Inspectierapport Kinderopvang Het Stokpaardje (KDV) Jan Miessenlaan 5 1901 MV CASTRICUM Registratienummer 199558772 Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport: GGD Hollands Noorden CASTRICUM 01 augustus 2014 Regulier onderzoek Definitief 15 augustus 2014 Inhoudsopgave Het onderzoek ................................................................................................................ 3 Observaties en bevindingen............................................................................................... 4 Pedagogisch klimaat ..................................................................................................... 4 Personeel en groepen ................................................................................................... 5 Veiligheid en gezondheid ............................................................................................... 6 Inspectie-items ............................................................................................................... 7 Gegevens voorziening .................................................................................................... 11 Gegevens toezicht ......................................................................................................... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum.......................................................................... 12 2 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-08-2014 Kinderopvang Het Stokpaardje te CASTRICUM Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Algemeen: Kinderdagverblijf Het Stokpaardje is drie jaar geleden opgericht als kleinschalig kindercentrum in een natuurlijke omgeving. Hiervoor is het voorste gedeelte van de stalhouderij & kleine paardenfokkerij Veldt omgebouwd tot kindercentrum. De grote, kwadratische ruimte met veel daglichtinval is overzichtelijk ingericht met in het midden een open, maar niet direct toegankelijke atelierruimte voor een kleine groep kinderen en verschillende speelhoeken. Entreeruimte, keukenunit, sanitaire ruimte en slaapkamers liggen in of direct naast de hoofdverblijfsruimte. De genoemde gebruiksruimten staan door gebruik van veel glazen deuren en muren optisch met elkaar in verbinding. De hoofdruimte heeft aan de zonzijde een pui over de hele lengte van de wand met toegang naar het buitenspeelterrein, dat ingericht is met gras, een bestraat gedeelte om bijvoorbeeld te fietsen, een zandbak met speelmuurtje en zitgelegenheden. Naast kippen in een buitenhok op het speelterrein heeft de houder op een aangrenzend terrein ook een geit, die de kinderen af en toe mogen bezoeken. Het Stokpaardje is 5 dagen per week geopend van 7.00 tot 18.00 uur en biedt opvang aan maximaal 16 kinderen. Om de kwaliteit hoog te houden houdt de houder een maximale groepsgrootte van 14 kinderen aan. Inspectiehistorie: Tijdens de op 27 augustus 2013 gehouden reguliere inspectie zijn met betrekking tot het pedagogisch beleid tekortkomingen geconstateerd. Onvoldoende beschreven was het volgende: • Verlaten van de stamgroep; • Wenbeleid; • Afnamemogelijkheden van extra dagen; • Achterwachtregeling. Inspectie: Sinds 1 januari 2014 is een wetswijziging van kracht. Met de herschikking van domeinen zijn verschillende inspectie-items samengevoegd. Dit resulteert in een nieuwe opmaak van het inspectierapport. Ongeacht een enkele tekstuele aanpassing is de strekking van de voorwaarden onveranderd gebleven. Achter in het inspectierapport staan de verschillende inspectie-items en voorwaarden genoemd, met daarbij de verwijzing naar het betreffende wetsartikel. De houder heeft een vijfkoppige oudercommissie. Tijdens de huidige inspectie is geen aanleiding gevonden om contact met de commissie te zoeken. Conclusie: De houder voldoet aan de gestelde eisen. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-08-2014 Kinderopvang Het Stokpaardje te CASTRICUM Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Kinderdagverblijf Het Stokpaardje werkt met Casa 4. Casa 4 is een landelijke organisatie die ondersteuning biedt aan ondernemingen voor kleinschalige en agrarische kinderopvang. Het pedagogisch beleid baseert op de pedagogische visie van Casa 4. Bewust contact met kinderen en alle andere betrokkenen is de rode draad binnen de gehele onderneming. Pedagogisch beleid De houder heeft het pedagogisch beleid in het najaar van 2013 gewijzigd. Anders dan ten tijde van de vorige inspectie voldoet dit nieuwe beleidsplan aan de gestelde eisen, op de ontbrekende omschrijving van het te volgen vierogenprincipe na. In de praktijk is werken volgens dit principe nooit iemand alleen op de groep laten werken zonder toezicht - door de open inrichting, de groepssamenstelling en de personele inzet gewaarborgd. De groep is volledig bezet, de houder heeft een wachtlijst. Inzet van minder dan 2 beroepskrachten is om die reden geen optie, wederzijds toezicht is in de praktijk geborgd. 07-08-2014: De houder heeft de werkwijze in juni 2014 met alle ouders besproken en tijdens de conceptfase van dit onderzoek toegevoegd in het beleidsplan, waarvan een afschrift is gezonden naar de toezichthouder. Pedagogische praktijk Voor het toetsen van de pedagogische kwaliteit is een observatie-instrument gebruikt. Teksten uit dit instrument zijn schuin weergegeven. Tijdens het inspectiebezoek voldeed de pedagogische praktijk aan de gestelde eisen. Citaat observatie-instrument: Het welbevinden van de kinderen is goed. De kinderen zijn ondernemend, energiek en vol aandacht. Zij genieten van de dingen die gebeuren en die zijzelf kunnen. Zij zijn ingespannen met iets bezig, maar kunnen daarna ook weer ontspannen. Praktijkvoorbeeld: De opvang werd aan het einde van de middag bij prachtig zomerweer buiten geboden. Beide aanwezige beroepskrachten zaten samen met de kinderen in en naast de zandbak. In een ontspannen sfeer, waarin kinderen solitair en met elkaar in spel waren, gaven de beroepskrachten kinderen mogelijkheden aan om dingen uit te proberen. Een van de kleine kinderen schonk, onder begeleiding, zelf limonade in zijn beker, een ander klein kind werd gestimuleerd om zijn beker met limonade zelf vast te houden en zonder hulp eruit te drinken. Citaat observatie-instrument: Beroepskrachten stemmen de timing en de inhoud van interacties op passende wijze af op de situatie en/of het begripsniveau van een kind. Praktijkvoorbeeld: De beroepskracht wilde de sanitaire unit aan de toezichthouder laten zien en kwam bij de deur een kind tegen, dat net naar het toilet was geweest. De houder vroeg of "het gelukt" was, wat het geval bleek, en vroeg vervolgens of het kind al zijn handen had gewassen. Dit moest nog gebeuren. De beroepskracht begeleidde het kind hierin en liet het zo veel mogelijk handelingen zelf uitvoeren. "En heb je ook al doorgetrokken?" Nee. "Zullen we dat dan maar doen?" Ja, dat was een goed idee. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder) • • Interview anderen (Beroepskrachten) • Observaties (Binnen en buiten) • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan 4 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-08-2014 Kinderopvang Het Stokpaardje te CASTRICUM Personeel en groepen De houder heeft 6 vaste beroepskrachten in dienst en 2 invalleidsters. Daarnaast is een extra volwassene beschikbaar in geval van calamiteit. 50% van de vaste beroepskrachten is HBO geschoold. Verklaring omtrent het gedrag De verklaringen omtrent het gedrag zijn in een steekproef gecontroleerd, de geziene documenten voldoen aan de gestelde eisen. Passende beroepskwalificatie De diploma's zijn steekproefsgewijs gecontroleerd en voldoen aan de eisen. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder) • Interview anderen (Beroepskrachten) • Observaties (Binnen en buiten) • Verklaringen omtrent het gedrag • Diploma's beroepskrachten • Plaatsingslijsten • Presentielijsten • Personeelsrooster 5 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-08-2014 Kinderopvang Het Stokpaardje te CASTRICUM Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is uitgevoerd in juni 2014. Alle hieruit voortgekomen actiepunten zijn in juli 2014 afgehandeld. Ten aanzien van de uitvoering der huisregels en protocollen is tijdens de inspectie bijvoorbeeld gezien dat kinderen goed tegen de zon werden beschermd. De slaapkamers werden goed geventileerd, de slaapkamertemperatuur was ondanks de warmte buiten op het gewenste peil. Meldcode kindermishandeling De vanuit de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is op 1 juli 2013 in werking getreden. De houder hanteert de actuele meldcode. Vierogenprincipe Alle ruimten van de locatie zijn verbonden met elkaar via de groepsruimte waarbij de deuren zijn voorzien van glas. Op het rooster wordt aangegeven dat alleen het eerste en het laatste halfuur van de opvangtijd een medewerker alleen staat op de groep. Dit is het tijdstip waarop ouders elk moment kunnen binnenlopen. Zie ook de toelichting onder 1. Pedagogisch beleid. Gebruikte bronnen: • Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Houder) • Interview anderen (Beroepskrachten) • Risico-inventarisatie veiligheid (juni 2014) • Risico-inventarisatie gezondheid (juni 2014) • Actieplan veiligheid • Actieplan gezondheid • Meldcode kindermishandeling • Pedagogisch beleidsplan • Pedagogisch werkplan 6 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-08-2014 Kinderopvang Het Stokpaardje te CASTRICUM Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub c Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub d Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub e Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub f Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 7 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-08-2014 Kinderopvang Het Stokpaardje te CASTRICUM De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-08-2014 Kinderopvang Het Stokpaardje te CASTRICUM Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-08-2014 Kinderopvang Het Stokpaardje te CASTRICUM In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-08-2014 Kinderopvang Het Stokpaardje te CASTRICUM Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie Gegevens houder Naam houder KvK nummer : : : : Kinderopvang Het Stokpaardje http://www.kdvstokpaardje.nl 16 Nee : Cornelia Petronella Geertruida Maria Veldt Valkering : 37124365 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door : : : : : Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats : CASTRICUM : Postbus 1301 : 1900 BH CASTRICUM Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Hoor en wederhoor Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport : : : : : : GGD Hollands Noorden Postbus 324 1740 AH SCHAGEN 0224-720620 mevrouw K. Herfkens 01-08-2014 13-08-2014 27-08-2014 27-08-2014 15-08-2014 15-08-2014 : 15-08-2014 : 16-08-2014 11 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-08-2014 Kinderopvang Het Stokpaardje te CASTRICUM Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft aangegeven zich in de beoordelingen te herkennen. 12 van 12 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 01-08-2014 Kinderopvang Het Stokpaardje te CASTRICUM
© Copyright 2025 ExpyDoc