Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag

Inspectierapport
Stadvinders Westerpark (BSO)
Westerpark 1A
1013 RR AMSTERDAM
Registratienummer: 108865800
Toezichthouder: GGD Amsterdam
In opdracht van de gemeente: Stadvinders Westerpark
Datum inspectie: 07-01-2014
Type onderzoek: Onderzoek na aanvraag
Status: concept
Datum vaststellen inspectierapport:
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
1/14
Inhoudsopgave
Het onderzoek
Observaties en bevindingen
Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
Pedagogisch klimaat
Personeel en groepen
Veiligheid en gezondheid
Accommodatie en inrichting
Ouderrecht
Inspectie-items
Gegevens voorziening
Gegevens toezicht
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
2/14
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
De houder heeft op 22 oktober 2013 een aanvraag gedaan tot registratie in het Landelijk Register Kinderopvang
en Peuterspeelzalen. Dit betreft een onderzoek na aanvraag. In dit onderzoek is beoordeeld in hoeverre de
vestiging redelijkerwijs zal gaan voldoen aan de kwaliteitseisen. Kwaliteitseisen met betrekking tot de praktijk zijn
hierbij niet beoordeeld.
Beschouwing
Stadvinders Westerpark is een locatie van De Natuurfontein (volgens uitleg van de houder). De houder is echter
mevrouw Van Loenen (eenmanszaak). Stadvinders Westerpark is een natuur-BSO, waar aandacht voor de natuur
en buiten spelen centraal staat.
Deze nieuwe locatie betreft de tweede locatie van dezelfde houder in Amsterdam.
Advies aan college van B&W
De houder heeft een aanvraag gedaan voor de exploitatie van een buitenschoole opvang met 48 kindplaatsen.
Gelet op de oppervlakte van de binnenspeelruimte (zie domein 4) adviseert de toezichthouder de aanvraag
gedeeltelijk af te wijzen en de exploitatie toe te staan voor 46 kindplaatsen. Aanvullend blijkt het in de aanvraag
genoemde telefoonnummer niet correct. Bij registratie in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen
dient het volgende telefoonnummer te worden opgenomen: 020-4750103.
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
3/14
Observaties en bevindingen
Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
De nieuwe locatie is een tweede locatie van dezelfde houder. De nieuwe locatie is gelegen in een gebouw in het
Westerpark. Het gebouw wordt gedeeld met een kinderdagverblijf van een andere houder. Er is een eigen entree.
Kinderopvang in de zin van de wet
De opvang valt binnen de gestelde definitie. Er is sprake van kinderopvang in de zin van de wet.
Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving
geen
Gebruikte bronnen:
geen
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
4/14
Pedagogisch klimaat
De houder heeft een algemeen pedagogisch beleidsplan dat geldt voor de twee locaties van de houder. Er zijn
verschillende beschrijvingen opgenomen met betrekking tot de twee locaties, onder andere omtrent de grootte
van de basisgroepen.
Pedagogisch beleidsplan
De houder heeft naar aanleiding van de inspectie na aanvraag enkele aanpassingen verricht in het algemene
pedagogisch beleidsplan (achterwachtregeling, groepen, wennen en extra opvang). De houder heeft na het
inspectiebezoek een aangepaste versie aangeleverd die voldoet aan de voorwaarden.
Als aandachtspunt geldt dat de houder de maximale omvang per groep als volgt beschrijft: 5 groepen van 8 tot
10 kinderen en 1 groep van 6 kinderen. De groep van 6 kinderen is voortgekomen uit het gebrek aan oppervlakte
voor de opvang van zes basisgroepen van acht kinderen (48 kindplaatsen). De andere basisgroepen zullen
conform de beschrijving in principe uit maximaal acht kinderen bestaan. Loopt dit door omstandigheden uit naar
negen of tien kinderen, dan dient de houder ervoor te zorgen dat het maximale aantal toegestane kinderen (46)
niet overschreden wordt.
Pedagogische praktijk
De pedagogische praktijk is geen onderdeel van de inspectie na aanvraag.
Gebruikte bronnen:
'Pedagogisch beleid Natuurfontein' (versie januari 2014) en gesprek met de houder.
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
5/14
Personeel en groepen
De houder heeft verklaard dat bij aanvang van exploitatie er gestart zal worden met de inzet van drie
beroepskrachten, onder wie de houder zelf. Deze twee personeelsleden zijn al in dienst van de houder en
ingewerkt op de andere locatie.
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en de twee beroepskrachten beschikken over een verklaring omtrent het gedrag.
Tevens is van een BOL-stagiaire een verklaring omtrent het gedrag overgelegd. Deze BOL-stagiaire is al
‘werkzaam’ op de andere locatie van de houder.
Passende beroepskwalificatie
De houder en de twee beroepskrachten, die op de groepen werkzaam zullen zijn bij de start van exploitatie,
beschikken alle drie over een geldige beroepskwalificatie.
Beroepskracht-kind-ratio
Dagelijks zullen er in februari maximaal veertien kinderen worden opgevangen. De houder heeft verklaard dat er
zal worden gestart met de inzet van drie beroepskrachten. De houder hanteert een aangescherpte
beroepskracht-kind-ratio van één beroepskracht per acht kinderen. Er zijn voldoende beroepskrachten voor het
aantal kinderen dat ingepland is voor februari 2014.
Vanaf maart 2014 zullen er maximaal twintig kinderen worden opgevangen. Gezien het aantal aanwezige
kinderen dat ingepland is en het aantal beschikbare beroepskrachten zal er redelijkerwijs worden voldaan aan de
beroepskracht-kind-ratio.
Tijdens schooldagen zullen er minimaal twee beroepskrachten aanwezig zijn vanaf het moment dat de scholen uit
zijn tot sluitingstijd om 18.30 uur. De beroepskrachten nemen geen pauze tijdens schooldagen.
Tijdens vakanties en schoolvrije dagen werken de beroepskrachten van 8.00 uur tot 17.00 uur en/of van 9.30
uur tot 18.30 uur.
De beroepskrachten pauzeren ieder dertig minuten. Bij deze werk- en pauzetijden zal er worden voldaan aan de
voorwaarden omtrent de afwijking van de beroepskracht-kind-ratio.
De houder geeft aan dat de beroepskrachten alleen tijdens de vakanties alleen in het pand zullen zijn op
woensdag en vrijdag. De houder gaat ervan uit dat er op deze momenten niet wordt afgeweken van de
beroepskracht-kind-ratio. Als dit bij de eerstvolgende vakantie wel het geval is, dan dient de houder er zorg voor
te dragen dat er een andere volwassene in het pand aanwezig is.
Opvang in groepen
Elk kind behoort tot één basisgroep.
De opvang vindt, buiten (spel)activiteiten om, plaats in deze basisgroepen.
Er zijn zes basisgroepen. Iedere basisgroep is gekoppeld aan een vaste mentor en basisschool. De koppeling
tussen mentoren en scholen (basisgroep) zullen bij aanvang van exploitatie gevormd worden.
Indien een kind in een tweede basisgroep is geplaatst, dan is de duur van de plaatsing schriftelijk vastgelegd.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken.
Gebruikte bronnen:
Gesprek met de houder, verklaringen omtrent het gedrag en beroepskwalificaties, 'Pedagogisch beleid
Natuurfontein' (versie januari 2014) en 'Bezetting Westerpark 01-01-2014 tot 31-05-2014'.
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
6/14
Veiligheid en gezondheid
De houder maakt gebruik van de risicomonitor voor de uitvoering van de risico-inventarisaties. De houder stelt
zelf aanvullende beleidsstukken op en is tezamen met een leidinggevende verantwoordelijk voor de implementatie
van het veiligheids- en gezondheidsbeleid.
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft in oktober 2013 een risico-inventarisatie veiligheid uitgevoerd middels de risicomonitor. Alle
ruimtes van de locatie zijn geïnventariseerd. Bij de risico’s zijn maatregelen beschreven. Hierbij zijn verwijzingen
opgenomen naar werkinstructies en protocollen. De buitenschoolse opvang zal in eerste instantie gebruikmaken
van vier buitenruimtes. Dit zijn verschillende speeltuinen/pleinen in de omgeving. De houder heeft deze ruimtes
niet afzonderljik opgenomen in de risico-inventarisatie veiligheid die is uitgevoerd middels de risicomonitor. De
houder heeft in de risico-inventarisatie bij ‘buitenruimte algemeen’ aangegeven dat de afzonderlijke buitenruimtes
in kaart zijn gebracht. De houder heeft van de vier speelpleinen tijdens het inspectiebezoek een document
overgelegd. Dit bestaat per speeltuin uit een foto van het terrein en de directe omgeving. Hierop is een loopfietsroute aangegeven. Aanvullend is er een beschrijving weergegeven van de bijzonderheden per terrein en de
regels die gelden bij gebruik van het terrein.
De locatie is veilig (voor de doelgroep) ingericht. Er is in de centrale hal, waar alle ruimtes op uitkomen, een
ontruimingsplattegrond en een EHBO-doos aanwezig. Er zijn bovendien verschillende brandblussers en
branddekens aanwezig op de locatie.
De houder heeft in oktober 2013 de risico-inventarisatie gezondheid uitgevoerd middels de risicomonitor. Alle
thema’s zijn volledig ingevuld. Bij de risico’s zijn maatregelen beschreven en er zijn verwijzingen naar protocollen
en werkinstructies. De verschillende maatregelen komen terug in het buitenspeelbeleid, de 'Werkinstructie hygiëne
Natuurfontein' en de 'Instructie handelwijze bij ziekte Natuurfontein'.
De houder verklaart dat alle protocollen en beleidsstukken minimaal jaarlijks besproken worden wanneer de risicoinventarisaties zijn uitgevoerd. Bij indiensttreding moeten alle beroepskrachten alle beleidsstukken lezen, worden
deze besproken en moeten de beroepskrachten een aftekenlijst invullen. Tijdens het werkoverleg is er aandacht
voor de beleidsstukken en wanneer er geëvalueerd wordt of de beschreven werkwijze in de praktijk uitvoerbaar
is.
Als aandachtspunt geldt dat het beleid dat in de praktijk omtrent het ophalen van de verschillende scholen
(inclusief werkwijze app) op de andere locatie al wordt uitgevoerd en bij de nieuwe locatie zal worden uitgevoerd,
opgenomen dient te worden in een beleidsstuk.
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld vastgesteld die is gebaseerd op de meldcode
van de Brancheorganisatie Kinderopvang. De houder is zelf aangesteld als aandachtsfunctionaris. De houder
verklaart dat alle beroepskrachten werkzaam bij de andere locatie de cursus ‘Kinderen die opvallen' hebben
gevolgd. Dit geldt echter niet voor de twee beroepskrachten die zullen starten bij deze locatie. De houder geeft
aan dat dit nog aangeboden zal worden.
De houder verklaart dat bij de start van de nieuwe locatie de meldcode geïmplementeerd zal worden en
besproken wordt met het personeel.
Gebruikte bronnen:
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid, gesprek met de houder, 'Instructie buitenspelen Natuurfontein',
protocol veiligheid Natuurfontein, 'Werkinstructie hygiëne Natuurfontein', ziekteverzuimbeleid Natuurfontein,
'Instructie handelwijze bij ziekte Natuurfontein', meldcode (gebaseerd op versie juli 2013) en inspectieonderzoek.
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
7/14
Accommodatie en inrichting
Binnenspeelruimte
De buitenschoolse opvang bestaat uit een ruime centrale hal, die is ingericht als opvangruimte. Deze ruimte is op
de plattegrond gekenmerkt als opvangruimte (met bijeenkomstfunctie. Deze ruimte heeft een oppervlakte van
74,7 m². Verder zijn er vijf aparte kamers (van 21 m², 18,8 m², 18,1 m², 15,4 m² en 16,2 m²) die zijn
aangemerkt als opvangruimte met bijeenkomstfunctie. Er is, gebaseerd op de plattegrond, een totale oppervlakte
van 164,23 vierkante meter. Dit is onvoldoende voor de opvang van 48 kinderen waarvoor de aanvraag is
gedaan. Dit is tijdens het onderzoek met de houder besproken. De houder is op de hoogte van het feit dat er
slechts 46 kinderen opgevangen kunnen worden. De houder heeft het pedagogisch beleid hierop aangepast (zie
advies toezichthouder).
Er is gedurende het onderzoek geen omgevingsvergunning overgelegd. In de gegevens die door het stadsdeel bij
de aanvraag zijn aangeleverd, is opgenomen dat een ontwerp omgevingsvergunning ter inzage ligt (5 december
2013).
Alle ruimtes zijn ingericht met tafels en hebben verschillende thema’s. Zo zijn er een loungeruimte met een bed,
een ruimte met een kinderkeukentje, een bouwruimte en een chillruimte met verschillende poefen. Er zal ook een
'laboratoriumruimte' zijn met een microscoop.
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar.
(art 1.50 lid 2 sub a sub b sub c sub d sub e sub f sub g sub h W et kinderopvang en kw aliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 lid 1 lid 2
Besluit kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kw aliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.)
Buitenspeelruimte
De buitenschoolse opvang is gelegen in het Westerpark. Hiermee wordt vanzelfsprekend voldaan aan de
voorwaarde omtrent de oppervlakte van beschikbare (aangrenzende) buitenruimte.
De houder is echter niet voornemens het Westerpark te gaan gebruiken als buitenruimte bij de start van
exploitatie, omdat het Westerpark veel water, en daarbij risico's, heeft. De houder wil eerst de nieuwe kinderen
leren kennen voordat het Westerpark als buitenruimte wordt gebruikt. De houder heeft vier verschillende
openbare buitenruimtes gekozen in de omgeving van de locatie en/of de scholen die zullen worden gebruikt.
Gebruikte bronnen:
Gesprek met de houder, plattegrond (versie 14 november 2013) en overzicht per speelruimte.
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
8/14
Ouderrecht
Informatie
De houder informeert de ouders door middel van de website (www.natuurfontein.nl), het pedagogisch beleidsplan
(dat de ouders kunnen opvragen) en de huisregels die tijdens het intakegesprek met de ouders worden
besproken.
Tijdens het intakegesprek zullen ouders op de hoogte worden gesteld van welke beroepskracht de mentor (vaste
beroepskracht) is van hun kind.
Als aandachtspunt geldt dat de beschrijving van de inzet van de pedagogisch medewerkers in opleiding
uitgebreider en concreter kan. De houder heeft de tekst op de website naar aanleiding van het inspectiebezoek
aangepast. Dit kan echter nog uitgebreider, zodat de beschrijving van de inzet van BBL'ers meer overeenstemt
met de voorwaarden die de cao Kinderopvang stelt.
Klachten
De houder beschikt over een klachtenregeling. De houder is aangesloten bij een onafhankelijke
klachtencommissie, namelijk de sKK. De houder brengt de klachtenregeling op passende wijze onder de aandacht
van de ouders door middel van een beschrijving in het pedagogisch beleid en de website. De regeling geeft
duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten.
Gebruikte bronnen:
Gesprek met de houder, website www.natuurfontein.nl en 'Pedagogisch beleid Natuurfontein' (versie januari
2014).
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
9/14
Inspectie-items
Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
Kinderopvang in de zin van de wet
De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats.
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van
kinderen.
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan.
Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de
vestiging(en) van de houder.
De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te
voorkomen.
Pedagogisch klimaat
Pedagogisch beleidsplan
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang
met kinderen is beschreven.
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze
waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de
ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en
waarden aan kinderen plaatsvindt.
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang
en de leeftijdsopbouw van de basisgroep.
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen
hun basisgroep verlaten.
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun
werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven
indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven
indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio.
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen
wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen.
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het
gebruikmaken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.
Pedagogische praktijk
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college
van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in
het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de
werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de
werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO
Kinderopvang is opgenomen.
Beroepskracht-kind-ratio
A. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de
groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
10/14
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de
rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF
B. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de
groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig
kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het
kindercentrum aanwezig is.
Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen, kunnen ten hoogste een half uur per dag minder
beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is.
Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen, kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten
ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kind-ratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 uur en na
16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze.
De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 uur en na 16.30 uur en tijdens de voor
dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten.
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken
van de beroepskracht-kind-ratio.
Opvang in groepen
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
A. De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het
basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
Of
B. De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het
basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
Indien een kind in een andere basisgroep dan de vaste basisgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer
dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode.
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
Of
B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke
omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Veiligheid en gezondheid
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen,
verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden
genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de
maatregelen.
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde
risico-inventarisatie veiligheid.
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch
handelen.
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden
genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de
maatregelen.
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde
risico-inventarisatie gezondheid.
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling die voldoet aan de beschreven eisen.
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
Accommodatie en inrichting
Binnenspeelruimte
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
11/14
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar.
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen
kinderen.
Buitenspeelruimte
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.
De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang.
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum.
De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar.
De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.
Ouderrecht
Informatie
De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.
Klachten
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen.
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
12/14
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Vestigingsnummer
Website
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse opvang
:
:
:
:
:
Stadvinders Westerpark
000028314611
http://www.natuurfontein.nl
48
Nee
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcde en plaats
KvK nummer
Website
:
:
:
:
:
Monique Josephine Charlotte van Loenen-Hilbrink
Doggerstraat 20
1086 VG AMSTERDAM
52541924
www.natuurfontein.nl
:
:
:
:
:
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang
Postbus 2200
1000 CE AMSTERDAM
020 555 55 75
Mw. drs. M.C. van Wieringen
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Postadres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam
Postadres
Postcode en plaats
: Stadsdeel West
: Postbus 57239
: 1020 BC AMSTERDAM
Planning
Datum inspectiebezoek
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststellen inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
: 07-01-2014
: 13-01-2014
: 21-01-2014
:
:
:
:
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
13/14
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
P.M.
Stadvinders Westerpark - Onderzoek na aanvraag 07-01-2014
14/14