K.B. 25-09-2014

80560
BELGISCH STAATSBLAD — 16.10.2014 — MONITEUR BELGE
KAPITEL 6 — Schlussbestimmungen
Art. 11 - Vorliegender Erlass tritt frühestens an den folgenden Daten in Kraft:
- Datum des Inkrafttretens des Beitritts Belgien zum Protokoll von 2002 zum Athener Übereinkommen von 1974
über die Beförderung von Reisenden und ihrem Gepäck auf See;
- Geltungsbeginn der Verordnung (EG) Nr. 392/2009 vom 23. April 2009 über die Unfallhaftung von Beförderern
von Reisenden auf See.
Art. 12 - Der Minister, zu dessen Zuständigkeitsbereich der Seeverkehr gehört, ist mit der Ausführung des
vorliegenden Erlasses beauftragt.
Gegeben zu Brüssel, den 13. Juni 2012
ALBERT
Von Königs wegen:
Der Minister der Nordsee
J. VANDE LANOTTE
*
FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER
SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS
[C − 2014/14619]
25 SEPTEMBER 2014. — Koninklijk besluit tot wijziging van het
koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de
consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen
inzake het wegverkeer voor wat betreft de overtredingen van de
vierde graad
[C − 2014/14619]
25 SEPTEMBRE 2014. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du
19 avril 2014 relatif à la perception et à la consignation d’une
somme lors de la constatation d’infractions en matière de circulation routière pour ce qui concerne les infractions du quatrième
degré
FILIP, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer,
gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 65, vervangen bij de wet van
29 februari 1984 en gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1990,
26 maart 2007 en 9 maart 2014;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning
en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen
inzake het wegverkeer, gewijzigd bij het koninklijk besluit van
25 juni 2014;
Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;
Gelet op de adviezen van de Inspecteurs van Financiën, gegeven op
31 maart 2014 en 3 juni 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting,
d.d. 1 april 2014;
Gelet op advies 55.869/4 van de Raad van State, gegeven op
23 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken, de
Minister van Financiën, de Minister van Justitie en de Staatssecretaris
voor Mobiliteit,
PHILIPPE, Roi des Belges,
A tous, présents et à venir, Salut.
Vu la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le
16 mars 1968, l’article 65, remplacé par la loi du 29 février 1984 et
modifié par les lois du 18 juillet 1990, 26 mars 2007 et 9 mars 2014;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1. In artikel 2, 1°, c, van het koninklijk besluit van 19 april 2014
betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling
van de overtredingen van de wet inzake het wegverkeer, worden de
woorden “330 euro” vervangen door de woorden “450 euro”.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.
Art. 3. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, de minister
bevoegd voor de Financiën, de minister bevoegd voor Justitie en de
minister bevoegd voor het Wegverkeer zijn, ieder wat hem betreft,
belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 september 2014.
FILIP
Vu l’arrêté royal du 19 avril 2014 relatif à la perception et à la
consignation d’une somme lors de la constatation d’infractions en
matière de circulation routière, modifié par l’arrêté royal du 25 juin 2014;
Vu l’association des gouvernements régionaux;
Vu les avis des Inspecteurs des Finances donnés le 31 mars 2014 et le
3 juin 2014;
Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 1 avril 2014;
Vu l’avis 55.869/4 du Conseil d’Etat, donné le 23 avril 2014, en
application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le Conseil
d‘Etat, coordonnées le 12 janvier 1973;
Sur la proposition du Ministre de l’Intérieur, du Ministre des
Finances, de la Ministre de la Justice et de la Secrétaire d’Etat à la
Mobilité,
Nous avons arrêté et arrêtons :
Article 1er. Dans l’article 2, 1°, c, de l’arrêté royal du 19 avril 2014
relatif à la perception et à la consignation d’une somme lors de la
constatation d’infractions en matière de circulation routière, les mots
« 330 euros » sont remplacés par les mots « 450 euros ».
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2015.
Art. 3. Le ministre qui a l’Intérieur dans ses attributions, le ministre
qui a les Finances dans ses attributions, le ministre qui a la Justice dans
ses attributions, et le ministre qui a la Circulation routière dans ses
attributions, sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution
du présent arrêté.
Donné à Bruxelles, le 25 septembre 2014.
PHILIPPE
Van Koningswege :
Par le Roi :
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Melchior WATHELET
Le Ministre de l’Intérieur,
Melchior WATHELET
De Minister van Financiën,
Koen GEENS
Le Ministre des Finances,
Koen GEENS
De Minister van Justitie,
Maggie DE BLOCK
La Ministre de la Justice,
Maggie DE BLOCK
De Staatssecretaris voor Mobiliteit,
Catherine FONCK
La Secrétaire d’Etat à la Mobilité,
Catherine FONCK

Download Report