39484 BELGISCH STAATSBLAD — 15.05.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE — de inventaris van de contracten en overeenkomsten van allerhande aard opgemaakt of gesloten door de Staatsdienst met afzonderlijk beheer.″ — l’inventaire des contrats et conventions de tous ordres qui ont été passés ou conclus par le Service de l’Etat à gestion séparée.″ Art. 3. Artikel 46 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001, wordt vervangen als volgt : Art. 3. L’article 46 du même arrêté, modifié par l’arrêté royal du 13 juillet 2001, est remplacé par ce ce qui suit : “Art. 46. Voor zover het voorwerp van de overheidsopdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten vooraf goedgekeurd werd door de beheercommissie en binnen de perken blijft van de kredieten die daartoe in de begroting voor het begrotingsjaar ingeschreven zijn, is de ordonnateur gemachtigd de wijze te bepalen waarop de opdracht gegund wordt, het bijzonder bestek of de als zodanig geldende bescheiden vast te stellen, de procedure in te zetten en de opdracht te gunnen voor de behoeften van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer.″ ″Art. 46. Pour autant que l’objet du marché public de travaux, de fournitures ou de services ait été approuvé au préalable par la commission de gestion et qu’il s’inscrive dans les limites des crédits ouverts à cette fin dans le budget de l’année budgétaire, l’ordonnateur est habilité à fixer le mode de passation du marché, à arrêter le cahier spécial des charges ou les documents en tenant lieu, à initier la procédure et à attribuer le marché pour les besoins du Service de l’Etat à gestion séparée.″ Art. 4. In hetzelfde besluit worden opgeheven : Art. 4. Dans le même arrêté sont abrogés : 1° artikel 47, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001; 1° l’article 47, modifié par l’arrêté royal du 13 juillet 2001; 2° artikel 48; 2° l’article 48; 3° artikel 49, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 2001. 3° l’article 49, modifié par l’arrêté royal du 13 juillet 2001. Art. 5. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Art. 6. De minister bevoegd voor Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit. Art. 6. Le ministre compétent pour la Politique scientifique est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 25 avril 2014. Gegeven te Brussel, 25 april 2014. FILIP PHILIPPE Van Koningswege : Par le Roi : De Minister van Begroting, O. CHASTEL Le Ministre du Budget, O. CHASTEL De Minister van Financiën, K. GEENS Le Ministre des Finances, K. GEENS De Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, Ph. COURARD Le Secrétaire d’Etat à la Politique scientifique, Ph. COURARD * PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID SERVICE PUBLIC FEDERAL DE PROGRAMMATION POLITIQUE SCIENTIFIQUE [C − 2014/21061] [C − 2014/21061] 25 APRIL 2014. — Koninklijk besluit houdende specifieke regeling met betrekking tot de federale mobiliteit voor de Programmatorische federale overheidsdienst Wetenschapsbeleid en de federale wetenschappelijke instellingen die eronder ressorteren 25 AVRIL 2014. — Arrêté royal portant des modalités spécifiques de la mobilité fédérale pour le Service public fédéral de Programmation Politique scientifique et les établissements scientifiques fédéraux qui en relèvent FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet; Gelet op de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, artikel 8, § 1, 4°; PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu les articles 37 et 107, alinéa 2, de la Constitution; Vu la loi du 15 décembre 2013 portant des dispositions diverses concernant la simplification administrative, l’article 8, § 1er, 4°; Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, artikel 6, § 1; Vu l’arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de l’Etat, l’article 6, § 1er; Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 tot vaststelling van het organiek statuut van de federale wetenschappelijke instellingen, artikel 5, § 4; Vu l’arrêté royal du 20 avril 1965 fixant le statut organique des établissements scientifiques fédéraux, l’article 5, § 4; Gelet op het advies van het Directiecomité van de Programmatorische federale Overheidsdienst We-tenschapsbeleid, gegeven op 27 april 2012; Vu l’avis du Comité de direction du Service public de Programmation Politique scientifique, donné le 27 avril 2012; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 juni 2012; Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 22 juin 2012; Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, gegeven op 17 september 2012; Vu l’accord du Secrétaire d’Etat à la Fonction publique, donné le 17 septembre 2012; Gelet op het protocol nr. 155/2 van 14 februari 2014 van het Sectorcomité I – Algemeen Bestuur; Vu le protocole n° 155/2 du 14 février 2014 du Comité de secteur I – Administration générale; Gelet op het advies nr. 55.603/4 van de Raad van State, gegeven op 27 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Vu l’avis n° 55.603/4 du Conseil d’Etat, donné le 27 mars 2014, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; BELGISCH STAATSBLAD — 15.05.2014 − Ed. 2 — MONITEUR BELGE Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, van Onze Minister belast met Ambtenarenzaken, van Onze Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid en Onze Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : 39485 Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, de Notre Ministre chargé de la Fonction publique, de Notre Secrétaire d’Etat à la Politique scientifique et de Notre Secrétaire d’Etat à la Fonction publique et de l’avis de Nos Ministres qui en ont délibéré en Conseil, Nous avons arrêté et arrêtons : Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de Rijksambtenaren die onderworpen zijn aan het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel die respectievelijk behoren tot de Programmatorische federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid, hierna te noemen ″de POD″ of de federale wetenschappelijke instellingen die eronder ressorteren, hierna te noemen ″de FWI’s″ en die een aanvraag voor federale mobiliteit hebben ingediend voor de POD of een van die FWI’s overeenkomstig hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 15 januari 2007 betreffende de mobiliteit van de statutaire ambtenaren in het federaal administratief openbaar ambt. Article 1er. Le présent arrêté est applicable aux agents de l’Etat soumis à l’arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de l’Etat qui appartiennent respectivement au Service public fédéral de Programmation Politique scientifique, ci-après dénommé ″le SPP″ ou aux établissements scientifiques fédéraux qui en relèvent, ci-après dénommés ″les ESF″ et qui ont introduit une demande de mobilité fédérale pour le SPP ou un de ces ESF en application du chapitre II de l’arrêté royal du 15 janvier 2007 relatif à la mobilité des agents statutaires dans la fonction publique fédérale administrative. Art. 2. Voor de aanvragen als bedoeld in artikel 1, worden de respectieve bevoegdheden van Selor en de afgevaardigd bestuurder van Selor, zoals opgesomd in het voornoemde hoofdstuk II, respectievelijk uitgeoefend door de dienst Personeel en Organisatie van de POD en door de stafdirecteur van de voornoemde dienst. Art. 2. Pour les demandes visées à l’article 1er, les attributions respectives du Selor et de l’administrateur délégué de Selor telles qu’énumérées au chapitre II précité, sont exercées respectivement par le service Personnel et Organisation du SPP et par le directeur d’encadrement dudit service. Voor het overige blijven de bepalingen van het voormelde hoofdstuk II van toepassing. Pour le surplus, les dispositions dudit chapitre II restent d’application. Art. 3. De aanvragen van federale mobiliteit als bedoeld in artikel 1 die hangende zijn bij Selor worden overgedragen aan de dienst als bedoeld in artikel 2. Art. 3. Les demandes de mobilité fédérale visées à l’article 1er qui sont pendantes à Selor sont transférées au service visé à l’article 2. Art. 4. De Minister bevoegd voor Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit. Art. 4. Le Ministre compétent pour la Politique scientifique est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 25 avril 2014. Gegeven te Brussel, 25 april 2014. FILIP PHILIPPE Van Koningswege : Par le Roi : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Mme L. ONKELINX De Minister belast voor Ambtenarenzaken, K. GEENS Le Ministre chargé de la Fonction publique, K. GEENS De Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, Ph. COURARD Le Secrétaire d’Etat à la Politique scientifique, Ph. COURARD De Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, H. BOGAERT Le Secrétaire d’Etat à la Fonction publique, H. BOGAERT GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE VLAAMSE OVERHEID [C − 2014/35411] 21 MAART 2014. — Decreet houdende wijziging van het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid, wat betreft kadervormingstrajecten (1) Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid. Art. 2. In het decreet van 20 januari 2012 houdende een vernieuwd jeugd- en kinderrechtenbeleid, gewijzigd bij het decreet van 21 december 2012, wordt een artikel 17/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: “Art. 17/1. § 1. In dit artikel wordt verstaan onder: 1° animator: jeugdwerker die kinderen en jongeren bij hun activiteiten binnen het jeugdwerk begeleidt; 2° attest: een door de Vlaamse Gemeenschap erkend bewijs dat een individu een kadervormingstraject heeft doorlopen; 3° competentieprofiel: een afgerond geheel van competenties die een persoon in een bepaalde maatschappelijke context hanteert om de te verwachten resultaten in die maatschappelijke rol te realiseren;
© Copyright 2024 ExpyDoc