ONDERZOEK>> Vijf jaar BiebPanel: PRAKTISCHE TIPS EN POSITIEVE FEEDBACK Het BiebPanel van ProBiblio is in vijf jaar tijd uitgegroeid tot een van de grootste klantpanels van Nederland. Hoe waarderen de deelnemende bibliotheken de frequentie, de actualiteit en de toepasbaarheid van de resultaten? Zijn er nog nieuwe mogelijkheden? ‘Dat betekende dat de bibliotheken meer structureel inzicht nodig hadden in de wensen en het gedrag van de klant. Daartoe was het klanttevredenheidsonderzoek dat eens in de vier jaar wordt gehouden niet voldoende’, zegt Daniëlle Koning, senior adviseur onderzoek en projectmanager BiebPanel bij ProBiblio. Met een online klantpanel kon wel in die behoefte worden voorzien. Online panels hebben lagere kosten, frequent peilen is mogelijk en je hoeft niet steeds nieuwe respondenten te werven. Koning: ‘Door de samenwerking met meerdere bibliotheken kunnen deelnemers de eigen resultaten ook vergelijken met die van de anderen’. Inmiddels nemen 45 bibliotheken deel aan het BiebPanel, met per bibliotheek een panel van circa 600 leden. In totaal ruim 20.000 deelnemers. Daarmee is het BiebPanel een van de grootste klantpanels van Nederland. Onderzoeksbureau Ruigrok | NetPanel voert de peilingen uit en verwerkt ze tot rapportages. Het bureau beheert ook klantpanels voor onder meer Praxis, Ziggo en de ANWB. ‘Gemiddeld is de respons onder klantpanels bij peilingen zo’n 35 tot 40%. Bij het BiebPanel gaat de respons gemiddeld richting 60%. Dat duidt op een hoge loyaliteit’, zegt Kjell Massen, senior onderzoeker bij Ruigrok | NetPanel. POSITIEVE FEEDBACK Het BiebPanel biedt bibliotheken de mogelijkheid om ‘dicht op de huid’ van de klant te zitten, waardoor het informatie oplevert die op een andere manier niet gauw wordt verkregen. ‘Iemand gaf in een peiling aan dat haar bejaarde moeder het heel lastig vindt dat onze stoelen geen armleuningen hebben. Zo wisten we dat we gebruikers een groot plezier konden doen door ander meubilair te plaatsen’, zegt Dorinde Witsel, staffunctionaris Innovatie & Beleid bij de Bibliotheek Hilversum, deelnemer sinds 2010. De frequentie van viermaal per jaar peilen draagt bij aan een constante stroom van bruikbare feedback, stelt Mirjam Salzmann, manager marketing en pr bij de Bibliotheek Angstel, Vecht en Venen, die sinds 2011 deelneemt. ‘Los van praktische tips, krijgt het personeel via de peilingen regelmatig positieve feedback van de gebruikers. Die is ook heel welkom’, zegt Salzmann. De Haan ziet het BiebPanel als een uitgelezen middel om in dialoog te zijn met een enthousiast en meedenkend deel van de achterban. Dat levert goede antwoorden op op typische ‘wat als’-vragen. De Bibliotheek Kennemerwaard heeft de afgelopen vijf jaar veel aanbevelingen uit de peilingen opgevolgd. De Haan: ‘Onze huidige website is deels gebaseerd op resultaten daarvan. De online inleverattentie hebben we op basis van de aanbevelingen versneld ingevoerd. Een peiling toonde aan dat we veel meer moesten laten zien wat we te bieden hebben. De inspanningen daarvoor hebben we daarna flink opgevoerd. Verder nemen we veel kleine, praktische aanbevelingen mee in de uitvoering.’ Salzmann verhoogde op basis van de aanbevelingen de frequentie van de nieuwsbrief en ging meer ruchtbaarheid geven aan de online diensten van de bibliotheek. ‘Onze gebruikers bleken daarvan veel minder op de hoogte te zijn dan we dachten.’ Sommige adviezen kunnen meteen worden uitgevoerd. Klanten van de Bibliotheek Hilversum gaven bijvoorbeeld aan dat het inleveren van boeken te lang duurde. Witsel: ‘We hebben toen meteen de nachtbrievenbussen overdag opengesteld. Inmiddels beschikken we over nieuwe volledig geautomatiseerde systemen.’ ‘De meest opvallende peiling die ik me herinner, was die waarin de medewerkers konden aangeven hoe zíj dachten dat de klant over hén dacht. Onze medewerkers verwachtten dat die zich zou ergeren aan de gebruikersonvriendelijkheid van het online systeem. Maar uit de antwoorden van de klanten bleek daar niets van. Dat was een eyeopener’, zegt Raoul de Haan, procescoördinator bij de 28 Bibliotheekblad 6 2014 Bibliotheek Kennemerwaard, in 2009 een van de vijf pilot-bibliotheken waarmee ProBiblio het BiebPanel begon. Daarmee kwam de PSO tegemoet aan een van de uitdagingen voor bibliotheken, die de Vereniging van Openbare Bibliotheken in 2008 in de Agenda van de Toekomst verwoordde: beter inspelen op de veranderende behoeften van de klant en verbetering van aanbod en service. NUT EN NADEEL Bij het opstellen van toekomstplannen gebruiken de bibliotheken de peilingen mede als leidraad. Vaak bevestigen de onderzoeken de eigen verwachtingen en inschattingen ten aanzien van het gewenste beleid. Ze helpen de bibliotheken bij het aantonen van hun maatschappelijke meerwaarde en bij het verantwoorden van beleidskeuzes met het argument dat ook de leden er achter staan. De Haan: ‘Een groot voordeel is de mogelijkheid om best practices aangereikt te krijgen tijdens de evaluaties van de peilingen. Zo leer je waarom een collega-bibliotheek ergens het beste in is en kun je die kennis zelf toepassen.’ www.bibliotheekblad.nl TIPS RAOUL DE HAAN VOOR OPTIMAAL PROFIJT VAN HET BIEBPANEL 1. Zorg voor draagvlak en betrek collega’s bij de peiling Betrek collega’s zo vroeg mogelijk bij een peiling. Zeker degenen die nauw betrokken zijn bij het thema ervan. Laat ze meedenken over de vragen, houd ze op de hoogte van de datum waarop de resultaten bekend worden. Als er projecten lopen over het thema, plan deze dan zo dat de resultaten van de peiling daarin verwerkt kunnen worden. Zo gaat een peiling voor iedereen leven. 2. Laat weten wat je met de resultaten doet Koppel de uitslag terug naar de panelleden. En minstens zo belangrijk: vertel ze wat je met hun feedback, klachten en aanbevelingen doet. Die terugkoppeling is een uitgelezen gelegenheid om beleidskeuzes onder de aandacht te brengen, te verantwoorden en toe te lichten. 3. Controleer of de plannen zijn uitgevoerd Controleer na een jaar de stand van zaken van de voorgenomen acties. Zijn ze daadwerkelijk opgepakt en uitgevoerd? Hiermee houd je de gedachte aan de acties levend en zorg je ervoor dat het BiebPanel gezien wordt als een middel dat leidt tot echte verbeteringen. In discussies rondom bezuinigingen en sluitingen kunnen peilingen argumenten leveren. Witsel: ‘Gegevens over gebruik en waardering van diensten kunnen bepaalde plannen ondersteunen’. Zo blijken niet alle gebruikers altijd een bemande bibliotheek te verwachten. Jongere gebruikers blijken minder bezwaar tegen onbemande bibliotheken te hebben. Ouderen moeten hierbij juist zoveel mogelijk worden ontzien. Een ander inzicht betrof de activiteiten van de Bibliotheek Angstel, Vecht en Venen. ‘De leden zeiden daar veel waardering voor te hebben, maar ze namen er nauwelijks deel aan. Dan ga je er toch een andere prioriteit aan geven’, zegt Salzmann. Met de onderzoeksresultaten kunnen bibliotheken tegemoetkomen aan de behoefte bij subsidiegevers aan cijfermatige onderbouwing van het beleid. Zo toonde Witsel ermee aan dat het aantal bezoekers twee keer zo groot is als het aantal leners. ‘Ook de niet-leners moeten we bedienen, wat consequenties heeft voor het budget. Cijfers van vergelijkbare bibliotheken geven ons inzicht in onze eigen prestaties en mogelijke verbeterpunten. Een groot goed is dat de BiebPanel-peilingen sinds 2013 meetellen voor de certificering.’ De Haan denkt dat de grotere nadruk op cijfers het belang van kwalitatieve argumenten doet toenemen: ‘Neem het aanbieden van een activiteit voor een heel kleine groep gebruikers. Als je dat alleen met cijfers onderbouwt, sta je heel zwak. Maar als je een video kunt laten zien waarop de doelgroep vertelt wat dat voor ze doet, sta je sterker.’ Een nadeel van het BiebPanel is dat de deelnemers te weinig kritische geluiden laten horen, vindt De Haan. Hij noemt ze ‘enthousiaste, digitaal vaardige supporters van de organisatie en waar die voor staat’. Witsel is het met hem eens: ‘We zouden graag meer willen weten van wat niet-klanten van ons verwachten’. Onder hen is een groep die de bibliotheek saai, stoffig en oubollig vindt, bleek uit een recente peiling onder niet-gebruikers. ‘Het zou goed zijn het panel juist met deze groep uit te breiden’, zegt Salzmann. De Haan zou ook meer gegevens willen hebben van doelgroepen waarin zijn bibliotheek extra investeert. Mensen aan de onderkant van de samenleving zitten niet in het BiebPanel. Wel waardeert hij de flexibiliteit van de peilingen, met name de mogelijkheid om ongebruikelijke vragen te kunnen opnemen. ‘Die leveren onverwachte informatie op. Bijvoorbeeld over kleine irritaties, zoals een Bibliotheekblad 6 2014 29 ONDERZOEK<< MAILBOX<< schoonmaker die vijf minuten voor sluitingstijd begint te stofzuigen. Leden beginnen er vaak niet uit zichzelf over, maar het doet wel afbreuk aan de beleving van de bibliotheek.’ NIEUWE TECHNIEKEN De afgelopen jaren zijn diverse verbeteringen aangebracht aan de peilingen en rapportages. Doordat de rapporten vrij omvangrijk zijn, kon niet iedereen er snel kennis van nemen. Koning: ‘Het aantal peilingen per jaar hebben we daarom teruggebracht van vijf naar vier. En sinds een jaar geven we de resultaten overzichtelijk weer in een infographic. Bibliotheken kunnen die ook gemakkelijker delen met subsidiegevers, partners en klanten. Een ander aandachtspunt is de achterblijvende interesse van jongere gebruikers voor het panel. Die proberen we op een andere manier aan te spreken, bijvoorbeeld via social media. Dat lukt, maar wel moeizaam.’ Om het de respondenten gemakkelijker te maken, gaan de onderzoekers het invullen van de enquête optimaliseren. Nieuwe online antwoordtechnieken moeten het verrassend houden. Koning: ‘Binnenkort krijgen de respondenten ook opdrachtjes. Denk aan het insturen van een foto van hun favoriete leesplek, voorzien van een korte argumentatie. De mogelijkheid van online chatten met panelleden onderzoeken we ook.’ “Ik voel Zo meisserieus DE BIBLIOTHEEK MOET IN DE TOEKOMSTnieuwe mogelijkheden. Ook bieden technologische ontwikkelingen het doorgenomen de groeiende als bibliotheeklid, BLIJVEN BESTAAN hoeveelheid data tegenwoordig mogelijk extra informatie temijn verzamelen zonder de gebruikers mening telt mee.” erom te hoeven vragen. Massen: ‘Mensen zijn voortdurend online, vaak met meerdere apparaten DE BIBLIOTHEEK MOET IN DE TOEKOMST tegelijkertijd. Daarmee laten ze een spoor van data BLIJVEN BESTAAN achter, ook in de ICT-systemen van bibliotheken. BIBLIOTHEEK BEZOEK IS TE VERLENGEN DOOR MIDDEL VAN Deze data kunnen we binnenkort combineren met de onderzoeksresultaten. Dat zegt meer over het COMFORTABELE MEUBELS werkelijke gedrag van gebruikers.’ Hiermee worden de verkregen inzichten rijker en gedetailleerder, LEDEN NIET-LEDEN zodat de bibliotheken de dienstverlening nog verder kunnen verbeteren. ‘Een grote wens is nog om alle provincies te “Korte, grappige en nuttige betrekken in devragenlijsten: peilingen’, zegt Ik Koning. ‘Landelijke LEDEN NIET-LEDEN doe het vooral voor jullie.” dekking zou een volgende mijlpaal zijn.’ Quote BiebPanellid EENS 99% ONEENS 1% EENS 91% ONEENS 9% EENS 99% ONEENS 1% EENS 91% ONEENS 9% Quote BiebPanellid TEKST: TOINE AL DE HELFT DE LEDEN HEEFT LIEVER EEN RUIM ILLUSTRATIES: ROELVAN OTTOW, PROBIBLIO AANBOD MET MINDER EXEMPLAREN PER TITEL DAN EEN KLEIN AANBOD MET DE NADRUK OP ACTUELE TITELS OPVALLENDE RESULTATEN “Korte, grappige en nuttige vragenlijsten: Ik doe het vooral voor jullie.” GEZELLIGE HORECAGELEGENHEID Quote BiebPanellid “Snel, gebruikersvriendelijk, ikHELFT ben VAN niet veel tijdLIEVER kwijt DE DEte LEDEN HEEFT EENaan RUIM AANBOD MET MINDER PER TITEL het invullen vanEXEMPLAREN de vragenlijst.” DAN EEN KLEIN AANBOD MET DE NADRUK OP Quote BiebPanellid ACTUELE TITELS 48% - Bibliotheekgebruikers zien internet als belangrijkste informatiebron over de bibliotheek (najaar 2009). - Klanten zijn een stuk zelfstandiger dan medewerkers 48% denken (voorjaar 2010). - Gebruik collectie informatieve materialen daalt sterk door komst internet als informatiebron (zomer 2010). 52% - Ruim een op de drie leden vindt de bibliotheek een plaats om anderen te ontmoeten; minder dan de bibliotheken zelf hoopten (winter 2011). 52% - De bibliotheek geniet veel goodwill, maar het imago is te streng en te zakelijk (zomer 2011). - De waardering van de online diensten is goed, maar laat ook flinke verschillen zien (eind 2011). - Fictiecollectie: meer leden hebben een voorkeur voor een breed aanbod dan voor een smal actueel aanbod (eind 2012). - Activiteiten vragen om betere communicatie en nauwere aansluiting bij de agenda van de gebruikers (voorjaar 2013). - Als beste partners voor samenwerking worden genoemd: kunstuitleen, kunst- en cultuurcentrum en buurthuis/wijkcentrum (najaar 2013). ProBiblio heeft het BiebPanel ontwikkeld om de bibliotheekbranche te voorzien van zowel strategische als operationele informatie. ProBiblio voert vier keer per jaar een onderzoek uit onder het BiebPanel in samenwerking met Ruigrok | NetPanel. Voor meer informatie kunt u terecht op biebpanel.probiblio.nl of contact opnemen met Daniëlle Koning onderzoeksadviseur, [email protected]. Digifobie Wim Keizer pleit in het aprilnummer van Bibliotheekblad voor een onderscheid tussen een landelijke digitale tralalabibliotheek en lokale serieuze bibliotheken. Die laatste hebben als doel om maatschappelijke problemen aan te pakken (met name geletterdheid). We kunnen ze daarom beter letterbibliotheken noemen in deze gedachtegang. Dit idee leeft volgens Keizer ook bij de serieuze (!) oppositie in de Tweede Kamer. Uit zijn pleidooi sijpelt de hang naar vroeger, toen alles beter was en je het woord volksverheffing nog mocht gebruiken en bibliotheken serieuze organisaties waren. Filmpjes kijken, e-books lezen en andere tralalazaken zijn eigenlijk een beetje flauwekul, voor recreatieve bezoekers. En ja hoor, onderzoek toont aan dat papieren lesmateriaal toch beter is. Fysiek en digitaal “Ik zijn voelverschillende me serieus genomen werelden die apart behandeld als bibliotheeklid, moeten worden, waarbij recreanten de digitale wereld mijn mening telt mee.” bevolken en serieuze mensen liever de fysieke wereld. Marketeers horen bij de digitale wereld, ze zijn gericht op groeiBEZOEK en mooie cijfers. Dat vat ik als marketeer BIBLIOTHEEK IS TE VERLENGEN DOOR MIDDEL VAN persoonlijk op. Digitaal en fysiekCOMFORTABELE zijn de vormen waarmee je hogere MEUBELS kernfuncties, doelstellingen of taakopdrachten waar kunt maken. Op een tralalamanier of serieus. Eén ding is zeker, de digitalisering is niet tegen te houden. Gelukkig maar, want digitaal leren en lezen schept fantastische mogelijkheden. Misschien kun je met tralalazaken heel veel leren. Op een andere manier dan we gewend waren, maar zeker niet slechter. De grote valkuil voor bibliotheken is blijven redeneren GEZELLIGE vanuit de eigen belevingswereld, daar is de digifobie HORECAGELEGENHEID van Wim Keizer een mooi voorbeeld van. Quote BiebPanellid JOEPgebruikersvriendelijk, VAN DER LOO “Snel, ik ben niet te veel tijd kwijt aan BIBLIOTHEEKMARKETEER het invullen van de vragenlijst.” Quote BiebPanellid Reactie van Wim Keizer: Ik schreef niet ‘de serieuze oppositie’ maar ‘de constructieve oppositie’. Zo worden D66, CU en SGP wel aangeduid. Dat heb ik niet verzonnen. In mijn gastblog van 31 januari schreef ik dat je het ook kunt omdraaien: een landelijke digitale letterbibliotheek en lokale tralalabibliotheken. Maar hoe dan ook, vind ik dat beide typen het beste zo duidelijk mogelijk onderscheiden kunnen worden en verschillende marketingbenaderingen vergen. Veel, vaak Engelstalig, marketingjargon klinkt mij persoonlijk gruwelijk in de oren, maar dat is mijn fobie voor lelijkheid. ProBiblio heeft het BiebPanel ontwikkeld om de bibliotheekbranche te voorzien van zowel strategische als operationele informatie. ProBiblio voert vier keer per jaar een onderzoek uit onder het BiebPanel in samenwerking met Ruigrok | NetPanel. Voor meer informatie kunt u terecht op biebpanel.probiblio.nl of contact opnemen met Daniëlle Koning onderzoeksadviseur, [email protected]. 30 Bibliotheekblad 6 2014 WIM KEIZER
© Copyright 2024 ExpyDoc