De Wav-verplichtingen van de werkgever Menig ondernemer is niet op de hoogte van zijn verplichtingen op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Als gevolg hiervan komt het regelmatig voor dat ondernemers geheel onverwachts worden geconfronteerd met flinke boetes die hen worden opgelegd door de Inspectie SZW (voorheen: Arbeidsinspectie) wegens schending van de Wav. Wanneer personen van buiten de EER (Europese Economische Ruimte) als werknemer werkzaamheden verrichten bij een ondernemer in Nederland, geldt op grond van de Wav dat voor deze ‘vreemdelingen’ een tewerkstellingsvergunning vereist is. Aan de werkgever de taak om deze vergunningen aan te vragen bij het UWV (voor korter dan drie maanden) of de IND (voor langer dan drie maanden). Wanneer de Inspectie SZW controle uitvoert en tot de conclusie komt dat een ondernemer vreemdelingen in dienst heeft zonder tewerkstellingsvergunning, zullen zij aan de ondernemer een bestuurlijke boete opleggen die flink kan oplopen (tot € 12.000 per vreemdeling). De grootste schrik van ondernemers volgt echter wanneer zij een boete krijgen opgelegd voor schending van de Wav, terwijl zij zelf geen vreemdelingen in dienst hebben. Het werkgeversbegrip in de Wav is namelijk dusdanig breed opgezet dat de ondernemer als werkgever in de zin van de Wav wordt aangemerkt ten aanzien van iedere vreemdeling die feitelijk voor hem arbeid verricht in het kader van een ambt, beroep of bedrijf. Dit omvat dus ook vreemdelingen die in dienst zijn van de aannemers van de ondernemer, maar ook de onderaannemers van de aannemers van de ondernemer enzovoorts. Voor iedere vreemdeling die feitelijk ten behoeve van de ondernemer werkzaamheden verricht zonder tewerkstellingsvergunning, zal de ondernemer een boete krijgen opgelegd, ongeacht de feitelijke ‘afstand’ tussen de ondernemer bovenaan in de keten en de vreemdeling. De ondernemer kan uiteraard betogen niet onder het toepassingsbereik van het werkgeversbegrip van de Wav te vallen. Doordat het werkgeversbegrip zo ontzettend breed is opgezet zal de kans van slagen van dit betoog echter nihil zijn. De ondernemer kan daarnaast nog twee andere verweren voeren: dat de vreemdelingen werkzaamheden bij hem hebben verricht als zelfstandige in plaats van als werknemer, aangezien de verplichting een tewerkstellingsvergunning aan te vragen slechts geldt voor werknemers. Ook kan de ondernemer aanvoeren dat hem ten aanzien van de overtreding niets of slechts in verminderde mate te verwijten valt, als gevolg waarvan de boete dient te worden gematigd of zelfs dient te worden ingetrokken. Uit rechtspraak van het Europees Hof van Justitie kan worden afgeleid dat het beroep op zelfstandigheid van de vreemdelingen alleen slaagt indien de ondernemer kan aantonen dat de vreemdeling werkzaamheden verrichtte zonder enige gezagsverhouding, onder eigen verantwoordelijkheid en tegen een beloning die volledig en rechtstreeks aan hem wordt betaald. De Raad van State heeft deze rechtspraak van het Hof van Justitie verder uitgediept en een aantal terugkerende gezichtspunten ontwikkeld die helpen bij het beantwoorden van de vraag of een vreemdeling zijn werkzaamheden heeft verricht als werknemer of als zelfstandige. De rechtspraak laat zien dat de Raad van State een zeer strenge uitleg van de rechtspraak van het Hof van Justitie hanteert en dat, als gevolg hiervan, een beroep op dit verweer in de praktijk alleen kans van slagen heeft als in de feitelijke situatie (en dus niet alleen op papier) aan de eisen van ‘zelfstandigheid’ is voldaan. De ondernemer kan slechts een beroep doen op ontbreken of verminderde mate van verwijtbaarheid indien hij heeft voldaan aan zijn ‘inspanningsverplichting’. In dit opzicht is het van belang dat de werkgever al hetgeen redelijkerwijs mogelijk was heeft gedaan ter voorkoming van de overtreding. Aangenomen wordt dat aan deze verplichting is voldaan in de volgende drie gevallen: 1) De ondernemer heeft ‘verregaande procedures’ gehanteerd om overtreding van de Wav te voorkomen, of 2) De ondernemer beschikt over een VCA-certificaat, is contractueel met haar aannemers (en voor de verdere keten van onderaannemers) overeengekomen dat bij tewerkstelling van personeel aan de voorschriften van de Wav dient te worden voldaan en inspecteert steekproefsgewijs of de Wav ook daadwerkelijk wordt nageleefd, of 3) De ondernemer volgt het stappenplan uit de brochure ‘Wat u moet weten over vreemdelingen en werk’ van de Inspectie SZW. Om te voldoen aan zijn inspanningsverplichting moet een ondernemer dus de nodige maatregelen treffen. Indien u naar aanleiding van dit artikel vragen heeft, kunt u contact opnemen met onze sectie Arbeidsrecht.
© Copyright 2024 ExpyDoc