De Stichting Dysphatische Ontwikkeling organiseert op 7 november 2014 een Symposium ter gelegenheid van de herziene uitgave van het boek Dysfatische Ontwikkeling, X.S.T. Tan (red), 2013: Spraak-taalontwikkelingsstoornissen: dysfatische ontwikkeling, complicaties en behandeling Bij een dysfatische ontwikkeling (specifieke spraak-taalontwikkelingsstoornis) komen vaak complicaties voor zoals motorische problemen en problemen in contact en gedrag (ASS). De restverschijnselen van de spraak-taalproblemen blijven vaak tot in de volwassenheid een rol spelen. Voor goede diagnostiek en behandeling is het van belang om de dysfatische ontwikkeling te zien in het kader van de neurologische ontwikkelingsachtergrond en de hierboven genoemde complicaties en het klinisch beeld bij de verschillende leeftijden te kunnen herkennen. Tijdens het symposium wordt op deze thema’s ingegaan en worden verschillende aspecten van de behandeling belicht zoals de behandeling van woordvindingsproblemen en de taalontwikkeling bij autisme en (jong) volwassenen. De bijeenkomst zal worden afgesloten met de opzet van een studie naar de effectiviteit van de logopedische behandeling volgens de TanSöderbergh methode. Voor het symposium is accreditatie aangevraagd bij de beroepsvereniging voor: • Logopedisten (SBU 10) • Kinder- en Jeugdpsychologen (SBU 10) • Klinisch psychologen (SBU 10) Indien er meer informatie bekend is over goedkeuring en puntentoekenning van accreditaties, wordt dit vermeld op de website http://www.dysphasia.org Wanneer: 7 november 2014 van 9:30–17:00 uur Waar: Lab 111, WG terrein, Arie Biemondstraat 111, 1054 PD Amsterdam Routebeschrijving: http://www.lab111.nl/info/routebeschrijving Kosten: € 185 inclusief boek (boekhandelsprijs € 60), koffie, thee, lunch en afsluitende borrel. Studenten € 150 (er is plaats voor maximaal 25 studenten). Het boek ligt voor u klaar bij binnenkomst. Voor meer informatie over het boek Dysfatische Ontwikkeling bookshop.suyi.nl Inschrijven: U kunt zich hier direct online inschrijven Inschrijving graag voor 15 okt. 2014 http://www.dysphasia.org/inschrijving-symposium/ Doelgroep: Logopedisten Klinisch linguïsten, spraak-taalpathologen GZ, Kinder- en jeugdpsychologen, klinisch psychologen Ergotherapeuten, kinderfysiotherapeuten Jeugdartsen Professionals in het (speciaal) onderwijs Programma 9:30 – 10:00 Onthaal met koffie/thee, ontvangst boek. 10:00 – 10:05 Opening en inleiding door moderator Maria Beesems. 10:00 – 10:30 Taal en brein Charles Njiokiktjien. 10:30 – 11:20 De differentiële diagnostiek van autisme bij dysfatische ontwikkeling. Autisme spectrum stoornissen en ontwikkelingsachterstand bij een verstandelijke beperking Ank Verschoor. 11:20 – 11:30 Vragen 11:30 – 12:00 Koffie- en theepauze 12:00 – 12:40 Verbanden tussen motoriek en taal Charles Njiokiktjien i.s.m. Wally van Grunsven & Annemieke Klijn. 12:40 – 12:50 Vragen 12:50 – 13:50 Lunch 13:50 – 14:30 Inleiding bij de behandeling van woordvindingsproblemen Maria Beesems. 14:30 – 15:10 Praten in het dagelijks leven…. vanzelfsprekend? Behandeling van restverschijnselen van dysfatische ontwikkeling bij (jong)volwassenen Otilia Hermsen-Roost & Marieke Houtman-Odie. 15:10 – 15:20 Vragen 15:20 – 15:50 Koffie- en theepauze 15:50 – 16:30 Verbetering van de vroege taalontwikkeling bij ASS, het belang van praten en de effectiviteit van interventie met de VIPP-Auti Fabienne Naber. 16:30 – 16:40 Vragen 16:40-17:00 Effectiviteit van logopedie volgens de methode Tan-Söderbergh, de opzet van een klinische studie Ank Verschoor. 17:00 – 17.30 Afsluitende borrel Abstracts Taal en brein. Charles Njiokiktjien Spraak-, lees- en schrijftaal worden gegenereerd door neurale netwerken die een ontwikkelingsgang doormaken die gestoord kan verlopen. De noodzaak om neurobiologische aspecten bij de behandeling van stoornissen niet te verwaarlozen wordt besproken. Er is directe en indirecte evidentie voor neurale afwijkingen bij kinderen met dysfatische ontwikkeling (SLI/STS/S-TOS). Dat taalstoornissen geen neurologische achtergrond zouden hebben door zich te zich beroepen op de afwezigheid van hersenbeschadiging of zichtbare ontwikkelingsafwijkingen bij dysfatische ontwikkeling berust op 19e eeuws localisationisme. Eerst zullen kort de belangrijkste bij de spraak-taal betrokken hersenstructuren worden besproken. Daarna zullen de bevindingen van neurowetenschappelijk onderzoek worden gerelateerd aan het metamorfoseconcept in het beschrijven van de dominante rol van de rechterhersenhelft in de eerste jaren en van de ontwikkeling en het mechanisme van de lateralisatie van spraak en taal, waarbij de rol van het corpus callosum wordt benadrukt. De noodzaak om neurobiologische aspecten bij de behandeling van stoornissen te betrekken wordt besproken. De differentiële diagnostiek van autisme bij dysfatische ontwikkeling, Autisme Spectrum Stoornissen en ontwikkelingsachterstand bij een verstandelijke beperking. Ank Verschoor Specifieke spraak-taalontwikkelingsstoornissen (dysfatische ontwikkeling) worden vaak gecompliceerd door bijkomende stoornissen als Autisme Spectrum Stoornissen (ASS), maar kunnen ook secundaire autistiforme kenmerken veroorzaken. Binnen de ASS worden altijd pragmatische stoornissen gezien die te maken hebben met de primaire moeilijkheden in sociale perceptie en begrip, maar deze kunnen lijken op de structurele taalproblemen van de dysfatische ontwikkeling (S-TOS). In milde vorm worden deze stoornissen in de nieuwe DSM-5 geclassificeerd als een op zichzelf staande pragmatische stoornis buiten het autismespectrum. Tenslotte gaat ook een algemene ontwikkelingsachterstand bij kinderen met in aanleg een verstandelijke beperking gepaard met een achterstand in de spraak-taalontwikkeling. Vooral bij jonge, nog weinig sprekende kinderen is de differentiële diagnostiek moeilijk maar belangrijk om het kind goed te kunnen begrijpen en de juiste hulp te kunnen inzetten. Naast een goed inzicht in de specifieke afwijkingen van de spraaktaal bij de verschillende beelden kan met name de nonverbale communicatie een bijdrage leveren aan de differentiatie. In de lezing zullen bovengenoemde aspecten worden behandeld en met filmmateriaal worden toegelicht. Verbanden tussen motoriek en taal. Charles Njiokiktjien (i.s.m. Wally van Grunsven & Annemieke Klijn) Motoriek en taal worden vaak als gescheiden functiedomeinen gezien, hetgeen voor een juiste conceptvorming misleidend is. Spraak- en schrijftaal zijn in directe zin motorische activiteiten die met de handelingen wat hun formele aspecten betreft een gemeenschappelijk correlaat hebben in de linkerhersenhelft, waarbij het gebied van Broca een hoofdrol speelt. Het verband tussen de motoriek en de taal kan uitgesplitst worden in (1) motoriek als directe motorische expressie van taal, te weten: spraak (mondmotoriek), vingerspelling, gebarentaal en schrijven; (2) indirecte verbanden zoals lichaamstaal en gebaren die gepaard gaan met spraaktaal of spraaktaal vervangen; dit is de psychomotorische expressie. (3) allerlei handelingen en motorische activiteiten waarvoor ook woordequivalenten zijn. In de lezing wordt ook de fylogenese van de spraak behandeld, waarbij synesthetische percepties en gebaren een rol spelen. Het verband tussen motoriek en taal is niet beperkt tot theoretische neurofilosofie; toepassingen in de behandeling komen aan de orde. Inleiding bij de behandeling van woordvindingsproblemen. Maria Beesems Kinderen met een dysfatische ontwikkeling (S-TOS) hebben problemen met de fluency van de taal. Een deel van deze fluencyproblemen wordt veroorzaakt door woordvindingsproblemen. Hoewel in de huidige opinie pas vanaf een ontwikkelingsleeftijd van 6 jaar wordt gesproken van woordvindingsproblemen gebiedt de klinische realiteit ons de woordvindingsproblemen op jonge leeftijd niet te veronachtzamen. In de loop van de jaren hebben wij de behandeling van woordvindingsproblemen bij kinderen met een dysfatische ontwikkeling ontwikkeld in het kader van de methode Tan-Söderbergh. Er wordt kort ingegaan op de diagnostiek van woordvindingsproblemen en de behandeling van zoals uitgevoerd in het kader van de ontwikkelde behandelingsmethodiek. Centraal in de behandeling staat visuele ondersteuning. Diagnostiek en behandeling van woordvindingsproblemen. Lieke Cools In deze presentatie wordt allereerst ingegaan op de logopedische diagnostiek van woordvindingsproblemen. Vervolgens worden, aan de hand van een casus, de doelen voor de logopedische behandeling besproken. Het grootste deel van de presentatie wordt, middels beeldmateriaal, besteed aan het bieden van concrete behandelmogelijkheden. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de fonologische en de semantische behandeling van woordvindingsproblemen. De behandeling van kinderen met woordvindingsproblemen vraagt een systeemgerichte aanpak. Het is essentieel om ouders en de school bij de logopedische behandelingen te betrekken. Tijdens de presentatie worden handvatten geboden hoe dit praktisch te realiseren is. Praten in het dagelijks leven… Vanzelfsprekend? Behandeling van restverschijnselen van dysfatische ontwikkeling bij (jong) volwassenen. Otilia Hermsen-Roost, Marieke HoutmanOdie (Jong) volwassenen met restverschijnselen van dysfatische ontwikkeling ondervinden in het dagelijks leven vaak veel moeilijkheden in diverse spreeksituaties; in sommige gevallen belemmert dit ook hun participatie in studie, werk en/of het aangaan en onderhouden van relaties. In deze lezing wordt de behandeling aan deze (jong) volwassenen besproken zoals deze nu is vormgegeven in de praktijken van beide logopedisten. De therapeuten lichten hun ervaringen en de ervaringen van cliënten met deze vorm van therapie toe. Diagnostiek, verslaglegging en indicatie voor behandeling komen tevens aan de orde. Een en ander wordt ondersteund door beeldmateriaal van cliënten en logopedisten. Verbetering van de vroege taalontwikkeling bij ASS, het belang van praten en de effectiviteit van interventie met de VIPP-Auti. Fabienne Naber Kinderen die een diagnose in het autismespectrum krijgen, komen ook heel vaak bij logopedische centra terecht in verband met taal-spraakproblematiek. Veelal is dit zelfs de eerste stap in het hele diagnostische traject. De taalontwikkeling van kinderen met autisme is vaak vertraagd en lijkt anders te verlopen. Uit onderzoek komt naar voren dat bij typische ontwikkeling kinderen taal vaak oppikken gedurende interacties door de dag heen. Hier speelt gezamenlijke aandacht (joint attention) een belangrijke rol. Joint attention, of liever gezegd de afwezigheid hiervan, is echter een van de eerste kenmerken die wordt herkend bij kinderen met ASS. Veel ouders blijken in de loop van de tijd te stoppen met praten tegen hun kind met ASS. Veelal wordt de verklaring gegeven dat de kinderen toch niet geïnteresseerd zijn en dat ouders geen contact kunnen maken; ‘je kunt dan net zo goed tegen een muur praten’. Wanneer er geen sprake is van wederkerigheid in het contact is de motivatie om door te gaan met het maken van contact een moeilijke opgave. Uit ons onderzoek komt naar voren dat de taalontwikkeling van kinderen met ASS van ouders die positief blijven praten tegen hun kind significant beter is dan de taalontwikkeling van kinderen waarvan de ouders dit contact niet handhaven. Gedurende deze lezing wordt het belang van stimulatie van spraak van ouders met een kind met ASS besproken in combinatie met verschillende interventies die momenteel voor jonge kinderen met ASS voor handen zijn. Effectiviteit van logopedie volgens de methode Tan-Söderbergh, de opzet van een klinische studie. Ank Verschoor Het belang van behandeling volgens zogenaamde evidence based methoden neemt steeds meer toe. In de logopedie is de effectiviteit van de verschillende behandelmethoden echter nog maar nauwelijks wetenschappelijk getoetst. De methode Tan-Söderbergh heeft de afgelopen decennia in de kliniek positieve effecten laten zien bij een gevarieerde populatie kinderen met specifieke spraak-taalstoornissen (dysfatische ontwikkeling). Een striktere evaluatie van deze effecten is echter nodig voor de verdere verbetering van de kwaliteit van de behandeling maar ook om overtuigingskracht te kunnen realiseren in de discussie rond verzekerde zorg. De voorgenomen studie is gericht op het vaststellen van behandeleffecten bij kinderen tussen de 4 en 7 jaar met een specifieke spraak-taalontwikkelingsstoornis over een behandelperiode van 10-12 maanden aan de hand van een multiple N=1 design met voor- en nametingen volgens een standaardtestprotocol, uitgevoerd door onafhankelijke deelnemers. Daarbij wordt de spraak-taalontwikkelingslijn met behandeling binnen het kind vergeleken met de ontwikkelingslijn voor behandeling of met de ontwikkelingslijn met behandeling volgens een andere logopedische behandelmethode. In de lezing zal de onderzoeksopzet worden toegelicht en een oproep worden gedaan om deel te nemen met een of een aantal, met behandeling startende kinderen. Sprekers Dr Charles Njiokiktjien, kinderneuroloog en neuropsychiater n.p. Werkzaam bij het behandelteam van de Stichting Dysphatische Ontwikkeling. Contact: [email protected]. Info over publicaties: www.suyi.nl & www.dysphasia.org Ank Verschoor, klinisch psycholoog, Kinder- en jeugdpsycholoog Specialist NIP, Stichting Dysphatische Ontwikkeling en psychologie praktijk Ebbinge en Verschoor. Contact: [email protected] Maria Beesems MSc, logopedist en coördinator Stichting Dysphatische Ontwikkeling. Contact: [email protected] Dr Fabienne Naber, bioloog, universitair docent orthopedagogiek bij Pedagogische Wetenschappen aan de faculteit Sociale wetenschappen, Erasmus Universiteit, Rotterdam. Contact: [email protected] Otilia Hermsen-Roost, logopedist. Werkzaam in de vrije vestiging, (mede) eigenaar van Logopediepraktijk Roost/Hermsen. Contact: [email protected] Marieke Houtman-Odie, logopedist. Werkzaam in de vrije vestiging, eigenaar van Logopediepraktijk Buma/Houtman. Contact: [email protected] Lieke Cools, leerkracht en logopedist. Werkzaam in de vrije vestiging, verbonden aan het Spraak / taalambulatorium en als taalcoördinator op verschillende basisscholen. Contact: www.liekecools.nl Voorwaarden Organisatie Het symposium wordt georganiseerd door de Stichting Dysphatische Ontwikkeling, WG Plein 316, 1054 SG Amsterdam. Geen sponsoring door derden. Datum en plaats Het symposium vindt plaats op vrijdag 7 november 2014 in Lab 111 WG terrein, Arie Biemondstraat 111, 1054 PD Amsterdam, www.lab111.nl Inschrijvingsvoorwaarden Deelname aan dit congres bedraagt € 185,00 inclusief het boek Dysfatische Ontwikkeling, X.S.T. Tan (red.), 2013, lunch, koffie, thee en afsluitende borrel. U kunt zich inschrijven via het online aanmeldingsformulier http://www.dysphasia.org/inschrijving-symposium/. Uw inschrijving en betaling graag voor 15 oktober 2014. Na ontvangst van uw aanmelding en betaling van de deelnamekosten sturen wij u een bevestiging per e-mail. Het boek en de abstracts liggen voor u klaar bij binnenkomst op het symposium. Voor meer informatie over het boek Dysfatische Ontwikkeling, X.S.T. Tan (red.), 2013 www.suyi.nl. Studentenkorting Studenten hebben recht op € 35,00 korting. Er is plaats voor maximaal 25 studenten. Voorwaarde is dat bij de aanmelding een leesbare kopie van de collegekaart wordt gevoegd. Annuleringsregeling Voor annulering gelden de volgende termijnen: 1. Bij annulering tot en met 5 november 2014 bent u 25% van de deelnamekosten verschuldigd. 2. Bij annulering na 5 november 2014 bent u de volledige deelnamekosten verschuldigd. Bij verhindering heeft een deelnemer het recht zich zonder kosten te laten vervangen, mits dit van tevoren schriftelijk aan de organisatie is gemeld. Nadere informatie Stichting Dysphatische Ontwikkeling WG Plein 316 1054 SG Amsterdam. e-mail: mailto:[email protected] Website: www.dysphasia.org
© Copyright 2024 ExpyDoc