maartensmagazine - Internetbladeren

maartensmagazine
zomer 2014
Minder bang
om te vallen
Het gevaar van
een tekenbeet
in beeld Rafik Zohri
Ik kon nauwelijks
meer bewegen
Toen ik acht jaar was, begon ik met taekwondo, de sport die mijn grote passie is
geworden. Ik heb veel getraind en wilde
elke techniek zo perfect mogelijk uitvoeren.
Dat heeft geleid tot succes. Zo werd ik
meerdere keren nationaal kampioen, werd
ik derde tijdens de World Cup in 2006 en
haalde ik brons bij het WK van 2007. Sinds
2011 ben ik ook actief als bondscoach voor
de junioren van de Taekwondo Bond
Nederland.
Tijdens een training liep ik een ernstige
liesblessure op. Het was een verrekking die
maar niet wilde overgaan. En op die plek
komen allerlei spieren samen die ik in het
taekwondo intensief gebruik. Ik kon nauwelijks meer bewegen en was eigenlijk
compleet uitgeschakeld voor wedstrijden.
Ik werd met mijn blessure doorverwezen
naar de Sint Maartenskliniek. Daar werd
direct een onderzoek gedaan met een
MRI-scan en er kon een goede diagnose
worden gesteld. Bij het sportmedisch
centrum van de Maartenskliniek heb ik een
uitgebreid programma van fysiotherapie
en oefeningen doorlopen. Mijn sportarts,
Prashant Komdeur, is ook bondsarts van de
nationale selectie taekwondo. Hij kent de
sport en wist precies wat ik nodig had om
snel en goed te herstellen.
Nu de blessure is hersteld, ben ik druk bezig
met de voorbereidingen op de volgende
uitdaging. Ik wil in 2016 meedoen aan de
Olympische Spelen in Rio de Janeiro.
Dat zal niet makkelijk worden, want er
zijn veel goede concurrenten en slechts
weinig kansen voor kwalificatie. Maar
aan mijn blessure zal het in
elk geval niet meer liggen.
inhoud
8
20
Dubbelinterview scoliose
Bob en Caroline ondergingen allebei een scoliosecorrectie. Daarbij wordt een groot deel van de
wervelkolom vastgezet. Ze interviewen elkaar
over hun ervaringen.
14
Succesvolle valpreventietraining
In 2000 ontwikkelde de Sint Maartenskliniek een
succesvolle valpreventietraining voor ouderen.
Vervolgens werd deze training aangepast op
mensen met osteoporose en/of RA.
8
Tien vragen over de ziekte
van Lyme
26
Wat moet je doen als je een teek hebt en hoe
groot is dan de kans op de ziekte van Lyme?
Internist dr. Fidel Vos beantwoordt tien vragen
over deze vervelende ziekte.
26
Opereren in het buitenland
Sommige van onze orthopeden opereren wel eens
in het buitenland. Hun belangrijkste doel: kennis
overdragen aan de buitenlandse collega’s.
13
14
20
Colofon
Het MaartensMagazine verschijnt vier keer per jaar en wordt verspreid onder patiënten, medewerkers, oudmedewerkers en externe relaties van de Sint Maartenskliniek. In het MaartensMagazine vindt u nieuws en
actuele ontwikkelingen binnen de Sint Maartenskliniek. De Sint Maartenskliniek is een gespecialiseerd
ziekenhuis voor orthopedie, reumatologie en revalidatiegeneeskunde.
Voor reacties, suggesties of het doorgeven van adreswijzigingen kunt u contact opnemen met de afdeling
Communicatie, Postbus 9011, 6500 GM Nijmegen, telefoon: (024) 365 91 76, of mail: [email protected].
Voor het aanvragen van een gratis abonnement op het MaartensMagazine bezoekt u www.maartenskliniek.nl/mm.
column
raad van bestuur
30
De les van 1931
Verder…
7Uit de oude doos
1 1 Beroerte: risico’s en gevolgen
1 2 Dokter! Dokter!
13 Weerstand tegen eten
16 In beeld: Orthopedie Woerden
22 Brief van een patiënt
23 Zeilweekend dwarslaesie
24 Patiëntervaring
28Dagboek
30Unieke looprobot
3 1 Contactinformatie
Redactie Aart-Jan de Looff, Marije van Vooren, Tjerk Romkema, Wouter
van der Meer, Rian Grutters, Martijn Verhulst Fotografie Dennis Vloedmans
(8, 11, 13, 14, 15, 25, 30, 32), Bart van Dieken (cover, 2), Inge Hondebrink (16),
iStock (21) Vorm­geving Wunderbar Visuele Communicatie, Nijmegen Druk Van Eck & Oosterink communicatie­regisseurs, Dodewaard
Bezoek onze website: www.maartenskliniek.nl
Inspecteur van de Volksgezondheid Veeger schreef
in 1931 dat geneeskunde meer aandacht moest
schenken aan het zo snel mogelijk opnieuw inpassen
van zieken in het maatschappelijk leven. Juist het
behandelen van aandoeningen aan het houdingsen bewegingsapparaat was daarbij van belang,
omdat het veel voorkwam. Veeger was ook een van
de pleitbezorgers voor de oprichting van de Sint
Maartenskliniek. Eigenlijk staat zijn visie 83 jaar later
nog steeds centraal in onze kliniek. Onze zorg stelt
mensen weer in staat om te functioneren in hun werk
en hun gezin, hun sport te beoefenen, thuis te kunnen
wonen enzovoorts. Wij denken dat we hierbij een
meerwaarde kunnen bieden. Iedere keer op een
andere manier. Soms met een adviesgesprek, soms
met een operatie, met geneesmiddelen, een loop­
robot, een app, een groepsconsult, een arm om de
schouder, en soms in samenwerking met uw huisarts
of fysiotherapeut.
De nationale beleidsmakers discussiëren volop over
de complexiteit van het huidige declaratiesysteem en
of dat systeem de manier waarop we nu zorg bieden
niet frustreert. Sommigen pleiten alweer voor een
nieuw systeem. Dat is niet mijn oplossing. Ik denk dat
we onze energie moeten steken in onze patiënten en
samen met hen de zorg steeds beter moeten maken.
Niet focussen op systemen, maar op het zoeken naar
de mogelijkheden binnen het huidige systeem. Die
zijn er gewoon! In de lijn van Veeger aandacht voor
het inpassen van alle mensen in het maatschappelijk
leven, in plaats van aandacht voor het invoeren van
weer een nieuw technocratisch declaratiesysteem
dat alle energie opslurpt. Dan kunnen wij als Sint
Maartenskliniek blijven doen waar we goed in zijn:
mensen helpen weer zo optimaal mogelijk te
functioneren.
Mark Van Houdenhoven,
raad van bestuur
6 mm zomer 2014
kort nieuws
Zorgwijzer blijkt belangrijke steun
bij reumatoïde artritis
Uit recent onderzoek van de Sint
Maartenskliniek, in samenwerking
met het Leids Universitair Medisch
Centrum, blijkt dat de Zorgwijzer
reumatoïde artritis (RA) een belangrijke
steun vormt voor RA-patiënten.
Nieuw lid raad
van bestuur Sint
Maartenskliniek
Dr. Gert van Enk is met ingang van 1 juni
2014 benoemd tot lid van de raad van
bestuur van de Sint Maartenskliniek.
Hij vervult daarmee de vacature die was
ontstaan na het vertrek van Berthe de
Jong op 1 januari 2014.
Gert van Enk heeft ruime ervaring binnen
de zorg. Zo was hij actief binnen de
Nederlandse Vereniging van Kinder­
geneeskunde en het Scheidsgerecht
voor de Gezondheidszorg. Ook was hij
bestuurder bij de KNMG en de Landelijke
vereniging van Artsen in Dienstverband,
waar hij ruim vijf jaar voorzitter was.
Daarnaast heeft hij uitgebreide ervaring
als kinderarts-opleider binnen Ziekenhuis Gelderse Vallei, waar hij sinds 1999
in dienst was. “De Sint Maartenskliniek
biedt een hele nieuwe uitdaging: een
centrum voor excellente zorg met medewerkers die ik als zeer betrokken heb
leren kennen. Een uitdagende toekomst
waarin ik als bestuurder - denkend
vanuit de zorg - het beste voor onze
patiënten mogelijk wil blijven maken”,
aldus Van Enk.
De reumapatiëntenverenigingen
Leiden e.o., Katwijk, Duin- en Bollenstreek, en Nijmegen e.o. namen het
initiatief om een hulpmiddel te ontwikkelen voor RA-patiënten. Er werd
vervolgens contact gezocht met het
Leids Universitair Medisch Centrum en
de Sint Maartenskliniek om te helpen
met de uitwerking van dit plan. Het
project werd gefinancierd door het
Reumafonds. Het resultaat van deze
samenwerking was de Zorgwijzer RA,
een speciaal boekje voor de patiënt.
De Zorgwijzer RA werd eind 2013
gepubliceerd, waarna 2000 patiënten
in de regio’s Leiden en Nijmegen de
mogelijkheid kregen om de Zorgwijzer
te gebruiken. Tegelijkertijd startte het
onderzoek naar het gebruik van de
Zorgwijzer. De eerste resultaten van dit
onderzoek laten zien dat het boekje
voor ongeveer zeventig procent van
de gebruikers een belangrijke steun
was om de ziekte beter te begrijpen en
ruim zestig procent gaf aan dat de
Zorgwijzer heeft geholpen om beter
met RA te leven. Bovendien bleek dat
het boekje voor zeventig procent van
de gebruikers een belangrijke hulp was
om het bezoek aan een zorgverlener
optimaal te benutten. Verder lijkt het
er op dat de Zorgwijzer het meest
geschikt is voor mensen die net de
diagnose RA hebben gekregen. Gebruikers geven de Zorgwijzer gemiddeld
het rapportcijfer 8.
De Zorgwijzer RA is verkrijgbaar
voor patiënten en zorgverleners
via het Artritis Zorgnet
(www.artritiszorgnet.nl).
Voor patiëntenverenigingen is
de Zorgwijzer verkrijgbaar via de
Stichting Reumazorg Nederland
(www.reumazorgnederland.nl).
mm zomer 2014 uit de oude doos 7
De kunstarm van Jopie
Nooit helemaal geaccepteerd
Op 8 februari 1945 vlogen geallieerde vliegtuigen over het Gelderse dorp
Vorden, toen de twaalfjarige Jopie Wesselink buiten speelde. Ineens viel er
van alles uit de lucht en was er een groot kabaal. De vliegtuigen hadden
hun splinterbommen afgeworpen, met desastreuze gevolgen: acht mensen
overleden en meerdere mensen raakten gewond, waaronder Jopie. Een
bomscherf doorboorde haar linkerarm. Op een boerenwagen werd ze naar
het ziekenhuis in Lochem gebracht. Daar bleek haar arm niet meer te
redden; deze werd geamputeerd vlak boven de elleboog.
Toen ze als zestienjarige uitgegroeid
was, kreeg ze een kunstarm in de
Sint Maartenskliniek in Nijmegen.
Dr. Bär was haar arts. In samenwer­
king met de POM zorgde hij niet alleen
voor een ‘nieuwe arm’ voor Jopie,
maar ook voor diverse hulpstukken
(zie foto). Die plaatste ze op de
onderarm­prothese. Daarvoor moest
ze wel eerst haar hand eraf draaien.
Bovendien leerde ze in de kliniek om
die hulpstukken te gebruiken. Zo kon
ze toch nog veel (huishoudelijke)
taken uitvoeren, zoals strijken, aard­
appels schillen, typen, haken, breien
en kousen stoppen.
Goed typen
Ze had het ‘geluk’ dat ze nog jong was.
Daardoor kon ze eenvoudiger allerlei
dingen (aan)leren. Ze heeft zelfs haar
autorijbewijs gehaald. Ook heeft ze
tot haar huwelijk gewoon gewerkt;
kantoorwerk op een boekhoudbureau.
Ze kon goed typen, ze gaf zelfs af en
toe typeles. Toen ze trouwde met
Henk werd ze boerin. Ze was gek
met dieren.
Onweer
Jopie had het missen van haar arm
nooit helemaal geaccepteerd. In die
tijd verborg je het als je iets had, ze
droeg dan ook vaak lange mouwen.
Het leven met een kunstarm heeft
haar zeker gevormd. Daarnaast was
ze als de dood voor onweer. Op een
extreme manier. Waarschijnlijk beleef­
de ze dan het bombardement weer
opnieuw. Op 29 november 2013
overleed Jopie Bosch-Wesselink op
81-jarige leeftijd. De kunstarm is een
tastbare herinnering aan haar. •
Met dank aan Anneke Wesselink en
Narda Wesselink, de zussen van Jopie.
Citaat van Jopie aan een
correspondentievrien
d
“Misschien krijg ik binnen
kort ook een kunstarm.
Ik wil het wel graag, ma
ar ik zie er vreselijk tegeno
p.
Ik ben nu helemaal gew
end aan één arm en zou
nie
t
meer weten wat met tw
ee te beginnen. Misschien
valt het nog wel mee, ma
ar dat zal ik af moeten
wachten. Ik zeg er thuis
maar niets van, want dan
zouden pa en ma ook erg
teleurgesteld zijn, die
willen het ook graag.”
8 mm zomer 2014
Interview Ex-scoliosepatiënten interviewen elk
“Hoe groot was
Bij Caroline Rutten en Bob Thomassen
werd een aantal jaar geleden scoliose
ontdekt; een verkromming van de
wervelkolom waardoor één of twee
bochten ontstaan. Beiden ondergingen
een scoliose­correctie, waarbij een groot
deel van de wervel­kolom wordt vastgezet.
Ze werden behandeld door dezelfde
orthopedisch chirurg in de Sint Maartens­
kliniek, prof. dr. Marinus de Kleuver.
Caroline en Bob voelen elkaar aan de
tand over scoliose, hun behandeling en
hun ervaringen. Bob: “Iedereen vraagt
wanneer de schroeven uit mijn rug gaan.”
Carolinea lacht: “Ja, dat vraagt ook
iedereen aan mij!”
Naam: Bob Thomassen | Leeftijd: 22 jaar
Datum van de operatie: 26 september 2011
Bocht voor de correctie: 48 graden
De ouders van Bob merkten op dat zijn rechterschouderblad
uitstak. Na een bezoek aan de huisarts werd hij door­verwezen
naar een fysio­therapeut, vervolgens naar een algemeen
ziekenhuis en uiteindelijk naar de Sint Maartenskliniek.
Een scoliosecorrectie was nood­zakelijk. Bob is judoka en
sport op hoog niveau.
Caroline: “Zag jij op tegen de operatie?”
Bob: “Ik wist van tevoren wel wat er ging gebeuren
tijdens de operatie, ik was goed voorgelicht. Dat
stelde me gerust. Door de ernst van de scoliose wist
ik ook wat er ging gebeuren als ik niet geopereerd
zou worden. Mijn hart zou dan in de verdrukking
kunnen komen. Een operatie was daardoor nood­
zakelijk. Maar ik wist ook, dat als de operatie fout
zou gaan, ik verlamd kon raken vanaf mijn nek. Die
kans was gelukkig heel erg klein. Ik zag erg tegen de
operatie op, maar tegelijkertijd was ik blij dat er een
oplossing was, er was namelijk geen andere behan­
deling meer mogelijk.” Caroline was niet zenuwach­
tig voor haar operatie. “Ik keek er zelfs naar uit,
omdat ik verwachtte daarna niet meer de hele dag
met mijn rug bezig te hoeven zijn”, vertelt ze. “Vlak
voordat ik geopereerd werd en naar de operatie­
kamer werd gereden, was ik dan ook nog aan het
whatsappen en twitteren op mijn mobiele telefoon.”
Bob: “Wat waren jouw verwachtingen na de
operatie?”
Caroline: “Ik hoopte dat ik snel naar school kon
gaan. Het duurde vijf weken voordat ik weer op
school was. De eerste paar weken ging ik één à twee
uur per dag naar school. In het begin was dat heel
vermoeiend. Ook had ik natuurlijk verwachtingen
over het dansen. Ik was niet echt bang dat ik niet
mm zomer 2014 9
aar
jouw bocht?”
meer kon gaan dansen na mijn operatie, maar vroeg
me wel af hoe het zou uitpakken. Uiteindelijk ben ik
in september, acht maanden na de operatie weer
gaan dansen bij een amateur balletschool.”
Caroline: “Was dokter De Kleuver bij jou langs
geweest op de verpleegafdeling?”
Bob: “Ik herinner me dat hij tweemaal is langs
geweest. De tweede keer kwam hij me persoonlijk
vertellen dat ik naar huis mocht. En bij jou?”
Caroline: “Volgens mij kwam hij drie keer langs
om te kijken hoe het ging. Ik kan me ook nog goed
het moment herinneren in het operatiecomplex
vlak voordat ik geopereerd zou worden. Dokter
De Kleuver maakte nog grapjes. Ik vond hem erg
toegankelijk en dat is denk ik ook belangrijk voor
zo’n ingrijpende operatie.”
Bob: “Heb jij nog behandelingen geprobeerd om
de operatie te vermijden of uit te stellen?”
Caroline: “Ja, toen ik wist dat ik scoliose had, volgde
ik cesartherapie. Dat had geen effect. Daarna ben ik
naar de ‘scoliose care clinic’ in Zwolle gegaan voor
therapie. Ik denk dat ik hierdoor de verslechtering
van de scoliose heb kunnen uitstellen, maar het was
wel erg zwaar. Mijn leven lang die oefeningen doen,
had ik niet kunnen opbrengen. Het was eigenlijk
een laatste middel dat we wilden proberen om de
operatie te ontlopen. Maar mijn scoliose was hier­
voor te progressief. Het heeft de operatie wel kun­
nen uitstellen, zodat ik nog een jaar kon blijven
dansen.”
Caroline: “Heb je ooit gedacht dat je op een
bepaald moment niet meer kon judoën?”
Bob: “Ik heb altijd gedacht dat ik kon blijven judoën.
Toen ik scoliose had, kreeg ik soms wel last met
bepaalde bewegingen. Pas na de operatie merkte
ik dat ik geen pijn meer had, die ik voor de operatie
dus wel had. Tijdens de laatste keer judoën voor
mijn operatie stond ik stil bij het feit dat het wel
eens de laatste keer kon zijn dat ik kon sporten.
Mijn judo­vrienden steunden me hierin. We hebben
ook een filmpje opgenomen van de laatste les. Daar
word ik nog altijd emotioneel van. Mijn bocht zat
trouwens aan de bovenkant en eigenlijk vond ik dat
de meest fijne plek, omdat ik de onderkant van mijn
rug nodig heb voor judo.” Caroline lacht en zegt:
“Mijn bochten zaten wat meer in het midden van
Naam: Caroline Rutten | Leeftijd: 16 jaar
Datum van de operatie: 7 januari 2013
Bocht voor de correctie: bovenbocht van
58 graden en onderbocht van 47 graden
Toen Caroline medisch gekeurd werd voor de toelating tot de
voor­opleiding dans van Artez ontdekte de keuringsarts de
scoliose. Ondanks de scoliose kreeg ze groen licht voor de
dansacademie. Ze volgde twee jaar de voor­opleiding dans
toen de scoliose verergerde en een operatie noodzakelijk
was.
>
10 mm zomer 2014
vervolg Interview E
voor
na
voor
mijn rug. Het is voor mij juist fijn dat ik nog wat
flexibiliteit aan de bovenkant van mijn rug heb,
want dat heb ik nodig voor het dansen.”
Bob: “Wat is er sinds de scoliosecorrectie
veranderd?”
Caroline: “Ik ben heel blij met het resultaat. Ik ben
nu ook minder moe, omdat ik voor de correctie veel
spierpijn had vanwege de scoliose. Dat ik veel danste,
dertien uur per week, was goed voor de operatie
omdat ik daardoor een soepele rug had.” Bob onder­
vindt de gevolgen van de correctie vooral tijdens het
judoën. Hij vertelt: “Ik kan mijn bovenrug niet meer
buigen, die is gefixeerd. Mijn onderrug is vrij, dus
die kan ik wel soepel bewegen. Van alle duizenden
technieken die er binnen judo bestaan, zijn er maar
twee die ik niet kan uitvoeren door de scoliose­
correctie. Verder merk ik er weinig van.” •
Hoe gaat het nu
met Caroline? De scoliosecorrectie is Caroline heel erg mee­gevallen en ze
heeft weer groen licht gekregen om te dansen. De eerste lessen heeft ze
achter de rug en ondanks dat ze een aantal oefeningen niet meer kan
uitvoeren, vond ze het heerlijk om weer – weliswaar op amateurniveau –
te dansen. Caroline: “Inmiddels heb ik mijn volgende passie gevonden.
Nadat ik geen professionele dansopleiding meer kon volgen, deed ik
auditie voor de vooropleiding Conservatorium. Ik zit nu in het tweede jaar
van de vooropleiding zang pop/jazz.”
met Bob? Bob bleef na de correctie sporten, hij is nu judodocent. Na de
operatie heeft hij nog enige tijd bij de Zuid-Hollandse wedstrijdselectie
gezeten, hij behaalde zelfs de zwarte band. “Dit was altijd mijn droom.
Ik heb de zwarte band in één keer gehaald en dat is best bijzonder. Zeker
na zo’n ingrijpende ope­ratie”, aldus Bob.
na
Reactie orthopedisch chirurg
Marinus de Kleuver op het
dubbelinterview
“Het is inspirerend om
als behandelend arts te
lezen hoe mensen na
een scoliose-operatie
weer volop in het leven
kunnen staan. Een verkromming van
de rug, de scoliose, moet soms met een
grote operatie worden behandeld,
waar­bij de rug rechter wordt gemaakt en
ook een belangrijk deel van de rug wordt
vastgezet. De operatie bij jongeren heeft
vier doelen: verdere verkromming van de
rug in de toekomst tegengaan, klachten
zoals rugpijn en moeheid in de rug
verminderen, de kans op klachten in de
toekomst verminderen, en het uiterlijk
verbeteren.
Uit dit dubbelinterview blijkt dat ook na
zo’n ingrijpende operatie mensen heel
veel kunnen. Iedereen moet de uitdaging
opzoeken die bij hem of haar past en
moet z’n grenzen verleggen. Natuurlijk is
een zwarte band halen met judo niet
voor iedereen weggelegd, met of zonder
scoliose! Maar eigenlijk mag alles wat je
denkt dat je kunt. Altijd actief blijven en
je rug sterk houden is belangrijk voor nu,
maar ook om in de toekomst een zo
normaal mogelijk leven te hebben.”
mm zomer 2014 open dag Europese Dag van de Beroerte
Beroerte: risico’s en gevolgen
Dinsdag 13 mei 2014 was de Europese Dag van de Beroerte. Meerdere
zorginstellingen in verschillende landen brachten die dag CVA onder
de aandacht. Ook de Sint Maartenskliniek. Ons revalidatiecentrum
organiseerde een ‘open dag’ voor iedereen die meer wilde weten over
het krijgen van, voor­komen van en leven met de gevolgen van een
beroerte. Het was een geslaagde dag.
De ruim driehonderd bezoekers van
de open dag konden zien en ervaren
wat de mogelijkheden zijn als je moet
leren leven met de gevolgen van een
beroerte. Ook konden zij vragen
stellen aan verschillende deskundigen
en was er een informatiemarkt waar
meerdere netwerkorganisaties met een
kraampje aanwezig waren. Het popu­
lairst was de ‘health check’: verpleeg­
kundigen maten bloeddruk, gewicht,
cholesterol en suiker om zo het risico
op het krijgen van een beroerte te
kunnen inschatten.
Droom
Bertjo Renzenbrink, directeur van
het revalidatiecentrum, benadrukte
tijdens zijn openingsspeech dat de
Sint Maartenskliniek nauw samen­
werkt met veel netwerkorganisaties.
Hij sprak de droom uit dat de Euro­
pese Dag van de Beroerte volgend
jaar een gezamenlijke actie is van
ziekenhuizen en zorginstellingen in
de regio. •
11
12 mm zomer 2014
vraag en antwoord
De artsen van de Sint Maartenskliniek krijgen dagelijks vele vragen van
patiënten. Vragen over gezond bewegen, over opbouwen na een operatie,
over toekomstverwachtingen, over leefstijl en over pijnbestrijding.
In Dokter! Dokter! beantwoorden onze specialisten de meestgestelde vragen.
Dokter! Dokter!
Is mijn pacemaker een belemmering bij
een operatie?
Dit hangt ervan af. De orthopedisch chirurg informeert
de cardioloog in het voortraject over de geplande
verrichting en ons standaard perioperatief pacemakerbeleid. Dit houdt in dat bloedvaten zodanig dichtgebrand worden, dat er geen stroom door de pacemaker
gaat (bipolair coaguleren). En er wordt een magneet
op de pacemaker geplaatst om een standaard ritme
te verkrijgen.
De cardioloog bericht de Sint Maartenskliniek over
de pacemakerdetails en als hij/zij toestemming geeft
voor bovenstaand beleid, dan kan de operatie hier
plaatsvinden. Er is geen pacemakertechnicus aanwezig
om instellingen van de pacemaker te wijzigen. Als dit
gewenst is, moet dit in het eigen cardiologisch centrum
gebeuren. Omdat een AICD altijd uitgezet moet
worden tijdens een operatie, kunnen we
deze patiënten­categorie niet opereren.
Thomas Laing
anesthesioloog
Wat kan ik doen aan de artrose in
mijn hand?
Handartrose komt vaak voor bij de duimbasis, de
middelste kootjes en de eindkootjes. Nogal eens zijn
er benige uitsteeksels (osteofyten) aan de vingers
voelbaar. Soms raken deze osteofyten tijdelijk ont­
stoken waardoor ze rood, pijnlijk en meer opgezet
raken. Naast klachten van pijn en stijfheid in de
handen, kan ook de grijp- en knijpkracht verminderen.
Het kost dan moeite om bijvoorbeeld potten open te
draaien of een sleutel om te draaien.
De behandeling kan bestaan uit een combinatie van
medicamenten (paracetamol en soms tijdelijk ont­
stekingsremmers zoals Naproxen), naast gedoseerde
rust met spalken. Vaak is het zinvol om te verwijzen
naar onze handartrosegroep, waar een ergo- en
handtherapeut nuttige adviezen geeft. In een klein
aantal – hardnekkige – gevallen is een
operatie noodzakelijk, meestal aan
de duimbasis.
Maurice Jeurissen
reumatoloog
Ik ben 90 jaar. Kan ik nog een nieuwe
heup krijgen?
De leeftijd op zich zal niet per definitie een reden zijn
om geen nieuwe heup te kunnen plaatsen, hoewel
90 jaar natuurlijk wel een zeer hoge leeftijd is. Het gaat
vooral om hoe uw conditie is en wat de eventuele
risico’s tijdens en na de operatie voor u persoonlijk
zullen zijn.
Een dergelijke operatie op deze leeftijd kan namelijk
een forse belasting zijn voor bijvoorbeeld het hart en
de longen. Uw behandelend orthopedisch chirurg
en de anesthesioloog zullen samen met u en uw
familie deze risico’s moeten inschatten en
zo tot het besluit komen of een
operatie haalbaar is.
Jesse Berger
orthopedisch chirurg
Heeft u een medische vraag aan de dokter? Mail deze naar [email protected]
en wie weet staat uw vraag er volgende keer tussen.
mm zomer 2014 Behandeling 13
Eetteam: kinderen met chronische eetproblemen
Weerstand tegen eten
Voeding is een basisbehoefte voor iedereen. Vooral bij jonge kinderen speelt
voeding een cruciale rol in de ontwikkeling en groei. Wanneer er chronische
problemen ontstaan in het eetpatroon, kan dit ernstige klachten en zorgen
opleveren. Het eetteam van de Sint Maartenskliniek is een team gespecia­
liseerd in het diagnosticeren en behandelen van zulke kinderen.
Er zijn veel verschillende disciplines
betrokken bij het eetteam: een kinder­
arts, orthopedagoog/GZ-psycholoog,
gedragstherapeut/trainer, logopedist
en diëtist. Zij zijn allemaal gespeciali­
seerd in kinderen met eetproblemen.
Daarnaast wordt gedurende het
behandeltraject besloten of er nog
andere deskundigen nodig zijn voor
een succesvolle behandeling, zoals
een fysiotherapeut of maatschappelijk
werkende.
Tekort aan voedingsstoffen
Het kan gebeuren dat een kind voedsel
weigert, eigenlijk hoort dat ook bij een
normale ontwikkeling. Wanneer dit
chronisch wordt, kan het kind echter
een structureel tekort aan voedings­
stoffen ontwikkelen met alle klachten
en zorgen van dien. Kinderen tussen
één en acht jaar met een chronisch
eetprobleem en een medisch belaste
voorgeschiedenis komen in aanmer­
king voor een behandeling door het
eetteam. Hiervoor is een verwijzing
van de huisarts nodig. De oorzaken
van de eetproblemen zijn sterk uiteen­
lopend, van sensomotorische stoornis­
sen tot trauma’s of vroeggeboortes.
Als gevolg hiervan ontstaat weerstand
tegen eten, of wordt het kindje selec­
tief in het type voedsel. Vaak wordt
dit vervolgens in stand gehouden
door de interactie tussen de ouders,
de omgeving en het kind.
Wat doet het eetteam?
Elke dinsdag komt het eetteam bij
elkaar. De opname begint met een
analyse van het eten en drinken van
het kind door een diëtiste. Vervolgens
wordt de ontwikkeling van het eten,
de mondmotoriek vanaf de geboorte
en verder gedrag (zoals slapen en
spelen) doorgenomen met de ouders.
De kinderarts bespreekt de medische
voorgeschiedenis van het kind en
verricht daarnaast een lichamelijk
onderzoek. Hieruit volgt een advies
van het gehele team voor de ouders
voor verdere behandeling of begelei­
ding. Het team behandelt per jaar
ongeveer veertien kinderen klinisch
en tien poliklinisch.
Mooi voorbeeld
De ouders van patiëntjes zijn unaniem
in hun oordeel: er wordt altijd vooruit­
gang geboekt op het gebied van eten.
Met de hulp van de vele specialisten
die betrokken zijn, ontstaat er een
compleet beeld van de oorzaken van
het eetprobleem. Daarnaast worden
alle factoren die het in stand houden
ook in kaart gebracht. Onlangs was
er nog een mooi voorbeeld van waar
nauwe samenwerking tussen verschil­
lende specialisten en ouders toe kan
leiden: een tweejarig jongetje met een
zware medische voorgeschiedenis was
voorheen veroordeeld tot speciale
sondevoeding. Na de behandeling bij
het eetteam eet hij nu met de pot mee.
En hij is zelfs laatst met zijn ouders
naar McDonald’s geweest. •
14 mm zomer 2014
Behandeling Succesvolle valpreventietraining voor kwetsbare doelgroep
Met vertrouwen over de hind
In 2000 ontwikkelde de Sint Maartenskliniek de training
Vallen Verleden Tijd, een valpreventietraining voor gezonde
ouderen. Onderzoek wees toen uit dat de training zorgde
voor 49 procent minder valincidenten. Een mooi resultaat.
Zo mooi dat we besloten om de training aan te passen op
twee doelgroepen voor wie het erg belangrijk is om niet te
vallen: mensen met osteoporose (broze botten) en mensen
met reumatoïde artritis (RA). Ook deze training is een succes.
Mensen met RA zijn meegenomen als
doelgroep van de training, omdat zij
een groter valrisico hebben en omdat
zij een verhoogde kans op osteoporose
hebben. In de behandeling van RA én
van osteoporose speelt bewegen een
belangrijke rol. Maar als mensen bang
zijn om te vallen, gaan ze juist minder
bewegen. En niet of minder bewegen,
verergert weer de mobiliteitsproble­
men en verhoogt de kans op breuken.
Zo komen deze mensen dus in een
neerwaartse spiraal terecht.
4. Functionele looptraining –
kwalitatief beter leren lopen,
met een betere balans.
5. Oefeningen mobiliteit en bot­
belasting – de botmassa (dus ook
de sterkte van het bot) neemt toe
door beweging. Daarom wordt
bewegen gestimuleerd en leren
deelnemers botbelastende prikkels,
zoals stampen, toe te voegen aan
het dagelijks leven.
6. Herkennen van valgevaarlijke
situaties in en om het huis.
Het oefenprogramma
Vallen Verleden Tijd voor mensen met
RA en osteoporose is een oefenpro­
gramma om vallen en blessures te
voorkomen. Het programma – dat
bewezen effectief is – kent zes onder­
delen:
1. De hindernisbaan – valgevaarlijke
situaties uit het dagelijks leven
worden nagebootst. Deelnemers
leren deze situaties herkennen in
hun dagelijks leven en kunnen er
zo beter mee omgaan.
2. Spelvormen – plezier in samen
bewegen, en veilig leren lopen
en bewegen in een drukke
om­geving.
3. Leren vallen – veilig leren vallen
in voor-, zij- en achterwaartse
richting op dikke matten en met
heupbeschermers om.
Minder bang
Acht à negen mensen (meestal vrou­
wen) volgen samen de training. Zij
oefenen twee keer per week en vijf
weken achter elkaar. Het is dus min
of meer een spoedcursus. Van tevoren
stellen ze doelen op en de meesten
halen die ook. Bovendien zijn ze na
vijf weken zichtbaar minder bang.
De deelnemers zijn zeer enthousiast.
Zo ook Houkje Verhagen-van der Weij
(1947) uit Overloon. Zij volgde
onlangs de valpreventietraining Vallen
Verleden Tijd voor mensen met RA en
osteoporose. Ze heeft een ernstige
vorm van RA en een ernstige vorm
van osteoporose, twee knieprotheses,
een heupprothese en artrose in haar
linkervoet en -enkel. Vallen kan voor
haar dan ook heel vervelende gevol­
gen hebben.
Bobbels in het tapijt
Het interview met Houkje vindt plaats
na haar oefeningen op de hindernis­
baan. Het was een nieuw parcours
voor de deelnemers; er waren hinder­
nissen in een huis nagebootst. Som­
mige deelnemers waren dan ook best
gespannen. Houkje niet. Ze ging vlot
over de bobbels in het tapijt, langs
verschillende obstakels, en over de
schuine helling en de zogeheten
‘Belgische stoep’. Zelfs toen het licht
werd gedimd en ze ook met een dien­
blad met bekers moest lopen. “De
eerste keer op de hindernisbaan brak
het zweet me uit”, verklapt ze. “Maar
nu niet meer. Ik heb meer zelfvertrou­
wen gekregen door de training.”
Niet overmoedig worden
“Ik heb alle medicijnen tegen RA
gehad, maar niks leek te werken”,
vertelt Houkje. “Ik heb jaren nauwe­
lijks iets kunnen doen, zo erg was het.
Uiteindelijk hebben we een medicijn
gevonden dat wel werkt. Dat was voor
mij eigenlijk het verschil tussen leven
en niet leven. De reuma is nu helemaal
onder controle.” Eerst kon ze slechts
één minuut lopen en dan was ze al
bekaf. Nu heeft ze meer conditie.
mm zomer 2014 dernisbaan
Houkje: “Ik ben fysiek ook veel sterker
geworden door de training. Ik heb
weer power! En dat werkt mentaal
door, ik krijg veel meer zelfvertrou­
wen. Mensen uit mijn omgeving geven
bovendien complimenten, ze zien het
dus. Nu moet ik alleen zorgen dat ik
niet te overmoedig word…”
“Ik ben fysiek veel
sterker geworden
door de training.
Ik heb weer power!”
Beter in balans
Toen ze 27 jaar was, verbrijzelde
Houkje haar been. Sindsdien is ze
altijd alert en vermijdt ze onveilige
situaties. “Wel zo handig als je osteo­
porose hebt”, zegt ze lachend. “Door
de reuma en door mijn angst om te
vallen ben ik echter wel anders gaan
lopen. Ik had mezelf verkeerde dingen
aangeleerd. Door mijn looptechniek
te trainen is mijn balans nu ook veel
beter. Ik ben stabiel geworden.” Ze
geeft aan dat ze dankzij het trainen
in een groep kon ontspannen en haar
perfectionisme kon loslaten. Ze voelde
zich thuis. Houkje: “De training is
klaar, maar voor mij houdt het hier
niet op. Ik blijf thuis zeker oefenen
door drie keer per dag een blokje in
de buurt te lopen. Vooruitgang is
mijn grootste motivatie!” •
Met dank aan fysiotherapeute Corine
Bernts.
Houkje Verhagen-van der Weij oefent op de hindernisbaan
15
16 mm zomer 2014
in beeld Orthopedie Woerden
Kortere wacht­tijden
voor patiënten met
schouderklachten
Door de uitbreiding van het team orthopeden met orthopedisch chirurg Marieke Ostendorf (zie foto) heeft de Sint
Maartenskliniek in Woerden meer ruimte om patiënten met
schouderklachten te behandelen. Dit heeft geleid tot kortere
wachttijden voor deze patiënten. Zij kunnen op dit moment
al binnen enkele weken terecht op de polikliniek Orthopedie.
De orthopeden in Woerden zien patiënten met uiteenlopende
schouderklachten, zoals peesproblemen, gescheurde pezen,
artrose en luxaties. Binnenkort starten zij met een onderzoek
naar de effectiviteit van de schouderoperaties die zij uitvoeren. De orthopeden onderzoeken voor en na elke operatie
hoe het met de patiënten gaat, met het doel om de kwaliteit
van de operaties te verbeteren. Bovendien wordt op deze
manier ook de tevredenheid van patiënten gemeten en
kunnen patiënten hierdoor beter voorbereid worden op
een operatie. •
mm zomer 2014 17
18 mm zomer 2014
kort nieuws
Stappenplan en zorgwijzer voor
optimale artrosezorg
Een landelijk samenwerkingsverband ontwikkelde de laatste jaren een
stappen­plan voor mensen met artrose aan de heup of knie. Consequent
gebruik leidt tot een optimale zorg voor deze reumapatiënten en kan
onnodige operaties voorkomen. Een landelijke invoering van dit stappenplan blijkt in de praktijk niet eenvoudig. Een speciale zorgwijzer voor
patiënten is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Dat zijn enkele van de
belangrijkste resultaten van het promotieonderzoek van Agnes Smink,
onderzoeker van de Sint Maartens­kliniek.
“Veel mensen denken dat artrose ‘gewoon’
slijtage is, dat er niets aan te doen is en dat
de enige oplossing een gewrichtsprothese
is”, zegt Smink. “In mijn onderzoek kwam
naar voren dat veel zorgverleners dat
ook denken. Het is echter een groot misverstand. Een operatie brengt bovendien
de nodige risico’s en hoge kosten met zich
mee, het is dus belangrijk om dat op het
juiste moment in te zetten.” Op basis van
bestaande (wetenschappelijke) inzichten
en richtlijnen is een effectief plan ontwikkeld. Smink: “Het is een stappenplan,
waarbij je telkens naar behoefte meer
intensieve zorg inzet. Artrose is niet te
genezen, maar de klachten kunnen wel
worden verminderd door beweging, een
gezonde leefstijl, goede pijnmedicatie en
fysiotherapie. En bij onvoldoende resul­
taten kan een gewrichtsprothese worden
toegepast.” Het stappenplan wordt al
enkele jaren standaard toegepast en
doorlopen met artrosepatiënten binnen
de Sint Maartenskliniek.
Samen met het stappenplan, is de zorg­
wijzer ‘Artrose van de heup of knie’ ontwik-
keld tijdens het onderzoek. Dit boekje is
vooral bedoeld voor patiënten en geeft
informatie over de beste behandelmethoden voor artrose. Patiënten kunnen in de
zorgwijzer ook hun eigen gegevens bijhouden. Smink: “Wij hopen dat de zorgwijzer
bijdraagt aan meer zelfmanagement bij
patiënten. De beste resultaten worden
namelijk behaald door de behandeling
consequent te blijven volgen. Dat laatste
is niet altijd even makkelijk.”
Kwaliteit Sint Maartenskliniek in landelijk Kwaliteitsvenster
Minister Schippers van Volksgezondheid
lanceerde 13 mei het Kwaliteitsvenster
van ziekenhuizen, dat op een patiënt­
vriendelijke manier de kwaliteit van tien
zinvolle ziekenhuisbrede thema’s zichtbaar maakt. Ook de Sint Maartenskliniek
presenteert haar kwaliteitsprestaties in
het Kwaliteitsvenster.
Het is voor het eerst dat patiënten bij
ziekenhuizen op dezelfde manier informatie over bijvoorbeeld risicovolle operaties,
infecties, sterftecijfers en patiëntervaringen kunnen opvragen. Het Kwaliteitsvenster bestaat uit tien onderwerpen en
maakt het mogelijk om op een overzichtelijke manier inzicht te krijgen in bijvoorbeeld risicovolle operaties, het werk van
artsen of de pijnscore. Belangrijker is dat
de patiënt ook informatie krijgt over de
betekenis van de kwaliteitsinformatie en
de context ervan. Hoe scoort de Sint
Maartenskliniek bijvoorbeeld ten
opzichte van het landelijk gemiddelde
of ten opzichte van vorig jaar?
Er zijn plannen om straks kwaliteits­
informatie per aandoening of specialisme
te ontwikkelen, met een focus op uitkomst­
indicatoren. Daarmee krijgt de patiënt
meer inzicht in de kwaliteit van zorg die
voor zijn aandoening of ziekte nodig is.
mm zomer 2014 19
column
Start reumatologisch
spreekuur in Mijdrecht
De Sint Maartenskliniek startte op maandag 2 juni met een spreekuur
reumatologie in gezondheidscentrum De Ronde Venen in Mijdrecht.
Patiënten kunnen daar op maandagmiddag terecht bij reumatoloog
Nicole van der Laan-Baalbergen voor de diagnose en behandeling
van gewrichtsklachten, zoals reumatoïde artritis, artritis psoriatica,
ziekte van Bechterew, jicht, polymyagia reumatica, handartrose,
polyartrose, fibromyalgie en systemische auto-immuunziekten.
Met de uitbreiding in Mijdrecht komt onze reumatologische zorg
beter binnen bereik voor mensen in de regio De
Ronde Venen en daaromheen. Bovendien zorgt
de intensieve samenwerking met andere zorg­
professionals in het gezondheidscentrum en met
huisartsen in de omgeving van Mijdrecht voor
een nog efficiëntere behandeling en begeleiding
van mensen met reumatologische klachten.
Predicaat ‘Centre of
Excellence in Rheumatology’
De afdelingen Reumatologie van de Sint Maartenskliniek en het
Radboudumc hebben het predicaat ‘Centre of Excellence in
Rheumatology’ ontvangen. Deze bijzondere onderscheiding wordt
toegekend door de EULAR (European League Against Rheumatism).
Het predicaat wordt voor de duur van vijf jaar verleend op grond van
het aantal en de kwaliteit van de wetenschappelijke publicaties in
de vijf voorafgaande jaren. In Europa hebben slechts 22 afdelingen
Reumatologie dit predicaat ontvangen.
Dr. Frank van den Hoogen: “Met deze certificering willen we het
reuma-onderzoek verder uitbreiden. Daarbij staat het belang van
de patiënt voorop. Elk onderzoek dat wordt gestart, moet ook
toepasbaar zijn op de patiëntenzorg. Op deze manier zetten we een
belangrijke stap voorwaarts in het onderzoeken van vernieuwende
behandelingen.”
winnaar Oog voor detail lente 2014
De afbeelding is een detail van een radiator
in de lange gang van de Sint Maartenskliniek,
op de begane grond nabij het Stiltecentrum.
Meerdere mensen hadden het goede antwoord ingezonden, toch kent deze rubriek
telkens maar één winnaar. Deze keer is dat
Jan Kingma uit Leeuwarden. Gefeliciteerd!
Over pillen enzo
Moeite met
doorslikken
Kent u dat gevoel? Dat u een geneesmiddel wilt
innemen, maar dat het in de keel blijft hangen.
Zeker bij wat grotere tabletten of capsules komt dat
­regelmatig voor. Dit komt onder andere omdat veel
mensen de neiging hebben hun hoofd naar achteren
te houden bij het inslikken van het geneesmiddel.
Maar dit maakt het slikken juist extra lastig.
Tip: buig het hoofd iets naar voren, dan wordt het
keelgat groter. Hierdoor glijdt het medicijn makkelijk
naar binnen en blijft het niet hangen in de keel. In
onze apotheek adviseren wij om eerst een slok water
te drinken, en daarna de tablet of capsule op de tong
te leggen. Slik vervolgens het geneesmiddel door met
een flinke slok water. Drink daarna nog een vol glas
water.
Door de tablet te mengen met wat appelmoes,
yoghurt, melk of vla glijdt het geneesmiddel makke­
lijker naar binnen. Overleg wel eerst met uw apotheker als u hiervoor een zuivelproduct wilt gebruiken.
Sommige geneesmiddelen vormen namelijk een
klontje in de maag met de kalk uit de zuivel, hierdoor
wordt het geneesmiddel minder goed opgenomen in
het bloed.
Soms, maar zeker niet altijd, mag de tablet fijnge­
malen worden of de capsule worden opengemaakt.
Doe dit altijd na overleg met een apotheker. Sommige
geneesmiddelen hebben namelijk een beschermend
laagje. Door het fijnmalen gaat dat laagje kapot, wat
kan leiden tot meer bijwerkingen of minder effect.
Bart van den Bemt,
apotheker
20 mm zomer 2014
Kennis Rode ringen en onbegrepen lichamelijke klachten
Tien vragen over
de ziekte van Lyme
Als u in de bossen hebt gewandeld of in de tuin hebt
gewerkt, is het verstandig om uzelf ’s avonds te
controleren op mogelijke teken. Waarom? Omdat
deze kleine beestjes de beruchte ziekte van Lyme
kunnen overdragen. Dr. Fidel Vos, internist in de
Sint Maartenskliniek, beantwoordt tien vragen
over de ziekte van Lyme.
Wat is de ziekte van Lyme?
Vos: “Lymeziekte is een infectie met de Borreliabacterie. De ziekte kan aan mensen worden over­
gedragen als ze gebeten zijn door een teek die
hiermee besmet is. Lyme is een Amerikaans stadje
waar de ziekte als eerste is ontdekt.”
Hoe kun je het krijgen?
Vos: “Je kunt alleen de ziekte van Lyme krijgen als
je gebeten wordt door een besmette teek. Teken
zuigen bloed op van dieren zoals herten, knaag­
dieren en sommige vogelsoorten. Als zo’n dier
besmet is met de Borrelia-bacterie raakt de teek
ook besmet. Als die teek vervolgens op een mens
komt en bloed opzuigt, kan besmetting plaats­
vinden. Gelukkig duurt het even voordat de
Borrelia-bacterie uit de maag van de teek over­
gebracht wordt naar de mens. Als de teek minder
dan 24 uur heeft vastgezeten, is de kans op
besmetting erg klein.”
Ziekte van Lyme: samenwerking
Sint Maartenskliniek en Radboudumc
De Sint Maartenskliniek werkt samen met de internist-infectiologen van het Radboudumc op het
gebied van diagnose en behandeling van de ziekte
van Lyme. Internist Fidel Vos is betrokken bij de
behandeling van de ziekte in de Sint Maartenskliniek
en vanuit de Lyme-poli in het Radboudumc. Omdat
er nog steeds veel vraagtekens zijn rondom de ziekte
van Lyme, doen beide ziekenhuizen onderzoek naar
diagnostiek en behandeling.
De internist-infectiologen overleggen geregeld met
andere specialisten en hulpverleners over patiënten
die de ziekte van Lyme hebben. Vos: “Bijvoorbeeld
als iemand last heeft van pijn- of vermoeidheidsklachten, overleggen we met andere specialisten
over behandelmogelijkheden. Ook komt het voor
dat we patiënten verwijzen naar een andere specialist of naar een oefenprogramma voor behandeling.
Zo willen we patiënten de behandeling geven die
aansluit bij hun situatie.”
Hoe groot is de kans op de ziekte van Lyme?
Vos: “Globaal is twintig procent van de teken in
Nederland besmet met de Borrelia-bacterie. Wel
zijn er lokale verschillen in besmettingsgraad.
De kans dat er na een willekeurige tekenbeet de
ziekte van Lyme ontstaat is slechts drie procent.”
Wanneer moet ik naar de huisarts?
Internist Fidel Vos
Vos: “Als de teek langer dan 24 uur op het lichaam
heeft gezeten, moet de beetplaats drie maanden
in de gaten worden gehouden. Als er binnen die
periode een huidafwijking ontstaat in de vorm van
een rode ring óf als er onbegrepen lichamelijke
klachten ontstaan, dan is het raadzaam om met
uw huisarts te overleggen.”
mm zomer 2014 Hoe wordt de diagnose gesteld?
Vos: “Als de teek gezien is en er vervolgens een rode
ring ontstaat, kan de diagnose Lyme gesteld worden.
Ontbreekt één van beide, maar zijn er wel lichame­
lijke klachten? Dan kan met een bloedtest worden
aangetoond of iemand ooit besmet is geraakt met
de Borrelia-bacterie.”
Wat zijn de symptomen?
Vos: “Het eerste symptoom is vaak een ringvormige
verkleuring van de huid. Niet bij iedereen vormt zich
een duidelijke ring. En als de teek op de rug of op
de behaarde hoofdhuid zat, dan kun je de ring
eenvoudig missen. Als de bacterie zich verder ver­
spreidt door het lichaam, kunnen uiteenlopende
klachten optreden, zoals vermoeidheid, gewrichts­
pijn, zenuwpijn en soms uitvalsverschijnselen.
De meeste klachten ontstaan binnen drie maanden
nadat de besmetting plaatsvond.”
Waarom is het belangrijk om er snel bij te zijn?
Hoe voorkom je een tekenbeet?
Vos: “In het begin is er slechts sprake van een infec­
tie van de huid. Een korte antibioticakuur is dan
voldoende om verdere klachten te voorkomen.
In een later stadium – als er meer lichamelijke
klachten zijn – is een langere behandeling nood­
zakelijk. Als de ziekte langdurig aanwezig is
voordat behandeling wordt gestart, kan het zijn
dat niet alle klachten helemaal verdwijnen.”
Vos: “Teken leven in gras, struiken, bomen en zijn
het meest actief als de temperatuur gemiddeld
boven de vijf à tien graden is. Op de website
www.tekenradar.nl staat waar in Nederland de
meeste teken voorkomen. Als je weet dat je in een
tekenrijke omgeving komt, draag dan bedekkende
kleding. Onbedekte huid kun je insmeren met teken­
werende middelen. Deze maatregelen beschermen
niet voor honderd procent. Zelf controleren op teken
na bezoek aan een tekenrijke omgeving blijft het
belangrijkste.”
Is de ziekte van Lyme te genezen?
Vos: “Ja, met antibiotica. Afhankelijk van het sta­
dium van de ziekte wordt behandeld met een korte
of langere antibioticakuur. De huisarts kan in eerste
instantie prima bekijken welke behandeling nodig is.
In zeldzame gevallen werken de antibiotica niet
volledig en komen de klachten terug. Vaak wordt
een patiënt dan verwezen naar een specialist.”
Wat kun je zelf doen als je een teek hebt?
Vos: “Als je een teek hebt, is het belangrijk om deze
snel te verwijderen. Gebeurt dat nog dezelfde dag,
dan ontstaat er bijna nooit de ziekte van Lyme. Een
teek kun je met een puntige pincet of een speciale
tekentang verwijderen. Pak de teek zo dicht mogelijk
bij de huid vast en trek hem recht omhoog. Het is
belangrijk om de teek helemaal te verwijderen en
het wondje te ontsmetten. Houdt de eerste drie
maanden in de gaten of er een rode ring of andere
lichamelijke klachten ontstaan.” •
21
22 mm zomer 2014
Brief van een patiënt Ervaring na een enkeloperatie
Geachte lezer,
s kind ben
n aan mijn linkerenkel. Al
de
ne
be
ar
da
,
uit
ed
go
t
al zeker
Het zag er lang nie
voeten. Die enkel geeft nu
mp
klo
.
.m
i.v
rd
ee
er
op
ge
en met
ik meerdere malen
uden in het MCL Leeuward
ho
ge
en
be
de
op
ik
n
be
stellen.
15 jaar last. Lang
ar zolang mogelijk uit te
ma
ie
at
er
op
n
ee
om
s,
gebeuren,
spalken en injectie
. Als het dan toch moet
en
ez
rw
ve
en
eg
jm
Ni
ar
na
nt dat het
Uiteindelijk ben ik
En zo kwam dan het mome
s.
vie
ad
t
he
e
dd
lui
zo
e,
dan door de best
mijn wilskracht
De pijn was de baas over
r.
ge
lan
t
nie
g
gin
t
He
.
moest gebeuren
steeds moeilijker.
geworden. En lopen ging
r later werd ik
door dr. Louwerens. Vijf uu
rd
ee
er
op
ge
ik
n
be
14
Op 23 januari 20
erateur ook al.
am. En ja, daar was de op
rh
te
bo
n
ee
t
me
e
ffi
ko
wakker. Ik kreeg
nezen komt
natuur wat helpt met ge
de
s
Al
n.
pe
rlo
ve
a
im
pr
mooi recht
De operatie was
nd, uw voet staat er weer
he
lac
hij
e
eld
rt
ve
,
ien
nd
me gepast,
het goed, en bove
Twee dagen hebben ze op
er.
kt
do
ige
rd
aa
de
en
we
onder. Toen verd
bezig waren
n die vanuit een bezieling
re
he
en
s
me
da
die
al
en
me met pit,
wat een schatt
en probleem. Vooral die da
Ge
r?
ge
lan
tje
ur
lfu
ha
n
met hun vak. Ee
end stond ze er
aalf naar huis, in de ocht
tw
lf
ha
d
on
av
de
In
.
ht
hart en overzic
weer. TOPKWALITEIT.
e spalk. Ook
gipskamer voor een nieuw
de
op
ik
am
kw
g,
gin
is
hu
klaar voor een
Voordat ik naar
met humor en aandacht
en
ns
me
ige
ht
ac
pr
am
te
daar stond een
gipskamer komt,
s later als je weer op de
Pa
s.
wa
iel
lab
je
tik
n
ee
ok-patiënt die
t alleen over de
ntact maken. En zeker nie
co
ze
t
da
en
en
nn
ke
je
merk je dat ze
zet.
die in mijn enkel waren ge
pennen, toeters en bellen
dikwijls terug
probeer te vieren, denk ik
er
we
id
jhe
vri
jn
mi
uk
kr
Nu ik met een
met vele jaren
ringen. En de pijn? Ik ben
va
er
ge
ldi
we
ge
zo
e
to
aan deze tot nu
n er weer uitgenskliniek, maar zonder pij
te
ar
Ma
nt
Si
de
bij
en
pijn binnengekom
om te gaan. Veel
hoe goed het is geweest
en
lov
ge
t
nie
ds
ee
st
g
komen. Ik kan no
bben geholpen.
rken en mij weer op weg he
we
rd
ha
zo
die
en
ns
me
dank aan al die
maar. Dan draaf
gingen denkt, bel me dan
ini
zu
be
n
aa
rs
pe
hip
Sc
En als mevrouw
ag.
ik zonder pijn naar Den Ha
Met vriendelijke groet,
en
Jan Bleijinga uit Leeuward
mm zomer 2014 Piet van Drunen
Activiteit Annet Verlouw
23
Joop Arends
Zeilweekend voor mensen met een dwarslaesie
Plezier maken én grenzen verleggen
De temperatuur was aangenaam, de zon kwam vaak lekker
door en het regende niet. Toch werden meerdere (oud-)reva­
lidanten van de Sint Maartenskliniek in het weekend van 24
en 25 mei behoorlijk nat. Twaalf mensen met een dwarslaesie
gingen namelijk op zeilweekend. “Heerlijk, de wind in je haren
en het water in je gezicht”, zeggen Annet Verlouw (53 jaar /
lage, incomplete dwarslaesie), Piet van Drunen (70 jaar /
hoge, incomplete dwarslaesie) en Joop Arends (75 jaar / hoge,
incomplete dwarslaesie).
In 2005 begon de Sint Maartenskliniek met het
zeilweekend voor dwarslaesiepatiënten. Samen met
begeleiders van het revalidatiecentrum en externe
zeilinstructeurs vertoeven de deelnemers een week­
end lang op het eiland Robinson Crusoë in de Loos­
drechtse Plassen. Daar is alles aangepast op mensen
met een lichamelijke beperking. De deelnemers
mogen kiezen wat ze willen doen, zoals zeilen of
kanoën. Het draait uiteraard om plezier en ontspan­
ning, maar de revalidanten zijn daar ook om hun
grenzen te verleggen. Joop herkent dat wel: “We
zijn inderdaad allemaal tegen grenzen aangelopen.”
Piet vult hem aan: “En stukjes eroverheen gegaan.
Dat kon ook, omdat we ons veilig voelden. Ik heb
eigenlijk alles geprobeerd dit weekend, behalve
zwemmen natuurlijk…”
Sturen met een joystick
“Ik zat op een trimaran”, vertelt Annet. “Dat vond ik
eerst wel spannend. Het waaide toen ook best hard.
Maar ik laat me niet door angst regeren, uiteindelijk
vond ik het zelfs geweldig. Een andere mooie erva­
ring was mijn kanotocht door de bushbush, samen
met een begeleider.” Piet beleefde ook meerdere
momenten die hij niet snel zal vergeten. “Zo werd ik
aan het roer gezet van een zeilboot”, zegt hij. “Met
een soort joystick moest ik die besturen. Dat was erg
lastig, de eerste keer hebben we alleen maar storm­
rondjes gedraaid. Maar toen ik het eenmaal onder de
knie had, kreeg ik een enorme kick. Ik bestuurde
gewoon een boot!”
Levensvreugde
Joop denkt ook met plezier terug aan die keer dat
hij aan het roer zat. “Het was net alsof ik een auto
bestuurde. Een goede oefening, want ik wil ooit
weer gaan autorijden”, verklapt hij. Alle drie roemen
ze de goede sfeer tijdens het weekend en Annet geeft
aan dat ze de watersport nu heeft ontdekt. Ze gaat
zich daar verder in verdiepen. Niemand had dit
weekend willen missen, zeker Piet niet. “Ik ben heel
erg veranderd door dit weekend”, zegt hij geëmo­
tioneerd. “Ik zag dat mensen die al een stuk verder
waren in hun revalidatie nog steeds veel levens­
vreugde hadden, ondanks die dwarslaesie. Daar
heb ik veel van geleerd. Ik zie nu weer licht aan
het einde van de tunnel.” •
De Sint Maartenskliniek wordt bij het zeilweekend
gesponsord en ondersteund door de firma Hollister.
24 mm zomer 2014
Patiëntervaring Open over fibromyalgie
“Neem je rust, er is altijd weer
een volgende dag”
Mariska Kersten (25 jaar) heeft al negen jaar last van
fibromyalgie. Maar ze weet eigenlijk pas sinds kort
dat dit de aandoening is die haar klachten veroor­
zaakte. “Het begon op mijn zestiende. Ik werd steeds
vaker moe, ik was vaak misselijk en ik had veel pijn.
Die pijn moet je zien als een soort spierpijn die je de
hele dag door voelt”, aldus Mariska.
De huisarts dacht aanvankelijk dat de pijn en klach­
ten te maken hadden met stress en hij verwees de
Wijchense door naar een fysiotherapeut om de pijn
in de knieën en rug aan te pakken. Dit bleek echter
niet te helpen en er volgde diverse doorverwijzingen
en onderzoeken. In 2010 kwam een internist tot de
diagnose fibromyalgie, een diagnose die ook werd
bevestigd in de Sint Maartenskliniek. Mariska: “Na
vijf jaar lang onderzoek en verschillende therapieën
was het een hele opluchting om te horen dat mijn
aandoening een naam heeft.”
Mentaal klaar voor
Ze kreeg een verwijzing naar de FIA-behandeling
(Fibromyalgie In Actie) van de afdeling Reumato­
logie van de Sint Maartenskliniek. Mariska: “Het
begon met een intakeprocedure waar heel precies
werd gekeken in hoeverre ik nog kon bewegen en
of ik er ook mentaal klaar voor was. De conclusie
was dat ik nog niet klaar was voor deze behandeling.
Ik had namelijk ook psychische klachten waar ik
eerst aan moest werken. Na een intensieve therapie
was ik mentaal veel sterker en was ik klaar voor de
FIA-behandeling”, aldus Mariska.
Op de pedalen
“In 2012 begon ik aan deze groepsbehandeling”,
vertelt Mariska. “Acht weken lang en twee dagen
in de week ging ik naar de kliniek. In de ochtend
hadden we groepsgesprekken met de psycholoog.
We spraken dan bijvoorbeeld over de klachten.
We kregen ook uitleg over de klachten en we konden
vragen stellen aan de reumatoloog.” Verder was er
een ontspanningsgroep en werd er tijdens de hydro­
therapie, de oefengroep en de fietsgroep gewerkt
aan het opbouwen van de conditie. Mariska heeft
vooral de fietstraining in haar dagelijks leven kun­
nen uitbouwen: “Tijdens de eerste sessie van vijf of
tien minuten kon ik nauwelijks fietsen, maar door te
blijven oefenen kan ik nu op mijn elektrische fiets
1,5 uur achter elkaar fietsen. Ik fiets naar vrienden
en familie, maar ook naar de mooiste plekken in de
omgeving. Daar beleef ik veel plezier aan!”
Moeilijk te begrijpen
Fibromyalgie is een aandoening die ook veel onbegrip
met zich meebrengt bij anderen. Volgens Mariska is
dat ergens wel te verklaren: “De ene dag voelde ik
me goed en kon ik prima meedraaien op mijn werk.
Maar de volgende dag ging het slechter, had ik veel
pijn en vielen bijvoorbeeld de dozen uit mijn handen
op het werk. Dat snapt natuurlijk niet iedereen.”
Mariska is erg open over haar klachten en daardoor
lijkt ze van onbegrip weinig last te hebben. “Ik kies
ervoor om niet te klagen en gewoon te vertellen wat
er aan de hand is. Ik noem het meestal spierreuma
en daar kunnen mensen zich wel iets bij voorstellen.
Daarnaast bewaak ik goed mijn eigen grenzen. Als
het niet gaat, dan geef ik dat aan en doe ik minder
of ik spreek af dat ik een dagje niet kom.”
Geluk zit in…
Het gaat nu goed met Mariska. Haar hoofddoel
tijdens de behandeling was om op zichzelf te wonen
en dat is vorig jaar ook gelukt. “Fibromyalgie is een
verschrikkelijke aandoening die je leven behoorlijk
overhoop kan gooien”, zegt ze. “Dankzij de behande­
ling heb ik de juiste hulpmiddelen gekregen om het
onder controle te houden. Het is heel belangrijk om
op tijd te rusten en om je hele dag nauwkeurig in te
plannen. Die structuur helpt om mijn energie op peil
te houden. Daarnaast is het belangrijk om altijd goed
op mijn houding te letten. Ik kijk met opgeheven
hoofd terug op alles wat ik heb meegemaakt. In elke
ervaring zit een cadeau, elke gebeurtenis bevat
zaden voor groei! Kleine dingen kunnen heel veel
geluk brengen, of het nu een kopje koffie met iets
lekkers is, of een dagje uit. Die les geldt natuurlijk
voor iedereen, maar vooral voor mensen met
fibromyalgie. Wees positief en als het even niet
gaat, luister daar naar en neem je rust. Er is altijd
weer een volgende dag.” •
mm zomer 2014 Zorgwijzer Fibromyalgie
Fibromyalgie is een chronisch, gegeneraliseerd
pijnsyndroom waar duizenden mensen mee
te maken hebben. Mensen met fibromyalgie
hebben (pijn)klachten, waarvoor in het lichaam
geen directe oorzaak wordt gevonden. Het kan
daarom vaak lang duren voordat de diagnose
wordt gesteld en er bestaan geen medicijnen
om fibromyalgie te genezen. Als men veel beperkingen en klachten ervaart, is op indicatie een
langdurige en intensieve multidisciplinaire
behandeling mogelijk. De behandeling wordt
verzorgd door een fysiotherapeut, maatschap­
pelijk werker en psycholoog.
Om de behandeling van mensen met fibro­
myalgie te ondersteunen, heeft de Sint
Maartens­kliniek het initiatief genomen om
een zorgwijzer te ontwikkelen. De Zorgwijzer
Fibro­myalgie zal informatie geven voor zowel
patiënten als zorgverleners over de aandoening
en (wetenschappelijk bewezen) behandel­
mogelijkheden. Daarnaast geeft de zorgwijzer
praktische handvatten voor het leren omgaan
met deze aandoening. Eind 2014 moet de zorgwijzer klaar zijn en beschikbaar komen voor
patiënten en zorgverleners.
25
26 mm zomer 2014
Internationaal Internationaal Opereren
Opereren in
in het
het buitenland
buitenland
“De schwung is terug op de
operatiekamer in Bonoua”
Meestal opereren de orthopeden van de Sint ­Maartens­­kliniek in
een operatiekamer (OK) in ­Nijmegen, Woerden of Boxmeer. Maar
soms verruilen ze die voor een OK ver weg. Onze ortho­peden
staan (internationaal) bekend om hun specialisatie in een be­
paald lichaamsdeel. Die specialistische kennis is niet in de hele
wereld beschikbaar. Daarom opereren sommigen af en toe
buiten onze grenzen om daar mensen te helpen; van hulp­be­
hoevende kinderen tot welgestelde dames. Hun belangrijkste
doel: kennis overdragen aan de buitenlandse collega’s. Hierbij
twee voorbeelden.
“Hoop geven aan de kinderen, maar
vooral ook het enthousiasme terug­
brengen bij het OK-personeel.” Dat is
wat orthopeden Dick van der Schaaf
en Jan van Loon met hun team van de
Sint Maartenskliniek in Ivoorkust
hebben gedaan, vertelt Van Loon.
Samen met operatieassistent Stephan
Jurjus en gipsverbandmeester Jenny
Verhagen vertrokken zij afgelopen
februari, tijdens hun vakantie, voor
twee weken naar dit Afrikaanse land
om de lange wachtlijsten weg te
­werken en het operatieteam te ver­
sterken. Voor deze missie werkten zij
samen met de Nederlandse stichting
‘Ka doenia dia’ die logistieke onder­
steuning verzorgt.
Klompvoetjes en heupdysplasie
Circa vijftig kilometer ten oosten van
de hoofdstad Abijan ligt in de plaats
Bonoua het ‘Centre Don Orione’, een
ziekenhuis waar kinderen met een
fysieke of mentale beperking met hun
ouders vanuit de regio naartoe
komen. “Het gaat veelal om patiënten
met aangeboren aandoeningen als
klompvoetjes of heupdysplasie. Zij
over­spoelen het ziekenhuis omdat er
geen alternatief is”, aldus Van Loon,
die in de jaren tachtig als tropenarts in
Afrika heeft gewerkt. Pater Riccardo
mm zomer 2014 27
Jakarta uitgevoerd. Sindsdien heeft hij
meerdere Indonesische vrouwen in
Nederland en Indonesië geopereerd.
Zo was hij in november 2013 nog in
Jakarta.
Zacharia (directeur van het centrum)
nodigde het operatieteam van de Sint
Maartenskliniek uit. Kinderen en hun
ouders moeten vaak erg lang wachten
op een operatie, terwijl een handicap
in Ivoorkust vaak uitsluiting van de
maatschappij betekent. Van Loon:
“De extra operaties die we in die
twee weken hebben uitgevoerd, zor­
gen ervoor dat kinderen nu minder
lang hoeven te wachten en dat de
geopereerde kinderen weer kunnen
meedoen in hun gemeenschap.”
Innovatie Ivoriaanse OK
Niet alleen de kinderen zijn enorm
geholpen met het bezoek van de
orthopeden. Van Loon: “Het verschil
dat we konden maken voor het opera­
tiepersoneel ter plaatse was hartver­
warmend. De medische ontwikkeling
had daar jaren stilgestaan. Met onze
komst kwam er weer innovatie in de
operatiekamer en groeide het enthou­
siasme bij het lokale orthopedische
team van dokter Monsia.” Door het
opleiden van het lokale operatieteam
werkt het bezoek ook door op de lange
termijn. En met de nieuwe technieken
en handelswijzen kunnen de orthope­
den in Bonoua de patiëntjes beter en
sneller helpen. “We merkten dat er
weer schwung kwam in het operatie­
team”, vertelt Van Loon.
Er is nog zo veel te doen
Het was de eerste keer dat onze
­orthopeden in Centre Don Orione
opereerden. Het team van de Sint
Maartenskliniek kijkt terug op een
succesvolle reis. De samenwerking is
de Nederlanders en Ivorianen zo goed
bevallen dat er inmiddels plannen zijn
voor een halfjaarlijks terugkerend
bezoek, met een uitbreiding naar een
ander centrum van Don Orione nabij
de Malinese grens.
Indonesische voeten
Een andere orthopeed van de Sint
Maartenskliniek die onlangs in het
buitenland opereerde, is voet- en
enkelchirurg Jan Willem Louwerens.
Een Indonesische oud-collega en
kennis uit de opleidingstijd vroeg hem
acht jaar geleden of hij een Indonesi­
sche patiënte in Nijmegen wilde opere­
ren. Het toeval wilde dat Louwerens
net een vakantie naar Indonesië had
gepland en dus werd de ingreep in
Grote teen wijst naar binnen
In Indonesië lijken relatief veel
­vrouwen last te hebben van een hallux
valgus (standsafwijking van de grote
teen). “Dat heeft mogelijk te maken
met losse banden en kapsels van de
gewrichten van de mensen aldaar”,
verklaart Louwerens. Bij een hallux
valgus wijst de grote teen niet naar
voren maar juist naar binnen, waar­
door er een bult aan de binnenzijde
van de voet ontstaat. Dit kan erg
pijnlijk zijn en kan het ook lastig
maken om elegant schoeisel te dragen.
Ook kan pijn en overbelasting onder
de voorvoet optreden. Louwerens:
“Soms is het daarom verstandig om te
opereren. Omdat de ervaring met deze
ingreep bij veel Indonesische ortho­
peden beperkt is, kiezen veel vrouwen
uit de bovenklasse ervoor om deze
ingreep in het buitenland te onder­
gaan.”
“Die hallux valgus
­moeten ze ­natuurlijk ook
daar kunnen c­ orrigeren”
Kennisoverdracht
“Uiteraard ben ik daar om de patiën­
ten te helpen”, zegt Louwerens. “Maar
tegelijkertijd draag ik ook de kennis
over aan mijn collega ter plaatse,
waarmee hij zelf die hallux valgusoperaties kan uitvoeren. Als ik daar
ben, realiseer ik me hoe enorm goed
we het hebben op de operatiekamers
in de Sint Maartenskliniek. Qua
beschikbare materialen en instrumen­
ten is het in Jakarta vaak behoorlijk
improviseren, maar ook daar leren ze
van. Het belangrijkste is het principe
van de operatietechniek. Met welke
schroeven en instrumenten dat doel
wordt bereikt, doet er minder toe.” •
28 mm zomer 2014
dagboek Wendy Bosboom-Fafianie
“Spuiten bij mezelf vind
ik geen probleem”
Wendy Bosboom-Fafianie (39 jaar) uit Benschop kreeg eind augustus
2013 last van haar teen. Deze werd heel dik en pijnlijk, en ze kon de
teen niet meer buigen. Daarna begonnen haar handen. In september
kwam ze voor het eerst in de Maartenskliniek in Woerden voor een
afspraak bij de reumatoloog. In november stelde dr. Noort-van der
Laan reumatoïde artritis (RA) vast.
Dinsdag
Op mijn werk
Ik werk drie dagen als secretaresse bij de Koninklijke Metaalunie, op de afdeling branches. Ik heb het hier erg naar mijn zin.
Binnen de Metaalunie ben ik werkzaam voor de Stichting OOI.
Het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Isolatiebedrijf.
Vandaag veel te doen. Ik check de mail, behandel de ingekomen
post en werk mijn to-do-lijstje af. Dan begin ik met het voor­
bereiden van de bestuursvergadering van vanmiddag. Ik moet
notuleren. Gelukkig gaat dat tegenwoordig met de laptop en is
schrijven niet meer aan de orde. Na de bestuursvergadering
vertrek ik met nog drie collega’s richting het noorden van
het land voor een afscheidsetentje van een andere collega.
Een drukke dag dus en zo’n dag is behoorlijk vermoeiend.
Woensdag
Vandaag hebben de kinderen van groep 7 verkeersexamen.
Ik heb me als hulpmoeder opgegeven. Mijn dochter Manon
moet ook op voor het examen en de zenuwen slaan ’s morgens
toch wel toe bij haar. Samen met nog een moeder zitten wij bij
een druk punt, maar alle kinderen doen het fantastisch. Ze
zijn allemaal geslaagd! ’s Middags met mijn zoon Thijs naar
een voetbaltoernooi. Van de hele dag zitten word je behoorlijk
stijf, maar met alle andere ouders en de kinderen is het een
gezellige middag. Wij mogen de kinderen toejuichen vanuit de
dug-out. Ze zijn vierde geworden (van de zes). Heerlijk om zo
met je kinderen bezig te zijn. Dat doet me goed.
en
verkeersexam
Helpen bij het
mm zomer 2014 29
Donderdag
Toen dokter Noort-Van der Laan de diagnose RA stelde, was
dat behoorlijk schrikken. Je vraagt je af wat je nog wel en
niet kunt doen en wat verstandig is. Rust is natuurlijk nodig,
maar ze raadde mij ook aan om vooral de dingen te blijven
doen die je energie geven, om ‘op te laden’. Ik ben lid van
Theatergroep De Schakel in IJsselstein en in het najaar
voeren wij de musical Zusters in Zaken op. Het is zowel
toneel als zang en dans. Helemaal mijn ding! De repetities
geven mij heel veel positieve energie. Even je hoofd leeg
maken. Vanavond oefenen we de dans op ‘We are family’.
Ook de andere dansen worden doorgenomen. Thuisgekomen
plof ik op de bank. Wat een heerlijke avond. Nog even wat
drinken met mijn man en daarna lekker slapen.
Enbrel spuiten
Zaterdag
titie
Dansrepe
In een half jaar tijd heb ik al verschillende medicijnen geprobeerd. Maar de RA werd niet minder. Ik heb ook medicijnen
gehad waar ik heel somber van werd (mijn gezin begon al te
klagen) en uiteindelijk kreeg ik hier ook een allergische reactie
op. Gek genoeg was ik daar achteraf wel blij om, want toen ik
moest stoppen met deze medicijnen kwam mijn ‘oude ik’ ook
weer terug; vrolijk, gezellig, optimistisch, energiek en absoluut
niet somber. Kun je nagaan wat medicijnen met je kunnen doen.
Sinds vijf weken spuit ik één keer in de week Enbrel. Al vanaf
mijn eerste spuit is de ontsteking in mijn hand veel minder en
doen mijn voeten ook minder pijn. Het spuiten bij mezelf vind
ik geen probleem. Ik ben blij dat mijn reumatoloog deze medi­
cijnen heeft voorgeschreven.
Maandag
Vandaag een heftige dag voor de boeg. Mijn vader gaat vandaag verhuizen naar een verpleeghuis. Hij heeft de ziekte
van Parkinson en is dementerend. Mijn moeder heeft heel
lang en goed voor hem gezorgd, maar thuis blijven gaat nu
niet meer. En hoewel je gevoel er nog lang niet klaar voor
is, zegt je verstand dat het beter is dat hij gaat verhuizen.
Samen met mijn moeder en mijn broer hebben we hem gebracht. Gelukkig vindt mijn vader zijn kamer en het uitzicht
erg mooi. We blijven nog even eten, maar daarna moeten we
toch gaan en hem achterlaten. We mogen op bezoek komen
wanneer we willen, en dat gaan we zeker vaak doen. Maar
het moment van weggaan valt zwaar. Deze keer ga ik niet
met pijn in mijn voeten weg, maar met pijn in mijn hart.
Mijn vader
en ik
30 mm zomer 2014
Innovatie LOPES II
Unieke looprobot:
alleen ondersteuning waar nodig
Ontwikkelaars
LOPES II is ontwikkeld door een consortium bestaande uit de Universiteit Twente en de mechatronische bedrijven Moog en Demcon. De Sint Maartenskliniek en het Roessingh leverden klinische
input voor het ontwikkelproces. De revalidatierobot
is de opvolger van de LOPES I. De afgelopen jaren
heeft het consortium hard gewerkt om de stap
van onderzoek naar de kliniek te maken. Met de
installatie van twee systemen is dit nu een feit.
Wensen revalidatiecentra
In het ontwerp zijn de wensen vanuit verschillende
revalidatiecentra uitdrukkelijk meegenomen. LOPES
II is zo ontworpen dat patiënten snel in en uit het
apparaat kunnen worden gehaald. Daarnaast krijgen
therapeut en patiënt tijdens de training feedback
over de prestatie, waardoor training op maat moge­
lijk wordt. Ook heeft de patiënt veel bewegings­
vrijheid. Daardoor kan hij in een veilige omgeving
leren van zijn fouten.
De revalidatierobot LOPES II is in mei in gebruik genomen door
revalidatiecentra de Sint Maartenskliniek in Nijmegen en het
Roessingh in Enschede. De daaropvolgende weken oefenden
de eerste patiënten in Nederland (met onder andere een CVA
of dwarslaesie) met deze unieke revalidatierobot om weer
beter te leren lopen.
De robot ondersteunt de loopbeweging van mensen
die na een beroerte of dwarslaesie gedeeltelijk
verlamd zijn geraakt. LOPES II houdt de patiënt vast
rondom het bekken, het onderbeen en de voet. Het
apparaat meet voortdurend hoe de patiënt loopt en
geeft ondersteuning als de patiënt de loopbeweging
niet goed uitvoert. Tijdens een trainingsprogramma
wordt deze ondersteuning door de fysiotherapeut
aangepast aan de loopvaardigheid van de patiënt.
‘Alleen ondersteuning waar nodig’ is het – vernieu­
wende – uitgangspunt bij de LOPES II. Dit stimuleert
de patiënt om zelf actief een bijdrage te leveren bij
het lopen en bevordert daardoor juist het herstel.
Enthousiaste reacties uit de praktijk
De therapeuten zijn enthousiast over de mogelijk­
heden die LOPES II biedt. Hans Rietman, deeltijd
hoogleraar revalidatiegeneeskunde en technologie
aan de Universiteit Twente en directeur van Roes­
singh Research en Development (RRD) in Enschede,
stelt: “De robotische looptrainer kan patiënten stap
voor stap verder helpen naar zelfstandig lopen.
Het is een grote aanwinst voor de revalidatie.”
Bart Nienhuis, projectleider LOPES van de Sint
Maartenskliniek vult aan: “We zijn blij met de ont­
wikkeling van LOPES II, die het ‘mechanische werk’
van een fysiotherapeut kan overnemen. De fysio­
therapeut wordt daarbij niet overbodig, maar krijgt
nu de mogelijkheid om met behulp van deze robot
intensief en op maat te trainen. En dat bij een
bredere doelgroep.” De eerste maanden wordt de
nieuwe robot voor onderzoeksdoeleinden ingezet
en wordt er bekeken hoe de robot het beste in de
therapie gebruikt kan worden. •
mm zomer 2014 31
contactinformatie
De Sint Maartenskliniek is als enige ziekenhuis in Nederland
volledig gespecialiseerd in houding en beweging. Patiënten
kunnen bij ons ziekenhuis terecht voor behandeling van eenvoudige
tot zeer complexe aandoeningen op het gebied van orthopedie,
reumatologie en revalidatie­geneeskunde.
Reumatologie
Polikliniek Nijmegen
Verwijzing
Afgezien van het sportmedisch centrum Maartenskliniek geldt voor elke
aanvraag voor een afspraak, dat u een verwijzing nodig heeft van uw huisarts
of specialist.
Telefoon (024) 365 94 09
(ma - vrij, 08.30 -16.30 uur)
Polikliniek Woerden
Telefoon (0348) 42 78 00
Polikliniek Leidsche Rijn
Orthopedie
Voor het aanvragen van een
afspraak op de locaties in Nijmegen
en Woerden kunt u ook het
formulier op onze website invullen:
www.maartenskliniek.nl praktische
info afspraak aanvragen
Polikliniek Nijmegen
Telefoon (024) 365 96 59
Polikliniek Woerden
Telefoon (0348) 42 78 00
www.maartenskliniek.nl praktische
info afspraak aanvragen second
opinion orthopedie
Polikliniek Mijdrecht
Telefoon (0348) 42 78 00
Polikliniek Boxmeer
Acute zorgpoli
Met acute letsels (kneuzingen,
verstuikingen, snijwonden en
botbreuken, uitgezonderd breuken
aan het hoofd) kunt u 24 uur per
dag terecht bij de Acute zorgpoli.
Telefoonnummer (024) 365 93 91
Telefoon (0485) 84 53 82
Polikliniek Panningen
Telefoon (024) 365 94 09
Revalidatiegeneeskunde
Telefoon (0348) 42 78 00
Polikliniek Boxmeer
Telefoon (0485) 84 53 50
Second opinion orthopedie
Voor een aanvraag moeten zowel
patiënt als verwijzer het registratieformulier invullen via onze website:
Pijnbehandelcentrum Nijmegen
Polikliniek Nijmegen
Telefoon (024) 365 96 59
(ma - vrij, 08.30 - 17.00 uur).
Website: www.maartenskliniek.nl
behandelingen pijnbehandelingen
Telefoon (024) 365 94 00
(ma - vrij, 08.00 - 16.30 uur)
Polikliniek Boxmeer
Telefoon (0485) 84 52 55
RealHealth
Telefoon (024) 684 16 40
Website: www.realhealth.nl
Polikliniek CWZ
Telefoon (024) 365 87 68
Polikliniek Tiel
Sportmedisch centrum Maartenskliniek
Telefoon (0344) 67 38 80
ZOOM-IN
Patiënten kunnen met en zonder
verwijzing terecht bij de sportarts voor
een consult, keuring of inspanningstest. Afhankelijk van het verzekerde
pakket worden de kosten hiervoor
al dan niet vergoed. Voor het aan­
vragen van een afspraak kunt u ook
het formulier op onze website invullen: www.smcmaartenskliniek.nl
afspraak maken
Locatie Nijmegen
Telefoon (024) 378 65 44
(ma - vrij, 09.00 - 16.30 uur)
Website: www.smcmaartenskliniek.nl
Telefoon (024) 327 27 17
Website: zoom-in.maartenskliniek.nl
Patiëntenadviesraad
Locatie Beuningen
Telefoon (024) 378 65 44
(ma - vrij, 09.00 - 16.30 uur)
Website: www.smcmaartenskliniek.nl
E-mail PAR Nijmegen:
[email protected]
E-mail PAR Woerden:
[email protected]
Volg de Maartenskliniek op twitter!
www.twitter.com/maartenskliniek
OOg
voor detail
Een rek met postkaarten? Staaltjes
behang? Of iets heel anders? Een
lastige opgave deze keer. Weet u
misschien om welk detail het gaat
en waar het zich bevindt?
Mail dan uw antwoord naar
[email protected] o.v.v.
uw naam en adres. Onder de juiste
inzendingen verloten we een prijs.