Evaluatie schoolplan De Boog 2013-2014 Zie schoolplan 2013-2014, zie tussenevaluatie februari 2014. In het schoolplan zijn verschillende doelen gesteld voor het schooljaar 2013-2014. Na een tussenevaluatie in februari is dit een eindevaluatie. Hierin staat hoe de beoogde ontwikkelingen zijn verlopen en wat het geplande vervolg is. Doelen gesteld in relatie tot het koersplan van SOPOH Doel schoolplan 2013-2014 Passend Onderwijs Op De Boog worden de ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs nauwlettend gevolgd en zal het team participeren op de momenten waarop een bijdrage kan worden geleverd. De Boog neemt deel aan de Pilot Maatwerk die de transitie naar het passend onderwijs in het samenwerkingsverband voorbereidt. Op de Boog wordt inhoud aan het onderwijs gegeven vanuit de visie van Maria Montessori. Hierbij staat de individuele ontwikkeling van het kind centraal. Dit komt overeen met de uitgangspunten van Passend Onderwijs: Er wordt gekeken naar de onderwijsbehoefte van het kind. Evaluatie augustus 2014 vervolg De Boog heeft deelgenomen aan de Pilot Maatwerk vanuit Passend Onderwijs Haarlemmermeer. Daarmee zijn de ontwikkelingen gevolgd en is invloed uitgeoefend op het beleid. De financiën zijn geëvalueerd met SOPOH en Passend Onderwijs. Wij hebben met het budget dat we voor Passend Onderwijs hebben gekregen voor dit schooljaar een aantal projecten gefinancierd: Taakspel, Rots en Water (13/14), extra formatie ( gedeeltelijk Marsja) en reservering voor plaatsing A en L naar SBO. Binnen SOPOH en binnen het samenwerkingsverband is mede door inspanningen en resultaten op De Boog het beleid betreffende P.O. vormgegeven. Dit schooljaar zijn twee kinderen verwezen naar SBO De Fakkel. Met De Fakkel is overleg over de begeleiding en eventuele terugplaatsing van één van hen geweest. Aan het eind van het jaar is in overleg met de ouders besloten dat dit meisje Claar Rekers zit in de werkgroep Passend Onderwijs van de SOPOH. Op deze manier kan zij de belangen van De Boog en van SOPOH binnen het Passend Onderwijs Haarlemmermeer behartigen en invloed uitoefenen op het beleid. 1 Claar Rekers en Rita Harder coördineren het Passend Onderwijs beleid op De Boog. Pedagogisch klimaat in een SOPOH school In het schooljaar 2013-2014 zullen gedragsitem 1 (Op een SOPOH-school heeft men hoge verwachtingen van kinderen) en gedragsitem 4 (Op een SOPOH-school houden we ons aan afspraken) in het schoolplan beschreven zijn. Gedragsitem 1: zie thema 4 vakinhoudelijke ontwikkeling. Gedragsitem 4: Zie borging afspraken Taakspel, borging afspraken vakinhoudelijke ontwikkeling, gebruik 4 gouden regels De Boog. Opbrengst- en handelingsgericht werken In het schooljaar 2013-2014 zal het team de opbrengsten nauwkeurig analyseren waarna gepaste interventies in het leerstofaanbod kunnen worden aangebracht. niet teruggeplaatst worden op De Boog. Er is vanuit het budget dat ons was toegekend van 11.000 euro nog 6800 euro over omdat De Fakkel de plaatsing van de twee overstappers niet heeft gefactureerd. Op De Boog is de financiële en inhoudelijke invulling van de begeleiding van kinderen met extra zorg in het passend onderwijs (schooljaar 14-15 en daarna) voorbereid. Gedragsitem 1: zie evaluatie vakinhoudelijke idem ontwikkeling. Gedragsitem 4: zie evaluatie borging afspraken Taakspel, borging afspraken vakinhoudelijke ontwikkeling, gebruik 4 gouden regels De Boog. Algemeen: We bespreken verschillende afspraken en spreken waar nodig elkaar aan op het er aan houden. Zie evaluatie vakinhoudelijke ontwikkeling. De opbrengsten zijn geëvalueerd in het team (4 x tijdens teamvergaderingen en studiedagen), de bouw (1 x naar aanleiding van resultaten) en per klas (2 x per jaar ib gesprek). Vanuit de evaluatie wordt steeds gekeken naar mogelijkheden de resultaten waar nodig te verbeteren waarbij de begeleiding bij een optimale individuele ontwikkeling van de leerlingen het uitgangspunt is. De interventies worden gekozen passend bij de identiteit van de school. 2 Idem ICT De Boog gebruikt ICT als communicatiemiddel tussen bestuurskantoor en scholen, scholen onderling, ouders en scholen, ouders en bestuurskantoor, externen en bestuurskantoor. Op De Boog is per 6 leerlingen één PC beschikbaar. De Boog heeft een ICT-coördinator. De Boog werkt met Parnassys en benut de mogelijkheden van dit systeem. In het schooljaar 2013-2014 combineert de school de gegevens vanuit het LOVS van CITO met de gegevens van Parnassys. Op De Boog wordt in 2013-2014 Integraal ingezet om de kwaliteit te meten. Alle doelen zijn bereikt. De communicatie tussen klas en ouders loopt waar dat een bruikbaar alternatief is mede op verzoek van ouders bij voorkeur via de mail. Alle mailadressen worden in Parnassys up to date gehouden zodat alle ouders daadwerkelijk bereikt worden. De schoolmailadressen van de leerkrachten zijn opgenomen in de schoolgids 2014-2015. Enkele Pc’s en digiborden zijn vervangen. De nog bruikbare Pc’s zijn op andere plekken binnen school ingezet. Boogies Wonderland heeft toegang tot Pss en eigen subgroepen binnen Pss. De website wordt regelmatig bijgehouden door Claar, Els en Lilian. Door de leerkrachten en Boogies Wonderland wordt de website als te weinig gebruiksvriendelijk ervaren. Met Heutink is gesproken over het vergroten van het gebruiksgemak en enkele wijzigingen zijn daarvoor doorgevoerd. Er is in de bovenbouwklassen en in een ouderavond extra aandacht besteed aan mediawijsheid. Uit de tevredenheidsenquête bleek dat de ouders de aandacht voor mediawijsheid niet zo hoog waarderen ( 2,9 op een schaal van 1 tot 4). Er zijn via Integraal een personeels- en oudertevredenheidspeiling uitgevoerd. De respons was groot (team 90 % en ouders 325 waarbij in meer dan de helft van de gezinnen de lijst door minstens één ouder is ingevuld). De tevredenheid over de verschillende 3 Eline van Delden neemt plaats in de werkgroep Mediawijsheid van SOPOH. Van daaruit zal zij aanbevelingen doen voor het vergroten van de mediawijsheid van leerlingen, team en ouders. Leerlingtevredenheidsonderzoek via Parnassys Integraal. onderwerpen is voldoende tot goed en wat groter dan op andere scholen waar dezelfde vragenlijsten zijn uitgezet. Cultuureducatie De Boog beschikt over een meerjaren cultuurbeleidsplan. Het cultuurbeleidsplan is opgesteld door Els van Groenigen (ICC-coördinator) en Claar Rekers. Daarop gebaseerd is subsidie gekregen waarmee projecten betaald kunnen worden. In het plan staat dat ieder jaar een kunstdiscipline centraal staat. In 2013-2014 was dat dans. Alle klassen hebben twee dansprojecten gedaan. Alle klassen hebben voorstellingen gegeven voor de ouders. Els van Groenigen stelt als ICC-coördinator een kunstmenu samen voor 2014-2015 en 2015-2016 en coördineert het lopende kunstmenu en het kunstbeleid op De Boog. De Bevolessen en Topondernemers/Kosmisch Onderwijs vormen een geïntegreerd aanbod. Evaluatie Schoolniveau Materialen: Via een faillissementsveiling en in de jaarbestelling zijn aanvullende materialen aangeschaft. De rekenwerkgroep heeft het inventariseren van de aanbiedingen met materiaal en de lessen vanuit de methode voor de leerlijnen getalbegrip, optellen en aftrekken afgerond. Er is een start gemaakt met de leerlijn die gebruikt wordt door kinderen en leerkrachten. Er is nog geen ervaring opgedaan met een leerlandschap omdat het nog niet voorhanden is. Leerkrachtenniveau De montessoriopleiding is door alle cursisten Vervolg Rekenen: Activiteiten: Afronden beschrijving mijlpalen en leerstofinhouden van de leerlijnen getalbegrip, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Beschrijven van aanbod per leerlijn. Maken van aftekenlijsten per bouw voor de leerlingen. Begeleiden van leerkrachten per bouw bij implementatie. Evalueren per bouw en in team. Aanvullen materialen onderbouw en bovenbouw. Taal: Het huidig aanbod wordt geïnventariseerd, Doelen gesteld voor De Boog Montessoriontwikkeling Doel Schoolniveau Aan het eind van 2013-2014 is in de klassen een ruime keuze aan complete en schone materialen aanwezig op het gebied van waarneming, motoriek, taal, rekenen en wiskunde, geometrie en de kennisgebieden. Aan het einde van het schooljaar 2013-2014 is beschreven en vastgesteld hoe op De Boog Reken zeker en het Montessori rekenmateriaal een geïntegreerd aanbod vormen waarmee leerlingen na individuele instructies handelen en oefenend en ontdekkend tot inzicht komen Leerkrachtenniveau In januari 2014 zijn alle leerkrachten in het bezit van 4 een montessoridiploma. De leerkrachten begeleiden de individuele ontwikkeling van de leerlingen. Het klassenmanagement is gericht op vrijheid van keuze, tempo, werkduur en bewegingsvrijheid. Aan het eind van 2013-2014 hebben de leerkrachten in hun eigen groep ervaring met het gebruik van het leerlandschap rekenen en wiskunde als basis bij de keuze van het aanbod aan de leerlingen. De leerkrachten hebben ervaring met het gebruiken van het leerlandschap rekenen om de gewenste ontwikkeling in te zetten. Leerlingenniveau In het schooljaar 2013-2014 wordt tijdens het werken van de kinderen vrijheid van keuze, tempo, werkduur en bewegingsvrijheid ingezet om de ontwikkeling te steunen. Aan het einde van het schooljaar 2013-2014 hebben de leerlingen een onderwijsaanbod gekregen waarin het handelen met (montessori)materialen een prominente plaats heeft. Het materiaal is ingezet als verwervingsmateriaal, oefenmateriaal, extra steun en verrijking. Het leerlandschap rekenen is een hulpmiddel bij leerkracht- ouder-kindgesprekken. Acties In de onderbouw zullen materialen waar nodig worden vervangen en aangevuld (voorjaar 2014). Het montessori rekenmateriaal in de bovenbouw zal aangevuld worden zodat de drie bovenbouwklassen over een volledige set montessorimateriaal zullen beschikken (Rosa, Renee, Margriet, Lilian, Paula, Marsja en Nikki) met een diploma afgerond. Eline is gestart met de montessoriopleiding in Amsterdam. Het montessorimateriaal wordt in de middenen bovenbouw ingezet bij een groot deel van de leerlingen. In de onderbouw vormt het de basis van het werken. Het klassenmanagement is gericht op vrijheid van keuze, tempo, werkduur en bewegingsvrijheid ingezet om de ontwikkeling te steunen. Leerlingenniveau Er wordt in toenemende mate gewerkt vanuit de genoemde vrijheden. De begeleiding van de kinderen is meer gericht op het helpen bij de ontwikkeling waarbij het kind zoveel mogelijk eigenaar is. De materialen worden steeds meer gebruikt maar vormen nog niet de basis van het lesgeven. Het leerlandschap rekenen is nog niet voorhanden en daarom nog niet gebruikt bij de oudergesprekken. 5 waarbij aandacht wordt besteed aan leemtes en overlap. Er worden criteria opgesteld waar het leerstofaanbod aan moet voldoen. Mogelijk aanbod wordt bestudeerd ( methodes, materialen, ICT). Nu gebruikte methode en aanvullende materialen worden beoordeeld op geschiktheid. Vanuit het bestaande en mogelijke aanbod wordt door de werkgroep een voorstel gedaan voor nieuw of aanvullend materiaal. Op grond van de bevindingen wordt door de werkgroep een voorstel gemaakt op basis waarvan door het team een keuze wordt gemaakt. Montessoriopleiding Voortzetting opleiding Eline van Delden Materiaal Daisy Walburg en Sanna Rozemeijer vullen het montessorimateriaal aan in de onder- en bovenbouw (budget subsidie taalrekenonderwijs). (najaar 2013). Het taalmateriaal voor de midden- en bovenbouw zal worden aangevuld zodat het samen met de gebruikte taal- en leesmethoden een rijk taalaanbod voor alle kinderen biedt. Het nu gebruikte aanbod wordt verrijkt met stellen, taalbeschouwing en poëziemateriaal (schooljaar 2013-2014). Het geometriemateriaal voor de hele school zal worden aangevuld (voorjaar 2014). De werkgroep rekenen zal het leerlandschap rekenen voor onder- , midden- en bovenbouw ontwerpen waarin de leerlijnen uit de methode Reken zeker en het aanbod van montessorimaterialen en aanvullende materialen samen een compleet en rijk rekenaanbod zullen vormen (schooljaar 2013-2014: zie planning werkgroep). In de bouwvergaderingen en de collegiale consultaties zullen het klassenmanagement en het bieden van vrijheid aan de orde komen. In de bouw worden afspraken gemaakt over ronde, werkschema, groepsaanbiedingen, werkperiode. Per dag wordt een ononderbroken werkperiode van minstens 1 ½ uur bewaakt. Examens montessoriopleiding worden in september en januari afgerond. 6 Onderwijsinhoudelijke ontwikkeling Schoolniveau In het schooljaar 2013-2014 beschikt iedere leerling over een portfolio waarin gemaakt werk een beeld vormt van de ontwikkeling. In het schooljaar 2013-2014 wordt het aanbod aan de leerlingen gekozen naar aanleiding van signaleringen en observaties. Aan het eind van 2013-2014 is Zien! ingevoerd als leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele ontwikkeling Leerkrachtenniveau De leerkrachten zullen in 2013-2014 Zien gebruiken om de sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen te beschrijven en volgen en interpreteren. In het schooljaar 2013-2014 zullen ten minste 2 collegiale consultaties worden gehouden. Acties Het leerlingportfolio waar in 2012-2013 een start mee is gemaakt wordt verder ontwikkeld. Er worden in de school en in de bouwen afspraken gemaakt over inhoud en organisatie van het PF. Er zal een registratieformulier worden ontwikkeld voor signaleringen tijdens het werken. In het schooljaar 2013-2014 zullen ten minste 2 keer collegiale consultaties worden gehouden. In het schooljaar 2013-2014 worden de vier schoolafspraken gehanteerd en behandeld onder alle geledingen van de school de BSO. “Zien!” wordt in 2013-2014 ingevoerd als leerlingvolgsysteem voor sociaal-emotioneel gebied. Schoolniveau Portfolio: Doel is bereikt. Er is een portfolio gekozen en er is de afspraak gemaakt dat map een bouw lang mee gaat en dat de verschillende bouwen eigen kleuren hebben ( ob groen, mb blauw en bb rood). De mappen zijn aangeschaft. In 2014-2015 kan iedereen er mee aan het werk. Zien: Het doel is genuanceerd tot: “het als team vertrouwd zijn met het invullen van Zien!” Dit doel is bereikt. Leerkrachtniveau: Signaleringen: Jan van Haren heeft het team vanuit O en A begeleid op het gebied van signaleringen. Er zijn twee studiedagen over signaleringen gehouden waarin de achtergrond is behandeld, de verschillende bestaande middelen zijn vergeleken en per bouw afspraken zijn gemaakt over inhoud en organisatie. De signaleringen vormen in toenemende mate de basis van de begeleiding die wordt geboden. Het team en de leidsters van de BSO hebben ervaring met het invullen van Zien. Klassenconsultatie: Er is door alle leerkrachten één collegiale consultatie gehouden in een andere klas binnen de school. 7 Signaleringen In alle bouwen wordt het hele schooljaar voor alle kinderen het in 2013-2014 ontwikkelde signaleringsnotatiesysteem gebruikt. De genoteerde signaleringen hebben een zodanige kwaliteit dat ze aanwijzingen geven voor de begeleiding en de verslaggeving. Het aanbod, de begeleiding en de verslagen worden in toenemende mate gebaseerd op genoteerde signaleringen. Zien In 2014-2015 wordt Zien ingevuld voor alle kinderen. Per klas worden in het school jaar 2014-2015 naar aanleiding van de signalering in oktober ten minste twee hulpplannen op individueel en/of groepsniveau opgesteld en uitgevoerd. De individuele hulpplannen voor kinderen die school en BSO bezoeken worden waar mogelijk in samenwerking opgesteld en uitgevoerd. Burgerschap en integratie In het schooljaar 2013-2014 is Taakspel gebruikt en geborgd in alle klassen van de school. Taakspel Taakspel is in alle groepen gespeeld. Janne van der Burgt heeft een presentatie over de borging Taakspel gegeven. In alle klassen zijn twee klassenconsultatie geweest. Paula heeft de opleiding gevolgd. Geesje heeft de opleiding afgerond. In het schooljaar 2014-2015 is Taakspel volgens de regels gebruikt in alle klassen van de school. De leerkrachten en pedagogisch medewerkers op De Boog en Boogies Wonderland besteden vooral aandacht aan gewenst gedrag waardoor een gunstig pedagogisch klimaat bestaat in de klas en op school. Vakinhoudelijke ontwikkeling Let op: de doelen zijn opgesteld voordat het CITO met nieuwe normeringen kwam voor de toetsen van Begrijpend Lezen, Rekenen-Wiskunde en Spelling. Daardoor zijn de percentages bij de doelen “Niet meer dan 10% van de leerlingen heeft een score in niveau V” hoger geworden dan van te voren verwacht. Hetzelfde zal komend jaar gebeuren met de toetsen Woordenschat en spelling Werkwoorden. Doelen rekenen 70% van de leerlingen heeft in 2013-2014 een minstens gemiddelde vaardigheidsgroei bij rekenen 70 % van de leerlingen heeft een minstens gemiddelde vaardigheidsscore Bij rekenen voor kleuters heeft 80% van de kinderen in de onderbouw een minstens gemiddelde vaardigheidsscore Januari 2014 Groei van E >M 3: nvt 4: 66% 5: 79% 6: 68% 7: 56% 3: 85% 4: 75% 5: 72.5% 6: 61% 7: 45% 2: 70% Juni 2014 Toelichting Vervolg Groei van eind 2013 -> eind 2014 3: nvt 4: 64% 5: 62% 6: 63% 7: 53% 3: 81% 4: 67% 5: 61% 6: 58% 7: 53% 2: 84% Meer kinderen hadden in de eerste helft van het jaar een gemiddelde vaardigheidsgroei dan in de tweede helft. 70 % lijkt een niet realistisch doel te zijn geweest. 70% van de leerlingen in de middenbouw en 65 % van de leerlingen in de bovenbouw heeft in 20142015 een minstens gemiddelde vaardigheidsgroei bij rekenen en wiskunde. In de middenbouw is het doel haalbaar. In de bovenbouw blijkt het niet haalbaar te zijn. 70 % van de leerlingen in de middenbouw en 60 % van de leerlingen in de bovenbouw heeft een minstens gemiddelde vaardigheidsscore. behaald Idem 8 Nagaan welke vaardigheidsgroei voor onze populatie realistisch is. Niet meer dan 10% van de leerlingen heeft een score in niveau V. 2: 7% 3: 0% 4: 9% 5: 4% 6: 16% 7: 28% 2: 4% 3: 0% 4: 12% 5: 7% 6: 13% 7: 35% Taal: Bij taal voor kleuters heeft 80% van de leerlingen in de onderbouw een minstens gemiddelde vaardigheidsscore. Niet meer dan 10% van de leerlingen heeft een score in niveau V. 1: 74% 2: 74% 1: 62% 2: nvt 1: 3% 2: 7% 1: 10% 2: nvt Bij technisch lezen (DMT) heeft 50% van de kinderen in groep 3 en 4 en 60 % van de leerlingen in de hogere groepen een minstens gemiddelde vaardigheidsscore. 3: 59% 4: 39% 5: 45% 6: 69% 7: 76% 8: 63% 3: 19% 4: 18% 5: 14% 6: 10% 7: 8% 8: 12% 3: 46% 4: 45% 5: 57% 6: 52% 7: 59% 8: nvt 3: 21% 4: 26% 5: 11% 6: 23% 7: 6% 8: nvt Niet meer dan 10% van alle leerlingen heeft een score in niveau V In groep 2 t/m 6 is het idem doel behaald of benaderd. Berekend volgens de oude normering zou in Groep 4 3% en in groep 7 18% een score in niveau V hebben. In groep 7 is een aantal zwakke leerlingen. Hier was het doel niet realistisch. De doelen zijn niet Idem gehaald. Extra woordenschat ondersteuning in de onderbouw organiseren (verteltassen, extra ondersteuning Geesje). Doel gehaald Idem Doel benaderd in de midden- en bovenbouw. Bij technisch lezen heeft minstens 50 % van de leerlingen een minstens gemiddelde vaardigheidsscore. Er is een dip te zien in Bij technisch lezen heeft niet meer dan 20% een groep 4. In de vaardigheidsscore in niveau V. middenbouw is overlegd over de begeleiding van het technisch lezen aan het eind van groep 3 en in groep 4 en hieruit zijn afspraken over de 9 Bij spelling heeft 60 % van de leerlingen een minstens gemiddelde vaardigheidsscore. 3: 59% 4: 48% 5: 52% 6: 52% 7: 50% 8: 56% 3: 50% 4: 58% 5: 43% 6: 48% 7: 58% 8: nvt Niet meer dan 10% van alle leerlingen heeft een score in niveau V 3: 19% 4: 15% 5: 21% 6: 23% 7: 22% 8: 22% 3: 29% 4: 18% 5: 32% 6: 23% 7: 18% 8: nvt Bij begrijpend lezen heeft 60 % van de leerlingen een minstens gemiddelde vaardigheidsscore 3: nvt 4: 51% 5: 65% 6: 61% 7: 50% 3: 67% 4: 64% 5: nvt 6: nvt 7: 58% begeleiding voortgekomen. De doelen zijn niet gehaald. Er is echter wel een positieve ontwikkeling te zien in de resultaten de afgelopen jaren. Zie toelichting hieronder. Alle groepen halen of benaderen het landelijk gemiddelde 50 %. Het percentage spellers in niveau V is te hoog en in een aantal groepen zelfs hoger dan de landelijke norm van 20 %. We zien door de jaren heen wel vooruitgang. Berekend volgens de oude normering zou in Groep 3 7% en in groep 4 15% een score in niveau V hebben. De andere groepen zijn in de oude normering gelijk aan de nieuwe normering. Het doel is gehaald of benaderd. 10 Bij spelling heeft minstens 50 % van de leerlingen een minstens gemiddelde vaardigheidsscore. Bij spelling heeft niet meer dan 20% heeft een vaardigheidsscore in niveau V. Bij begrijpend lezen heeft 65 % van de leerlingen een minstens gemiddelde vaardigheidsscore. Niet meer dan 10% van alle leerlingen heeft een score in niveau V Bij woordenschat heeft 60 % van de leerlingen een minstens gemiddelde vaardigheidsscore. Niet meer dan 10% van de leerlingen heeft een score in niveau V. 3: nvt 4: 18% 5: 7% 6: 16% 7: 17% 3: 65% 4: 78% 5: 52% 6: 61% 7: 39% 3: 19% 4: 24% 5: nvt 6: nvt 7: 12% 3: 50% 4: 68% 5: 46% 6: 61% 7: 65% Het doel is niet gehaald. Niet meer dan 20 % van de leerlingen heeft bij begrijpend lezen een score in niveau V. Extra ondersteuning voor laag presterende kinderen in de klas (Zuid-Vallei). Het doel is gehaald in de groepen 4,6 en 7. Het doel is niet gehaald in de groepen 3 en 5. 3: 15% 4: 6% 5: 17% 6: 6% 7: 39% 3: 7% 4: 6% 5: 11% 6: 6% 7: 12% Het doel is gehaald of benaderd. Bij woordenschat heeft 65 % van de leerlingen een minstens gemiddelde vaardigheidsscore. De leerlingen in groep 4 en 5 krijgen allemaal in de klas de woordenschatlessen aangeboden. Extra lessen woordenschat voor laag presterende kinderen. Niet meer dan 10 % van de leerlingen heeft bij woordenschat een score in niveau V. Toelichting spelling Bij spelling heeft 60 % van de leerlingen een minstens gemiddelde vaardigheidsscore, meetmoment juni 2013-2014 2012-2013 2011-2012 2010-2011 2009-2010 2008-2009 groep 3 50 35 47 33 28 45 groep 4 58 37 66 40 56 9 groep 5 43 43 58 49 30 12 groep 6 48 44 50 21 32 36 groep 7 58 52 36 46 52 -Niet meer dan 10% van alle leerlingen heeft een score in niveau V, meetmoment juni 2013-2014 2012-2013 2011-2012 2010-2011 2009-2010 2008-2009 groep 3 29 19 17 36 43 28 groep 4 18 27 13 10 26 58 groep 5 32 25 8 38 55 60 groep 6 23 25 23 54 64 40 groep 7 18 20 41 38 32 -11 De Bevolessen en Topondernemers vormen een geïntegreerd aanbod. Leerkrachtenniveau Aan het einde van het schooljaar 2013-2014 hebben de leerkrachten er zorg voor gedragen dat het onderwijsaanbod op een kwalitatief hoog niveau is aangeboden. Daarbij worden de afspraken gehanteerd zoals ze zijn gemaakt en beschreven. Leerlingenniveau Aan het einde van het schooljaar 2013-2014 hebben de leerlingen het rijke en brede onderwijsaanbod op een kwalitatief hoog niveau aangeboden gekregen. Acties In het schooljaar 2013-2014 gaat de school door met het ontwikkelen en verfijnen van haar leerstof aanbod. De lessenTopondernemers zijn aangevuld met algemene lessen bij de thema’s. In een team en of bouwvergadering wordt het gebruik van speciale techniekweken nog geëvalueerd. Leerkrachtenniveau Uit de houding en inzet van de leerkrachten, de inzet, het werk en het enthousiasme van de kinderen, het werk dat in de school hangt en de opbrengsten van signaleringen, kleuterchecks en toetsen spreekt dat het onderwijsaanbod op een kwalitatief hoog niveau wordt aangeboden. Leerlingenniveau In de midden- en bovenbouw zijn rond een deel van de behandelde thema’s van Topondernemers algemene lessen ontworpen. Er zijn kisten aangeschaft om de materialen in te bewaren zodat ze herbruikbaar blijven. Dit jaar werden bij het thema Amerika in middenen bovenbouw de bevo-lessen geïntegreerd. Bij andere thema’s passen de bevo-lessen waar dat uitkwam. 12 Renée Wüstenhoff, Monique Mosterd en Rosa Caarls ontwikkelen met de leerkrachten van de midden- en bovenbouw lessen kosmisch onderwijs (dit jaar nadruk op natuur en geschiedenis) horend bij de methodiek Topondernemers.
© Copyright 2025 ExpyDoc