Download File - De klimming op sportklassen

ARTEVELDEHOGESCHOOL Campus Kattenberg, Kattenberg 9 – 9000 Gent
Bachelor in het ONDERWIJS: LAGER ONDERWIJS
Naam student
Doris De Dobbeleer
e
e
Naam mentor
Mevrouw Desmet Evelien
School
De Klimming, Assestraat 5, 1790 Essene (Affligem)
DINSDAG
10/05/14
Van 17u
tot
Klas 5 - 6 lj.
Leergroep
OLO 3B
Aantal lln.
43
Handtekening mentor + datum:
17u 50
Leergebied (onderdeel)
Wereldoriëntatie (ruimte)
Lesonderwerp
Kaartvaardigheid: de schaal, hoogtelijnen, kompas
Leerplandoelen
Leerplan wereldoriëntatie, net: VVKBaO, 2010.
Mens en ruimte
9.8: Kinderen kunnen zich vlot in de ruimte oriënteren. Dat houdt in dat ze
de plaats van zichzelf en van voorwerpen alsook de richting waarin ze
zelf of voorwerpen bewegen, verkennen en bepalen, en daarbij de
windstreken gebruiken.
de windstreken (hoofd- en tussenrichtingen) kunnen bepalen met een
kompas, door een kaart te oriënteren in een omgeving.
9.9: Kinderen kunnen gebruik maken van diverse voorstellingen van de ruimte.
Dat houdt in dat ze:
een breukschaal bij een kaart kunnen hanteren
de hoogteligging van een plaats kunnen aflezen op een hoogtekaart
(oro-, hydrografisch)
- het reliëf in een landschap herkennen in werkelijkheid en op
beeldmateriaal.
Lesdoelen
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Beginsituatie
specifiek voor
deze les
Bronnen
Verwoorden dat een topografische kaart een vereenvoudigde en verkleinde
versie van de werkelijkheid is.
Elementen van een topografische kaart herkennen, benoemen en
gebruiken.
Verwoorden vanwaar een schaal afkomstig is.
De werkelijke grootte van een afmeting van een op een topografische kaart
berekenen wanneer de (breuk)schaal gegeven is.
Een reliëf afleiden uit de hoogtelijnen op een kaart.
De windrichtingen benoemen, herkennen en gebruiken op een kaart en een
kompas.
Situering in het leerproces: aanbreng
Voorkennis van de klasgroep

Werkwijze van de klasmentor

Leerling-specifieke gegevens

-
Uitgeprint op 10/05/2014
Google Maps
http://oud.digischool.nl/ak/community/geodigi/a001_schaal_page_3.html,
geraadpleegd op 26 april 2014
Doris De Dobbeleer
1
LESSCENARIO
1.
Introductie: Van satellietfoto naar kaart
15
1
- Satellietfoto Herentals
- Kaart van Herentals
- werkbundel
Introductie
•
Wat is een kaart?
•
“Een kaart is een hulpmiddel om overzicht te krijgen over een gebied. Bijvoorbeeld een land,
een stad, of een winkelcentrum. Met zo’n overzichtskaart kun je makkelijk de weg vinden.
Tenminste als je kan kaartlezen.”
•
Hoe wordt een kaart gemaakt?
•
“Om een overzichtkaart te maken heb je eerst een luchtfoto nodig. Die wordt recht van boven
gemaakt vanuit een vliegtuig of een satelliet. Maar een foto is nog geen kaart.”
 Ik toon de satellietfoto van Herentals
•
Wordt alles dat men op een foto ziet gebruikt op de kaart? (Neen)
•
Wat wel? Wat niet?
•
“Veel dingen die op de foto staan, zie je op de kaart niet terug, zoals auto’s en mensen. Die
zijn namelijk maar tijdelijk. Andere dingen zie je extra goed. Ze zijn ingekleurd. Dat maakt het
overzichtelijk. Ook zijn er figuurtjes bij getekend. Dan zie je bijvoorbeeld waar je kan
parkeren, waar je kan tanken, waar je iets kan eten of waar het zwembad is.”
 Ik toon dezelfde streek als de satellietfoto als kaart.
•
Wat is een windstreek?
•
Welke windstreek ligt steeds bovenaan een kaart? (Noorden)
•
“De bovenkant van de kaart is het noorden, dat kun je controleren met de windroos.
•
Wat zou er nog belangrijk zijn dat er steeds op een kaart staat? (een titel)
•
“En elke kaart heeft een titel. Je moet natuurlijk wel weten over welk gebied de kaart gaat.”
2.
Wat staat er allemaal op een kaart.
10
1, 2
werkbundel
Instructie
•
We overlopen de verschillende elementen die op een kaart staan.
•
De leerlingen duiden de elementen aan op de kaart in de werkbundel.
•
We verbeteren klassikaal.
3.
De schaal
10
1, 3, 4
werkbundel
Instructie
•
Ik leg uit aan de hand van de foto’s uit de werkbundel wat de schaal juist is.
 ik laat zo veel mogelijk uit de leerlingen zelf komen, normaal zouden ze dit zelf ook al
moeten kunnen.
Uitgeprint op 10/05/2014
Doris De Dobbeleer
2
•
•
•
4.
We overlopen hoe een schaal berekend wordt.
De leerlingen maken (in groepjes/per twee) enkele oefeningen op schaalberekeningen.
We overlopen de uitkomsten.
Hoogtelijnen
10
5
werkbundel
Instructie
•
Wat zijn hoogtelijnen?
•
“Hoogtelijnen zijn lijnen op een kaart die punten van gelijke hoogte met elkaar verbinden. Van
een kaart met hoogtepunten kun je een kaart met hoogtelijnen maken. Je verbindt dan op de
kaart punten met een gelijke hoogte met elkaar. Hoogtelijnen op een kaart kruisen elkaar
niet.”
•
Waar zou het het steilst zijn?
 aanduiden op een kaart met hoogtelijnen.
•
Waarom?
•
“Waar de hoogtelijnen dicht op elkaar liggen is het steil. Daar waar de hoogtelijnen ver uit
elkaar liggen is het vlakker.”
•
Werkbundel:
hoogtelijnen tekenen
hoogtelijnen in verband met het landschap
5.
De windrichtingen
5
6
Richtvragen
•
Wat zijn de windrichtingen?
•
Wat bedoelt men daarmee?
•
Waarvoor wordt dat gebruikt?
•
Ken je een zin waardoor je ze goed kan onthouden?
•
…
Instructie
•
We overlopen wat windrichtingen zijn en waarvoor ze gebruikt worden.
•
We maken de oefeningen in de werkbundel.
6.
Afronding
Uitgeprint op 10/05/2014
Doris De Dobbeleer
3
Evaluatie
van je didactisch
handelen
Evalueer hier je eigen didactisch handelen: wat zou je behouden of veranderen
mocht je deze les nog eens geven? Denk aan voorbereiding en realisering.
Uitgeprint op 10/05/2014
Doris De Dobbeleer
4