunnen inspringen wanneer dat nodig is. miljoen en daarmee komteconomische de kasgeldlimiet uit op €snel 60,1 te miljoen. Teninspringen opzichte vanwanneer het jaar 2014 de is. nog steeds nijpende situatie kunnen datstijgt nodig Kasgeldlimiet onderwerp Stand 01.01.2015 Ontwerp-Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018 Opname pagina Leningen portefeuille Stand 01.01.2015 157 Leningen portefeuille Kasgeldlimiet De Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden) geeft concrete richtlijnen voor gemeenten voor het 161 voor het De Wet FIDO Financiering Decentrale Overheden) concrete voor gemeenten beheersen van(Wet het renterisico in verband met de korte termijngeeft financiering. Derichtlijnen kasgeldlimiet is een wettelijk beheersen van het renterisico in verband met de korte termijn financiering. De kasgeldlimiet is een wettelijk maximum (plafond) voor het volume geldleningen in de vorm van zogenaamde call- en kasgeldtransacties. De bovengrens is bij ministeriële regelinggeldleningen voor het jaar 2015 8,5 % van het lastentotaal van de maximum (plafond) voor het volume in devastgesteld vorm van op zogenaamde callen kasgeldtransacties. gemeentelijke begroting. De begroting van devoor gemeente Arnhem het jaar 2015 heeft een het omvang van € 702 De bovengrens is bij ministeriële regeling het jaar 2015 voor vastgesteld op 8,5 % van lastentotaal van de miljoen en daarmee komt de kasgeldlimiet uit op € 59,7 miljoen. Ten opzichte van het jaar 2014 stijgt de gemeentelijke begroting. De begroting van de gemeente Arnhem voor het jaar 2015 heeft een omvang van € kasgeldlimiet met € 11,7 miljoen. Dit is een gevolg van de verruiming van het lastentotaal van de begroting van € € 707 miljoen en daarmee komt de kasgeldlimiet uit op € 60,1 miljoen. Ten opzichte van het jaar 2014 stijgt de kasgeldlimiet met € 12,1 miljoen. Dit is een gevolg van de verruiming van het lastentotaal van de begroting van € 565,4 miljoen naar de genoemde € 707 miljoen, wat wordt veroorzaakt door de drie decentralisaties in 129 de zorg (3 D’s). Het Rijk geeft gemeenten veel ruimte om maximaal gebruik te maken van (goedkope) financiering met kasgeld. Hoewel het gemeenten niet is toegestaan de kasgeldlimiet te overschrijden (Wet FIDO, art. 4, lid 1), hoeven deze pas aan de toezichthouder te rapporteren wanneer de kasgeldlimiet drie kwartalen op rij wordt overschreden (art. 4, lid 2). De gemeente Arnhem stuurt erop onder de kasgeldlimiet te blijven en deze niet te overschrijden. De drempelwaarde wordt berekend als 0,75 % over de eerste f 500 miljoen van het lastentotaal van de begroting vermeerderd met 0,2 % over de eventueel meerdere lasten. Voor een begroting met een lastentotaal van f 707 miljoen bedraagt de drempelwaarde dus 0,75% x 500 + 0,2% x 207 = f 4,16 miljoen. onderwerp 7 Ontwerp-Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018 Overige risico’s Gezien de samenstelling van de gemeentelijke leningenportefeuille en de kaderstelling vanuit de wet en het treasurystatuut (alleen leningen in euro’s) is binnen de gemeente Arnhem geen sprake van valutarisico en/of koersrisico. pagina Schatkistbankieren In het najaar van 2013 is voor gemeenten en andere decentrale overheden verplicht schatkistbankieren ingevoerd. Decentrale overheden dienen banktegoeden, die een vooraf bepaalde drempelwaarde7 te boven gaan, af te storten naar een rekening-courant bij het ministerie van Financiën. Voor de gemeente Arnhem bedraagt de drempelwaarde € 4,16 miljoen. Tegen deze drempelwaarde moet het gemiddelde van de banksaldi van de gemeente in een kwartaal worden afgezet. Als uitvloeisel van een kasgeldlening van de Stadsregio voor het hele jaar heeft de gemeente in 2014 regelmatig overtollige middelen gestald in de Schatkist. In 2015 zal erop worden gestuurd dat de drempelwaarde niet zal worden overschreden en dat de gemeente dus geen of heel beperkt financiële middelen hoeft te stallen bij het Rijk. Bij de controle van de jaarrekening zal de accountant de verplichting tot schatkistbankieren meenemen. 158 Renterisiconorm Het renterisico betreft het risico dat de begroting van de gemeente geconfronteerd wordt met een verzwaring van de rentelasten als gevolg van herfinancieringen van bestaande activa of van herziening van rente van bestaande leningen. Het doel van de renterisiconorm is om dit risico te beperken tot een handelbaar niveau. Bij een goed (gelijkmatig) opgebouwde leningenportefeuille blijft het renterisico binnen verantwoorde marges en zullen de renteaanpassingen zich geleidelijk voordoen en binnen de begroting opgevangen kunnen worden. In de Wet FIDO is vastgelegd dat jaarlijks een volume ter grootte van 20 % van het lastentotaal van de gemeentelijke begroting (peildatum 1 januari) mag worden geherfinancierd of een renteherziening mag ondergaan. Omdat de gemeente voor de eigen financiering geen leningen heeft aangetrokken waarvan periodiek de rente wordt herzien, heeft voor Arnhem de renterisiconorm alleen betrekking op herfinanciering van aflopende leningen. In Arnhem ligt de omvang van de totale leningenportefeuille (€ 732 miljoen) ongeveer op het lastentotaal van de begroting (€ 707 miljoen), wat betekent dat jaarlijks ongeveer 20 % van de leningenportefeuille mag worden geherfinancierd. Dat betekent weer dat de gemiddelde looptijd van de aangetrokken leningen niet korter mag zijn dan ongeveer vijf jaar. Voor het jaar 2015 komt de prognose van het renterisico uit op 13,6 %. (vergelijk: JV2013 16,6 %). De daling ten opzichte van voorgaande jaren wordt veroorzaakt door de drie D’s. Als gevolg hiervan is het lastentotaal van de begroting gestegen met € 137 miljoen, waarop vanzelfsprekend in het verleden niet geanticipeerd kon worden door meer leningen af te sluiten die in 2015 moeten worden afgelost.
© Copyright 2024 ExpyDoc