Evaluatie schoolplan 2013

Evaluatie schoolplan De Boog 2013-2014
Zie schoolplan 2013-2014, zie tussenevaluatie februari 2014.
In het schoolplan zijn verschillende doelen gesteld voor het schooljaar 2013-2014. Na een tussenevaluatie in februari is dit een eindevaluatie. Hierin staat
hoe de beoogde ontwikkelingen zijn verlopen en wat het geplande vervolg is.
Doelen gesteld in relatie tot het koersplan van SOPOH
Doel schoolplan 2013-2014
Passend Onderwijs
Op De Boog worden de ontwikkelingen rondom
Passend Onderwijs nauwlettend gevolgd en zal
het team participeren op de momenten waarop
een bijdrage kan worden geleverd. De Boog
neemt deel aan de Pilot Maatwerk die de transitie
naar het passend onderwijs in het
samenwerkingsverband voorbereidt. Op de Boog
wordt inhoud aan het onderwijs gegeven vanuit
de visie van Maria Montessori. Hierbij staat de
individuele ontwikkeling van het kind centraal. Dit
komt overeen met de uitgangspunten van
Passend Onderwijs: Er wordt gekeken naar de
onderwijsbehoefte van het kind.
Evaluatie augustus 2014
vervolg
De Boog heeft deelgenomen aan de Pilot
Maatwerk vanuit Passend Onderwijs
Haarlemmermeer. Daarmee zijn de
ontwikkelingen gevolgd en is invloed uitgeoefend
op het beleid. De financiën zijn geëvalueerd met
SOPOH en Passend Onderwijs. Wij hebben met
het budget dat we voor Passend Onderwijs
hebben gekregen voor dit schooljaar een aantal
projecten gefinancierd: Taakspel, Rots en Water
(13/14), extra formatie ( gedeeltelijk Marsja) en
reservering voor plaatsing A en L naar SBO.
Binnen SOPOH en binnen het
samenwerkingsverband is mede door
inspanningen en resultaten op De Boog het beleid
betreffende P.O. vormgegeven.
Dit schooljaar zijn twee kinderen verwezen naar
SBO De Fakkel. Met De Fakkel is overleg over de
begeleiding en eventuele terugplaatsing van één
van hen geweest. Aan het eind van het jaar is in
overleg met de ouders besloten dat dit meisje
Claar Rekers zit in de werkgroep Passend
Onderwijs van de SOPOH. Op deze manier kan zij
de belangen van De Boog en van SOPOH binnen
het Passend Onderwijs Haarlemmermeer
behartigen en invloed uitoefenen op het beleid.
1
Claar Rekers en Rita Harder coördineren het
Passend Onderwijs beleid op De Boog.
Pedagogisch klimaat in een SOPOH school
In het schooljaar 2013-2014 zullen gedragsitem 1
(Op een SOPOH-school heeft men hoge
verwachtingen van kinderen) en gedragsitem 4
(Op een SOPOH-school houden we ons aan
afspraken) in het schoolplan beschreven zijn.
Gedragsitem 1: zie thema 4 vakinhoudelijke
ontwikkeling.
Gedragsitem 4: Zie borging afspraken Taakspel,
borging afspraken vakinhoudelijke ontwikkeling,
gebruik 4 gouden regels De Boog.
Opbrengst- en handelingsgericht werken
In het schooljaar 2013-2014 zal het team de
opbrengsten nauwkeurig analyseren waarna
gepaste interventies in het leerstofaanbod
kunnen worden aangebracht.
niet teruggeplaatst worden op De Boog.
Er is vanuit het budget dat ons was toegekend van
11.000 euro nog 6800 euro over omdat De Fakkel
de plaatsing van de twee overstappers niet heeft
gefactureerd.
Op De Boog is de financiële en inhoudelijke
invulling van de begeleiding van kinderen met
extra zorg in het passend onderwijs (schooljaar
14-15 en daarna) voorbereid.
Gedragsitem 1: zie evaluatie vakinhoudelijke
idem
ontwikkeling.
Gedragsitem 4: zie evaluatie borging afspraken
Taakspel, borging afspraken vakinhoudelijke
ontwikkeling, gebruik 4 gouden regels De Boog.
Algemeen: We bespreken verschillende afspraken
en spreken waar nodig elkaar aan op het er aan
houden.
Zie evaluatie vakinhoudelijke ontwikkeling.
De opbrengsten zijn geëvalueerd in het team (4 x
tijdens teamvergaderingen en studiedagen), de
bouw (1 x naar aanleiding van resultaten) en per
klas (2 x per jaar ib gesprek).
Vanuit de evaluatie wordt steeds gekeken naar
mogelijkheden de resultaten waar nodig te
verbeteren waarbij de begeleiding bij een
optimale individuele ontwikkeling van de
leerlingen het uitgangspunt is. De interventies
worden gekozen passend bij de identiteit van de
school.
2
Idem
ICT
De Boog gebruikt ICT als communicatiemiddel
tussen bestuurskantoor en scholen, scholen
onderling, ouders en scholen, ouders en
bestuurskantoor, externen en bestuurskantoor.
Op De Boog is per 6 leerlingen één PC
beschikbaar. De Boog heeft een ICT-coördinator.
De Boog werkt met Parnassys en benut de
mogelijkheden van dit systeem. In het schooljaar
2013-2014 combineert de school de gegevens
vanuit het LOVS van CITO met de gegevens van
Parnassys. Op De Boog wordt in 2013-2014
Integraal ingezet om de kwaliteit te meten.
Alle doelen zijn bereikt.
De communicatie tussen klas en ouders loopt
waar dat een bruikbaar alternatief is mede op
verzoek van ouders bij voorkeur via de mail. Alle
mailadressen worden in Parnassys up to date
gehouden zodat alle ouders daadwerkelijk bereikt
worden. De schoolmailadressen van de
leerkrachten zijn opgenomen in de schoolgids
2014-2015.
Enkele Pc’s en digiborden zijn vervangen. De nog
bruikbare Pc’s zijn op andere plekken binnen
school ingezet. Boogies Wonderland heeft
toegang tot Pss en eigen subgroepen binnen Pss.
De website wordt regelmatig bijgehouden door
Claar, Els en Lilian. Door de leerkrachten en
Boogies Wonderland wordt de website als te
weinig gebruiksvriendelijk ervaren. Met Heutink is
gesproken over het vergroten van het
gebruiksgemak en enkele wijzigingen zijn
daarvoor doorgevoerd.
Er is in de bovenbouwklassen en in een
ouderavond extra aandacht besteed aan
mediawijsheid. Uit de tevredenheidsenquête
bleek dat de ouders de aandacht voor
mediawijsheid niet zo hoog waarderen ( 2,9 op
een schaal van 1 tot 4).
Er zijn via Integraal een personeels- en
oudertevredenheidspeiling uitgevoerd. De
respons was groot (team 90 % en ouders 325
waarbij in meer dan de helft van de gezinnen de
lijst door minstens één ouder is ingevuld).
De tevredenheid over de verschillende
3
Eline van Delden neemt plaats in de werkgroep
Mediawijsheid van SOPOH. Van daaruit zal zij
aanbevelingen doen voor het vergroten van de
mediawijsheid van leerlingen, team en ouders.
Leerlingtevredenheidsonderzoek via Parnassys
Integraal.
onderwerpen is voldoende tot goed en wat groter
dan op andere scholen waar dezelfde
vragenlijsten zijn uitgezet.
Cultuureducatie
De Boog beschikt over een meerjaren
cultuurbeleidsplan.
Het cultuurbeleidsplan is opgesteld door Els van
Groenigen (ICC-coördinator) en Claar Rekers.
Daarop gebaseerd is subsidie gekregen waarmee
projecten betaald kunnen worden.
In het plan staat dat ieder jaar een kunstdiscipline
centraal staat. In 2013-2014 was dat dans. Alle
klassen hebben twee dansprojecten gedaan. Alle
klassen hebben voorstellingen gegeven voor de
ouders.
Els van Groenigen stelt als ICC-coördinator een
kunstmenu samen voor 2014-2015 en 2015-2016
en coördineert het lopende kunstmenu en het
kunstbeleid op De Boog. De Bevolessen en
Topondernemers/Kosmisch Onderwijs vormen
een geïntegreerd aanbod.
Evaluatie
Schoolniveau
Materialen: Via een faillissementsveiling en in
de jaarbestelling zijn aanvullende materialen
aangeschaft.
De rekenwerkgroep heeft het inventariseren
van de aanbiedingen met materiaal en de
lessen vanuit de methode voor de leerlijnen
getalbegrip, optellen en aftrekken afgerond. Er
is een start gemaakt met de leerlijn die gebruikt
wordt door kinderen en leerkrachten. Er is nog
geen ervaring opgedaan met een leerlandschap
omdat het nog niet voorhanden is.
Leerkrachtenniveau
De montessoriopleiding is door alle cursisten
Vervolg
Rekenen:
Activiteiten:
Afronden beschrijving mijlpalen en
leerstofinhouden van de leerlijnen getalbegrip,
optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
Beschrijven van aanbod per leerlijn.
Maken van aftekenlijsten per bouw voor de
leerlingen.
Begeleiden van leerkrachten per bouw bij
implementatie.
Evalueren per bouw en in team.
Aanvullen materialen onderbouw en bovenbouw.
Taal:
Het huidig aanbod wordt geïnventariseerd,
Doelen gesteld voor De Boog
Montessoriontwikkeling
Doel
Schoolniveau
Aan het eind van 2013-2014 is in de klassen een
ruime keuze aan complete en schone materialen
aanwezig op het gebied van waarneming, motoriek,
taal, rekenen en wiskunde, geometrie en de
kennisgebieden.
Aan het einde van het schooljaar 2013-2014 is
beschreven en vastgesteld hoe op De Boog Reken
zeker en het Montessori rekenmateriaal een
geïntegreerd aanbod vormen waarmee leerlingen
na individuele instructies handelen en oefenend en
ontdekkend tot inzicht komen
Leerkrachtenniveau
In januari 2014 zijn alle leerkrachten in het bezit van
4
een montessoridiploma.
De leerkrachten begeleiden de individuele
ontwikkeling van de leerlingen. Het
klassenmanagement is gericht op vrijheid van keuze,
tempo, werkduur en bewegingsvrijheid.
Aan het eind van 2013-2014 hebben de leerkrachten
in hun eigen groep ervaring met het gebruik van het
leerlandschap rekenen en wiskunde als basis bij de
keuze van het aanbod aan de leerlingen.
De leerkrachten hebben ervaring met het gebruiken
van het leerlandschap rekenen om de gewenste
ontwikkeling in te zetten.
Leerlingenniveau
In het schooljaar 2013-2014 wordt tijdens het
werken van de kinderen vrijheid van keuze, tempo,
werkduur en bewegingsvrijheid ingezet om de
ontwikkeling te steunen.
Aan het einde van het schooljaar 2013-2014 hebben
de leerlingen een onderwijsaanbod gekregen waarin
het handelen met (montessori)materialen een
prominente plaats heeft. Het materiaal is ingezet als
verwervingsmateriaal, oefenmateriaal, extra steun
en verrijking.
Het leerlandschap rekenen is een hulpmiddel bij
leerkracht- ouder-kindgesprekken.
Acties
 In de onderbouw zullen materialen waar
nodig worden vervangen en aangevuld
(voorjaar 2014).
 Het montessori rekenmateriaal in de
bovenbouw zal aangevuld worden zodat de
drie bovenbouwklassen over een volledige
set montessorimateriaal zullen beschikken
(Rosa, Renee, Margriet, Lilian, Paula, Marsja en
Nikki) met een diploma afgerond. Eline is
gestart met de montessoriopleiding in
Amsterdam.
Het montessorimateriaal wordt in de middenen bovenbouw ingezet bij een groot deel van
de leerlingen. In de onderbouw vormt het de
basis van het werken.
Het klassenmanagement is gericht op vrijheid
van keuze, tempo, werkduur en
bewegingsvrijheid ingezet om de ontwikkeling
te steunen.
Leerlingenniveau
Er wordt in toenemende mate gewerkt vanuit
de genoemde vrijheden. De begeleiding van de
kinderen is meer gericht op het helpen bij de
ontwikkeling waarbij het kind zoveel mogelijk
eigenaar is. De materialen worden steeds meer
gebruikt maar vormen nog niet de basis van het
lesgeven.
Het leerlandschap rekenen is nog niet
voorhanden en daarom nog niet gebruikt bij de
oudergesprekken.
5
waarbij aandacht wordt besteed aan leemtes en
overlap.
Er worden criteria opgesteld waar het
leerstofaanbod aan moet voldoen.
Mogelijk aanbod wordt bestudeerd ( methodes,
materialen, ICT).
Nu gebruikte methode en aanvullende materialen
worden beoordeeld op geschiktheid.
Vanuit het bestaande en mogelijke aanbod wordt
door de werkgroep een voorstel gedaan voor
nieuw of aanvullend materiaal.
Op grond van de bevindingen wordt door de
werkgroep een voorstel gemaakt op basis
waarvan door het team een keuze wordt
gemaakt.
Montessoriopleiding
Voortzetting opleiding Eline van Delden
Materiaal
Daisy Walburg en Sanna Rozemeijer vullen het
montessorimateriaal aan in de onder- en
bovenbouw (budget subsidie taalrekenonderwijs).





(najaar 2013).
Het taalmateriaal voor de midden- en
bovenbouw zal worden aangevuld zodat het
samen met de gebruikte taal- en
leesmethoden een rijk taalaanbod voor alle
kinderen biedt. Het nu gebruikte aanbod
wordt verrijkt met stellen, taalbeschouwing
en poëziemateriaal (schooljaar 2013-2014).
Het geometriemateriaal voor de hele school
zal worden aangevuld (voorjaar 2014).
De werkgroep rekenen zal het leerlandschap
rekenen voor onder- , midden- en
bovenbouw ontwerpen waarin de leerlijnen
uit de methode Reken zeker en het aanbod
van montessorimaterialen en aanvullende
materialen samen een compleet en rijk
rekenaanbod zullen vormen (schooljaar
2013-2014: zie planning werkgroep).
In de bouwvergaderingen en de collegiale
consultaties zullen het klassenmanagement
en het bieden van vrijheid aan de orde
komen. In de bouw worden afspraken
gemaakt over ronde, werkschema,
groepsaanbiedingen, werkperiode. Per dag
wordt een ononderbroken werkperiode van
minstens 1 ½ uur bewaakt.
Examens montessoriopleiding worden in
september en januari afgerond.
6
Onderwijsinhoudelijke ontwikkeling
Schoolniveau
In het schooljaar 2013-2014 beschikt iedere
leerling over een portfolio waarin gemaakt werk
een beeld vormt van de ontwikkeling.
In het schooljaar 2013-2014 wordt het aanbod
aan de leerlingen gekozen naar aanleiding van
signaleringen en observaties.
Aan het eind van 2013-2014 is Zien! ingevoerd als
leerlingvolgsysteem voor de sociaal-emotionele
ontwikkeling
Leerkrachtenniveau
De leerkrachten zullen in 2013-2014 Zien
gebruiken om de sociaal-emotionele ontwikkeling
van de kinderen te beschrijven en volgen en
interpreteren.
In het schooljaar 2013-2014 zullen ten minste 2
collegiale consultaties worden gehouden.
Acties
Het leerlingportfolio waar in 2012-2013 een start
mee is gemaakt wordt verder ontwikkeld. Er
worden in de school en in de bouwen afspraken
gemaakt over inhoud en organisatie van het PF.
Er zal een registratieformulier worden ontwikkeld
voor signaleringen tijdens het werken.
In het schooljaar 2013-2014 zullen ten minste 2
keer collegiale consultaties worden gehouden.
In het schooljaar 2013-2014 worden de vier
schoolafspraken gehanteerd en behandeld onder
alle geledingen van de school de BSO.
“Zien!” wordt in 2013-2014 ingevoerd als
leerlingvolgsysteem voor sociaal-emotioneel
gebied.
Schoolniveau
Portfolio: Doel is bereikt. Er is een portfolio
gekozen en er is de afspraak gemaakt dat map
een bouw lang mee gaat en dat de verschillende
bouwen eigen kleuren hebben ( ob groen, mb
blauw en bb rood). De mappen zijn aangeschaft.
In 2014-2015 kan iedereen er mee aan het werk.
Zien: Het doel is genuanceerd tot: “het als team
vertrouwd zijn met het invullen van Zien!” Dit
doel is bereikt.
Leerkrachtniveau:
Signaleringen: Jan van Haren heeft het team
vanuit O en A begeleid op het gebied van
signaleringen.
Er zijn twee studiedagen over signaleringen
gehouden waarin de achtergrond is behandeld,
de verschillende bestaande middelen zijn
vergeleken en per bouw afspraken zijn gemaakt
over inhoud en organisatie.
De signaleringen vormen in toenemende mate de
basis van de begeleiding die wordt geboden.
Het team en de leidsters van de BSO hebben
ervaring met het invullen van Zien.
Klassenconsultatie: Er is door alle leerkrachten
één collegiale consultatie gehouden in een andere
klas binnen de school.
7
Signaleringen
In alle bouwen wordt het hele schooljaar voor alle
kinderen het in 2013-2014 ontwikkelde
signaleringsnotatiesysteem gebruikt.
De genoteerde signaleringen hebben een
zodanige kwaliteit dat ze aanwijzingen geven voor
de begeleiding en de verslaggeving.
Het aanbod, de begeleiding en de verslagen
worden in toenemende mate gebaseerd op
genoteerde signaleringen.
Zien
In 2014-2015 wordt Zien ingevuld voor alle
kinderen.
Per klas worden in het school jaar 2014-2015 naar
aanleiding van de signalering in oktober ten
minste twee hulpplannen op individueel en/of
groepsniveau opgesteld en uitgevoerd. De
individuele hulpplannen voor kinderen die school
en BSO bezoeken worden waar mogelijk in
samenwerking opgesteld en uitgevoerd.
Burgerschap en integratie
In het schooljaar 2013-2014 is Taakspel gebruikt
en geborgd in alle klassen van de school.
Taakspel
Taakspel is in alle groepen gespeeld. Janne van
der Burgt heeft een presentatie over de borging
Taakspel gegeven. In alle klassen zijn twee
klassenconsultatie geweest. Paula heeft de
opleiding gevolgd. Geesje heeft de opleiding
afgerond.
In het schooljaar 2014-2015 is Taakspel volgens
de regels gebruikt in alle klassen van de school.
De leerkrachten en pedagogisch medewerkers op
De Boog en Boogies Wonderland besteden vooral
aandacht aan gewenst gedrag waardoor een
gunstig pedagogisch klimaat bestaat in de klas en
op school.
Vakinhoudelijke ontwikkeling
Let op: de doelen zijn opgesteld voordat het CITO met nieuwe normeringen kwam voor de toetsen van Begrijpend Lezen, Rekenen-Wiskunde en Spelling.
Daardoor zijn de percentages bij de doelen “Niet meer dan 10% van de leerlingen heeft een score in niveau V” hoger geworden dan van te voren verwacht.
Hetzelfde zal komend jaar gebeuren met de toetsen Woordenschat en spelling Werkwoorden.
Doelen rekenen
70% van de leerlingen heeft in 2013-2014 een
minstens gemiddelde vaardigheidsgroei bij
rekenen
70 % van de leerlingen heeft een minstens
gemiddelde vaardigheidsscore
Bij rekenen voor kleuters heeft 80% van de
kinderen in de onderbouw een minstens
gemiddelde vaardigheidsscore
Januari
2014
Groei
van E >M
3: nvt
4: 66%
5: 79%
6: 68%
7: 56%
3: 85%
4: 75%
5: 72.5%
6: 61%
7: 45%
2: 70%
Juni 2014
Toelichting
Vervolg
Groei van
eind 2013
-> eind
2014
3: nvt
4: 64%
5: 62%
6: 63%
7: 53%
3: 81%
4: 67%
5: 61%
6: 58%
7: 53%
2: 84%
Meer kinderen hadden in
de eerste helft van het
jaar een gemiddelde
vaardigheidsgroei dan in
de tweede helft. 70 % lijkt
een niet realistisch doel
te zijn geweest.
70% van de leerlingen in de middenbouw en 65 %
van de leerlingen in de bovenbouw heeft in 20142015 een minstens gemiddelde vaardigheidsgroei bij
rekenen en wiskunde.
In de middenbouw is het
doel haalbaar. In de
bovenbouw blijkt het niet
haalbaar te zijn.
70 % van de leerlingen in de middenbouw en 60 %
van de leerlingen in de bovenbouw heeft een
minstens gemiddelde vaardigheidsscore.
behaald
Idem
8
Nagaan welke vaardigheidsgroei voor onze populatie
realistisch is.
Niet meer dan 10% van de leerlingen heeft een
score in niveau V.
2: 7%
3: 0%
4: 9%
5: 4%
6: 16%
7: 28%
2: 4%
3: 0%
4: 12%
5: 7%
6: 13%
7: 35%
Taal:
Bij taal voor kleuters heeft 80% van de leerlingen
in de onderbouw een minstens gemiddelde
vaardigheidsscore.
Niet meer dan 10% van de leerlingen heeft een
score in niveau V.
1: 74%
2: 74%
1: 62%
2: nvt
1: 3%
2: 7%
1: 10%
2: nvt
Bij technisch lezen (DMT) heeft 50% van de
kinderen in groep 3 en 4 en 60 % van de leerlingen
in de hogere groepen een minstens gemiddelde
vaardigheidsscore.
3: 59%
4: 39%
5: 45%
6: 69%
7: 76%
8: 63%
3: 19%
4: 18%
5: 14%
6: 10%
7: 8%
8: 12%
3: 46%
4: 45%
5: 57%
6: 52%
7: 59%
8: nvt
3: 21%
4: 26%
5: 11%
6: 23%
7: 6%
8: nvt
Niet meer dan 10% van alle leerlingen heeft een
score in niveau V
In groep 2 t/m 6 is het
idem
doel behaald of
benaderd.
Berekend volgens de
oude normering zou in
Groep 4 3% en in groep 7
18% een score in niveau V
hebben.
In groep 7 is een aantal
zwakke leerlingen. Hier
was het doel niet
realistisch.
De doelen zijn niet
Idem
gehaald.
Extra woordenschat ondersteuning in de onderbouw
organiseren (verteltassen, extra ondersteuning
Geesje).
Doel gehaald
Idem
Doel benaderd in de
midden- en bovenbouw.
Bij technisch lezen heeft minstens 50 % van de
leerlingen een minstens gemiddelde
vaardigheidsscore.
Er is een dip te zien in
Bij technisch lezen heeft niet meer dan 20% een
groep 4. In de
vaardigheidsscore in niveau V.
middenbouw is overlegd
over de begeleiding van
het technisch lezen aan
het eind van groep 3 en in
groep 4 en hieruit zijn
afspraken over de
9
Bij spelling heeft 60 % van de leerlingen een minstens
gemiddelde vaardigheidsscore.
3: 59%
4: 48%
5: 52%
6: 52%
7: 50%
8: 56%
3: 50%
4: 58%
5: 43%
6: 48%
7: 58%
8: nvt
Niet meer dan 10% van alle leerlingen heeft een score
in niveau V
3: 19%
4: 15%
5: 21%
6: 23%
7: 22%
8: 22%
3: 29%
4: 18%
5: 32%
6: 23%
7: 18%
8: nvt
Bij begrijpend lezen heeft 60 % van de leerlingen een
minstens gemiddelde vaardigheidsscore
3: nvt
4: 51%
5: 65%
6: 61%
7: 50%
3: 67%
4: 64%
5: nvt
6: nvt
7: 58%
begeleiding
voortgekomen.
De doelen zijn niet
gehaald. Er is echter wel
een positieve
ontwikkeling te zien in de
resultaten de afgelopen
jaren. Zie toelichting
hieronder. Alle groepen
halen of benaderen het
landelijk gemiddelde 50
%.
Het percentage spellers in
niveau V is te hoog en in
een aantal groepen zelfs
hoger dan de landelijke
norm van 20 %. We zien
door de jaren heen wel
vooruitgang.
Berekend volgens de
oude normering zou in
Groep 3 7% en in groep 4
15% een score in niveau V
hebben.
De andere groepen zijn in
de oude normering gelijk
aan de nieuwe
normering.
Het doel is gehaald of
benaderd.
10
Bij spelling heeft minstens 50 % van de leerlingen
een minstens gemiddelde vaardigheidsscore.
Bij spelling heeft niet meer dan 20% heeft een
vaardigheidsscore in niveau V.
Bij begrijpend lezen heeft 65 % van de leerlingen een
minstens gemiddelde vaardigheidsscore.
Niet meer dan 10% van alle leerlingen heeft een score
in niveau V
Bij woordenschat heeft 60 % van de leerlingen een
minstens gemiddelde vaardigheidsscore.
Niet meer dan 10% van de leerlingen heeft een score in
niveau V.
3: nvt
4: 18%
5: 7%
6: 16%
7: 17%
3: 65%
4: 78%
5: 52%
6: 61%
7: 39%
3: 19%
4: 24%
5: nvt
6: nvt
7: 12%
3: 50%
4: 68%
5: 46%
6: 61%
7: 65%
Het doel is niet gehaald.
Niet meer dan 20 % van de leerlingen heeft bij
begrijpend lezen een score in niveau V.
Extra ondersteuning voor laag presterende kinderen
in de klas (Zuid-Vallei).
Het doel is gehaald in de
groepen 4,6 en 7.
Het doel is niet gehaald in
de groepen 3 en 5.
3: 15%
4: 6%
5: 17%
6: 6%
7: 39%
3: 7%
4: 6%
5: 11%
6: 6%
7: 12%
Het doel is gehaald of
benaderd.
Bij woordenschat heeft 65 % van de leerlingen een
minstens gemiddelde vaardigheidsscore.
De leerlingen in groep 4 en 5 krijgen allemaal in de
klas de woordenschatlessen aangeboden.
Extra lessen woordenschat voor laag presterende
kinderen.
Niet meer dan 10 % van de leerlingen heeft bij
woordenschat een score in niveau V.
Toelichting spelling
Bij spelling heeft 60 % van de leerlingen een minstens gemiddelde vaardigheidsscore, meetmoment juni
2013-2014 2012-2013
2011-2012
2010-2011
2009-2010
2008-2009
groep 3
50
35
47
33
28
45
groep 4
58
37
66
40
56
9
groep 5
43
43
58
49
30
12
groep 6
48
44
50
21
32
36
groep 7
58
52
36
46
52
-Niet meer dan 10% van alle leerlingen heeft een score in niveau V, meetmoment juni
2013-2014 2012-2013
2011-2012
2010-2011
2009-2010
2008-2009
groep 3
29
19
17
36
43
28
groep 4
18
27
13
10
26
58
groep 5
32
25
8
38
55
60
groep 6
23
25
23
54
64
40
groep 7
18
20
41
38
32
-11
De Bevolessen en Topondernemers vormen een
geïntegreerd aanbod.
Leerkrachtenniveau
Aan het einde van het schooljaar 2013-2014
hebben de leerkrachten er zorg voor gedragen
dat het onderwijsaanbod op een kwalitatief hoog
niveau is aangeboden. Daarbij worden de
afspraken gehanteerd zoals ze zijn gemaakt en
beschreven.
Leerlingenniveau
Aan het einde van het schooljaar 2013-2014
hebben de leerlingen het rijke en brede
onderwijsaanbod op een kwalitatief hoog niveau
aangeboden gekregen.
Acties
In het schooljaar 2013-2014 gaat de school door
met het ontwikkelen en verfijnen van haar
leerstof aanbod.
De lessenTopondernemers zijn aangevuld met
algemene lessen bij de thema’s.
In een team en of bouwvergadering wordt het
gebruik van speciale techniekweken nog
geëvalueerd.
Leerkrachtenniveau
Uit de houding en inzet van de leerkrachten, de
inzet, het werk en het enthousiasme van de
kinderen, het werk dat in de school hangt en de
opbrengsten van signaleringen, kleuterchecks en
toetsen spreekt dat het onderwijsaanbod op een
kwalitatief hoog niveau wordt aangeboden.
Leerlingenniveau
In de midden- en bovenbouw zijn rond een deel
van de behandelde thema’s van Topondernemers
algemene lessen ontworpen. Er zijn kisten
aangeschaft om de materialen in te bewaren
zodat ze herbruikbaar blijven.
Dit jaar werden bij het thema Amerika in middenen bovenbouw de bevo-lessen geïntegreerd.
Bij andere thema’s passen de bevo-lessen waar
dat uitkwam.
12
Renée Wüstenhoff, Monique Mosterd en Rosa
Caarls ontwikkelen met de leerkrachten van de
midden- en bovenbouw lessen kosmisch
onderwijs (dit jaar nadruk op natuur en
geschiedenis) horend bij de methodiek
Topondernemers.