Inspectierapport PSZ De Vuurvogel (PSZ) Eikstraat 11 5038ML TILBURG Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport: GGD Hart voor Brabant TILBURG 17-09-2014 Regulier onderzoek Definitief 21-10-2014 Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 7 Ruimte en inrichting ......................................................................................................... 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 12 2 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-09-2014 PSZ De Vuurvogel te TILBURG Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Algemeen: Peuterspeelzaal (psz) De Vuurvogel valt onder Kinderstad Tilburg (Kinderopvang Tilburg BV), maakt deel uit van Brede school de Vuurvogel. Momenteel worden maximaal 15 kinderen opgevangen (leeftijd 2-4 jaar). De peuterspeelzaal zit op de eerste verdieping en heeft 1 ruime groepsruimte tot de beschikking. Inspectiegeschiedenis 27 mrt 2013 was de risico inventarisatie veiligheid en gezondheid niet actueel. Bij een nader onderzoek van 20 juni 2013, was deze overtreding hersteld en voldeed de speelzaal aan de gestelde eisen in de wet. Huidige inspectie: Bij de onaangekondigde inspectie van 17 september 2014 blijkt dat er voldaan wordt aan de gestelde eisen, wat betreft de getoetste items. Conclusie: De toelichting op de bevindingen van de inspecteur kunt u teruglezen in het rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van alle inspectie-items die tijdens deze inspectie zijn beoordeeld. De houder is tevreden over het rapport . Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-09-2014 PSZ De Vuurvogel te TILBURG Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groepen. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richten zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang; 1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. De inspecteur heeft geobserveerd in de groep tijdens diverse activiteiten en spelmomenten. Emotionele veiligheid; De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen. Er is veel interactie tussen beroepskracht en kind; de interacties zijn vriendelijk en hartelijk. Voorbeeld: Er is voor gekozen omdat er veel nieuwe kindjes zijn vrij te spelen tot ongeveer half 10. 1 beroepskracht zit tussen 5 kindjes op de grond te spelen met auto’s en duplo treinen. Hiertussen zit ook een kindje wat vandaag er voor het eerst is. Dit schept vertrouwen. Het welbevinden van de kinderen is goed te noemen: de kinderen ogen nieuwsgierig, laten passende emoties zien, staan open voor contact met elkaar en de pedagogisch medewerkers en zijn meestal bezig met een spel of activiteit. De beroepskrachten proberen de kinderen te enthousiasmeren om (actief) mee te doen met de aangeboden activiteiten of het aangeboden speelgoed Persoonlijke competentie Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen. De beroepskrachten geven de kinderen passende uitleg, aanwijzingen en correcties. Voorbeeld: 1 kindje geeft aan te willen kleien aan de grote tafel. De beroepskracht gaat er naast zitten en legt uit dat hij de klei nog aan het ontdekken is. Ze begeleidt hem daarin. Samen maken ze een bloem. Ze benoemt de zaken die ze maken. "bal", "bloem". Het kindje zegt haar na. Nog een kindje geeft aan mee te willen kleien. Meteen wordt een placemat en klei gepakt. Binnen de kortste keren zitten 3 kindjes te kleien. Ook het zelf spelen van de kinderen wordt als belangrijk gezien, op een aantal momenten wordt er bewust van een afstand naar de kinderen gekeken zodat zij tot eigen spel komen. Zoals een aantal jongetjes op de mat met auto’s. Sociale competentie De beroepskrachten helpen de kinderen actief mee om sociale vaardigheden met groepsgenootjes te ontwikkelen. Kindje weet even niets meer te doen. Ze kruipt op schoot bij de beroepskracht. "En, wat wil jij doen....(naam kind)? " "Met de diertjes spelen ?" Zal ik aan ....vragen of jij mee mag spelen met de diertjes ? "Mag ... meespelen met de diertjes ...(naam kind)". De kinderen spelen daarna samen. 4 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-09-2014 PSZ De Vuurvogel te TILBURG De beroepskrachten dragen actief bij aan een positieve groepssfeer door grapjes te maken, behulpzaam te zijn, gerichtheid op alle kinderen en aandacht en zorg voor individuele kinderen. Kinderen worden aangesproken op hun medeverantwoordelijkheid in positieve sfeer en omgang met elkaar. Voorbeeld: Afhankelijk van de interesse en activiteit, wat er in de groep gebeurd wordt onderling met de beroepskrachten het dagritme afgestemd. De grote lijnen liggen vast. Vandaag wordt gekozen alvast te gaan plassen voor het fruit eten, zodat nog lekker even buiten gespeeld kan worden met het mooie weer. Anders wordt de tijd zo krap. Ondertussen wordt het opruim-lied opgezet en ruimen de anderen kindjes gezamenlijk alles op. Alle kinderen werden tijdens de inspectie met respect behandeld: er werd met een vriendelijke stem gesproken, er was bij verbale communicatie meestal oogcontact, kinderen worden op niveau aangesproken, alle kinderen konden rekenen op een moment van aandacht van een van de pedagogisch medewerkers. Overdracht van waarden en normen Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig en worden zo nodig aan de kinderen uitgelegd. Voorbeelden Er wordt gerend op de groep. "naam kind" wat ben je aan het doen ? vraagt de beroepskracht. "Niet rennen" zegt ze op een vriendelijke manier. "Want anders bots je tegen .... op " Fruit eten aan tafel. Het wenkindje heeft duidelijk moeite met de structuur aan tafel en wil liever nog spelen. Het kind wordt dwingend, huilt en driftig. De beroepskracht blijft rustig. Laten zijn boosheid over gaan en proberen de aandacht te krijgen voor het fruit wat er aan komt. Dit lukt. De beroepskrachten leggen rustig uit aan het kind wat van hem verwacht wordt. Rustig aan tafel zitten en je mag 2 stukjes fruit pakken als het je beurt is. Conclusie: Bij peuterspeelzaal De Vuurvogel worden de 4 competenties gewaarborgd. Voorschoolse educatie De peuterspeelzaal is nog niet opgenomen in het LRKP als VVE locatie. De toezichthouder heeft de items wel meegenomen tijdens de inspectie. De peuterspeelzaal hanteert momenteel de methode T3. Dit is een niet wettelijk erkende VVE methode. Momenteel is er (na de zomervakantie) gestart is met de VVE methode Puk en Ko. Het thema "welkom" is gestart. Deze methode is wel wettelijk erkend. Alle beroepskrachten zijn in het bezit van een certificaat T3 en worden op korte termijn (oktober 2014) extra geschoold voor de methode Puk & Ko. Deze scholing is opgenomen in het scholingsplan. Opname register zal in oktober gebeuren als alle beroepskrachten geschoold zijn. Opmerking; Kinderen worden gemonitord volgens het Tilburgs-observatie formulier. Na 2 maanden, na de wen-periode, met 3 jaar en met 4 jaar als ze naar de basisschool gaan. Deze gegevens worden gebruikt voor de ouders en bij de overdracht naar school. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) 5 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-09-2014 PSZ De Vuurvogel te TILBURG Gebruikte bronnen: Interview anderen Observaties Pedagogisch werkplan 6 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-09-2014 PSZ De Vuurvogel te TILBURG Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een passende beroepskwalificatie. Vrijwilligersbeleid Op verschillende dagdelen wordt er binnen peuterspeelzaal De vuurvogel gewerkt met een vrijwilliger. Dit ervaren de beroepskrachten als zeer fijn. De tijd is beperkt met de kinderen doordat de speelzaal tijd is verkort van 3 uur naar 2,5 uur. Een vrijwilliger ontlast de beroepskrachten, bijvoorbeeld met het fruitschillen, opruimen etc. Hierdoor kan meer effectieve tijd aan de kinderen besteed worden. Op de woensdag is er nog geen vrijwilliger. Ze hopen deze snel te vinden. Opvang in groepen Er is 1 peuterspeelzaal ruimte met maximaal 15 kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar. Volgens het rooster van deze week zijn er 14 kinderen op de maandagochtend en 12 op de middag. 13 dinsdagochtend 12 op de woensdagochtend, 15 op de donderdagochtend, 14 op de vrijdagochtend. Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Er staan altijd 2 vaste beroepskrachten op de groep. De beroepskrachten hebben vaste dagdelen dat ze samen werken. Bijvoorbeeld maandag en woensdag. Dinsdag en vrijdag werken er weer anderen samen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Vrijwilligersbeleid Personeelsrooster 7 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-09-2014 PSZ De Vuurvogel te TILBURG Ruimte en inrichting Binnenruimte De peuterspeelzaal heeft een speelhoek met keukentje/poppenhoek. Een leeshoek. Podium met hoge tafel en stoeltjes voor activiteiten en eet/drink moment. Bouwhoek met open kasten onder andere auto's, duplo, trein, plastic gereedschap poppenhuis en boerderij van little tikes etc. Binnenkort wordt de berging omgebouwd tot fantasiekamer. Onder andere de verkleedkleren, poppenhoek en keuken komen hierin. De voorste ruimte gaat dan meer gebruikt worden voor het VVE kring-moment met een ronde mat en kleine poefjes. Gebruikte bronnen: Observaties 8 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-09-2014 PSZ De Vuurvogel te TILBURG Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) 9 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-09-2014 PSZ De Vuurvogel te TILBURG Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Vrijwilligersbeleid De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan. (art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 21 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt: - in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht. (art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Ruimte en inrichting Binnenruimte De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. 10 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-09-2014 PSZ De Vuurvogel te TILBURG Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie : : : : PSZ De Vuurvogel http://www.sbkinderopvang.nl 15 Nee Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer : : : : Peuterspeelzalen Tilburg B.V. Postbus 769 5000AT TILBURG 18077079 Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door : : : : : GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 S van der Velden Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats : TILBURG : Postbus 90155 : 5000LH TILBURG Gegevens toezicht Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport : : : : : 17-09-2014 13-10-2014 21-10-2014 21-10-2014 24-10-2014 : 24-10-2014 : 14-11-2014 11 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-09-2014 PSZ De Vuurvogel te TILBURG Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Tevreden met de inhoud van het rapport. 12 van 12 Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-09-2014 PSZ De Vuurvogel te TILBURG
© Copyright 2024 ExpyDoc