322 kb

BELGISCH STAATSBLAD — 12.09.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
overheidsdienst en moderne organisatie, evalueren de zones zichzelf
voortdurend om te evolueren naar een goed presterende organisatie die
gericht is op de kwaliteit van de dienstverlening aan de burgers.
3.5.2 Lessen getrokken uit het vorige programma
72227
organisation moderne, les zones s’évaluent sans cesse afin de progresser vers une organisation performante tournée sur la qualité du service
apporté aux citoyens.
3.5.2 Leçons tirées du programme précédent
HOOFDSTUK 4 : Financiële meerjarenplanning
4.1 Begroting
CHAPITRE 4 : Planification pluriannuelle financière
4.1 Le budget
HOOFDSTUK 5 : Communicatiebeleid
5.1 Lessen getrokken uit het vorige plan
5.2 Interne communicatie
5.3 Externe communicatie
CHAPITRE 5 : Politique de la communication
5.1 Leçons tirées du programme précédent
5.2 La communication interne
5.3 La communication externe
HOOFDSTUK 6 : Toepassing van de zonale doelstellingen
op gemeentelijk niveau
De drie sleutelelementen moeten toegepast worden (1. strategische
doelstellingen, 2. de niveaus van dienstverlening die met name
vastgelegd zijn op basis van de risicoanalyse (cf. 2.4.), 3. de middelen
die nodig zijn om de vastgelegde doelstellingen te bereiken) op
gemeentelijk niveau. Het plan omvat enkel een gemeentelijk luik als de
projecten/het beleid van de zone een bijzondere impact hebben op een
gemeente ten opzichte van de andere gemeenten van de zone.
Bijvoorbeeld de bouw of de schrapping van een kazerne, de verandering van het niveau van dienstverlening, enz.
Datum van de zitting ter goedkeuring van het programma door de
Raad.
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 24 april 2014 tot
vaststelling van de minimale inhoud en de structuur van het meerjarenbeleidsplan van de hulpverleningszones.
CHAPITRE 6 : Application des objectifs zonaux
au niveau communal.
Il convient d’appliquer les trois éléments-clés (1. Objectifs stratégiques, 2. Les niveaux de service déterminé notamment sur la base de
l’analyse des risques (cf. 2.4.), 3. Moyens nécessaires pour atteindre les
objectifs fixés) au niveau communal. Le programme ne comprend un
volet communal que si les projets/la politique menée par la zone a un
impact particulier sur une commune par rapport aux autres communes
de la zone. Par exemple, la construction ou la suppression d’une caserne,
le changement de niveau de service, etc.
FILIP
PHILIPPE
Date de la séance d’approbation du programme par le Conseil.
Vu pour être annexé à Notre arrêté du 24 avril 2014 déterminant le
contenu minimal et la structure du programme pluriannuel de
politique générale des zones de secours.
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Mevr. J. MILQUET
La Ministre de l’Intérieur,
Mme J. MILQUET
*
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN
SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR
[C − 2014/00692]
23 AUGUSTUS 2014. — Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 3
van het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling
van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als
centra van het eenvormig oproepstelsel
[C − 2014/00692]
23 AOUT 2014. — Arrêté royal modifiant l’article 3 de l’arrêté royal du
2 avril 1965 déterminant les modalités d’organisation de l’aide
médicale urgente et portant désignation des communes comme
centres du système d’appel unifié
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende medische
hulpverlening, artikel 1, vervangen bij de wet van 22 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1965 houdende vaststelling
van de modaliteiten tot inrichting van de dringende geneeskundige
hulpverlening en houdende aanwijzing van de gemeenten als centra
van het eenvormig oproepstelsel;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de
112-centra en het agentschap 112;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op
19 december 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting van
4 april 2014;
Gelet op advies 56.016/2 van de Raad van State, gegeven op
23 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de
Minister van Volksgezondheid,
PHILIPPE, Roi des Belges,
A tous, présents et à venir, Salut.
Vu la loi du 8 juillet 1964 relative à l’aide médicale urgente,
l’article 1er, remplacé par la loi du 22 février 1998;
Vu l’arrêté royal du 2 avril 1965 déterminant les modalités d’organisation de l’aide médicale urgente et portant désignation des communes
comme centres du système d’appel unifié;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Vu l’arrêté royal du 17 octobre 2011 relatif aux centres 112 et à
l’agence 112;
Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 19 décembre 2013;
Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 4 avril 2014;
Vu l’avis 56.016/2 du Conseil d’Etat, donné le 23 avril 2014, en
application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le Conseil
d’État, coordonnées le 12 janvier 1973;
Sur la proposition de Notre Ministre de l’Intérieur et de notre
Ministre de la Santé publique,
Nous avons arrêté et arrêtons :
Artikel 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 2 april 1965
houdende vaststelling van de modaliteiten tot inrichting van de
dringende geneeskundige hulpverlening en houdende aanwijzing van
de gemeenten als centra van het eenvormig oproepstelsel, vervangen
bij koninklijk besluit van 19 december 1997 en gewijzigd bij de
koninklijke besluiten van 26 november 1998, 26 mei 1999 en 7 maart 2002
wordt vervangen als volgt :
Article 1er. L’article 3 de l’arrêté royal du 2 avril 1965 déterminant
les modalités d’organisation de l’aide médicale urgente et portant
désignation des communes comme centres du système d’appel unifié,
remplacé par l’arrêté royal du 19 décembre 1997 et modifié par les
arrêtés royaux du 26 novembre 1998, du 26 mai 1999 et du 7 mars 2002
est remplacé comme suite :
“Artikel 3. De Brusselse Agglomeratie wordt aangewezen als centrum van het eenvormig oproepstelsel.
“Article 3. L’Agglomération bruxelloise est désignée comme centre
du système d’appel unifié.
72228
BELGISCH STAATSBLAD — 12.09.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE
Het centrum van het eenvormig oproepstelsel wordt zodanig
georganiseerd dat het kan instaan voor de tenlasteneming van de
oproepen van heel het grondgebied.
Le centre d’appel unifié est organisé de façon à assurer la prise en
charge des appels pour l’ensemble du territoire.
De Brusselse Agglomeratie neemt alle maatregelen die nuttig zijn om
zonder onderbreking de werking te waarborgen van het centrum van
het eenvormig oproepstelsel.”
L’Agglomération bruxelloise prend toutes mesures utiles pour assurer le fonctionnement, sans interruption, du centre d’appel unifié.”
Art. 2. In artikel 27 van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011
betreffende de 112-centra en het agentschap 112 worden de woorden
“worden de artikelen 2, § 2 en 3“ vervangen door de woorden “wordt
artikel 2, § 2”.
Art. 2. Dans l’article 27 de l’arrêté royal du 17 octobre 2011 relatif
aux centres 112 et à l’agence 112, les mots ″les articles 2, § 2 et 3″ sont
remplacés par les mots ″l’article 2, § 2″ et les mots ″sont abrogés″ sont
remplacés par les mots ″est abrogé″.
Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2013.
Art. 4. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Volksgezondheid zijn belast met de uitvoering van dit
besluit.
Art. 3. Le présent arrêté produit ses effets le 1er octobre 2013.
Art. 4. Le ministre qui a l’Intérieur dans ses attributions est chargé
de l’exécution du présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 23 août 2014.
Gegeven te Brussel, 23 augustus 2014.
FILIP
PHILIPPE
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
M. WATHELET
Le Ministre de l’Intérieur,
M. WATHELET
De Minister van Volksgezondheid,
Mevr. L. ONKELINX
La Ministre de la Santé publique,
Mme L. ONKELINX
*
FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN
SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES
[C − 2014/03356]
23 AUGUSTUS 2014. — Koninklijk besluit tot bepaling van het
definitieve verdelingsplan van de subsidies van de Nationale
Loterij voor het dienstjaar 2013
[C − 2014/03356]
23 AOUT 2014. — Arrêté royal déterminant le plan de répartition
définitif des subsides de l’exercice 2013 de la Loterie Nationale
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 april 2002 tot rationalisering van de werking
en het beheer van de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 22 en 23;
PHILIPPE, Roi des Belges,
A tous, présents et à venir, Salut.
Vu la loi du 19 avril 2002 relative à la rationalisation du fonctionnement et de la gestion de la Loterie Nationale, notamment l’article 22 et
23;
Sur la proposition de Notre Ministre des Finances et de l’avis de Nos
Ministres qui en ont délibéré en Conseil,
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en op het advies
van Onze in Raad vergaderde Ministers,
Nous avons arrêté et arrêtons :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In toepassing van artikelen 22 en 23 van de wet van
19 april 2002 tot rationalisering van de werking en het beheer van de
Nationale Loterij, wordt het verdelingsplan van de subsidies van het
dienstjaar 2013 van de Nationale Loterij, vastgesteld op 214.035.000 euro,
als volgt bepaald :
Article 1er. En application des articles 22 et 23 de la loi du
19 avril 2002 relative à la rationalisation du fonctionnement et de la
gestion de la Loterie Nationale, le plan de répartition des subsides de
l’exercice 2013 de la Loterie Nationale, fixé à 214.035.000 euros, est
déterminé comme suit :
RUBRIEKEN. — RUBRIQUES
BEDRAGEN
MONTANTS
(en/in euro(s))
1.
Materies die rechtstreeks door de wet bedoeld worden - Matières visées directement par la loi
1.1.
Nationale Kas voor Rampenschade - Caisse nationale des calamités
1.2.
Belgisch fonds voor de voedselzekerheid - Fonds belge pour la sécurité alimentaire
16.485.000
1.3.
Belgische Ontwikkelingssamenwerking (DGOS) - Coopération belge au développement (DGCD)
66.241.500
1.4.
Deelstaten - Entités fédérées (27,44 % = 58.731.204 EUR)
1.4.1.
Duitstalige Gemeenschap - Communauté germanophone
1.4.2.
Vlaamse Gemeenschap - Communauté flamande
34.915.174,73
1.4.3.
Franse Gemeenschap - Communauté française
23.321.042,68
2.
Specifieke dotaties - Dotations spécifiques
2.1.
Instellingen en organisaties van bijzonder maatschappelijk belang - Institutions et organisations d’intérêt
social particulier
2.1.1.
Belgische Rode Kruis - Croix-Rouge de Belgique
2.1.1.1.
Werking - Fonctionnement
2.1.1.2.
Project Belgische gerepatrieerden - Projet Rapatriement de Belges
2.1.2.
Antigifcentrum (bijzondere bijdrage) - Centre antipoisons (contribution spéciale)
2.1.3.
Koning Boudewijnstichting - Fondation Roi Baudouin
4.122.000
494.986,59
1.514.000
120.000
1.984.500
11.771.000