4.5 Financiering - Gemeente Arnhem

155
pagina
Ontwerp-Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
onderwerp
4.5 Financiering
Inleiding
In het treasurystatuut gemeente Arnhem worden de missie en doelstellingen voor het financieringsbeleid
beschreven. In het statuut wordt ingegaan op de kaderstelling van de werkorganisatie (taken, bevoegdheden,
verantwoordelijkheden, mandatering) en op het instrumentarium om de doelstellingen te realiseren.
In deze paragraaf komen de onderstaande onderwerpen aan de orde:
• Risicomanagement financiering;
• Financieringsvolume (incl. delegatie / mandatering);
• Kasgeldlimiet;
• Renterisiconorm;
• Overige risico’s.
Risicomanagement financiering
Voor wat betreft de financiering wordt onderscheid gemaakt tussen:
a. Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte;
b. Financiering van de sociale woningbouw;
c. Financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen.
a. Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte
Bij de eigen gemeentelijke financieringsbehoefte gaat het om de financiering van de investeringen van de
gemeente Arnhem, de exploitatie van lasten en baten en de Stadsbank. Bij de investeringen moet naast de
reguliere financieringen van de gemeentelijke taken worden gedacht aan grote stedelijke projecten, zoals
Arnhem Centraal, stadsvernieuwing in de binnenstad, grondexploitatie en onderhoud in de infrastructurele
sfeer. Als ‘inkoop’ van geld (de funding) wordt gebruik gemaakt van de volgende financieringsmiddelen (stand
per 31 december 2015):
• de kapitaalmarkt voor langlopende financieringsmiddelen: f 731,7 miljoen. Het betreft hier dus de leningenportefeuille opgenomen gelden (O/G);
• de geldmarkt voor kortlopende financiering (< 1 jaar); het benutten van de zogenaamde kasgeldlimiet tot
het toegestane maximum van f 60,1 miljoen;
• de binnen Arnhem beschikbare reserves en voorzieningen met een volume van f 137,0 miljoen.
De leningenportefeuille uitgezette gelden (U/G), heeft per 31 december 2015 een volume van f 46,6 miljoen.
Het betreft hier leningen aan instellingen en aan woningcorporaties.
Arnhem en de recessie
De kredietcrisis en de daarop volgende economische recessie hebben ertoe geleid dat de gemeente na een
aanvankelijke stijging is geconfronteerd met een gestaag dalende rente. In de sfeer van de financiering heeft
de recessie daarmee voor de gemeente voordelen opgeleverd.
De recessie in de reële economie heeft in eerste instantie relatief kort geduurd. Na eerste tekenen van
herstel en groei van veel economieën en van de wereldhandel is echter alsnog de gevreesde “dubbele dip”
opgetreden, welke nog steeds aanhoudt. Al zien we ook nu tekenen dat de economie zich langzaam herstelt.
Een doorzettend herstel van de economie zal op een zeker moment moeten leiden tot een stijging van de rente.
Dat is een zekerheid met de kanttekening dat niet te voorspellen is op welk moment de rentestijging zal gaan
optreden.
Tot dat moment kan de gemeente voordeel blijven putten uit de historisch lage rente voor leningen. Nooit
heeft de gemeente goedkopere leningen kunnen afsluiten dan in 2013 en 2014.
b. Financiering van de sociale woningbouw
Voor de financiering van de woningbouw wordt door de corporaties nadrukkelijk gekeken naar het
Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), waarmee de gemeente Arnhem een achtervangovereenkomst
heeft gesloten. Dit landelijke fonds fungeert als waarborg ten aanzien van risico’s van wanbetaling en vervult
daarmee de garantstellende rol die gemeenten van oudsher hadden. Het bestaan van het WSW samen met
ontwikkelingen op het gebied van schaalvergroting en regionalisering van de woningcorporaties verklaart
waarom de rol van de gemeente op het terrein van de financiering van woningbouw de afgelopen jaren kleiner
is geworden.
De omvang van de verstrekte leningen aan woningcorporaties bedraagt per 1 januari 2015 f 14,1 miljoen en
volgens de contractueel vastgelegde aflossingsschema’s per 31 december 2015 f 13,9 miljoen.
Reserve woningbouw
Voor de aan deze financiering verbonden risico’s wordt een reserve aangehouden, de BR Volkshuisvesting.
De geprognosticeerde stand per 1 januari 2015 bedraagt f 1,9 miljoen.
Financieringsbehoefte per 31-12-2015:
Onderstaand schema geeft inzicht in de benodigde geldmiddelen en de manier waarop een en ander kan
worden gefinancierd (funding).
Benodigd voor
Bedrag
Financiering middels
Bedrag
Bedragen x € 1.000
Activiteiten gemeente Arnhem
Uitgezette gelden aan gelieerde instellingen en woningcorporaties
(leningen u/g)
882.139
46.591
Reserves en voorzieningen
136.984
Opgenomen gelden in de kapitaalmarkt (leningen o/g)
731.685
Rekening courant B.N.G. en kasgeldleningen
Totaal Resultaat
928.730
Totaal Resultaat
60.061
928.730
Het totaalvolume van de benodigde financieringen bedraagt t 928,7 miljoen (kort- en langlopend). Vanuit de
volumes van de reserves en voorzieningen en vanuit de bestaande leningenportefeuilles voor respectievelijk
de vaste financiering en de woningbouw is een bedrag van t 868,7 miljoen beschikbaar. Tevens is vanuit de
vlottende financiering (het kasgeld) een bedrag van maximaal t 60,1 miljoen als dekking in te zetten. Dit
betreft kortlopende leningen en het arrangement met de Bank Nederlandse Gemeenten. Totaal aan funding is
de gevraagde t 928,7 miljoen dus beschikbaar .
De financieringsfunctie is hiermee in staat om voldoende middelen beschikbaar te stellen voor dekking van de
reeds gepleegde investeringen, de kosten in de grondexploitatie en voor de in 2015 begrote investeringen.
Leningenportefeuille 2015
Onderstaand schema geeft inzicht in de samenstelling van de volumes in het jaar 2015 van de huidige
leningenportefeuille van de financieringsfunctie. Het betreft leningen opgenomen gelden (O/G) en leningen
uitgezette gelden (U/G).
onderwerp
Korte termijn financiering (vlottende financiering)
Bij de kortlopende financiering gaat het om de financiering van de lopende activiteiten en werkzaamheden van
de gemeente. Hiervoor wordt geld geleend of (in geval van een tijdelijk overschot) uitgezet voor een periode
van maximaal een jaar. Als een extra zekerheid, bijvoorbeeld voor het opvangen van onverwachte fluctuaties in
de behoefte aan kasgeld, is een arrangement afgesloten met de Bank Nederlandse Gemeenten waarbij tot een
maximaal volume ter hoogte van de kasgeldlimiet uit de wet FIDO tegen een lage rente kasgeld kan worden
geleend. Het staat de gemeente vrij om los van dit arrangement zelf kortlopende middelen aan te trekken.
In voorkomende situaties zal een deel van de opgenomen kas-/callgelden (O/G) worden omgezet in
langlopende financiering, de zogenoemde consolidatie. Een en ander past binnen de regels, zoals vastgelegd
in het treasurystatuut.
Ontwerp-Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Lange termijn financiering (vaste financiering)
Zoals reeds toegelicht gaat het hier om de benodigde geldmiddelen voor de eigen gemeentelijke investeringen
en projecten; de financiering van sociale woningbouw en de verstrekking van geldleningen aan instellingen,
gelieerd aan het beleid van de gemeente Arnhem.
pagina
Financieringsvolume (delegatie/mandaat)
Bij het vaststellen van de MJPB neemt de gemeenteraad een besluit over de omvang van de gemeentelijke
activiteiten en daarmee over het financieringsvolume. Afgezien van de eigen middelen in reserves en
voorzieningen wordt in de financieringsbehoefte voorzien door middel van leningen voor de lange termijn
(vaste financiering) en voor de korte termijn (vlottende financiering).
156
c. Financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen
Bij de financiering van aan de gemeente gelieerde instellingen gaat het om activiteiten die nauw grenzen aan
het beleid van de gemeente Arnhem. Het gaat hier vooral om instellingen in de sectoren zorg, sport en cultuur.
Ook bij deze financiering wordt de laatste jaren een terughoudend beleid gevoerd.
Bij de directe (eigen) financiering van de activiteiten van de instellingen heeft de gemeente Arnhem een
gericht toezicht op het reilen en zeilen van de betreffende instellingen. Door aan de te verstrekken leningen
waarborgen te verbinden kan bij calamiteiten direct worden gereageerd (voorbeeld: executie bij recht van
eerste hypotheek).
Tevens bestaan er bij de sectoren zorg en sport waarborgfondsen. Met borgstelling door deze waarborgfondsen kunnen instellingen bij banken een lagere rente bedingen en hoeft de gemeente zelf geen lening te
verstrekken. Het waarborgfonds voor de sport (SWS) garandeert maximaal de helft van de lening en eist een
garantie voor het resterende deel van de lening van de gemeente.
Het is zeker niet ondenkbaar dat een instelling als gevolg van de aanhoudende recessie (eerder) in
moeilijkheden komt en daardoor bij de gemeente aan moet kloppen voor ondersteuning. Dat risico wordt
substantieel verkleind door de garanties van de waarborgfondsen.
Stand
31.12.2015
Aflossing
Opname
Aflossing
Leningen O/G
Nog aan te trekken financiering in 2014
Leningent.b.v.
portefeuille
Leningen
woningcorporaties
Nog aan
te trekken
Totaal
leningen
O/G financiering in 2014
617.026
127.519
Bedragen x € 1.000,--
-97.640
646.905
81.870
81.870
3.038617.026
701.934 79.057
Leningen t.b.v. woningcorporaties
Totaal leningen
O/G
Leningen
U/G
Stand
31.12.2015
Bedragen x € 1.000,--
Leningen O/G
Leningen portefeuille
127.519
127.519
-128
-97.640
-97.768
3.038
699.121
127.519
2.910
646.905
731.685
79.057
-128
2.910
-97.768
728.872
Vaste leningen uitstaand
34.577
-1.926
32.651
Woningcorporaties
Leningen U/G
14.069
-129
13.940
Totaal
Vaste leningen
leningen U/G
uitstaand
48.646 34.577
Woningcorporaties
0
-2.055
-1.926
14.069
46.591
-129
32.651
13.940
Rentevisie
InTotaal
de afgelopen
leningen teruggebracht
van
leningen jaren
U/G heeft de gemeente de gemiddelde looptijd van de aangetrokken
48.646
0
-2.055
46.591
Rentevisie
10 jaren naar 6 jaar door middel van het afsluiten van leningen met kortere looptijden. Als gevolg daarvan is de
over
leningenportefeuille
de gemiddeld
te betalen
rente gedaald looptijd
naar ruimvan
onder
4%. Deze 4% isleningen
het
In
dedeafgelopen
jaren heeft
de gemeente
de gemiddelde
dedeaangetrokken
teruggebracht
niveau
dat
we over
een
lange
periode
willenvan
aanhouden
als bovengrens.
van
10
jaren
naar
6
jaar
door
middel
het
afsluiten
van
leningen
met
kortere
looptijden.
Als
gevolg
daarvan is
Rentevisie
In
2012, 2013 en 2014 hebben de rentepercentages op de kapitaalmarkt zich bewogen op een historisch laag
de
over
de
leningenportefeuille
de
gemiddeld
te
betalen
rente
gedaald
naar
ruim
onder
de
4
%.
Deze
4 % is het
In
de
afgelopen
jaren
heeft
de
gemeente
de
gemiddelde
looptijd
van
de
aangetrokken
leningen
teruggebracht
van
niveau. Dit is aanleiding geweest om voor nieuwe leningen weer te kiezen voor langere looptijden met nog steeds
niveau
dat
een
lange
periode
willen aanhouden
als
bovengrens.
een
rente
forswe
onder
4%.middel
Hiermee
is een
rentemarge
gecreëerd
om
in kortere
toekomstige
jaren -wanneer
de rente
10 jaren
naar
6 over
jaarde
door
van
het afsluiten
van
leningen
met
looptijden.
Als gevolg
daarvan is de
voor
nieuwe
leningen
weer op
een
hoger
niveau
behulp
van leningen
metde
kortere
looptijden
over
de leningenportefeuille
de gemiddeld
te terecht
betalenkomtrentemet
gedaald
naar
ruim onder
4%. Deze
is het
In
2012,
2013
en 2014
hebben
de rentepercentages
op
de
kapitaalmarkt
zich
bewogen
op4%
een
historisch laag
toch
eendat
gemiddelde
rentelange
van maximaal
4% te kunnen
blijven
niveau
we
over een
periode
willen
alsrealiseren.
bovengrens.
niveau.
Dit
is aanleiding
geweest
om
vooraanhouden
nieuwe
leningen
weer te kiezen voor langere looptijden met nog
Als
gevolg2013
van de
(zierentepercentages
hieronder) is een gemiddelde
looptijd vanzich
korter
dan ongeveer
jaar
In 2012,
enrenterisiconorm
2014 hebben de
op de kapitaalmarkt
bewogen
op eenvijfhistorisch
laag
steeds
rente
forsnog
onder
derente)
4 %.voor
Hiermee
is een
rentemarge
gecreëerd
omzou
in toekomstige
jaren
-wanneer
(met
eeneen
bijbehorende
lagere
gemeente
niet
toegestaan.
De gemeente
dan
in een jaar
niveau.
Dit
is aanleiding
geweest
om voor de
nieuwe
leningen
weer te kiezen
voor langere
looptijden
met nog steeds
meer
leningen
moeten
herfinancieren
dan
is
toegestaan.
de
rente
voor
nieuwe
leningen
weer
op
een
hoger
niveau
terecht
komtmet
behulp
van
leningen
met kortere
een rente fors onder de 4%. Hiermee is een rentemarge gecreëerd om in toekomstige jaren -wanneer de rente
looptijden
een gemiddelde
rente niveau
van maximaal
4 % met
te kunnen
realiseren.
voor nieuwetoch
leningen
weer op een hoger
terecht komtbehulp blijven
van leningen
met kortere looptijden
Mandaat (voor nieuw aan te trekken financieringsmiddelen)
Als
gevolg
van
de
renterisiconorm
(zie
hieronder)
is
een
gemiddelde
looptijd
van de
korter
dan ongeveer vijf jaar
toch
een
gemiddelde
rente
van
maximaal
4%
te
kunnen
blijven
realiseren.
Met het vaststellen van deze MJPB 2015 – 2018 inclusief de paragraaf financiering mandateert
gemeenteraad
Als college
gevolg
vanvoor
de renterisiconorm
(zierente)
hieronder)
isde
een
gemiddelde
van korter
ongeveer
vijfdan
jaarin een jaar
(met
een bijbehorende
nog lagere
gemeente
nietlooptijd
De
gemeente
zou
het
om
de financieringsbehoefte
per voor
onderscheiden
categorie
intoegestaan.
2015 leningen
aandan
te gaan
tot de
(met een
bijbehorende
nog
lagere rente) voor
gemeente niet toegestaan. De gemeente zou dan in een jaar
volgende
maximumtotalen:
meer
leningen
moeten
herfinancieren
dan de
is toegestaan.
meer leningen moeten herfinancieren dan is toegestaan.
Mandaat
(voornieuw
nieuw
aan
trekkenfinancieringsmiddelen)
financieringsmiddelen)
Mandaat
(voor
aan
tetetrekken
Maximaal toegestane
leningen
2015
Maximaal
Met
hetvaststellen
vaststellenvan
vandeze
deze
MJPB2015
2015
– 2018
inclusief
de paragraaf
financiering
mandateert
de gemeenteraad
Met het
MJPB
– 2018
inclusief
de paragraaf
financiering
mandateert
de gemeenteraad
Bedragen xcategorie
€ 1.000,-- categorie
het college
financieringsbehoefte
per onderscheiden
in 2015inleningen
aan te gaan
het
collegeom
omvoor
voordede
financieringsbehoefte
per onderscheiden
2015 leningen
aantot
tede
gaan tot de
volgende
maximumtotalen:
volgende
maximumtotalen:
Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte
250.000
Financiering sociale woningbouw
Maximaal toegestane
leningen
Financiering
aan gemeente
gelieerde2015
instellingen
100.000
Maximaal
50.000
Bedragen x € 1.000,--
Eigen gemeentelijke financieringsbehoefte
250.000
Ondanks de in prominentie afnemende positie van de gemeente op het gebied van verstrekken van nieuwe
Financiering
woningbouw
100.000
leningen
aansociale
corporaties
of derden blijft het oude mandaat voor de categorieën
financiering corporaties
woningbouw
en financiering
aan gemeente
gelieerde instellingen van kracht 50.000
om met het oog op de huidige, nog
Financiering aan
gemeente gelieerde
instellingen
steeds nijpende economische situatie snel te kunnen inspringen wanneer dat nodig is.
Kasgeldlimiet
De Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden) geeft concrete richtlijnen voor gemeenten voor het
beheersen
vanin
het
renterisico afnemende
in verband
met
de
korte
financiering.
Deop
kasgeldlimiet
is van
een wettelijk
Ondanks
de
in
prominentie
afnemende
positie
vangemeente
de
gemeente
het gebied
verstrekken
van nieuwe
Ondanks de
prominentie
positie
vantermijn
de
op het
gebied
van verstrekken
van nieuwe
maximum
(plafond)
voor hetofvolume
geldleningen
in demandaat
vorm vanvoor
zogenaamde
enfinanciering
kasgeldtransacties.
leningen aan
derden
blijftblijft
het oude
de
categorieën
corporaties
leningen
aancorporaties
corporaties
of
derden
het
oude
mandaat
voor
decallcategorieën
financiering
corporaties
De
bovengrensen
is financiering
bij ministeriële
regeling
voor het
jaar 2015
vastgesteldvan
op kracht
8,5 % van
woningbouw
aan
gemeente
gelieerde
instellingen
omhet
metlastentotaal
het met
oog opvan
dede
huidige,
woningbouw
en financiering
aan
gemeente
gelieerde
om
op denog
huidige,
gemeentelijke begroting.
De begroting
van
de gemeente
Arnheminstellingen
voor het jaar van
2015kracht
heeft een
omvanghet
vanoog
€ 707
steeds nijpende economische situatie snel te kunnen inspringen wanneer dat nodig is.
miljoen
en daarmee
komteconomische
de kasgeldlimiet
uit op €snel
60,1 te
miljoen.
Teninspringen
opzichte vanwanneer
het jaar 2014
de is.
nog
steeds
nijpende
situatie
kunnen
datstijgt
nodig
Kasgeldlimiet
onderwerp
Stand
01.01.2015
Ontwerp-Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Opname
pagina
Leningen portefeuille
Stand
01.01.2015
157
Leningen portefeuille
Kasgeldlimiet
De Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden) geeft concrete richtlijnen voor gemeenten voor het
161 voor het
De
Wet FIDO
Financiering
Decentrale
Overheden)
concrete
voor
gemeenten
beheersen
van(Wet
het renterisico
in verband
met de
korte termijngeeft
financiering.
Derichtlijnen
kasgeldlimiet
is een
wettelijk
beheersen
van
het
renterisico
in
verband
met
de
korte
termijn
financiering.
De
kasgeldlimiet
is
een wettelijk
maximum (plafond) voor het volume geldleningen in de vorm van zogenaamde call- en kasgeldtransacties.
De bovengrens
is bij ministeriële
regelinggeldleningen
voor het jaar 2015
8,5 % van het
lastentotaal
van de
maximum
(plafond)
voor het volume
in devastgesteld
vorm van op
zogenaamde
callen kasgeldtransacties.
gemeentelijke
begroting.
De begroting
van devoor
gemeente
Arnhem
het jaar 2015
heeft
een het
omvang
van € 702
De
bovengrens
is bij ministeriële
regeling
het jaar
2015 voor
vastgesteld
op 8,5
% van
lastentotaal
van de
miljoen en daarmee komt de kasgeldlimiet uit op € 59,7 miljoen. Ten opzichte van het jaar 2014 stijgt de
gemeentelijke begroting. De begroting van de gemeente Arnhem voor het jaar 2015 heeft een omvang van €
kasgeldlimiet met € 11,7 miljoen. Dit is een gevolg van de verruiming van het lastentotaal van de begroting van €
€ 707 miljoen en daarmee komt de kasgeldlimiet uit op € 60,1 miljoen. Ten opzichte van het jaar 2014 stijgt de
kasgeldlimiet met € 12,1 miljoen. Dit is een gevolg van de verruiming van het lastentotaal van de begroting van
€ 565,4 miljoen naar de genoemde € 707 miljoen, wat wordt veroorzaakt door de drie decentralisaties in
129
de zorg (3 D’s).
Het Rijk geeft gemeenten veel ruimte om maximaal gebruik te maken van (goedkope) financiering met
kasgeld. Hoewel het gemeenten niet is toegestaan de kasgeldlimiet te overschrijden (Wet FIDO, art. 4, lid 1),
hoeven deze pas aan de toezichthouder te rapporteren wanneer de kasgeldlimiet drie kwartalen op rij wordt
overschreden (art. 4, lid 2).
De gemeente Arnhem stuurt erop onder de kasgeldlimiet te blijven en deze niet te overschrijden.
De drempelwaarde wordt berekend als 0,75 % over de eerste f 500 miljoen van het lastentotaal van de begroting vermeerderd met 0,2 % over de
eventueel meerdere lasten. Voor een begroting met een lastentotaal van f 707 miljoen bedraagt de drempelwaarde dus 0,75% x 500 + 0,2% x 207 =
f 4,16 miljoen.
onderwerp
7
Ontwerp-Meerjarenprogrammabegroting 2015-2018
Overige risico’s
Gezien de samenstelling van de gemeentelijke leningenportefeuille en de kaderstelling vanuit de wet en het
treasurystatuut (alleen leningen in euro’s) is binnen de gemeente Arnhem geen sprake van valutarisico en/of
koersrisico.
pagina
Schatkistbankieren
In het najaar van 2013 is voor gemeenten en andere decentrale overheden verplicht schatkistbankieren
ingevoerd. Decentrale overheden dienen banktegoeden, die een vooraf bepaalde drempelwaarde7 te boven
gaan, af te storten naar een rekening-courant bij het ministerie van Financiën. Voor de gemeente Arnhem
bedraagt de drempelwaarde € 4,16 miljoen. Tegen deze drempelwaarde moet het gemiddelde van de
banksaldi van de gemeente in een kwartaal worden afgezet. Als uitvloeisel van een kasgeldlening van de
Stadsregio voor het hele jaar heeft de gemeente in 2014 regelmatig overtollige middelen gestald in de
Schatkist. In 2015 zal erop worden gestuurd dat de drempelwaarde niet zal worden overschreden en dat
de gemeente dus geen of heel beperkt financiële middelen hoeft te stallen bij het Rijk.
Bij de controle van de jaarrekening zal de accountant de verplichting tot schatkistbankieren meenemen.
158
Renterisiconorm
Het renterisico betreft het risico dat de begroting van de gemeente geconfronteerd wordt met een verzwaring
van de rentelasten als gevolg van herfinancieringen van bestaande activa of van herziening van rente van
bestaande leningen.
Het doel van de renterisiconorm is om dit risico te beperken tot een handelbaar niveau. Bij een goed
(gelijkmatig) opgebouwde leningenportefeuille blijft het renterisico binnen verantwoorde marges en zullen
de renteaanpassingen zich geleidelijk voordoen en binnen de begroting opgevangen kunnen worden.
In de Wet FIDO is vastgelegd dat jaarlijks een volume ter grootte van 20 % van het lastentotaal van de
gemeentelijke begroting (peildatum 1 januari) mag worden geherfinancierd of een renteherziening mag
ondergaan. Omdat de gemeente voor de eigen financiering geen leningen heeft aangetrokken waarvan
periodiek de rente wordt herzien, heeft voor Arnhem de renterisiconorm alleen betrekking op herfinanciering
van aflopende leningen. In Arnhem ligt de omvang van de totale leningenportefeuille (€ 732 miljoen)
ongeveer op het lastentotaal van de begroting (€ 707 miljoen), wat betekent dat jaarlijks ongeveer 20 % van
de leningenportefeuille mag worden geherfinancierd. Dat betekent weer dat de gemiddelde looptijd van de
aangetrokken leningen niet korter mag zijn dan ongeveer vijf jaar.
Voor het jaar 2015 komt de prognose van het renterisico uit op 13,6 %. (vergelijk: JV2013 16,6 %). De daling
ten opzichte van voorgaande jaren wordt veroorzaakt door de drie D’s. Als gevolg hiervan is het lastentotaal
van de begroting gestegen met € 137 miljoen, waarop vanzelfsprekend in het verleden niet geanticipeerd kon
worden door meer leningen af te sluiten die in 2015 moeten worden afgelost.