Accountants opgelet! Administreer inbreng van goederen altijd in overeenstemming met VOF-akte óf neem maatregelen In mijn praktijk zie ik regelmatig dat bij een VOF (of maatschap) de vennoten bij de aanvang van hun samenwerking in de VOF-akte bepalen dat bepaalde goederen in gebruik en genot worden ingebracht, maar dat gedurende de samenwerking op enig moment diezelfde goederen worden geactiveerd op de balans. Dit laatste duidt natuurlijk op de inbreng van economisch eigendom. Niet zelden ontstaat vervolgens bij beëindiging en verdeling van de VOF tussen de vennoten discussie over de vraag of sprake is van inbreng van gebruik en genot of inbreng van economische eigendom. In de civielrechtelijk verhouding tussen de vennoten is de beantwoording van deze vraag afhankelijk van alle feiten en omstandigheden, en derhalve niet alleen van de inhoud van de VOF-akte of de boekhoudkundige verwerking van de inbreng. Voor advocaten een interessante discussie, voor de vennoten een bron van een hoop frustraties. Met deze discussie, die het vaakst voorkomt bij verdeling van agrarische maatschappen, gaat veelal een groot financieel belang gepaard. Negen van de tien keer gaat het namelijk om percelen (cultuur)grond, welke een aanzienlijke waarde vertegenwoordigen. Deze frustraties leiden veelal tot een tuchtrechtelijke klacht van de inbrengende vennoot tegen de accountant. De accountant wordt dan verweten dat hij de inbreng op een andere wijze boekhoudkundig heeft verwerkt dan dat door de VOF-akte wordt voorgeschreven. De klacht wordt dan tuchtrechtelijk gebaseerd op schending van de fundamentele beginselen professionaliteit en zorgvuldigheid en deskundigheid, welke fundamentele beginselen zijn geregeld in de Verordening Gedragscode (“VGC”). De bovengenoemde klacht wordt gegrond verklaard in gevallen dat de accountant niet kan aantonen dat partijen op enig moment bewust van de VOF-akte zijn afgeweken, bijvoorbeeld omdat de accountant niets daaromtrent heeft vastgelegd in zijn dossier. Het is daarom vanuit tuchtrechtelijk oogpunt raadzaam om, ingeval van het gedurende een VOFsamenwerking activeren van een goed op de balans, zekerheidshalve te controleren of het desbetreffende goed niet bij aanvang van de VOF in gebruik en genot is ingebracht. Indien dat geval is, dient de accountant maatregelen te nemen, teneinde te voldoen aan de eisen van professionaliteit en zorgvuldigheid en deskundigheid. In dit verband verdient het aanbeveling dat de accountant bij de vennoten aandringt op aanpassing van de VOF-akte. Indien om wat voor reden dan ook de vennoten de VOF-akte niet willen aanpassen, dient de accountant naar mijn mening in ieder geval de vennoten schriftelijk te bevestigen dat hij opdracht heeft gekregen een bepaald goed te activeren op de balans en dat hij heeft geconstateerd dat partijen daarmee afwijken van hetgeen is bepaald in de VOF-akte en dat hij de vennoten heeft geadviseerd om de VOF-akte aan te passen. In dat verband verdient het mijns inziens voorts aanbeveling dat de accountant in die schriftelijke bevestiging een toelichting geeft op de verschillen tussen de twee wijzen van inbreng. R. Haouli
© Copyright 2025 ExpyDoc